metropolis m

Zaaloverzicht ‘Terra Libera’, met werk van Andreas Gursky, Art Orienté Objet en Basse Stittgen. Foto: Lotte Stekelenburg

Kan kunst bijdragen aan een constructiever debat over de toekomst van het (platte)land? Met drie tentoonstellingen en een publiek programma pakt het Rijksmuseum Twenthe groots uit om dat te onderzoeken. Maarten Buser gaat op zoek naar grijstinten in een gesprek dat veelal zwart-wit gevoerd wordt.

Als dorpsbewoner die veel in steden te vinden is, merk ik de laatste jaren onbegrip in beide bubbels. Op het doorgaans conservatievere platteland wordt klimaatverandering soms te snel afgedaan als ‘iets voor de Randstad’; in de Randstad daarentegen lijkt niet altijd begrip te zijn voor de vele boerenfamilies die zich in hun bestaan bedreigd voelen.

In Enschede komen beide werelden samen: er zitten diverse instellingen voor hoger onderwijs, die veel internationale studenten trekken. Toch hebben die universiteiten en hogescholen een regionaal karakter, is de omgeving rijk aan landbouw en hoor je vaker dialect dan Engels op straat. Het kunstmuseum van de stad, Rijksmuseum Twenthe, toont vanuit die tussenpositie drie tentoonstellingen en een publiek programma onder de titel Van wie is het (platte)land?. De ‘tentoonstellingsmanifestatie’ bestaat deels uit historisch werk, onder meer uit eigen collectie, maar het museum vroeg ook een aantal hedendaagse kunstenaars om zich te buigen over de relatie tussen mens, dier en landschap. Wat zijn de discussiepunten en is er een creatieve manier om polarisatie te doorbreken en constructief na te denken over de toekomst? Ik beperk me tot de drie tentoonstellingen, die al genoeg stof tot nadenken geven.

Terra Libera

Links: Diego Valadés, 'Rhetorica Christiana, Ladder van de natuur' (1579), courtesy Bayerische Staatsbibliothek München, 4 Hom. 2211. Rechts: Aelbert Cuyp, 'Landschap bij avondzon met drie koeien en een liggende herdersjongen' (2de helft 17de eeuw), olieverf op doek. Collectie Rijksmuseum Twenthe, bruikleen Oudheidkamer 'Riessen', Rijssen

De hoofdtentoonstelling heet Terra Libera (‘het vrije land’). Er is veel ruimte voor uitgetrokken: liefst zo’n acht zalen. De expositie schippert tussen een chronologisch verteld verhaal en een transhistorische inrichting. De muurteksten vertellen hoe de blik op de natuur in de loop der tijd is veranderd, maar ondertussen hangen er objecten uit verschillende tijdperken in dezelfde zaal. Enerzijds zijn er historische kaarten en hangt een paar eeuwen aan landschapsschilderkunst van kunstenaars als Albert Cuyp, met sprekende titels als Landschap bij avondzon met drie koeien en een liggende herdersjongen (tweede helft zeventiende eeuw), gedeeltelijk afkomstig uit de collectie van het museum. Anderzijds is er verspreid door de zalen ook veel hedendaagse video en fotografie, met een vaak sterk documentair karakter. Toch is er een duidelijk chronologisch startpunt: het kolonialisme.

De tentoonstelling laat zien dat hoewel een dergelijke dominante houding ten opzichte van de natuur de samenleving nog steeds kenmerkt, er steeds meer tegengeluid klinkt

Zaaloverzicht 'Terra Libera', werk van Albert Cuyp, Jacob van Strij, Willem Maris, Hendrik Coetzee, Sandipan Nath en Art Orienté Objet. Foto: Lotte Stekelenburg

Het beeld van ‘de natuur als dode machine’ of ‘nuttig landschap’ wordt in deze tentoonstelling duidelijk gepresenteerd als iets dat voortkomt uit het christendom en het kolonialisme. De gelaagde prent Ladder van de natuur (1579) van Diego Valadés laat zien hoe het westelijke hiërarchische wereldbeeld ­– God bovenaan, dan de mens, dan de rest van de natuur, nog net bóven de hel – zich door verovering en missiewerk heeft verspreid over andere delen van de wereld.

Het is raadzaam om de audiotour te beluisteren, die dergelijke thema’s verder toelicht dan de beknopte, maar uitstekende zaalteksten. Een ander voordeel: je loopt niet te snel door de zalen, waardoor je de tijd krijgt om verbanden op je in te laten werken. In een van de beginzalen hangt bijvoorbeeld een landkaart uit de achttiende eeuw, waarop te zien is hoe geometrisch de plantages over Suriname zijn verdeeld. Daarin zit een opvallende overeenkomst met Andreas Gursky’s Untitled XIX (2015): abstract, bijna Mondriaanesk ogende foto van een hedendaags tulpenveld-van-boven. De al zo strakke landafbakening komt door Gurky’s lens nóg machinaler over. Dat is koren op de molen van degenen die al kritisch zijn op het platteland. Een andere foto van Gursky, Les Mées (2016), laat echter zien dat óók duurzaamheid ertoe leidt dat de mens het landschap naar zijn hand zet: te zien is een desolaat landschap zien, met daarin een overweldigende zee van zonnepanelen. Je kunt je afvragen of dát is wat je met het landschap wil doen.

Maar de tentoonstelling laat ook zien dat hoewel een dergelijke dominante houding ten opzichte van de natuur de samenleving nog steeds kenmerkt, er steeds meer tegengeluid klinkt. ‘Van wie is het (platte)land?’: lang heeft de mens haar toegeëigend, maar die positie wordt steeds meer op de proef gesteld. Zijn er (toekomst)situaties te bedenken waarin mens, dier en andere natuur op dezelfde hoogte staan?

Zaaloverzicht 'Terra Libera', met installaties van Christiaan Zwanniken (links) en Koen van Mechelen (rechts). Foto: Lotte Stekelenburg

Zulke kritiek komt in de laatste zaal op haar hoogtepunt, waarin thema’s als de klimaatcrisis worden aangesneden. ‘Wat nu?’ vraagt de zaaltekst zich af. Je komt terecht in een soort ecologische sciencefiction, waar onder meer Christiaan Zwanikkens Nose Patrol (2016) te ruiken is. In Nose Patrol smelten technologie en flora mooi samen: twee ‘kanonnen’ verspreiden rozen- en lavendelgeuren door de ruimte, geënt op de manier waarop planten met elkaar communiceren. Uit het werk spreekt een impliciete bewondering voor de mysteries van de natuur, die heus niet alleen maar ‘nuttig’ is.

Fotomanifestatie

Zaaloverzicht fotomanifestatie, met het werk 'Undermined' van Natascha Libbert. Foto: Lotte Stekelenburg

Behalve Terra Libera, zijn er nog twee andere tentoonstellingen, eveneens binnen het museum zelf. Een daarvan bestaat uit twee fotoseries en sluit aan op de tweejaarlijkse Fotomanifestatie Enschede, die dit jaar draait om de relatie tussen mens en landschap. Natascha Libbert legde voor het doorlopende project Undermined sporen van natuurrampen vast. Ze zijn wat esthetischer en soms ook abstracter van aard. De bosbrand bijvoorbeeld zorgt voor een mooi kleurenspel, waardoor de ernst van de situatie met enige vertraging aankomt. Veel directer zijn de documentaire foto’s van Toon Koehorst die verderop hangen. Voor zijn serie Substraat (2018-2023) legde hij de grootschalige, technologische systemen vast in de veehouderij en landbouw. De klinisch ogende foto’s laten zien dat het idee van de natuur als machine nog steeds leeft.

De door Natascha Libbert gefotografeerde bosbrand zorgt voor een mooi kleurenspel, waardoor de ernst van de situatie met enige vertraging aankomt

Zaaloverzicht fotomanifestatie met werk van Toon Koehorst, 'Substraat'. Foto: Lotte Stekelenburg

Extractivism

De laatste expositie, Extractivism, toont alleen hedendaags werk en gaat over de gevolgen van de extractie van grondstoffen. De relatie tussen mens en landschap is hier ook het algehele thema, maar de nadruk ligt op onder meer olie- en elektriciteitswinning; niet per se op plattelandsthematiek. Deze tentoonstelling is aanzienlijk minder gebalanceerd dan Terra Libera. Dat komt deels door de esthetiek die eerder aansluit bij cyberpunkachtige mediakunst, zoals die van het eveneens Enschedese festival Gogbot. Daar is op zich niets mis mee, maar de associatieve video’s van onder meer Knowbotiq en Lo-Def Film Factory vragen om veel inspanning; eigenlijk te veel, na de eveneens hoge informatiedichtheid van Terra Libera. De bijdrage van Esther Kokmeijer, Terra Nullius — Ownership and Pioneering on Ice (vanaf 2013), bestaat uit historische kaarten waarop ze met witte tape poolgebieden ‘terugdraait’ tot onverkend terrein. Het zijn intrigerende collages, maar ze vallen wat weg tegen de vele videoschermen van Extractivism. Ze waren wellicht krachtiger geweest als ze geconfronteerd werden met de strakke landkaarten van Terra Libera. De verdeling over de drie exposities voelt mede hierdoor soms arbitrair aan.

Zaaloverzicht 'Extractivism', werk van Leon de Bruijne en Edward Burtynksy. Foto: Lotte Stekelenburg

Zaaloverzicht 'Extractivism', met werk van Esther Kokmeijer. Foto: Lotte Stekelenburg

Terugblik

Wapke Veenstra, 'Koe en Landschap', installatie bestaande uit drie video’s, tractorband, behang met illustraties van planten, foto’s en diverse losse, objecten. Collectie Rijksmuseum Twenthe. Aangekocht met steun van het Mondriaan Fonds, 2023

De grote blikvanger is de ruimtevullende installatie Koe en landschap (2023) van Wapke Feenstra. Feenstra maakte een drietal korte videoportretten van evenzovele boerderijen, waarbij de geïnterviewden ook objecten aan mochten dragen voor de installatie, met een grote tractorband als bankje. Dit het enige werk waarin voor mijn gevoel ‘het platteland’ zelf aan het woord is ­– een confronterende realisatie in een tentoonstelling als deze. Het zijn vooral heel leerzame portretten, die veel zeggen over de relatie tussen boer en koe, en hoe veehouders nadenken over hoe zij hun toekomst moeten invullen.

Wapke Feenstra’s ruimtevullende installatie Koe en landschap (2023) is het enige werk waarin ‘het platteland’ zelf aan het woord is ­– een confronterende realisatie in een tentoonstelling als deze

Ook voor hen geldt: ‘Wat nu?’ Ze zijn echt niet zo halsstarrig tegen verandering gekant als verhitte debatten vaak doen vermoeden. Wanneer een van boeren praat over hoeveel vlees een bepaald ras oplevert, klinkt daarin ook oprechte bewondering en liefde door voor het dier. Doorfokken zou namelijk tot een grotere opbrengst leiden, maar dat vindt hij getuigen van een gebrek aan respect voor deze koeien. Dit is echt niet puur vanuit het nut of het ‘mechaniek’ van de natuur denken. In het huidige debat over de landbouw mag echt wel wat meer oog zijn voor zulke grijstinten. Ook Van wie is het (platte)land? kan soms iets meer nuance gebruiken. Feenstra’s installatie geeft een intrigerende voorzet.

Alle drie tentoonstelling zijn te bezoeken in het Rijksmuseum Twenthe, Enschede: Terra Libera t/m 28 januari 2024, Extractivism t/m 7 januari 2024 en Fotomanifestatie 2023 t/m 18 november 2023

Maarten Buser

is dichter en kunstcriticus

Recente artikelen