metropolis m

Koes Staassen bij de Dolf Henkes Prijs 2021 in TENT, foto: Aad Hoogendoorn

Elke twee jaar wordt de Dolf Henkes Prijs uitgereikt aan een kunstenaar uit Rotterdam of Curaçao. Dit jaar zijn de genomineerden Koes Staassen, Kevin Osepa, Geo Wyeth en Jay Tan. Lena van Tijen ging kijken bij TENT en ziet werken waarin identiteitsvraagstukken benaderd worden met gerinkel, geblaas en paars kabbelend water.

Voordat de presentatie-instellingen hun deuren weer mogen openen bezoek ik de Dolf Henkes Prijs 2021. De tentoonstelling in TENT laat werk zien van de vier genomineerden voor de stimuleringsprijs, in het leven geroepen door de Rotterdamse schilder Dolf Henkes (1903-1989), die na de Tweede Wereldoorlog zijn toevlucht zocht op het eiland Curaçao. De zaalteksten ontbreken nog maar het indrukwekkende rood-zwarte logo is al op de muur aangebracht en bijna alle werken staan klaar om gezien te worden. Van een video van Osepa is alleen nog maar een trailer te zien. Bij de tentoonstelling zal dit anders zijn. Ook de geplande performance van Wyeth ontbreekt en het is nog niet helemaal duidelijk welke vorm deze onder de dan geldende Coronarestricties zal aannemen. De hieraan verbonden installatie is wel aanwezig.

In de eerste ruimte, aan je linkerhand, is het Through Play We Surrender van Koes Staassen opgesteld. Door de gehele ruimte staan kleine monitors waarop touwen zijn gedrapeerd. Op de schermen zijn knipperende beelden te zien, een mix tussen The Blair Witch Project en een DIY-pornofilm, afgespeeld vanaf een grijsgedraaide videoband. Aan een pruim-paarse muur hangen grafiettekeningen van verwrongen piemels, omringd door lint, tot pegel geworden spermaslierten en schaamhaar dat lijkt op door parels gestutte zee-egels. De intieme portretten doen denken aan het werk van de fotograaf Robert Mapplethorpe en de tekeningen van Hans Bellmer.

[blockquote]Staassen roept op tot een omarming van alle verlangens én de schroom die hier onherroepelijk mee gepaard gaat

Koes Staassen bij de Dolf Henkes Prijs 2021 in TENT, foto: Aad Hoogendoorn

Op de tegenovergelegen muur hangen soortgelijke tableaus van een groter formaat aangevuld met subtiele toefjes roze waterverf. Op de middelste muur, tevens poeder-roze, hangen de grootse erotische tekeningen, waarvan twee gemaakt met kleurpotlood. De keuze voor dit materiaal en een meer gestileerde tekenstijl zorgen ervoor dat zij doen denken aan propaganda-affiches. In zekere zin hebben alle werken van Staassen deze wervende kwaliteit, al pleit hij geenszins voor broederschap en gelijkheid in de socialistische zin van de leus. Met Through Play We Surrender roept de kunstenaar op tot een omarming van alle verlangens maar ook van de schroom die hier onherroepelijk mee gepaard gaat.

Doorspekt van metaforen wordt beeld door Osepa ingezet als betonschaar, gebruikt om rituelen uit hun historische onderdrukking te bevrijden

In de volgende, donkere ruimte is de trailer te zien voor Watamula (2020) van Kevin Osepa. Een jonge man zwemt woest richting het meest noordelijke gedeelte van Bandabou op Curaçao. Op deze mythische plek blaast de wind adem uit de longzakjes van het eiland, een droogstaand koraalrif. Het is de bedoeling dat in de zesentwintig minuten durende video een fysieke en spirituele tocht samenvallen. In de aangrenzende verduisterde ruimte zijn aansluitend meerdere video-vignetten te zien van Osepa’s hand. Net als in Watamula onderzoekt de kunstenaar in De Kloof (2020-) rituelen die hun oorsprong vinden bij West-Afrikaanse voorouders van de inwoners van Curaçao. Deze gebruiken staan bekend onder de naam brua. Zo dansen in een van de opnames een soldaat en een visser in de branding. Troebel zeewater klots tegen hun enkels terwijl ze iets onzichtbaars in zich lijken op te nemen om het vervolgens weer af te stoten. Doorspekt van metaforen wordt beeld door Osepa ingezet als betonschaar, gebruikt om rituelen uit hun historische onderdrukking te bevrijden.

Kevin Osepa bij de Dolf Henkes Prijs 2021 in TENT, foto: Aad Hoogendoorn

Kevin Osepa bij de Dolf Henkes Prijs 2021 in TENT, foto: Aad Hoogendoorn

Het idee van een geestuitdrijving wordt versterkt door spookachtige geluiden die binnenwaaien uit de naastgelegen ruimte. Hier staat Muck Studies Dept., (2018-2021) van Geo Wyeth, een geluidsinstallatie die na opening van de tentoonstelling ook het decor zal vormen voor een performance van de kunstenaar. Op uiteenlopende plekken in de verduisterde ruimte staan kleine zakradio’s waaruit gecodeerde boodschappen klinken. Aan één van de steunkabels van het plafond hangt een paar in verf gedompelde sneakers, versierd met glitters, franjes en ja, een zakradio. Geluid is alomtegenwoordig in het vertrek waardoor de ruimtelijke beleving van de toeschouwer wordt vervormd. Het zwaartepunt van de installatie lijkt tegelijkertijd net buiten bereik te liggen. Zo komt er groen licht uit een rooster dat doorkijk biedt naar de ketelruimte in de kelder. Een hard rinkelend geluid en een hevig geblaas wekken de interesse voor wat onzichtbaar blijft en voor de performance die volgen zal. Ook al ontbreekt hetgeen waar het werk om gaat is de aanwezige ‘opsmuk’ al genoeg om een zintuigelijke ervaring bij de toeschouwer in gang te zetten. Hiermee bewijst Wyeth dat spelen met verwachtingen hen op alle vlakken eigen is.   

Een hard rinkelend geluid en een hevig geblaas wekken de interesse voor wat onzichtbaar blijft en voor de performance die volgen zal

Geo Wyeth bij de Dolf Henkes Prijs 2021 in TENT, foto: Aad Hoogendoorn

Geo Wyeth bij de Dolf Henkes Prijs 2021 in TENT, foto: Aad Hoogendoorn

Een drempel verder wordt het licht dat uit het rooster komt weggedrukt door een caleidoscopische voorstelling. Wat in eerste oogopslag lijkt op een uitvergrote versie van het werk van Funda Gül Özcan blijkt een stuk minder vernuftig in elkaar te zitten. Zes verstelbare tafels staan in een rij van groot naar klein, tussen hun poten hangt vitrage gemaakt van wit schuimfolie. Onder het hoogste tafelblad is een aaneenschakeling van prularia bevestigd. Deze is samengeklit door een lange sliert afkomstig uit een stuurloos lijmpistool. Over de installaties wordt paars kabbelend water geprojecteerd dat het geheel iets magisch geeft, de tafels tot tempel maakt. Dit optische bedrog zorgt ervoor dat Under the Table (2020) van Jay Tan des te aantrekkelijker wordt. Het afval van de één wordt hier in de meest letterlijke zin de schat van de ander. Op een haast kinderlijke wijze toont Tan dat verwondering de blik kan verruimen. Al knijpend in de Play Doh van de geest maakt Tan zo van alledaagse rommel een haast psychedelische ervaring.

Al knijpend in de Play Doh van de geest maakt Tan van alledaagse rommel een haast psychedelische ervaring

Jay Tan bij de Dolf Henkes Prijs 2021 in TENT, foto: Aad Hoogendoorn

Jay Tan bij de Dolf Henkes Prijs 2021 in TENT, foto: Aad Hoogendoorn

Het werk van Tan roept, net als dat van de mede-genomineerden, vragen op over de maakbaarheid van de zelf en de omgeving. Naast deze inhoudelijke overeenkomst zijn alle werken in beginsel een feestje voor het oog of, in het geval van Wyeth, het oor. Identiteitsvraagstukken worden door de kunstenaars niet rauw op je dak gedumpt maar als een rits zonnepanelen, zorgvuldig geïnstalleerd opdat je er kracht uit mag putten. Dit doen zij in de geest van Dolf Henkes die in zijn schilderijen ook de nadruk legde op wederopstanding in plaats van verval. De donkerte van de zware oorlogsjaren werd door hem op Curaçao verruild voor warme tinten. Zo zegeviert bij Staassen, Osepa, Wyeth en Tan ook onherroepelijk het licht. 

Het werk van de genomineerden zal, zodra dit weer mogelijk is, te zien zijn bij TENT. De winnaar wordt bekendgemaakt op Art Rotterdam 2021.

Lena van Tijen

is schrijver

Recente artikelen