metropolis m

Het gaat goed met Sanne Vaassen: genomineerd voor de Sybren Hellinga Kunstprijs en onlangs winnaar van de Parkstad Limburg Prijs, een 10.000 euro grote kunstprijs voor jonge kunstenaars uit Belgisch en Nederlands Limburg, die eerder is gewonnen door Paul Devens, Hadassah Emmerich en Jeroen van Bergen. Vincent van Velsen bezocht de tentoonstelling in Schunck en sprak met de winnaar.

Werk van de liefst twaalf genomineerden is momenteel te zien in een groepsexpositie op de benedenverdieping van Schunck in Heerlen. In de expositie is onder meer een werk van Karl Philips te zien wie met een vrij masculiene geste een readymade vangrail in de ruimte plaatste. Verder zijn er de schilderkundige praktijken die nogal van elkaar verschillen. Elias Ghekiere ondervraagt en verwijst naar de fotografie en kunstgeschiedenis, op een geheel andere wijze dan Niek Hendrix in zijn grotendeels zwart-witte werken over de hedendaagse beeldcultuur met referenties van vroeger en nu. Tanja Ritterbex combineert een abstractere en kleurrijke werkwijze met performance. Muziek en geluid vormen de belangrijkste inspiratie voor Daan Gielis en Joep Hinssen, en Joep Vossebeld toont een poëtische picknick met conceptuele inslag. Ook winnaar Sanne Vaassen kent een poëtische ondertoon, naast het gegeven dat zij efemere culturele uitingen en natuurlijke processen op verschillende wijzen benadert en vastlegt.

Tanja Ritterbex

Overzicht

Gitte Hendrikx,

Niek Hendrix 

overzicht, links werk van Sanne Vaassen

VV De jury schreef diep onder de indruk te zijn van ’the sharp and personal observations of the human condition, the authenticity of the ideas and the powerful yet sensitive imagination.’ Hoe zou je ter introductie je werk zelf willen omschrijven?

SV ‘Ik heb recent serieus nagedacht hoe ik mijn werk zou kunnen benoemen met een aantal steekwoorden, maar toen kwam ik er niet echt uit. Ik kwam toen op woorden als proces, natuur, tijd, moment, identiteit, cultuur… Maar hoe ik het zou omschrijven? Ik kan makkelijker beschrijven waar het vandaan komt. Voorheen ontstond mijn werk voornamelijk uit een proces, een handeling, iets wat ik handmatig deed, waardoor een verandering optrad, waardoor er een soort voor en na gebeurtenis was. Nu kom ik er achter dat ik daar nog steeds wel naar op zoek ben, maar dan in een groter geheel. Elke keer gebeurt er iets dat te plaatsen is in een groter geheel. En telkens is er een verloop zichtbaar, of een verandering, of een momentopname.’

Sanne Vaassen, Amountain, 5 dagen durende performance met in totaal 500kg bloem, 2013

VV Toen ik je website bekeek en wat dingen las ter voorbereiding dacht ik een onderscheid te zien, of betere gezegd twee lijnen. De een heeft meer te maken met natuurlijke processen als regen, eb en vloed of het veranderen van de seizoenen; en de ander meer met culturele uitingen, zoals nationalisme of vormgeving van gemeenschappelijkheid.

SV ‘Klopt wel, maar ik zou meer zeggen met identiteit, of uitingen van identiteit: de bepaling of momentopnamen van een identiteit. Zoals een vlag, dat is daar natuurlijk een heel sterk symbool van. Maar ook met de moedervlekken die ik overgeef aan anderen (Cartography, 2016). Het heeft te maken met een soort portret, of een momentopname van een identiteit. En het vastleggen van de gevallen bladeren van een boom (Trails of a tree, 2015) heeft ook te maken met een dergelijk soort portret. Zoals dat ook het geval is met het vastleggen van het vallen van de regen. Zo leg ik in Cumulus (2016) leg in zeven velletjes het verloop van een regenbui vast.’

VV Dus in die zin is het een anti-efemere handeling. Het beschouwen van een verloop of vervliegen van iets en dat proces vastleggen. Zoals de invloed van een natuurlijk proces op fysieke materie. Tegelijk leg je heel erg een structuur vast om je werk in te maken. Je schrijft richtlijnen van te voren en voert die dan uit. Waardoor het aan de ene kant los is, van natuurlijk toeval afhankelijk, maar aan de andere kant kader je het ook heel erg, zoals bijvoorbeeld letterlijk met een A4’tje en vooraf vastgestelde handelingen om tot het werk te komen. Hoe kom je tot deze specifieke kaders, handelingen of onderwerpen?

SV ‘Dat klopt. Er is dan iets wat ik interessant vind. Zoals regen, rivier, zee, verdamping. Die fenomenen vind ik boeiend en dat probeer ik dan op een of andere manier vast te leggen. Maar om dat vast te kunnen leggen stel ik voor mezelf wel regels op. Om ze dan vanuit een kader te kunnen plaatsen. Het gaat veelal om circulaire processen. Het begin en einde van de regen, eb en vloed of een boom onderhevig aan de seizoenen. De elementen zijn sowieso terugkerende onderwerpen – hoewel vuur nog niet.’

VV Dus het zijn meestal aan de natuur gelieerde processen?

SV ‘Ja. Tenminste, dat waren het. Er vindt momenteel een verschuiving plaats. Een goed voorbeeld van een nieuw werk is Flags (2016). Dat is een project waarbij ik vlaggen uit elkaar haal, alle draden ont-weef, die ik dan aan een weefster of wever geef uit het betreffende land om er een nieuw doek van te maken. Deze [het eerste exemplaar uit de serie: België, red.] is bijvoorbeeld gemaakt door een Belgische weefster. Hier is niet echt meer een natuurlijk proces aanwezig. Dit zijn door de mens gemaakte dingen. Een vlag als uiting van een nationale identiteit. De identiteit van een mens of een land, is een momentopname van de periode waarin we leven. Landsgrenzen veranderen continu. Maar ook een krant die heel erg invloedrijk is en de zogenaamde waarheid bepaalt, terwijl dat niet per se de gehele waarheid is. Wat ik interessant vind, is hoe de mens zoiets verzint, zo’n begrip, wat dan waarheid wordt. Wat daarvoor niet echt bestond. Terwijl water, daar kun je niet veel anders van maken – dat ís.’

VV Zijn er richtlijnen voor de wever van de vlaggen, of laat je het over aan de persoonlijkheid? Zie je het voor hen als handeling of uiting van een persoonlijke identiteit, of meer simpel als een functionele handeling binnen jouw werkproces?

SV ‘Nee, er zijn geen richtlijnen. Hoewel je nu wel krijgt dat de volgende personen de uitkomst van de vorigen al hebben gezien. Dat gaat wel steeds meer invloed hebben op elkaar. Maar ik hoop dat ze vanuit zichzelf blijven werken. Wat ik ze letterlijk vraag is om “een nieuw doek te maken van (voorheen) de vlag van het land van herkomst”. Maar de invulling is helemaal vrij. Dus zij zijn vrij om het te zien als iets geheel functioneels, of als iets heel speels. Ik kan mij voorstellen dat iemand een patroon of een figuurtje maakt. Ze kunnen dat allemaal zelf bepalen, ook de grootte.’

VV Je laat in de Parkstad Limburg Prijs expositie de meest recente toevoeging aan Flags zien [Nederlandse vlag]; naast documentatie van Cartography, het werk National Anthems of the World en Cumulus. Kun je wat meer vertellen over de keuze voor de presentatie van deze werken en de samenhang?

SV ‘Eerlijk gezegd moest je voor deze tentoonstelling een voorstel indienen met een aantal werken, waaruit de curatoren een uiteindelijke keuze hebben gemaakt. De drie gekozen werken gaan eigenlijk allemaal over identiteit, en toen heb ik zelf Cumulus toegevoegd om dat te compenseren, zodat het een beter, breder overzicht van mijn praktijk zou zijn.’

Sanne Vaassen, The national anthems of the world, 2014, door slakken kapotgevreten boek met volksliederen

VV Je was genomineerd voor de Sybren Hellinga Kunstprijs en hebt nu de Parkstad Limburg Prijs gewonnen. Je werk was ook te zien bij Prospects & Concepts op Art Rotterdam. Het lijkt wel goed te gaan. Wat zijn je toekomstplannen?

SV ‘In maart opent een tentoonstelling genaamd A minor state of Flux in Arti et Amicitiae te Amsterdam. Daarnaast zal ik me dit jaar focussen op een aantal projecten die ik graag verder wil uitwerken. Ik werk meestal langere tijd en meermaals aan een werk: het verandert en heeft verschillende vormen op verschillende (toon)momenten. Zoals bij Cartography: op Unfair (2016) konden bezoekers een tatoeage laten zetten met een van mijn moedervlekken, eerder had ik (bij Tegenboschvanvreden, 2015) de moedervlekken naar stickers vertaald. En bij de Parkstad Limburg Prijs is er fotografische documentatie te zien, waarbij de originele modervlekken en de getatoeëerde versies naast elkaar te zien zijn. Op eenzelfde soort manier ben ik nu het portret van de boom [Trails of a tree] voor mijn deur aan het verwerken. Ook dit project krijgt verschillende vormen, hoe langer het duurt. Het is ook vrij arbeidsintensief om eerst elk individueel blad vast te leggen, daarna allen in een eigen diaraam te stoppen en uiteindelijk het geheel ook in een boek met documentatie en cartografie te vertalen. Ik ben dus nog wel even bezig. Maar verder zou ik graag mijn blikveld willen vergroten naar het buitenland, bijvoorbeeld in de vorm van een residency. Maar dat is toekomstmuziek.’

Sanne Vaassen, The national anthems of the world, 2014

Sanne Vaassen, Cumulus, 2016, neerslag van regen

Sanne Vaassen, My continental drift

Parkstad Limburg Prijs, Schunck, Heerlen, t/m 19.3.2017

Vincent van Velsen

is redacteur Metropolis M en conservator Stedelijk Museum Amsterdam

Recente artikelen