metropolis m

Cover
Alexis O’Hara, Squeeeque

Het is één uur ’s nachts. In het Theater aan het Spui in Den Haag staat een optreden van de Finse producer Mika Vainio op het programma. Het programmaboekje van TodaysArt Festival vermeldt dat hij bekend is om zijn warme, analoge elektronische muziek. Vainio zelf is in geen velden of wegen te bekennen. Wel zien we vier schermen waar een zwart vierkant op is afgebeeld. Ik zak achterover om me mee te laten voeren op wat lome klanken. Deze fantasie is echter van korte duur.

Een harde beat, die pijn doet aan je trommelvliezen vult de zaal. Scherpe tonen doen het publiek ineen kruipen van de pijn. De geprojecteerde zwarte vierkanten volgen de frequentie van de tonen en bewegen zich uiteen tot Rorschach-vlekken. De eerste bezoekers verlaten de zaal. Hoe lang zal dit nog doorgaan? Heel soms last de componist een moment van genade in, maar een seconde later begint de marteling opnieuw. Gedachten aan Abu Ghraib komen op. Dit mag toch niet langer duren dan een kwartier, dit is onmenselijk. Naast mij zit een jongen met ontblootte tanden mee te bewegen op het ritme van de beat. Op de rij voor mij heeft een bebrilde man zijn ogen dichtgedaan en lijkt verzonken te zijn in zijn eigen niemandsland. Wanneer een volgende ondraaglijke toon ons gehoor bereikt breekt de rij achter mij uit in een hysterisch zenuwachtig gelach. Meer mensen verlaten de zaal.

Mika Vainio

Er blijkt geen werkelijke genade te zijn. Na veertig minuten kan ik het niet langer verdragen en verlaat de zaal. Ik heb zin om iets kapot te slaan. Gelukkig staan er vrienden in de foyer bij wie ik, onder het genot van een biertje, verbaal mijn woede kwijt kan. Vijf minuten later loopt de zaal, of wat er nog aan bezoekers over is, leeg.

Mika Vainio is een gerespecteerd producer, die onder meer remixes heeft gemaakt voor Björk. Mijn kennismaking met zijn muziek was een harde confrontatie, die door mijn hoofd blijft spoken. Het was een onverwachte ontmoeting zoals er meerdere waren tijdens TodaysArt. Het festival richt zich erop om nieuwe, maar ook onontgonnen vormen van kunst, muziek en technologie aan het licht te brengen. Bijzonder aan het festival is de aandacht voor niet alleen het nieuwste van het nieuwste, zoals een melancholisch, maar ook wat zoetig concert van de jonge IJslandse componist Ólafur Arnalds (1987), maar ook voor een oudere minimalistische componist als de Amerikaanse Phill Niblock (1933). Van de laatste werden een aantal films vertoond, waarvan vooral The Magic Sun (1966), waarin de legendarische jazz componist Sun Ra ten tonele wordt gevoerd, indruk maakte. De tonen van de begeleidende muziek deden denken aan Miles Davis’ soundtrack voor Ascenseur pour l’echafaud uit 1958 en aan de muziek van Bernard Herrmann voor de film Taxi Driver uit 1976.

Phill Niblock performing John Cage’s 4’33” in Galerie West
Libretto for John Cage’s 4’33”

Niblock was zelf aanwezig op het festival. In Galerie West voerde hij John Cage’s bekende werk 4’33” uit. Zijn uitvoering was wat rommelig. Gedurende de vier minuten en 33 seconden van stilte en omgevingsgeluiden zat Niblock meerdere keren op zijn iPhone te prutsen. Steeds leek het of hij de tijd nog aan het instellen was. Het bleek echter deel uit te maken van zijn interpretatie. Het werk sloot overigens prachtig aan bij de tentoonstelling van de Amerikaanse David Horvitz (1982) in West. De getoonde installatie Carry-On bestaat volledig uit werken van kunstenaars uit de directe periferie rond Horvitz. Al deze werken transporteerde hij in een rolkoffertje van zijn huis in New York naar Galerie West in Den Haag. Van hemzelf is geen werk te bekennen. De structuur die hij opzet voor het tonen van andermans werk kan worden beschouwd als zijn eigen werk. Hij blijft stilletjes op de achtergrond en laat zijn omgeving aan het licht komen.

Joris Strijbos, Phase = Order
György Ligeti, Poème Symphonique for 100 Metronomes

Beeldende kunst die goed aansloot bij de technologische invalshoek van het festival trof men aan in een groepstentoonstelling van onlangs aan verscheidene kunstacademies afgestudeerde kunstenaars die zich toeleggen op ArtScience. Hierbij sprong het werk Phase = Order van Joris Strijbos eruit. Zesennegentig plexiglazen schermpjes op een rechthoekige basis bewegen zich met variërende snelheid en spelen een spel met licht en schaduw. Het is alsof de wind de schermpjes voortbeweegt. De beweging en het zacht ruisende geluid van de motor doen denken aan een korenveld in de wind. Fascinerend dat een dergelijk technologisch hoogstandje de bezoeker zo direct bewust weet te maken van zijn eigen verhouding tot de natuurlijke omgeving.

Technologie en natuur gingen ook hand in hand in de humoristische korte film The Order Electrus van Floris Kaayk, waarin het leven van uit elektrische componenten opgebouwde insecten wordt bestudeerd. De bewegingen van de wezentjes zijn levensecht en de combinatie met de serieuze voice over in BBC stijl maakt het bijna werkelijkheid. Dat realisme doet in de documentaire Metalosis Maligna van Kaayk bijna pijn. Hierin wordt verhaald over een ziekte die mensen met implantaten kan treffen. Metalen implantaten kunnen onverwacht gaan groeien en uiteindelijk de huid doorboren. Vervolgens vallen hele stukken vlees weg en zie je een soort skeletvorming van metaal. Net zoals de muziek van Vainio een marteling voor de oren was, was dit een marteling voor de ogen. De geluiden van griezelende bezoekers vulden de filmzaal.

Qua locatie bleek het imposante witte atrium van het Haagse gemeentehuis zich uitermate goed te lenen voor een aantal van de geprogrammeerde concerten. Structet, een samenwerkingsverband van de afdeling ArtScience van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten, maakte daarbij de meeste indruk. Op zeven loopbruggen vormden tweeënveertig musici een elektronisch orkest, dat opzwepende klanken produceerde. Zij werden van achter belicht, zodat hun silhouetten zichtbaar waren op het witte doek dat voor de loopbruggen was gespannen. Het leverde zowel een auditief als een visueel spektakel op.

Van een heel andere orde was de installatie die in de Lutherse Kerk stond opgesteld. Honderd metronomen stonden in vier rijen van vijfentwintig opgesteld. Het betrof hier de compositie Poème Symphonique for 100 Metronomes uit 1962 van de Roemeense György Ligeti (1923-2006). Bij binnenkomst in de kerk tikten de metronomen dat het een lieve lust was. De achterste rij tikte het snelst, de voorste rij het langzaamst. Het klonk als een heftige regenbui. Gedurende een klein half uur hield het langzaamaan op met regenen totdat uiteindelijk nog twee metronomen naast elkaar op de voorste rij geluid maakten. Als twee geliefden tikten ze afwisselend harmonieus in de maat dan weer kibbelend uit de maat. Ze tikten langzaam, als aan het einde van hun levenspad. De linker scheidde er het eerste mee uit, de rechter hield het daarna niet lang meer vol. De er op volgende stilte in de kerk was oorverdovend.

De zesde editie van TodaysArt Festival vond plaats op 24-25 september 2010 op verschillende locaties in Den Haag.

Alexander Mayhew

Recente artikelen