metropolis m

Zilvanas Landzbergas
Roger Hiorns, Untitled, 2009
Navid Nuur, Thresholder (as pillar), 2007-2009

De Hallen presenteert twee tentoonstellingen, gemaakt door twee curatoren, met verschillende kunstenaars. Er zijn verschillende verhalen bij geproduceerd, die zijn opgetekend in twee catalogi. En toch zijn de tentoonstellingen vrijwel niet uit elkaar te houden.

The Knight’s Tour is een sculptuurtentoonstelling in de benedenhal van De Hallen, gericht op objecten, op dingen, schrijft curator Xander Karskens in een toelichtende tekst.

De dingen die Karskens heeft uitgezocht willen echter niet weten van hun dingmatigheid, als je dat tenminste definieert als iets dat hanteerbaar is of objectief. Liever dan te blijven hangen in vaste waardes, doen ze verslag van een mogelijke werkelijkheid buiten henzelf, een onzichtbaar krachtenveld, waar ze in zekere zin uiting aan geven. Karskens’ dingen zijn van het zweverige type.

Het rode matje is geen voetveeg maar een kristallijne drager van energie; uit de speaker klinken onhoorbare tonen; het wandreliëf is zilveren tobber en bezit eigen hersenen; het tl-licht wordt gebroken door sperma; de massieve pilaar is gemaakt van groen gekleurde lucht en als een ballon zo licht.

Jennifer Tee, Chrystalline Floorpiece Red, 2009
Aurélien Froment, La Pièce du soufleur, 2008

Lunar distance van curator Suzanne Wallinga volgt precies de omgekeerde weg om uiteindelijk op min of meer hetzelfde uit te komen. Hier staat niet het ding centraal, maar het systeem, de redenering, of theorie. Misschien is het beter te zeggen het gebrek of falen van het systeem, de redenering of theorie.

Er wordt gerept van Giambattista Vico, die, als ik het goed begrijp, alweer eeuwen geleden heeft beweerd dat de mens alleen dat kan kennen wat hij zelf kan maken of verzinnen. Al het andere, en dat is, zo vermoeden Vico en Wallinga, nogal wat, blijft onbetrouwbaar terra incognita.

De kunst in deze tentoonstelling kan gezien worden als een grenspaal tussen het kenbare en onkenbare domein. Als toeschouwer klim je erbovenop om gezellig wat beide kanten op te turen.

Het kenbare deel doet zich voor als een gefragmenteerd zooitje, dat zich in eindeloze variaties aaneen laat voegen, zoals de reconstructie van een oud werk van Charlotte Posenenske, de herontdekking van Roger Buergel van afgelopen Documenta, en Ceal Floyer’s oranje lineaal Helix.

Het onkenbare deel toont zich als leegte, die als een steen op de maag ligt, zoals in Jeroen Eisinga’s beroemde film van een ‘ademend’ kadaver van een zebra. En in Douglas Gordons eeuwig opgerekte scene van een leeg rood bootje op stil water.

Ceal Floyer, Helix, 2003

Uiteindelijk tonen beide tentoonstellingen hoe graag kunst de draak steekt met het kenbare en koketteert met het onkenbare. De vraag waarom kunst dat zo graag doet blijft onbeantwoord. Net zo min als kritisch wordt stilgestaan bij de rol van de kunstenaar als ´ziener´.

Het zijn een beetje serieuze tentoonstellingen voor presentaties die vooral willen relativeren. Die ernst past natuurlijk in deze post postmoderne tijd, waarin ironie niet meer zo wordt gewaardeerd. Toch was een beetje meer zelfspot welkom geweest en, misschien, wel zo helder. Nu moet ik het doen met de aanwezigheid van Aurélien Froment die de kunstenaar presenteert als beeldgoochelaar, die naar believen beelden tevoorschijn tovert en combineert in volstrekt zinloze ordeningen. En met Roger Hiorns die naar het schijnt de TL-lichten met zijn sperma heeft ingesmeerd, in de overtuiging dat dat ons zicht op de werkelijkheid kleurt. Thuis toch maar even mijn haar gewassen.


The Knight’s Tour
en Lunar Distance in de hallen in Haarlem, tot en met 29 november

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen