metropolis m

Dongyoung Lee

40 kunstenaars presenteren dit weekend hun werk in de Van Eyck Open Studios.

Ook het derde post-academisch instituut van Nederland stelt de studio’s open. De Jan van Eyck Academie te Maastricht opent dit weekend de studiodeuren voor inzicht in wat er normaal achter gesloten deuren plaats heeft. Eind 2012 stond in een interview van Maaike Lauwaert met resident Esmé Valk, als voorbeeld voor de gehele academie, dat ‘boeken lezen en onderzoek doen voor misschien wel iedereen op de fine arts afdeling van groot belang voor hun praktijk [is].’ Dit bevestigde het beeld van Van Eyck als instituut voor ‘maatschappijbevlogen theoretici’.

Met de komst van Lex ter Braak profileert de academie zich weer meer als echte werkplaats, de open studio’s zijn er het bewijs van, de kunst die er te zien is bevestigt vooralsnog Valks theoretische en conceptuele karakterschets.

Getoond worden veel minimale werken en verzamelingen (bewerkte) readymades naast totale studio-installaties met collages waarin theorieboeken volop aanwezig zijn. Er zijn veel studieus aandoende objecten waarbij de materialiteit, combinatie of achtergrond van groot belang is. Het lijken hier de manieren bij uitstek om concepten vorm te geven, of de bezoeker inzicht te bieden in de (onderzoeks)praktijk.

De deelnemende theoretici (op de Jan van Eyck zitten nog steeds researchers theorie) scherpen de vraag naar de zin van het opengooien van de eigen studio verder aan. Ilse van Rijn had slechts haar artist statement – het geschreven genre waar zij onderzoek naar heeft gedaan – opgesteld dat ze toonde bij de ingang van haar geheel lege studio (room for thought?). Andere theoretici legden soms enkel wat boeken neer, van Foucault tot Lütticken, wat bij elkaar niet veel communiceerde. Bedoelen ze te zeggen dat ze dit jaar veel gelezen hebben?

Een serieus minpunt is dat het gebouw zich niet per se goed leent voor studiopresentaties. De studio’s (met een enkele uitzondering daar gelaten) zijn vrij klein en de deuren, en de gangen zijn smal De studio’s (met een enkele uitzondering daar gelaten) zijn vrij klein en de deuren, en de gangen zijn smal. De werken zelf passen weliswaar in de ruimte, maar het doet toch allemaal wat krap aan, te meer door de hoeveelheid residenten (40). De omgeving domineert daardoor de ervaring net wat te veel.

Ik ben benieuwd hoe deze enscenering functioneert bij een mogelijk druk bezocht weekend , en of de Open Studios daarom volgend jaar anders zullen worden aangepakt.

Voor nu wat foto ‘s.

Vincent van Velsen

is redacteur Metropolis M en conservator Stedelijk Museum Amsterdam

Recente artikelen