metropolis m

Guidance of the lights, Studio Drift, foto: Joep Jacobs

Interessant thema voor een stad die zich juist dit jaar nadrukkelijk profileert als European City of Science: intuïtie. De Lakenhal in Leiden nodigde kunstenaars uit er een werk over te maken. Over de ongrijpbaarheid van keuzes in het creatieve proces. En de vraag hoe de bezoeker daarin te betrekken.

Bij binnenkomst in de nieuwe vleugel van De Lakenhal, het Van Steijn gebouw draaien een grote en een kleine robot langzaam naar elkaar toe en weer van elkaar af. De oranje armen, bekend van de autoindustrie, hebben iets weg van giraffen met hun logge lijven en lange nekken. Aftastend spelen ze op elkaar in, in een subtiele dialoog, die door een complexe choreografie ook iets heeft van een balletduet, waarin moeder en kind elkaar volgen in bewegingen die wij als toeschouwer met emoties verbinden.

De vonk springt niet over. Ik begin me af te vragen waarom het zand in Bram Ellens Mother and child niet echt is. De plastic apenrots maakt het tafereel tot een mechanische dierentuin, waar het publiek zich aan tot object gemaakte wezens vergaapt.

Al snel word ik afgeleid door drie kleurrijke schermen. Ik zie er mijn reflectie in die, wanneer ik eropaf loop verandert van vorm en kleur. Mijn bewegingen komen vaag overeen met wat er op het scherm te zien is, maar worden vervormd en versmelten met lichamen van andere bezoekers. 

De installatie, getiteld Harmonic Dissonance: Phantom Body, blijkt van de hand van cognitief neurowetenschapper Suzanne Dikker en kunstenaar Matthias Oostrik. Het werk trekt de aandacht; een andere bezoeker danst om vervolgens nieuwsgierig te kijken hoe haar reflectie in een haast bovennatuurlijke animatie verandert.

Ik vind het verfrissend hoe technologie hier als vriendelijk medium wordt ingezet, als een medium dat in staat is iets mystieks als ‘intuïtie’ uit te beelden en laat zien hoe je als toeschouwer, zonder goed te begrijpen wat er gebeurt, toch het beeld begint te sturen. Hier is techniek niet die angstaanjagende en mensoverstijgende robot waar we doorgaans zo vaak en zo belerend voor worden gewaarschuwd. In plaats daarvan wordt technologie gepresenteerd als iets dat lichamen voorzichtig kan laten dansen. 

Mother and child, Bram Ellens, foto: Joep Jacobs

[figure imagine_01]

Verderop hangt een collageachtige installatie van foto’s en voorwerpen, omringd door een indringende kleur blauw. Aan de muur hangt een heilig huisje waar een potje met onduidelijke inhoud in staat, op een televisiescherm is te zien hoe handen zich in een blauwe vloeistof wassen en op een ontbloot mannenlijf staat in blauwe letters geschreven: ‘Reckitt’s Crown Blue’. De installatie is gemaakt door Kevin Osepa en heet Domènchi – Don’t mention. Achteraf lees ik dat het werk geïnspireerd is door het verhaal van Osepa’s moeder. Zij bracht de navelstrengen van de kunstenaar en zijn zusje in een chilipotje van Curaçao naar Nederland. Waarom deed ze dat? Ik lees dat ze dat niet precies kon uitleggen; intuïtief wist ze echter op deze manier haar kinderen aan elkaar te willen verbinden. Ik vind het een mooi voorbeeld van hoe intuïtie kan werken. Reckitt’s Crown Blue (blauwsel) was enorm populair op de Antillen in de jaren zestig vanwege zijn beschermende functie. Ik lees dat Osepa zegt: ‘Het is ook een vorm van taal: als mijn moeder mij insmeert met blauwsel, is dat ook haar manier om te zeggen “ik hou van jou,” “ik wil je beschermen.” De kunstenaar gebruikt het blauw nog steeds als amulet voor bescherming.

De installatie Under the skin van Jos Agasi gaat gepaard met een bonkende hartslag. Organisch ogende vellen dienen als kleine tv-schermen: er wordt een schouwspel van krioelende lijnen en dansende stippen op geprojecteerd. Achteraf lees ik dat de canvasvellen uit cellulose bestaan, gevormd tijdens fermentatie van thee en suiker met behulp van bacteriën, gekweekt door de kunstenaar zelf. Even fantaseer ik of dit de toekomst van videokunst is: bioscopen vol zelfgekweekte ondergronden met asynchrone projecties erop. Ik kijk ernaar uit.

Kevin Osepa

Under the skin, Jos Agasi, foto: Joep Jacobs

In de donkere ruimte ernaast liggen een tiental hoopjes zand op de grond. Lichtstralen gaan in een ondoorgrondelijk ritme traag aan en uit, werpen sikkelvormige schaduwen op het zand. Ik probeer of de lampen reageren op mijn bewegingen. Dat doen ze niet, het is geruststellend; zo kan ik me voorstellen dat ik een reus ben boven kleine planeten, ieder bestaande uit een hoopje zand en met beschikking tot een eigen zon. De installatie werd gemaakt door Studio Drift (Lonneke Gordijn en Ralph Nauta) in samenwerking met hoogleraar psychologie Andrea Evers, en heet dan ook Guidance of the lights

Het laatste gedeelte van de tentoonstelling staat in een witte ruimte en heeft wat weg van een yogaschool: in het midden staat een goudkleurige, geometrische, lotusvormige koepel. Losse rozenkwartssteentjes liggen op de vloer rondom een roze meditatiekussen. Bezoekers worden uitgenodigd om op sokken de koepel te betreden en een moment van rust te vinden. Ik had graag een plek gehad om daadwerkelijk tot bezinning te komen; nu lijkt de installatie, gemaakt door Janet Vollebregt, vooral een hapklare presentatie van bekende New-Age esthetiek. De titel van het werk, You Are Present, laat eveneens weinig aan de verbeelding over. 

Pas op de terugweg naar de uitgang valt me de zaaltekst op. Die was dan ook onopvallend; aan een kleine kapstok hangen bruine vellen vloeipapier waar de tentoongestelde werken middels een wirwar van stippellijnen aan woorden als ‘synchronie’, ‘adem’ en ‘wetenschap’ worden verbonden. De Lakenhal lijkt bang te zijn geweest dat bezoekers niet op hun eigen intuïtie zouden kunnen varen. Dit associatieve woordweb, een concept van grafisch ontwerper Anton Spruit, zou ze op weg moeten helpen. Wat mij betreft druist zo’n expliciete sturing echter juist tegen precies de ware, persoonlijke en vaak kunstzinnige vorm van ‘intuïtie’ in. Ik ben dan ook blij dat ik de informatievellen niet eerder heb gezien. 

Buiten de zaal liggen kranten met nog wat extra informatie. ‘Als het goed is lees je deze krant pas na bezichtiging van de tentoonstelling’ staat er. Dat is gelukt. Voor sommige werken blijkt de context en achtergrond een goede aanvulling, bij andere lijkt de tekst overbodig. De uitvoering van de associatieve zaalteksten en informatiekranten had preciezer gekund. De bezoeker wordt aangespoord aan het einde van haar bezoek terug te blikken op de tentoonstelling met de nu beschikbare informatie, en de titels in de zaaltekst te linken aan bepaalde begrippen. Die uitnodiging sluit niet evengoed aan bij alle getoonde werken. Waar Osepa’s werk in mijn ogen interessanter wordt wanneer je het achterliggende verhaal erover leest, doet de toelichting bij de poëtische lichten van studio Drift geforceerd aan door het gebruik van opzichtige termen als ‘richtinggever’ of ‘overgave’. Daar gaat de mystiek van het werk verloren: liever was ik me over de werken blijven verwonderen, omdat ze op zichzelf al duidelijk een intuïtieve aanpak laten zien.

Niettemin is Imagine Intuition een goede verweven tentoonstelling waarin intrigerende werken te zien zijn. Technologie laat zich van haar zachte kant zien en zorgt voor veel interactie met bezoekers. De Lakenhal heeft daarmee dan ook vooral een toegankelijke tentoonstelling gemaakt, voor wie niet elke dag met intuïtie of met kunst bezig is.

Imagine Intuition is tot en met 15.01.23 te zien in Museum De Lakenhal, Leiden 

Emma Wiersma

is schrijver en kunstenaar

Recente artikelen