metropolis m

Geng Xue- The Poetry of Michelangelo (2015), Artspace, Sydney Biënnale 2018

Zo divers als de Nederlandse deelnemend kunstenaars in de Sydney biënnale zijn, Marjolijn Dijkman, Renzo Martens/ CATPC en Riet Wijnen, zo kakofonisch zou de biënnale in zijn geheel beschouwd kunnen worden. Bewegend van werk tot werk, van locatie tot locatie, van bijzonder verhaal naar bijzonder verhaal bevind ik me, als tentoonstellingsmaker en als bezoeker, in eerste instantie zonder houvast: er zijn geen categorieën, geen themaruimten, geen gedefinieerd kader.

Marjolijn Dijkman - Navigating Polarities, 2018 (detail), Museum of Contemporary Art Australia. 

Sociaal-cultureel experiment, kosmische transfer en intertekstuele kunst om de kunst blijken al dwalend terugkerende benaderingen. Gaandeweg valt me echter op dat er ook allerlei kunst niet is opgenomen: geen abstracte schilderkunst in moderne traditie en ook geen conceptuele kunst bijvoorbeeld. Zo dient zich een veld aan. Daar waar in elk getoond werk een energiestroom wordt omgezet, soms sociaal-cultureel in community-achtig werk, soms energetisch in wetenschappelijke of spirituele zin, of door bestaande kunst als trigger te nemen, gaat de expositie niet over hokjes, maar over vloeibaarheid; niet over bevoogding maar om overgave. Westerlingen zouden in zo’n geval op de proppen kunnen komen met Hercalitus’ uitspraak panta rhei (alles stroomt), maar de Japanse curator Mami Kataoka komt in haar motivatie met frasen van Chinese Wuxing theorie, over de dynamiek van elementen die we volgens haar kunnen spiegelen aan geloof, waarden, overtuigingen en politieke systemen. 

Maar goed: dat moet zich manifesteren in de ervaring van het werk zelf; een ervaring die slechts ten dele wordt gecorrumpeerd door de expositie als geheel. In veel individuele werken zit het gevoel dat de hoezen van Earth, Wind & Fire lp’s uitstralen en wat je momenteel ook weer veel ziet op alternatieve platencovers: een soort kosmisch tafereel dat gematerialiseerd wordt in golvende en vloeiende kleuren, veelal met een horizon, vaak ook uiteengespat als een universum met meer of minder sterren (of wellicht is het ruimteafval). Veel kunstenaars zijn ook heel begaan met de oorsprong van hun schildermateriaal, zo informeren de teksten, en die oorsprong zou invoelbaar moeten worden in de textuur en kleuren. Persoonlijk kan ik de veronderstelde brug naar een materiele kwaliteit waarvan de herkomst niet traceerbaar is echter niet leggen. Deze schilderachtige doelstelling om de immateriële bron van de materie en de daad te koppelen in het beeld weerklinkt in de subtitel van de biënnale die Equilibrium & Engagement luidt, wat aansluit bij het ‘vloeiende’ dat gepromoot lijkt te worden.

Naast traditionele media zijn er natuurlijk ook nieuwe media in de expositie. Het voordeel van nieuwe media is dat deze makkelijker integraal data kunnen omzetten in beeld. Soms is dat mooi beeld en soms suggereert dat beeld iets kosmisch, zoals in de visualisatie van geluidsgolven van playlists gekozen kan worden tussen beeldende varianten van vloeiend naar staafdiagramachtig en zo meer, zo is ook de integrale omzetting van data naar beeld in sterke mate slechts een visualisatiekeuze.

Ai Weiwei - Law of the Journey, 2017, Cockatoo Island, Sydney Biënnale 2018

Ryan Gander - Other Places (2018), Cockatoo Island. Fotograaf: silversalt photography

Wat doet deze beeldcultuur waarin kosmische, esoterische beelden worden losgezongen van hun bron, naast de veelheid aan grassroot culturele projecten in de biënnale? Simpel: beide zijn vloeiend. In die context kan ook het politieke, zelfs als er marteling bij komt kijken, lijdzaam en verstild ondergaan worden, vooral toeschouwend en op veilige afstand van de biënnalebezoeker natuurlijk.

Helaas wordt het conflict zo te vaak geabsorbeerd in de dooddoener dat alles vloeit. Dat gebeurt met pretentieloze doeken met gespatte vlekken, met een politiek geëngageerd werk waarvan de lading wordt ontnomen door het naast een volstrekt spiritueel werk te plaatsen. Het sterkst komt dit relativisme, want dat is wat er volgens mij sluimert, tot uiting op het Cockatoo Island wat thematisch georiënteerd is rondom arbeid, maar waar een absurde verzameling aan grote werken te vinden is, onder meer een jeugdige flashback van Ryan Gander tot een spierballenwerk van Ai Wei Wei die een opgeblazen bult vluchtelingen op een opblaasband toont, en een soort alziend oog wat lijkt op het oog van Sauron van Yukinori Yanagi.

 

Er zijn diverse goede werken die je ook los van de expositie kunt bekijken. In de Art Gallery of New South Wales wordt Oliver Beer’s Composition for Mouths (Songs My Mother Taught Me) II (2018) geprojecteerd. Afgeschermd van de rest van de werken op deze locatie, die sterk gegroepeerd staan, staat dit werk in een eigen maar bescheiden hoek achter de sectie met wonderschone maar technisch eigenlijk heel simpele inheemse kunst. Composition for Mouths (Songs My Mother Taught Me) II is een video- en geluidswerk waarin twee zangers hun monden op elkaar hebben gesperd alsof ze tongkussen, maar in werkelijkheid een lied laten resoneren in de mondholte van de ander. Het klinkt als een didgeridoo: diep resoneert het geluid vanuit het binnenste van deze vleselijke klankkast die zwelt als de zak van een doedelzak. Onder de pressie van deze instrumentale uitwerking is het beeld van de intimiteit tussen de lichamen die elkaar blind bespelen als instrumenten prachtig; ook is de locatie waar het werk staat buitengewoon synergetisch met het werk.

Oliver Beer - Composition for Mouths (Songs My Mother Taught Me) I, Art Gallery of New South Wales, Sydney Biënnale 2018

Geng Xue- The Poetry of Michelangelo (2015), Artspace, Sydney Biënnale 2018

In de film The Poetry of Michelangelo (2015) van Geng Xue, getoond in Artspace, spelen twee lagen: die van een voice-over die ondertiteld is en de genegenheid voor en het verlangen naar een zekere persoon beschrijft en de vakkundige handen van een keramiste die in negen stappen, verbeeld in negen delen van de film, langzaam een man in klei tot leven wekken. Evenzeer lichamelijk en technisch buitengewoon als de film van Beer, zijn het de handen van Geng Xue, de kunstenares zelf, die al kleiend zeer effectief leven geven aan oren, tenen, onderbuik enzovoorts, terwijl de manipulatie van de film, zeer geraffineerd, een lichte in- en uitademing van de man in haar handen laat zien. Het equilibrium van verlangen en de maakbaarheid van de droom vallen samen op een manier die ik van begin tot eind moest kijken.

In een van de kleinste venues, de 4A Centre for Contemporary Asian Art, zijn maar twee werken, waaronder de film Our Songs – Sydney Kabuki Project (2018) van Akira Takayama waarin personen met diverse culturele achtergronden in de prachtige maar lege concertzaal van de Sydney Town Hall een lied konden zingen dat hen vanuit hun oorspronkelijke cultuur via generaties was overgeleverd. Ik lees dat hun opkomst via een loopbrug door het midden van de zaal is geïnspireerd op een Japanse traditie. Dat geeft de opkomt in de praktijk iets groots: de persoon die opkomt in de lege zaal neemt die zaal in net als de eerste inademing voordat hij of zij het lied aanheft. De variaties van talen en personen maken de film als geheel zeer integer en respectvol: klein van onderwerp in het beeld, groot van thema. De eenvoud gecombineerd met de grandeur maakt deze versie van ‘iedereen is kunstenaar’ tot een variant waarin tradities en eer, vanuit diverse oorsprong, naast elkaar kunnen bestaan; ondanks dat het wellicht naïef is dat de Nederlandse versie het lied “Ik heb mijn wagen volgeladen” betrof.

In de inhoudelijk context van deze biënnale, welke als titel Superposition draagt en zich primair positioneert vanuit de inspiratie uit moleculaire overlap, is de installatie Navigating Polarities (2018) van Marjolijn Dijkman overtuigend in de manier waarop informatie en verwondering samenkomen. Terwijl een voice-over allerlei kennis over navigatie, polariteit en magnetisme vertelt, kijkt de bezoeker in de schaal van een halve globe waarin geprojecteerd wordt. De schaal wordt zo een soort zienersput zoals we die kennen uit Harry Potter wanneer hij de traan van Sneep in een bak water laat vallen om nieuwe dingen te zien of zoals de spiegel van de koningin van Sneeuwwitje die voorbij de horizon van de werkelijkheid kan doen kijken. Zoals vaker in het werk van Dijkman worden lijsten met informatie overgedragen in een context die recht doet aan de, voor ons begrip, onmetelijkheid van die kennis én tegelijkertijd recht doet aan de harde werkelijkheid van die lijsten. Die reciprociteit en balans tussen vorm en inhoud is waar het in de biënnale vaak hapert en maakt dat mensen wel vol verwondering in de schaal blijven kijken, maar veel ander werk achteloos en ter kennisgeving wordt gepasseerd.

Marjolijn Dijkman - Navigating Polarities, 2018 (detail), Museum of Contemporary Art Australia. Fotograaf: silversalt photography.

Respect voor zachte kennis en een herziene positie van de macht van harde kennis lijken de agendapunten van de zachte ervaring die deze biënnale wil bieden. Misschien wordt met deze biënnale, na een wellicht iets te conflictueuze voorgaande editie, wel een bewust verzachtende ervaring aangeboden. Als je relativisme accepteert, is dat prima. Of je daar wat mee hebt, zal hoe dan ook volgens de logica van deze editie worden opgeheven door het equilibrium van alle elementen.

De reis van Freek Lomme naar Sydney is mede mogelijk gemaakt door Artspace, waar Onomatopee een uitwisseling mee heeft; alle foto’s door Document Photography tenzij anders vermeld

Superposition: Equilibrium & Engagement, Biënnale van Sydney 2018, t/m 11.06.2018

Freek Lomme

is oprichter en directeur van Onomatopee

Recente artikelen