metropolis m

Matt Mullican
gerlach en koop
Dave Hullfish Bailey
Patrick van Caeckenbergh
Eric Duyckaerts
Mariana Castillo Deball
Matt Mullican
Ger van Elk

LEES OOK:

Met knipperend licht door het Metropolitan bij nacht;
Kunst in de kenniseconomie

door Domeniek Ruyters, in METROPOLIS M Nr 1 2010

De kunstwereld worstelt met de vraag hoe zich te positioneren in de huidige kenniseconomie. Meedoen of niet meedoen, dat is de vraag. Over ‘niet-kennis’ als artistieke drijfveer, naar aanleiding van een bijzondere tentoonstelling in De Appel in Amsterdam.

‘Most of us have a lot to unlearn.’
Daniel Birnbaum

  1. The Discursive Turn
    ‘Kunst als vorm van kennisproductie’ staat alweer enige tijd ter discussie in een kunstwereld die graag een factor wil zijn in de hedendaagse informatiesamenleving. Hoewel de discursieve inkapseling van kunst in toelichtingen, lezingen en debatten, tot de vaste onderdelen van haar publieke verschijning is gaan behoren, blijft er niettemin veel scepsis over de kennisoverdracht van kunst bestaan. Zeker in Nederland waar de kunstwereld al sinds jaar en dag gekenmerkt wordt door een hardnekkig anti-intellectualisme. In Nederland, niet voor niets een grootmacht in het cabaret, wordt beeldende kunst liever voorgesteld als nar dan als filosoof. Lichtheid is in de culturele sector van dit land een belangrijk overlevingsmechanisme.

Dat geldt ook voor de musea, die in Nederland minder wetenschappelijke ambitie tonen dan de grote buitenlandse musea, die veel dichter opereren op de negentiende-eeuwse verlichtingsidealen waar ze ooit uit voortgekomen zijn. Veel buitenlandse musea, zeker in grote museumlanden als de Verenigde Staten en Duitsland, teren bovendien op een zekere encyclopedische structuur, die de verzamelde kunst steeds weer koppelt aan haar historische classificatie. In Nederlandse musea wordt meer dan op kennisoverdracht ingezet op de ‘belevingswaarde’ van kunst, in doorgaans weinig didactisch ingestelde presentaties. Mogelijk is dat ook de reden dat de experience economy, waar tien jaar geleden zoveel ophef over was, nergens zoveel indruk heeft gemaakt als in de Nederlandse museumwereld, die er tot op heden niet over uitgesproken raakt – zie de heisa rond de multimediale plannen van Erik Schilp en Valentijn Byvanck voor het nieuwe Nationaal Historisch Museum (kort samengevat: de directeuren willen spektakel, de wetenschap eist de canon).

Door deze weinig kennisgerichte Nederlandse museumcultuur is het niet verwonderlijk dat de Discursive Turn, de in de jaren negentig opgekomen internationale discussie over kunst als een vorm van kennisproductie, zich in Nederland hoofdzakelijk op een ander dan een museaal niveau voltrekt. In de eerste plaats in het kunstonderwijs, dat alweer jaren volop debatteert over het idee van kunst als een vorm van kennisproductie, via allerlei theoretisch gevoede curricula, masterprogramma’s en tegenwoordig ook PhD’s. Sinds enkele jaren zijn daar de kleinere kunstcentra bij gekomen. Zij zijn bezig zich te positioneren ergens tussen de kunst en de universiteit in, met programma’s die bestaan uit een combinatie van lezingen, debatten en workshops met masterstudenten.

LEES VERDER IN METROPOLIS M NUMMER 1-2010:

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen