metropolis m

De lege fruitwinkel (betonblokken, ijzeren kooi, autobanden, lampen, hout, tapijt, lakken, objecten (brievenbus, ventilator, winkelkarretje, schotel, grote blikken rooibiet, wasteil, bierkratten, betonnen beeld met Afrikaans masker)), 2020, © Angela Stouten

Betonblokken, betonbewapening, golfplaten en houten kisten: de schijnbaar eindeloze verbouwing van een huis staat in Tirzo Martha’s solotentoonstelling in CODA Museum symbool voor een dynamische en persoonlijke Curaçaose geschiedschrijving.

Tirzo Martha (1965) is een veelzijdige kunstenaar wiens oeuvre uit onder meer performances en video’s bestaat, maar die misschien nog het bekendst is vanwege een hybride, collageachtige tussenvorm van installatie- en beeldhouwkunst. Die kant van hem staat centraal in de compacte solo Het huis dat nooit af is, een tentoonstelling in CODA Museum naar aanleiding van zijn bekroning met de Wilhelminaring, een oeuvreprijs voor Nederlandse beeldhouwers. De zeven kunstwerken – zes samen in één zaal, eentje naast de trap daarnaartoe – maken deel uit van een serie installaties die dezelfde (expositie)titel draagt, en sterk wordt gekenmerkt door het gebruik van bouwmaterialen als betonblokken, betonbewapening, golfplaten en houten kisten. Tel daar een grote hoeveelheid tl-buizen bij op die van alles doen, behalve braaf aan het plafond hangen, en je krijgt het gevoel dat je naar het (ver)bouwen van een huis kijkt.

De expositie oogt op het eerste gezicht ook een beetje macho, met die bouwmaterialen en de nadruk op de constructie, met spanbanden, tiewraps en touwen die alles op hun plaats houden. Toch zijn de kunstwerken tegelijkertijd ook heel dromerig en speels: The Talebearer (2019) bijvoorbeeld oogt eerst een tikkeltje onheilspellend, met de centrale rol voor een kooi, maar bij nader inzien lijkt de installatie ook op een grote, ruimtelijke versie van kindertekeningen in het genre koppoter, oftewel: benen direct onder het hoofd. Er is overal wel wat te zien: een kapot beeld waarin witte snackbardoosjes staan, of een set opgestapelde tuinstoelen die bovenop een kooi naar achteren leunen. Surrealistisch wordt het met The thin line between a dream and foolishness (2019): een muur die dwars door de overblijfselen van een auto-met-laadbak lijkt te zijn gegroeid. Daarop staat trots een sculptuur die op een heiligenbeeld lijkt. Martha’s installaties roepen direct kijkplezier op.

[blockquote]Surrealistisch wordt het met The thin line between a dream and foolishness: een muur die dwars door de overblijfselen van een auto-met-laadbak lijkt te zijn gegroeid

De lege fruitwinkel (betonblokken, ijzeren kooi, autobanden, lampen, hout, tapijt, lakken, objecten (brievenbus, ventilator, winkelkarretje, schotel, grote blikken rooibiet, wasteil, bierkratten, betonnen beeld met Afrikaans masker)), 2020, © Angela Stouten

Tirzo Martha, detail van The thin line between a dream and foolishness (pick-up bak, betonblokken, kapotte flessen, stoel, antennes, schotels, brievenbus, autobanden, rotan bank, emmer, betonnen beeld, lamp, blik tomatenpasta), 2019, © Angela Stouten

Tirzo Martha, detail The Talebearer (sierblokken, ijzeren kooi, autoband, toiletpot, lamp, spanbanden, hout), 2019, © Angela Stouten

Het is daarom niet vreemd dat de zaal- en handoutteksten van CODA Museum vooral ingaan op het fantasierijke karakter van deze kunst; er wordt een paar keer naar Curaçao, waar Martha woont en werkt, verwezen, maar niet heel specifiek. Zonder een goede bijsturing wordt de blik op het tentoongestelde werk snel te westers, met Robert Rauschenberg, Jessica Stockholder, (neo)dada en popart als eerste associaties. Martha’s kunst puur in de context van die traditie bekijken levert echter een scheef of tenminste incompleet beeld op. Een goed voorbeeld van hoe Martha zich (gedeeltelijke) van de dadatraditie af beweegt, is het gebruik van wc-potten: twee stuks in deze solo. Probeer dan eens niet aan Marcel Duchamp te denken. Maar waar diens readymade-urinoir smetteloos oogde, zie je in Martha’s sanitair juist verkleuringen van het glazuur terug, die wijzen op gebruik. Veel van de gebruikte materialen dragen sporen van het verleden met zich mee. Als een huis nooit af is, wil dat nog niet zeggen dat je er nog niet in kunt gaan wonen. Vaak is er al een heel leven in opgebouwd.

Kunsthistoricus Kitty Zijlmans weet in haar monografie Tirzo Martha – I Wonder If They’ll Laugh When I’m Dead (2017) verder te gaan dan een snelle interpretatie van het collageachtige karakter van Martha’s werk als bijvoorbeeld het dadaïstische dat ik er eerst in zag. Ze brengt Martha’s collageachtige praktijk op twee niveaus in verband met de Curaçaose cultuur: enerzijds met de neiging om op houtje-touwtje-achtige manier reparaties te verrichten en steeds nieuwe toevoegingen te doen aan het eigen huis; anderzijds met het serieuze gebrek aan officiële documentatie en archivering van de vaderlandse geschiedenis. 

De gevonden voorwerpen die Martha gebruikt, halen niet alleen de buitenwereld de kunst binnen, maar werken tevens als symbool voor geschiedschrijving

De gevonden of anderszins alledaagse voorwerpen die Martha gebruikt, halen niet alleen de buitenwereld de kunst binnen, maar werken tevens als symbool voor geschiedschrijving, en functioneren ook regelmatig als metaforen. In een video die ik elders zag vertelde Martha over hoe gebroken drankflessen als goedkoop alternatief ingezet worden voor het vaak te dure prikkeldraad; met die kennis in mijn achterhoofd kijk ik tijdens mijn bezoek heel anders naar de glasscherven op de muur van The thin line between a dream and foolishness

Tirzo Martha, Nepotisme (ijzeren kooi, betonblokken, tuinstoelen, toiletpot, katoenen stof, zak houtskool), 2019, © Angela Stouten

Tirzo Martha, De redenering van de resten (speciekuipen, autobanden, emmers, ijzeren buizen, gegalvaniseerde golfplaten, tuinlampen, betonnen voetstukken), 2020, © Angela Stouten

Tirzo Martha, The withdrawal from the dream (betonblokken, golfplaten, hout, houten kisten, betonwapening, lamp), 2020, © Angela Stouten

Het relatieve gebrek aan externe informatie tijdens deze expositie, stelt de blik natuurlijk wel scherp op de kunst zelf. Dat zorgt voor een nogal detectiveachtige ervaring: een klein detail kan veel informatie met zich meedragen over de verschillende Europese, Amerikaanse en Afrikaanse invloeden op de Curaçaose cultuur. Zo zijn in de solo verschillende schotelantennes te zien: een intuïtief beeld voor het zoeken van (internationale) verbinding; zeker gezien er op eentje ‘Direct Afro’ staat gekalkt. Ook vormt de aanwezigheid van vrijwel identieke blikken, maar met afwisselend ‘beets’ of juist ‘remolacha’ op het etiket, een sterke aanwijzing over de verschillende talen die op het eiland gesproken worden. De meerdere keren terugkerende heiligbeelden zijn iets typisch voor het rooms-katholicisme, veruit de populairste godsdienst op het eiland. Dat is een erfenis van bijna anderhalve eeuw deel uit te hebben gemaakt van Spanje; de latere kolonisatie door het overwegend protestante Nederland heeft blijkbaar geen invloed daarop gehad. Het is niet alleen een genoegen, maar ook erg leerzaam om zulke details uit te pluizen. Dat geeft extra gewicht aan kunst die op het eerste oog vooral visueel prikkelt.

Tirzo Martha, Het huis dat nooit af is, CODA Museum, Apeldoorn, t/m 06.12.2020

Maarten Buser

is dichter en kunstcriticus

Recente artikelen