metropolis m

Utrecht Manifest sluit zich aan bij een golf van actuele kunst- en ontwerptentoonstellingen die zich mengen in het debat over de inrichting van onze samenleving. Guus Beumer, artistiek leider van deze derde editie van de Utrechtse designmanifestatie, over de noodzaak van social design.

Domeniek Ruyters

Utrecht Manifest – het klinkt programmatisch, als een dwingende oproep, ondertekend door een aantal partijen in verzet. Wat is Utrecht Manifest eigenlijk? Wie is Utrecht Manifest? En wat moet er namens wie geagendeerd worden in de komende editie die op zondag 4 oktober is opend?

Guus Beumer

‘Puur formeel is Utrecht Manifest een stichting die een biënnale organiseert. Binnen deze specifieke editie hebben wij het wat ronkende begrip eerst teruggebracht tot een afkorting en wel UM en dat vervolgens weer als uitgangspunt benut voor andere titels als Urgent Methods, Unresolved Matters, United Minds, User’s Manual en zelfs U&M. Je zou kunnen zeggen dat wij dat zware begrip Utrecht Manifest eerst hebben opgelost en vervolgens getransformeerd in verschillende andere gedaantes, zodat het weer wat hanteerbaarder geworden is. Inmiddels is dit de derde editie, dus toch al wat jaren oud, en het wederkerende uitgangspunt van deze biënnale is de vraag in hoeverre het modernisme, dat toch zo zijn fysieke en mentale sporen – en ook in het Utrechtse – heeft achtergelaten, nog een productief potentieel kent. De afgelopen jaren hebben wij het modernisme natuurlijk collectief en definitief afgeserveerd, maar tegelijkertijd snakt menig discipline naar een maatschappelijke legitimiteit. UM opereert vanuit dat spanningsveld: een meer maatschappelijke verhouding van bv de ontwerper lijkt onmogelijk geworden, niet in de laatste plaats door de positie van de ontwerper als auteur, maar desondanks ligt in die verhouding van vormgeving tot de samenleving, of sterker nog tot het dagelijkse de ultieme legitimatie.

‘Namens wie’ is natuurlijk een interessante vraag, maar helaas mist onze culturele infrastructuur die directheid en mogelijk ook die urgentie. Dat ‘namens wie’ is in dit geval een vertaalslag geweest van ondergetekende in samenwerking met een grote groep betrokkenen: voor een deel hebben wij zelf invulling gegeven aan het uitgangspunt en werd dus ‘namens ons’ en voor een deel hebben wij die vraag teruggelegd bij lokale partners en de stad zelf.’

Domeniek Ruyters

Ik weet niet beter of we besteedden ons geld aan veel te dure Limited Editions, een halve kredietcrisis verder en de agenda is weer sociaal. Is dit het typische opportunisme van de designwereld, op zoek naar relevantie, of zijn hier meer structurele bewegingen aan de gang, meer parallel aan de markt met zijn Limited Editions en andere trends?

Guus Beumer

‘Opportunisme is natuurlijk te allen tijden aanwezig. Mark Wigley verwees een keer naar al die architectenkantoren waar je het licht ’s avonds nog ziet branden en stagiaires met rode ogen het internet afstropen op zoek naar de laatste legitimatie of het nu een dna-structuur is of een meer maatschappelijke beweging. Kortom, we zijn allen aan het opportunisme onderhevig inclusief de journalistiek, maar zelf heb ik daar niet zo’n moeite mee. Ik vind het eigenlijk wel interessant om onder de noemer van de tijdgeest na te gaan waarom wat wordt geadresseerd en waarom het die gestalte aanneemt.

Even voor de duidelijkheid, voor ons staat niet zozeer design centraal, als wel de vraag naar het sociale: rond welke noemers wordt dat geadresseerd, welke vragen zijn daaraan verbonden, welke gestalte heeft het aangenomen.

Wat die limited editions betreft: even leek het erop of ook research in de vorm van het prototype in designland betaald ging worden en niet alleen dat eindproduct, maar al snel verwerden Limited Editions tot oneindig opgeleukte hebbedingetjes: tsja, het kan verkeren. Ze vormen net als iconische gebouwen of bepaalde zogeheten emblematische kunstwerken onderdeel van een tragisch systeem waar de hoogte van de prijs illustratief is voor het gebrek aan waarde.’

Domeniek Ruyters

Wat is dat eigenlijk: social design? Wie zijn de dragers van het hedendaagse sociale design? Wat is hun onderwerp, hun doelstelling? Hebben ze kans van slagen? Hoe toetsen we dat?

Guus Beumer

‘Aha, nu raken wij aan de kern van deze editie. Ook wij zijn heel voorzichtig in het beantwoorden van die vraag, zeker toen wij begonnen aan dit project. Als je naar de tijdgeest moet luisteren is social design iets met duurzaamheid, iets bottom-up, iets informeels. Je begrijpt dat wij geen rol voor onszelf en UM zagen weggelegd in het simpelweg bevestigen van dit idee van sociaal design. Allereerst zien wij onszelf als producenten van cultuur en niet als representanten van cultuur. Vervolgens zijn wij simpelweg onder noemer van “het format is het format” gaan kijken hoe we de vraag naar social design zouden kunnen stellen binnen de ons aangeboden formats: het verzoek om een studentententoonstelling, wat ons inziens vaak neerkomt op het verzoek naar een trendvoorspelling, is door dit perspectief vervormd tot een tentoonstelling over het onderwijs en in hoeverre het huidige curriculum ruimte laat voor het sociale en zo ja, in welke gedaante, en in hoeverre is dat verschillend met…’

Domeniek Ruyters

Ik begrijp dat er een nadrukkelijke historische component is ingebouwd in het programma van de komende biënnale. In hoeverre wijkt het heden af van het verleden?

Domeniek Ruyters

[answer Guus Beumer]’Het klassieke antwoord is natuurlijk dat alles terugkeert maar nooit als hetzelfde. Opnieuw was voor de benadering van die historische component het format bepalend. Men wilde een museumtentoonstelling; tsja wat betekent dat vandaag de dag. Wij vonden dat – en zeker als je naar alle landelijke initiatieven kijkt (On Morality in Witte de With, Depression in Marres, Foodprint bij Stroom, Open City bij de Architectuur Biënnale)- een museumtentoonstelling alleen maar legitiem was als we een historisch perspectief op social design introduceerden. Vergeet niet onder de noemer Dutch Design hebben wij de afgelopen decennia alleen maar ons eigen succes in het museum bezongen of design in de gedaante van het spektakel gepresenteerd. Ik denk dat de Holland in Vorm-tentoonstelling de laatste was die de vormgeving en haar vragen echt in kaart heeft willen brengen.

Hoewel wij uitdrukkelijk en zeker voor de huidige generaties studenten willen aantonen dat sommige vragen kennelijk ontsnappen aan de actualiteit – neem het nu zo populaire vraagstuk rond voedsel dat al door de tuinstedenbeweging honderd jaar geleden werd geadresseerd – zijn wij ook niet zo naïef dat deze tentoonstelling ons moet doen leren van de geschiedenis. Nee, we schilderen eerder in een multidisciplinaire context hoe dat sociale is georganiseerd rond enkele vragen en hoe die telkens in een andere gedaante terugkeren. Het viel me trouwens wel op dat ook ik gewend was geraakt aan het spektakel. Toen ik een stoel en een vaas het museum in zag worden gedragen, schrok ik van het dagelijkse karakter ervan. Desondanks als je het sociale aan de orde wil stellen stroomt het dagelijkse natuurlijk per direct mee.

‘Het viel me trouwens wel op dat ook ik gewend was geraakt aan het spektakel. Toen ik een stoel en een vaas het museum in zag worden gedragen, schrok ik van het dagelijkse karakter ervan.’

In de beeldende kunst hebben we al jaren volop community art, die weer een soort spin-off is van relational aesthetics uit de jaren negentig. Het lijkt een vast onderdeel geworden van het inwijdingsritueel van de Vinexwijk – bewoners menen er steeds vaker recht op te hebben: ’waar is ons community art project!’. In de kunst rijst nu en dan de vraag of deze sociale massage met allerhande van ludieke componenten wel met geld uit de kunstpot betaald moet worden. Burgers krijgen tegenwoordig keurig hun grasveldjes en de gemeente levert er nu ook steevast een leuk voetbaltoernooi met artistieke fancy fair bij. Gaat Utrecht Manifest in op dit soort discussies over de artistieke noodzaak van social design?

Guus Beumer

Ik weet niet of burgers keurig hun voetbalveldjes krijgen, volgens mij gaat de ironie nu met je aan de haal. Ik vind wel dat een gedaante van het sociale zoals de “real intervention” en liefst door de kunstenaar en in de publieke ruimte inmiddels een banale vorm van cultuurpolitiek is geworden en onderdeel van een beangstigend ritueel dat democratie en openbaarheid moet suggereren.

Ik ben wel helemaal met je eens dat de artistieke en mogelijk nog belangrijker de culturele vraag ondergesneeuwd raakt onder de ideologie van het moment met design als proces en niet als product. Wij proberen allereerst die vraag naar het sociale te stellen: hoe heeft dat er wanneer uitgezien; hoe kan een mogelijke actuele gedaante vandaag de dag mede door het onderwijs gestalte krijgen, et cetera. En dan laten wij die formele vraag naar een mogelijke artistieke kwaliteit van dergelijke uitingen nog maar even met rust.

Domeniek Ruyters

Wanneer is deze editie van Utrecht Manifest voor jou geslaagd?

Guus Beumer

De vormgeving snakt naar een opdracht, zonder die opdracht kan de vormgeving niets anders dan de ene metafoor na de andere produceren. Ik hoop dat Utrecht Manifest die voorwaarde, die maatschappelijke noodzaak weer in het centrum van de discussie weet te plaatsen!

Al het beeld is afkomstig van Metahaven die de huisstijl van Utrecht Manifest ontwierp.

Vijf projecten in Utrecht Manifest 2009:

Unforeseen Magic (04.10.2009-18.10.2009, CM Studio, Agnietenstraat 2) Centrale locatie van UM 2009 met activiteiten rond de vraag: wat is social design? in een ruimtelijke interventie van Bas van Tol, met een film met Buckminster Fuller, de presentatie van het tijdschrift Club Donny, presentatie van tassen en andere producten uit Guatemala van Ajkem’a Loy’a met The New School in New York, foto’s, filmbeelden en video van Paulien Oltheten, presentatie Model Citizens door Wouter Osterholt en Elke Uitentuis en meer. Unresolved Matters: Social Utopias Revisited. 04.10.2009-14.02.2010, Centraal Museum, Nicolaaskerkhof 10) Een hernieuwde kennismaking met de manier waarop het sociale vanaf de 20ste eeuw vorm heeft gekregen, door Claudia Banz in een ontwerp van EventArchitectuur. Met stoelontwerpen van Thonet tot Castiglioni, glas van Copier tot Wagenfeld, mode van Henry van de Velde via Johannes Itten tot papieren kleding, multiples van Joseph Beuys, utopische ontwerpen van Haus-Rucker-Co tot Archigram en Earth Cloths van El Anatsui naast conceptuele werken van Stephen Willats, de verschillende lagen en facetten van social design sinds 1900. Urgent Methods: Design Education Examined
(04.10.2009-15.11.2009, Villa Jongerius, Kanaalweg 64) Een verkenning door Louise Schouwenberg en Gert Staat van een aantal scherp onderscheiden visies op het ontwerponderwijs in Nederland met zes sleutelfiguren van drie opleidingen (Gijs Bakker, Lidewij Edelkoort (Design Academy Eindhoven), Bruno Ninaber van Eyben, Matthijs van Dijk (TU Delft), Henk Slager en Jeroen van Mastrigt (HKU) met werk van studenten en oud-studenten Joris Laarman, Richard Hutten, Maarten Baas, Lonnie van Rijswijck, Gerwin Hoogendoorn, Doeke de Walle, Marc Andrews, Fabian Akker en anderen, in een tentoonstellingsontwerp van Studio Makkink & Bey. User’s Manual: The Grand Domestic Revolution(04.10.2009-03.10.2010, Casco House, p/a Bemuurde Weerd OZ 18B)
Een ‘real experiment’ van een jaar waarbinnen de private ruimte uitgangspunt vormt voor de vraag naar het sociale in relatie tot de bewoners, de buren, de wijk en de stad. Met o.a. Haegue Yang, Sepake Angiama, Ade Darmwan en Reza Afisina van kunstenaarsinitiatief ruangrupa in Jakarta. United Minds: Hoograven Invites You! (04.10.2009-08.11.2009, De Pastoe Fabriek, Rotsoord 3).Analyses en verbeeldingen van de Utrechtse wijk Hoograven die bezoekers uitdagen mee te denken over social design en stedelijke ontwikkeling, bijeengebracht door Alfredo Brillembourg en Hubert Klumpner van Urban-Think Tank in een tentoonstellingsontwerp van traast + gruson. Ook te zien op de tentoonstelling: documentaire over Hoograven door Rob Schröder.

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen