metropolis m

Nastio Mosquito, Continents, still, onderdeel van Diasporic Self

Ze noemt de tentoonstelling ‘een dekoloniale compositie’: ‘een situatie waarin werken in relatie tot elkaar staan’ met Black Togetherness als gemeenschappelijk communicatiemiddel. Amal Alhaag over de tentoonstelling Diasporic Self bij Framer Framed, die ze samen met Barby Asante cureerde.

Diasporic Self brengt verschillende perspectieven waarop zwart samenzijn zich in diasporische kunstgemeenschappen in Europa manifesteert samen bij Framer Framed en bij 198 Contemporary Arts & Learning in Londen. Barby Asante, kunstenaar en curator, en Amal Alhaag, onderzoeker en curator, stellen de vraag: wat betekent het begrip Black Togetherness als gemeenschappelijk communicatiemiddel? Nadeche Remst spreekt Amal Alhaag over het project in de tentoonstellingsruimte van Framer Framed.

Nadeche Remst

Hoe is het project Diasporic Self gestart?

Amal Alhaag

Barby Asante en ik zijn vier jaar geleden in gesprek geraakt over de ontwikkeling van taal rondom hedendaagse diasporische culturen. Hoe kun je met elkaar in gesprek gaan wetende dat er verschillende taaluitingen, barrières en een complexe geschiedenis aanwezig is binnen de diaspora? Daarvoor moet je voorbij de eigen taal met elkaar in gesprek gaan, als een vorm van vertalen, maar ook om als het ware een brug slaan. Ons vertrekpunt was hoe het begrip Black Togetherness op verschillende manieren valt te interpreteren. Zo hebben we alle deelnemende kunstenaars ook gevraagd hoe hun werk relateert aan het idee van Black Togetherness en deze perspectieven samengebundeld. De tentoonstelling is op te vatten als een dekoloniale compositie. Het is meer een situatie waarin de werken in relatie tot elkaar staan.

Nadeche Remst

Hoe hebben jullie de deelnemende kunstenaars geselecteerd?

Amal Alhaag

Het project gaat over zwart zijn in Europa, en het aantonen van de complexiteit van bepaalde plekken in Europa: wordt het idee van Black Togetherness wel uitgedragen en hoe? Ons idee was om hele persoonlijke verhalen naast ‘grote’ verhalen te plaatsen, om verschillendeperspectieven naast elkaar te plaatsen van kunstenaars die bezig zijn met de thema’s die we willen aansnijden: taal, archief, black queerness. Neem het videowerk van Nastio Mosquito, 3 Continents (2010), dat op fictieve en surrealistische wijze de imperialistische erfenis bevraagt door een toespraak te geven voor de continenten Europa, Amerika, en Afrika. Er zitten verschillende aspecten in. Het is ook zoeken hoe gebroken kan worden met de manier waarop gekeken wordt naar zwarte werken en op wat voor manier ze gepositioneerd worden. Sommige werken zijn ook niet zichtbaar, zoals het geval is bij Jabu Arnell: wat je ziet zijn de left-overs. Of het werk van Pascale Obolo, wat gaat over je onzichtbaar voelen als zwarte vrouw in Parijs. Voor mij is het essentieel dat wat je maakt of creëert in relatie tot elkaar staat.

Hoe kun je met elkaar in gesprek gaan wetende dat er verschillende taaluitingen, barrières en een complexe geschiedenis aanwezig is binnen de diaspora? 

Diasporic Self: Black Togetherness as Lingua Franca, foto Maarten van Haaff voor Framer Framed  

Diasporic Self: Black Togetherness as Lingua Franca, foto Maarten van Haaff voor Framer Framed  

Diasporic Self: Black Togetherness as Lingua Franca, foto Maarten van Haaff voor Framer Framed  

Nadeche Remst

Het lijkt me een bewuste keuze dat de werken niet gecontextualiseerd worden. Kun je me wat meer vertellen over de curatoriële keuzes, zoals de geometrische rasterindeling met halfdoorschijnende doeken, het ontbreken van zaalteksten en naambordjes?

Amal Alhaag

De architectonische interventie, ontworpen door Afaina de Jong en Inna Vision, heeft een symbolische waarde. Het zorgt er namelijk voor dat de werken zichtbaar zijn, maar dat er tegelijkertijd ook een stukje opaque is. Het laat daarmee zien dat de vragen die wij stellen gecompliceerd zijn, maar ook niet altijd duidelijk zichtbaar en toch aanwezig. Zo zie je elementen van meerdere werken als je door de tentoonstelling rondloopt, die op elkaar, en op de architectonische ruimte, reageren. We willen breken met eurocentrische conventies, en het idee dat er een hiërarchie bestaat tussen de curator en de kunstenaar, waar de curator bepaalt hoe er wordt gekeken naar de werken terwijl de kunstenaar een andere intentie heeft. Daarnaast stelt het de vraag wie de bezoeker is en wat het betekent als de context mist. Wij stellen de witte toeschouwer niet langer centraal, door te zeggen: ‘jij zult net zoveel missen als de ongedefinieerde ander’. Het is ook oké om soms iets te missen, maar hoe ga je om met zo’n onwetendheid? Dat betekent ook dat de rollen verschuiven, en het geeft de bezoeker de ruimte om eigen verantwoordelijkheid te nemen om vragen te stellen.

Nadeche Remst

Naast het videowerk van Silvia Martes Terra Incognita, staan op de tafel weckpotten met de datum 24/11/2018, waar ingrediënten van Black Cake gefermenteerd worden. Kun je wat meer vertellen over dit fermentatieproces?

Amal Alhaag

Het interessante is dat Jabu Arnell al in 2009, tien jaar geleden, met deze fermentatie van Black Cake, een chocoladetaart met fruit en rum, bezig was. Het is een soort ode aan de Carabische overlevingskunst, in de zin dat zij tijdens slavernij en kolonisatie bepaalde vreugde in het leven behielden. En verbeeldingsvermogen bezaten om iets te maken met de beperkte mogelijkheden die je hebt, en hoe Black Cake wordt overgeleverd naar de volgende generatie als een proces van herinnering. Tijdens de opening werden bezoekers uitgenodigd voor een ‘black cake sessie’ om deze ingrediënten samen te voegen.

Het werk van Jabu Arnell is een soort ode aan de Carabische overlevingskunst, in de zin dat zij tijdens slavernij en kolonisatie bepaalde vreugde in het leven behielden. 

Jabu Arnells Lamenting Celebration tijdens de opening. Diasporic Self: Black Togetherness as Lingua Franca, foto Marlise Steeman voor Framer Framed

Jabu Arnells Lamenting Celebration tijdens de opening. Diasporic Self: Black Togetherness as Lingua Franca, foto Marlise Steeman voor Framer Framed

Nadeche Remst

Draagt het publieksprogramma bij aan de uitwisseling van ideeën over de vraag die jullie opgeworpen hebben?

Amal Alhaag

Het publieksprogramma maakt onderdeel uit van het gehele project. Het brengt een bepaalde thematiek tot leven, maar het neemt het ook mee op sleeptouw om tot andere gesprekken te komen. Enerzijds om de complexiteit aan te tonen, maar ook om de werken tot leven te brengen in lijn met de vraag: wat betekent het om werk op een dekoloniale manier onder de mensen te brengen? Essentieel onderdeel van het project is dat mensen zelf iets mogen toevoegen, de uitwisseling van gedachten is heel nuttig. Binnenkort komt er ook een rondleiding met Anne Krul, waarin we samen met haar rondom haar werk BLACK QUEER LIFESIGNS anekdotes verbinden uit haar persoonlijke archief. Toen de tentoonstelling nog in voorbereiding was, organiseerden we het evenement Dancing as lingua franca, waarin geluid en sonische praktijk centraal stonden. Laatst was hier het evenement Caring as lingua franca waar onderzocht werd hoe Black Womxnhood fictief geconstrueerd en gemystificeerd is, in samenwerking met Dipsaus (een podcast voor en door vrouwen van kleur, opgericht door Anousha Nzume, Ebissé Rouw en Mariam El Maslouhi).

Nadeche Remst

Wat betekent het radio-gedeelte voor het project en de podcasts die jullie hebben opgenomen?

Amal Alhaag

De podcasts zijn we nu aan het verzamelen, ik denk dat we er in totaal zes hebben. Juist met radio kan die complexiteit van het zwart samenzijn middels verschillende verhalen, ervaringen, perspectieven en ideeën belicht worden. De podcast met Dipsaus staat online.

Nadeche Remst

En na de tentoonstelling, hoe gaat het project zich dan verder ontwikkelen?

Amal Alhaag

Het project van Barby Asante en mij loopt door, ik zie het echt als een begin dat nu een vorm heeft aangenomen. We willen ook kijken naar andere vormen zoals een publicatie, maar ook mixtapes, podcasts en samenwerkingen met andere landen en kunstenaars. Het is een heel rijk gesprek. Wij, maar ook anderen, kunnen nog zoveel lagen toevoegen. De afgelopen bijeenkomsten en evenementen zullen daar ook aan bijdragen.

Diasporic Self: Black Togetherness as Lingua Franca, foto Maarten van Haaff voor Framer Framed  

Diasporic Self: Black Togetherness as Lingua Franca, foto Maarten van Haaff voor Framer Framed  

Diasporic Self – Black Togetherness as Lingua Franca, Framer Framed, t/m 17.02.2019, met werk van Ajamu, Lydienne Albertoe, Jabu Arnell, Nadeem Din-Gabisi, Afaina de Jong & Inna Vision, Anne Krul, Silvia Martes, Nástio Mosquito, Pascale Obolo. Op zondag 17 februari vanaf 17.00 vindt een laatste bijeenkomst plaats: Diasporic Self: Black Love Letters & Manifesto’s.

Nadeche Remst

is kunsthistoricus

Recente artikelen