metropolis m

Maria Pask, Shoulder to Shoulder, 2020 and Philipp Gufler, Saftgrün_Indanthrenblau (Orasol® Rot 395), 2018 and Quindo Rosa D_Orasol Gelb 152, overzicht bij NEST. Foto: Charlott Markus.

De dubbeltentoonstelling in het Centraal Museum in Utrecht en Nest in Den Haag belooft bezoekers een bodem voor stevige revolutie te bieden. Machteld Leij treft vooral een eindeloze fascinatie voor het plantenrijkdom aan: meeslepend, leerzaam en confronterend.

Tuinen zijn een maakbaar stukje mini-paradijs. Tuinieren is de ultieme vorm van escapisme maar ook een middel om je omgeving precies zo vorm te geven als je wilt. Je kunt ermee uitpakken, mocht je een heel landgoed tot je beschikking hebben. En net als je denkt dat je alles weet over tuinen en tuinieren, blijken tuinen nog veel meer te herbergen. Ze drijven op geschiedenis en, jazeker, ook op maatschappijkritiek. Dat alles laat Het Centraal Museum Utrecht zien met de tentoonstelling De botanische revolutie: over de noodzaak van kunst en tuinieren. Parallel is ook in Nest, Den Haag, nog een tentoonstelling te zien over hetzelfde onderwerp, van deels dezelfde makers: Is it Possible To Be a Revolutionary And Like Flowers?

De botanische revolutie, © Centraal Museum Utrecht / Gert Jan van Rooij

De botanische revolutie, © Centraal Museum Utrecht / Gert Jan van Rooij

Utrecht

Het paradijs van Adam en Eva wordt in het Westen beschouwd als het begin van alles. Zo ook in het Centraal Museum, waar de tentoonstelling van start gaat met de zondeval, afgebeeld op een doek uit de zestiende eeuw en op prenten van onder meer Goltzius met de tuin van Eden. Er is ook een hedendaagse Eva die snoept van de verboden vrucht. De foto uit 2004 is van Yael Bartana, die goed keek naar de propagandabeelden waarmee kolonisten naar Palestina werden gelokt. Het paradijs, of in dit geval de bakermat van de Westerse beschaving, is intussen een stevig bevochten gebied. Des te veelzeggender is de aanwezigheid van het perzisch tapijt dat op de grond ligt. Het patroon op het vroeg twintigste-eeuwse kleed is de plattegrond van een tuin. Vergeet die christelijke claim op de paradijselijke tuin, suggereert de aanwezigheid van dat kleed voorzichtig. Het paradijselijke is al ouder dan het christendom en zit ingebakken in de geschiedenis van het Midden-Oosten.

Maria Thereza Alves, Seeds of Change: A Ballast Flora Garden, bij De Botanische Revolutie, Centraal Museum Utrecht. Foto: Gert Jan van Rooij.

Overzicht De Botanische Revolutie, Centraal Museum Utrecht. Foto: Gert Jan van Rooij.

Maar toch lijkt de tentoonstelling dat verder te negeren: even aangestipt, dan weer door met een flinke verzameling kunstwerken met Adam en Eva: schilderijen, prenten, oude en recentere kunst. Het voelt aan alsof de curator door een ongebreideld enthousiasme voor het onderwerp alles en meer wil tonen. Maar dan zit toch weer een onverwacht meeslepend kunstwerk tussen, zoals het schilderij Paradijs 1 (1914) van Herman Kruyder. Een duistergroene jungle, gebaseerd op heen park bij hem in de buurt, slokt de minuscule Adam en Eva bijkans op. Groen is niet zomaar groen, zo zien we in Utrecht. En zeker niet per definitie ideaal of veilig.

Groen is niet zomaar groen, zo zien we in Utrecht. En zeker niet per definitie ideaal of veilig.

Overzicht de Botanische Revolutie, Centraal Museum Utrecht. Foto: Gert Jan van Rooij.

Overzicht De Botanische Revolutie, Centraal Museum Utrecht. Foto: Gert Jan van Rooij.

Net als je dat beseft, slaat de tentoonstelling weer een ander pad in. De prachtige bloemen van zeventiende-eeuwse schilder Roelant Saverij komen uit de voormalige kolonieën. Een hysterische bloem in de vorm van een kroon heeft een centrale plek in het praalboeket. Ernaast hangt nog een schilderij met precies zo’n bloem. Blijkbaar was deze bloem populair, en de expositie wil dat graag laten zien. Net iets te schoolmeesterachtig. Spannender is de combinatie met het werk ernaast: een bloemstuk van Willem de Rooij uit 2015, dat met verschillende bloemtinten probeert om tot een huidskleur te komen. De nadruk op bloemen als producten van de koloniale tijd werkt goed. Er ontkiemt iets dankzij de keuze van werken, tussen koloniaal en hedendaags, tussen klassiek en modern, naast elkaar en door elkaar heen. In dat spel tussen oud en nieuw ontstaat een kritische betekenislaag.

Overzicht De Botanische Revolutie, Centraal Museum Utrecht. Foto: Gert Jan van Rooij.

Overzicht De Botanische Revolutie, Centraal Museum Utrecht. Foto: Gert Jan van Rooij.

In een vitrine ligt een achttiende-eeuws boek van de entormoloog Maria Sibylla Merian, die in Suriname insecten in kaart bracht. Verderop hangt de reeks Of Palimpsests and Erasure (2021) van Patricia Kaersenhout. Zij gaf de tot slaaf gemaakte vrouwen op wier kennis Merian dreef een gezicht endaarmee een persoonlijkheid. Zo voert de hedendaagse kunst een gesprek met het verleden. Kaersenhout voegt toe, zoekt uit en vult geleidelijkaan het gemis uit het verleden een klein beetje op.

Patricia Kaersenhout, Palimpsests and Erasure, 2021. In De Botanische Revolutie, Centraal Museum Utrecht. Foto: Gert Jan van Rooij.

Patricia Kaersenhout, Palimpsests and Erasure, 2021. In De Botanische Revolutie, Centraal Museum Utrecht. Foto: Gert Jan van Rooij.

Patricia Kaersenhout, Palimpsests and Erasure, 2021. In De Botanische Revolutie, Centraal Museum Utrecht. Foto: Gert Jan van Rooij.

De aandacht voor de koloniale geschiedenis valt op in deze tentoonstelling. Maar er is ook veel ruimte voor kunst die de natuur wil vieren, die mooie bloemen wil tonen, of die sociale cohesie wil vieren. Er is ook het plezier van moestuinen dat doorschemert in de logboeken die Jeremy Deller tussen 2007 en 2017 liet volschrijven door de leden van een moestuinvereniging in Duitsland. Sara Sejin Chang filmde haar volkstuin in slow motion. In close-up komen planten voorbij, sommige grillig, andere zacht en rozig. Elspeth Diederix fotografeerde bloemen uit de Miracle Garden in Amsterdam-West. Hier dienst de tuin als atelier, vrij toegankelijk voor wie wil. Mooi, gastvrij, menselijk is deze kunst. Heel fijn en prettig, maar deze kunstwerken hebben weinig in te brengen ten opzichte van een serieuzer onderzoekswerk zoals Seeds of Change/Liverpool (2004), een project van Maria Thereza Alves. Zij zocht de planten die ooit als ballast van slavenschepen gedumpt werden, onder meer in Liverpool, de stad die haar rijkdom te danken had aan slavenhandel. De zaden die ze er verzamelde, zijn opgekweekt en staan nu als onderdeel van de tentoonstelling buiten, voor het museum. Alves laat zien hoe onverwacht de sporen uit het verleden kunnen zijn. Zo blijkt het onkruid dat ze op braakliggende terreinen vond, een directe lijn naar de transatlantische slavenhandel te zijn.

Overzicht De Botanische Revolutie, Centraal Museum Utrecht. Foto: Gert Jan van Rooij.

Overzicht De Botanische Revolutie, Centraal Museum Utrecht. Foto: Gert Jan van Rooij.

Het slotakkoord van de tentoonstelling is van het kunstenaarsduo Broersen & Lukács. In de laatste zaal tonen ze een animatiefilm over de planten die verzameld werden door een directeur van de VOC. Weer die beladen geschiedenis – maar de bloemen, opgezweept door muziek, dansen en deinen onophoudelijk voort. Kritiek en verwondering worden rap afgewisseld in deze tentoonstelling. Dat maakt de tentoonstelling weliswaar aantrekkelijk en toegankelijk, maar tegelijkertijd ook topzwaar en chaotisch, springend van de hak op de tak.

Overzicht De Botanische Revolutie, Centraal Museum Utrecht. Foto: Gert Jan van Rooij.

Overzicht De Botanische Revolutie, Centraal Museum Utrecht. Foto: Gert Jan van Rooij.

Kritiek en verwondering worden rap afgewisseld in deze tentoonstelling. Dat maakt de tentoonstelling weliswaar aantrekkelijk en toegankelijk, maar tegelijkertijd ook topzwaar en chaotisch, springend van de hak op de tak.

Den Haag

Anne Geene, From the Collection, 2021. Courtesy de kunstenaar en NEST, foto: Charlott Markus.  

Overzicht ‘Is it possible to be a revolutionary and like flowers’ bij NEST. Foto: Charlott Markus.

Bij Nest in Den Haag wordt verder gedroomd van een revolutie met bloemen. Geen oude kunst, maar wel hedendaagse kunst die terugblikt naar voorbije revoluties. De tentoonstelling is een aftakking  van wat er in het Centraal Museum gebeurt, maar compacter en met meer onderlinge samenhang. Soms zijn die revoluties recent zoals in Iran, waar Atashi selfies van zichzelf maakte, tijdens demonstraties. Ongepast, kreeg ze te horen. En ze werd gesommeerd voortaan foto’s te maken van bloemen. Dat deed ze met de reeks Flowers (2010). Maar ze legde weerbarstige bloemetjes vast, die met hun zachte groeikracht beton weten te splijten. Het zijn zaailingen, maar door de plaats, de maker en de tijd zijn het stille bakens van verzet geworden.

Mehraneh Atashi, Tehran’s Self-Portrait, 2008-2010, in ‘Is it possible to be a revolutionary and like flowers’ bij NEST. Foto: Charlott Markus.

Mehraneh Atashi, Flowers, 2010, in 'is it possible to be a revolutionary and like flowers' bij NEST. Foto: Charlott Markus.

Soms zijn die revoluties historisch, zoals Camille Henrot laat zien. Ze proeft de revolutionaire eigenschappen van bloemen. Haar installatie uit 2012, die ook de titel van de tentoonstelling in Nest leverde, is een vertaling naar bloemstukken van boeken uit haar boekenkast die de revolutie prediken. Opvallend genoeg was die revolutie zeer zeker niet bloemig, lees je op het tekstbordje bij een van haar boek-bloemschikkingen.

Camille Henrot, Beauty and Sadness, Yasunari Kawabata, 2014, in 'is it possible to be a revolutionary and like flowers' bij NEST. Foto: Charlott Markus.

Camille Henrot, Treatise on the Influence of the Passion upon the Happiness of Individual and of Nations, Madame de Staël, 2012, in 'is it possible to be a revolutionary and like flowers' bij NEST. Foto: Charlott Markus.

Marcel Liebman zegt waar het op staat, in Leninism under Lenin: als je van bloemen houdt, lig je voor je het weet in een hangmat als een landeigenaar Franse novelles te lezen. Tuinieren corrumpeert, was blijkbaar de overtuiging onder communisten.Hadden de communisten deze expositie maar kunnen bekijken – die aanname wordt stevig onderuitgeschoffeld door de kunstenaars in Nest. Bloemen zijn juist de compagnons van de revolutie, laat Milena Bonilla zien in het werk Dark Fading Chloropyl (2020-21), waarin diacarroussels beelden van het herbarium van Rosa Luxemburg op de muur projecteren. Deze worden afgewisseld met brieven die Luxemburg in gevangenschap schreef. De natuur bood haar troost in tijden van ontbering. Op een viertal banieren laat Patricia Kaersenhout zien dat bloemen ook een ode kunnen zijn. Bloemen vergezellen op haar banieren een viertal denkers, schrijvers, journalisten, allen vrouwen van kleur, die emancipatie voorstonden.

Patricia Kaersenhout, Food for Thought (series), 2021, in 'is it possible to be a revolutionary and like flowers' bij NEST. Foto: Charlott Markus.

Patricia Kaersenhout, Food for Thought (series), 2021, in 'is it possible to be a revolutionary and like flowers' bij NEST. Foto: Charlott Markus.

Bloemen lijken lief en onschuldig maar ze kunnen topzwaar zijn van symboolpolitiek. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de tekeningen van Gluklya. Bloemen worden soms als symbool gebruikt, onveranderlijk, terwijl regering en vlag al aangepast zijn, zoals het geval is in Zuid-Afrika. In Tadjikistan leveren bloemen drugs en daarmee ook geld en macht op. Gek genoeg zorgt de heroine voor een stabiele samenleving, noteert de kunstenaar. Ze tekent er een figuurtje naast, met een klaproos, waar je een hoofd zou verwachten. De tekeningen en ook het handschrift van Gluklya zijn ontwapenend maar de verhalen die ze opschrijft schetsen een ingewikkelde kluwen van bloemen, macht en politiek.

De tekeningen en ook het handschrift van Gluklya zijn ontwapenend maar de verhalen die ze opschrijft schetsen een ingewikkelde kluwen van bloemen, macht en politiek.

Gluklya, Morning Flowers, 2021, in 'is it possible to be a revolutionary and like flowers' bij NEST. Foto: Charlott Markus.

Overview / Gluklya, Camille Henrot, CPR, in 'is it possible to be a revolutionary and like flowers' bij NEST. Foto: Charlott Markus.

Overzicht Gluklya in 'is it possible to be a revolutionary and like flowers' bij NEST. Foto: Charlott Markus.

In Nest toetsen de kunstenaars ideeën over revolutie en verandering, maar vooral vanuit een fascinatie, niet als een handleiding voor een betere, nieuwe wereld. In het Centraal Museum adresseert de tentoonstelling vooral de groene wereld als ideaal, de tuin als maakbaar paradijs, maar toont ook de valkuilen van dat paradijs, dat soms verstikkend kan zijn. Wie hoopt op een stevige voorzet voor een revolutie, is hier niet aan het juiste adres. De getoonde kunst drijft voornamelijk op de fascinatie voor omgeving, voor de mogelijkheden van kunst en plantenrijkdom. De fascinatie is meeslepend, confronterend, leerzaam, schurend. En dan laten ze je vrij. Uiteindelijk geldt natuurlijk: wie iets wil veranderen, moet zelf aan de slag. De Situationisten, die ook niet hadden misstaan op de encylopedische expositie in Utrecht, zeiden het al: sous le pave, le plage. Alles is mogelijk, wilden ze maar zeggen. Maar je moet het wel zelf zien. 

Lily van der Stokker, Nothing Really, 1992 - 2021, in 'is it possible to be a revolutionary and like flowers' bij NEST. Foto: Charlott Markus.

Machteld Leij

is kunstcriticus

Recente artikelen