metropolis m

uitnodigingskaart Job Koelewijn, de Pont, 2008

Job Koelewijn leek ruim vijftien jaar geleden internationaal door te breken, toen Harald Szeeman hem opnam in de centrale presentatie in de Biënnale van Venetië, maar echt doorgezet heeft zijn carrière buiten de grenzen niet. Wereldberoemd in Nederland; het lot treft menig Nederlandse kunstenaar. In geval van Koelewijn is dat niet heel verwonderlijk. Zijn werk is doortrokken van de Hollandse cultuur, rustend op een stevige gereformeerde bodem, waar vandaan demonstratief de relativering wordt gezocht. Hollandser kan bijna niet, zoals blijkt in De Pont, waar hij een van zijn grootste overzichtstentoonstellingen uit zijn carrière beleeft

Neem Cinema on wheels, voor de gelegenheid voor de deur van De Pont geïnstalleerd. De zwarte keet, die ingericht is als echte bioscoop, biedt zicht op de werkelijkheid, ingekaderd en wel, zoals die zich direct voor je ogen voltrekt, ongefilterd, omdat het filmdoek bestaat uit een groot gat. Het gebaar lijkt erop gericht, om in Bijbelse termen te spreken, de blinden weer te laten zien. Wat een veel gebezigde opdracht is, in de Nederlandse kunstwereld. Kunst moet uiteindelijk ergens goed voor zijn.

Opvallend bij Koelewijn is ook zijn interesse in memento mori. Er zijn in zijn werk voortdurend verwijzingen naar tijd en oneindigheid, die de voorlopigheid van het bestaan onder de aandacht brengen. Zie de opening van zijn tentoonstelling in Tilburg, een memento mori optima forma. Gepresenteerd wordt een verzameling klokken in een schommelend klokkenhuis, vol spiegels. Het is groot, zeg gerust enorm, en in Tilburg geïnstalleerd zoals het ooit in galerie Fons Welters hing, inclusief galerie die exact nagebouwd is. Om binnen te komen moet je je langs het klokkenhuis persen, als onontkoombare confrontatie met vergankelijkheid.

Koelewijn is een taalkundig ingestelde kunstenaar. Tekst maakt een vast onderdeel uit van zijn werk, dat vaak poëtisch is, gevoelig van toon, maar ook diepgravend, filosofisch getint. Het is licht en zwaar ineen. In Tilburg wordt bijvoorbeeld een wand geëxposeerd, volgeplakt met boekcovers, waar over de volle breedte water stroomt, mogelijk bij wijze van relativering van al die kennis. Je zou in lijn met de gereformeerde ondertoon die vaker in zijn werk opduikt bijna gaan denken dat er maar één Boek op deze wereld werkelijk telt.

Wat niet is, zeker niet voor Koelewijn. Die voortdurend ook zijn waardering toont voor tekst, voor gedachtes, voor ideeën. Die wand is dus net zo goed een bron van kennis, letterlijk en figuurlijk.

Koelewijn biedt ook veel werk dat juist meer op ervaring steunt, sensitief is en uitgaat van kunst als visueel, auditief , bijna fysieke indruk. Zoals in Tilburg een al wat ouder werk waarin een vierkante meter afgeschermd is door rolluiken die zich openen en sluiten. Als je erin staat en strak naar voren kijkt krijg je de vreemde ervaring op te stijgen, c.q te dalen.

Het is als een driehoek: taal-fysieke ervaring-memento mori (c.q tijd, oneindigheid), als polen waartegen Koelewijns oeuvre zich aftekent. En hoewel zijn nieuwste werk misschien niet zijn beste is, biedt dit overzicht een scherp beeld op de fascinerende coherentie van Koelwijns interesse. Meer dan in verschijningsvorm is dit de pijler waarop Koelewijns oeuvre rust. Hollandser dan Holland, als je alle finesses ervan wilt doorzien. En juist daarom ook voor buiten de grenzen interessant, al weet men dat nog niet.

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen