metropolis m

zaalopname Ruis! Frans Hals, Anders, Frans Hals Museum Hal, fotografie Gert Jan van Rooij

Het Frans Hals museum zet de transhistorische lijn voort en toont, in navolging van Frans Hals, vrije portretkunst die betekenis openbreekt. Wij lopen met Melanie Bühler, curator van de tentoonstelling, door Ruis! Frans Hals, Anders.

Het eerste schuttersstuk dat Frans Hals in 1616 schilderde, toont de voorname mannen van de Sint Jorisdoelen terwijl zij een feestmaal genieten. De levendigheid van de figuren die met losse penseeltoets zijn neergezet, zou de schilder later beroemd maken. Volgens de negentiende-eeuwse kunsthistoricus Alois Riegl was de dynamiek van dit groepsportret te danken aan de figuur die als derde van rechts door Hals werd neergezet, vriendelijk wenkt hij de kijker om deel te nemen aan de gezelligheid. De uitnodiging maakt het werk ook voor de kijker actueel, plotseling kan deze zich op een persoonlijke manier verhouden tot de groep. Het originele schilderij is te zien op de locatie Hof van het Frans Hals Museum, terwijl een reproductie hangt in wat na de fusie van afgelopen voorjaar Hal is gaan heten.

Reproducties van de 17e-eeuwse meester vormen het vertrekpunt van de tentoonstelling die op locatie Hal te zien is. Die reis leidt naar het heden. Door uit het oeuvre van Frans Hals thema’s te lichten, wordt recente kunst gepresenteerd om zo de actualiteit in de kunst te benaderen. Het presenteren van zowel oude als nieuwe kunst als één geheel past in de wens van de museumdirectie om transhistorisch te zijn en als het ware de tijd los te laten in de presentatie van kunstwerken.

Natuurlijk is de tijd waarin Hals leefde en diens kwesties niet hedendaags. Om toch een blik te werpen op eigentijdse kwesties is voor de tentoonstelling het concept ‘ruis’ bedacht. De curator van de tentoonstelling, Melanie Bühler, legt uit dat ruis moet worden gelezen als een mogelijkheid die ontstaat wanneer betekenis niet vastligt, waardoor nieuwe waarden kunnen aanslaan in een cultuur. Ruis is hier dus een subversief element dat mogelijkheid kan bieden tot vernieuwing en herinterpretatie. Bühler deelt de tentoonstelling in vier categorieën op om deze mogelijkheden te verkennen

[blockquote]Ruis is hier een subversief element dat mogelijkheid kan bieden tot vernieuwing en herinterpretatie

zaalopname Ruis! Frans Hals, Anders, Frans Hals Museum Hal, fotografie Gert Jan van Rooij

zaalopname Ruis! Frans Hals anders, Frans Hals Museum Hal, Haarlem, fotografie Gert Jan van Rooij

zaalopname Ruis! Frans Hals, Anders, Frans Hals Museum Hal, fotografie Gert Jan van Rooij

De in de eerste zaal hangende reproductie van de schutters rondom een feestmaal toont meteen de tijdloosheid van het drankgelag als sociale gebeurtenis. De meer eigentijdse schilderijen tonen groepen mensen die zich eveneens laven aan de drank. De schilderijen Brooklyn Biergarten I en II van Nicole Eisenmann tonen grote figuren die gebogen zijn over bierpullen. In tegenstelling tot de groep mannen die Hals portretteerde, vastgelegd om herkenbaar te zijn, houdt Eisenmann haar figuren ambigu zodat niet altijd te zien is of het om een man of vrouw gaat en de identiteit in het midden blijft. ‘Ruis in de homogeniteit’, noemt curator Bühler dat. Geheel in lijn met de twijfels die ontstaan over wat het betekent om rigide eigenschappen als mannelijk óf vrouwelijk aan iemand toe te kennen, koos de tentoonstellingsmaker ervoor om de levendigheid en lichamelijkheid van de historische schutters bij Hals in te zetten om het denken over identiteit los te zien van het lichaam in hedendaagse schilderijen.

In het tweede deel van de tentoonstelling wordt aan de identiteit ook de factor status toegevoegd. Dat Hals de portretten schilderde van mensen die niet de middelen hadden om zich te laten vereeuwigen, wordt door Bühler als een daad van democratisering opgevat. Of we Hals daarmee subversief kunnen noemen, is twijfelachtig. Het is waarschijnlijker dat hij mensen schilderde vanwege de expressie die hij kon weergeven in vrij werk of juist vanwege het exotisch uiterlijk van een figuur dan dat hij bewust het onderscheid tussen rijk en arm trachtte op te heffen. Het blijft moeilijk in hem een maatschappelijk activist te zien, de transhistorische benadering vereist van de bezoeker blijkbaar enige mentale lenigheid.

Eerder dit jaar zorgde Farahs werk voor ophef toen bleek dat hij een foto van een peuter naschilderde zonder de ouders om toestemming te vragen. Farah trakteerde hiermee de moeder, Dana Schutz, op een koekje van eigen deeg

De activistische component in het werk van de Australisch-Somalische schilder Hamishi Farah, voor het eerst in Nederland te zien, staat wel onomstotelijk vast. Eerder dit jaar zorgde zijn werk voor ophef toen bleek dat hij een foto van een peuter naschilderde zonder de ouders om toestemming te vragen. Farah trakteerde hiermee de moeder, Dana Schutz, op een koekje van eigen deeg. Schutz -eveneens schilder- raakte in opspraak toen ze tijdens de Whitney Biënnale het schilderij Open Casket presenteerde, geschilderd naar een foto die werd gemaakt van de zwarte 14-jarige jongen Emmett Till, die zwaar verminkt in een open kist werd opgebaard. Eind vorig jaar ontstond protest rondom de vraag of een schilder met een witte huidskleur zich het leed van een zwarte jongen mocht toe-eigenen, om het beeld in te zetten voor een prestigieuze tentoonstelling [lees hier hoe Dominic van den Boogerd die kwestie aansnijdt]. Farah schilderde het jongetje na van een foto die hij op de Instagramaccount van Schultz’ echtgenoot vond. Hij zag zijn aanklacht tegen de hypocrisie bevestigd toen een Duits kunstblad (Monopol) in een artikel zijn schilderij Depiction of Arlo wel censureerde, naar verluid om het zoontje Arlo te beschermen, maar zonder iets te veranderen aan Open Casket. Het onschuldig ogende schilderij laat zien hoe kwetsbaar identiteit kan zijn, in dit geval wanneer deze ongevraagd in de openbaarheid wordt gebracht.

zaalopname Ruis! Frans Hals, Anders, Frans Hals Museum Hal, fotografie Gert Jan van Rooij

zaalopname Ruis! Frans Hals, Anders, Frans Hals Museum Hal, fotografie Gert Jan van Rooij

Onder de noemer ‘Verwachting’ zijn de werken in dit tweede deel ondergebracht in onder andere stereotypes die via een beeld worden uitgedragen en waarop ook via hetzelfde beeld kritiek kan worden geleverd. Het meest overtuigend gebeurt dat nog wel in het werk van Ivy Haldeman. Te zien zijn twee schilderijen waarop twee hotdogs zijn omgevormd tot overtuigend elegante vrouwen die aan het lezen en aan het relaxen zijn. Haldeman haalde inspiratie uit Amerikaanse vrouwenbladen uit de jaren 50 om de ideale kenmerken van het heersende ideaalbeeld te kunnen destilleren. Deze kenmerken weet ze zo sterk te presenteren dat zelfs het piemelachtige worstje er elegant -ja vrouwelijk- uitziet. Beeldkritiek was zelden zo sterk omdat wordt getoond dat verwachtingen van schoonheid zowel dwingend als absurd zijn.

Het onderdeel dat de titel ‘Infiltratie’ heeft gekregen, het derde deel van de tentoonstelling, moet letterlijk worden genomen. Neem het werk van Pilvi Takala. Om de heersende opvatting over arbeidsethos te verstoren, vroeg ze of ze als beeldend kunstenaar stage mocht lopen bij het grote accountancykantoor Deloitte. Eenmaal binnen toonde ze geen ambitie om carrière te maken in het bedrijf. Sterker nog, ze voerde helemaal geen kantoortaken uit. Deze subversieve lamlendigheid wist ze toch handig om te zetten in een kunstwerk. Het is daarmee een aanklacht tegen prestatiecultuur die zelfs doorademt in de onbetaalde tijdelijke posities in bedrijven (noem me overigens een instelling in onze eigen cultuursector die af zou kunnen zonder dit halfbakken werkgeverschap). Het werk van Sarah Lucas is een voorbeeld van infiltratie op een meer subtiele manier. Als één van de weinige vrouwelijke leden van de Young British Artist die de kunstmarkt vanaf de jaren 90 veroverden, neemt ze de houding en het machismo van mannen over. Op een foto hangt ze wijdbeens onderuitgezakt in een stoel met twee spiegeleieren als beeldgrap op het decolleté.

zaalopname Ruis! Frans Hals anders, Frans Hals Museum Hal, Haarlem, fotografie Gert Jan van Rooij

zaalopname Ruis! Frans Hals, Anders, Frans Hals Museum Hal, fotografie Gert Jan van Rooij

zaalopname Ruis! Frans Hals, Anders, Frans Hals Museum Hal, fotografie Gert Jan van Rooij

Op de zolderetage blijkt de actualiteit van het gepresenteerde werk. De tentoonstelling opende in de week dat in de VS rechter Bratt Kavanaugh door de Senaat wordt ondervraagd over zijn vermeende misbruik van vrouwen. De foto’s die tijdens de zitting zijn gemaakt, laten Kavanaugh zien als iemand die zo woedend is dat zijn aanspraak op een zetel in het Amerikaans Hooggerechtshof in het geding is, dat zijn gezicht ervan verwrongen raakt. Die lelijkheid wordt in het schilderij After the War van Jacqueline de Jong tot thema gemaakt door groteske figuren op een expressieve manier op het doek te penselen.

Dit vierde en laatste gedeelte van de tentoonstelling is wat thema betreft het minst vastomlijnd. Het kent geen subcategorie en laat zich onder de noemer ‘Ruis’ -hoe toepasselijk- meer vrijelijk interpreteren. Dat blijkt uit het werk van Siebren Versteeg dat werd gemaakt door een algoritme dat zelf nieuwsfoto’s kiest en deze automatisch met penseel-achtige ingrepen bewerkt. Samen met de kunstenaar koos Bühler de drie prints uit: ‘hoewel het werk volledig door een computer is gemaakt, herkennen we er toch iets van betekenis in. Dat iets geen betekenis heeft meegekregen, betekent nog niet dat de toeschouwer er geen betekenis aan kan toeschrijven.’ De disruptie, om in de termen van de technologie te blijven, creëert een tussenruimte waar ook wat waarneming en interpretatie betreft alles mogelijk is.

De tentoonstelling als geheel ontleent kracht aan het aansnijden van het hot topic identiteit. Desgevraagd antwoordt Bühler dat het vertrekpunt dan gegeven mag zijn door het aansnijden van thema’s, de bestemming is dat allerminst. Dat er door haar niet is gekozen voor een vastomlijnd kader waarbinnen wordt voorgeschreven wat juiste omgang is met identiteit, maar de interpretatieruimte van het beeld openlaat, maakt dat de werken goed tot recht komen. Dat is niet vanzelfsprekend in een tijd dat veel instellingen hun status ontlenen aan engagement dat niet noodzakelijk beeldend tot uitdrukking komt. Als de tentoonstelling als manifest valt te lezen, laat dat de slagzin zijn.

Ruis! Frans Hals Anders, Frans Hals Museum Hal, t/m 27.01.2019

Jorne Vriens

is kunsthistoricus

Recente artikelen