metropolis m

Whole Earth Trilogy van Armando D. Cosmos, bij STILTE VOOR DE STORM in RADIUS. Foto door Gunnar Meier

Hoe anders om te gaan met een wereld die we nu vooral denken te kunnen beheersen? Eli Witteman schrijft over Stilte voor de storm – Een Schuilplaats in het Antropoceen bij RADIUS waarin de relatie tussen menselijk en niet-menselijk leven wordt onderzocht.  

Op een warme, winderige, natte, januariochtend bezoek ik STILTE VOOR DE STORM – Een Schuilplaats in het Antropoceen in RADIUS: het vierde en tevens laatste deel van een tentoonstellingenserie genaamd BENEDENWERELD. De acht deelnemende kunstenaars zoeken allemaal naar een plek om te schuilen voor de ecologische ondergang, of naar een manier om onder die teloorgang uit te komen.

The Antarctic Gardener van Elisa Strinna, bij STILTE VOOR DE STORM in RADIUS. Foto door Gunnar Meier

Ook zonder kunstwerken is de locatie van RADIUS imposant. Gelegen in een oud waterbassin vormt het een cirkelvormig labyrint van tentoonstellingsruimten. Drie lagen, hoge plafonds, koude, dikke, stenen muren, en dit alles onder de grond; er is nergens sprake van een natuurlijke lichtbron. Voor een tentoonstellingenserie met dit thema is de locatie ideaal: niet alleen bevindt RADIUS zich zeer letterlijk onder de grond, ook voelt het door de vorm, de temperatuur en de donkerte aan als een post-apocalyptische ruimte. Of misschien juist als een ruimte waar je kunt schuilen voor een apocalyps.

We moeten stoppen niet-menselijke wezens te benaderen alsof ze enkel buiten onszelf bestaan

Bij binnenkomst is het eerste werk waarop ik stuit van Armando D. Cosmos. Met Whole Earth Trilogy, een collectie van geweven wandtapijten die diagonaal door de ruimte hangen, poogt Cosmos de subjectiviteit van wetenschap bloot te leggen. Volgens Cosmos kan de visuele taal van technologie worden ingezet om de verschillen tussen tegenstrijdige verschillende visies te overbruggen. Op de tapijten staan wetenschappelijke stukjes tekst, hoofdzakelijk over het wonen in steden; de plek waar mens en technologie bij uitstek samenkomen. Achter Cosmos’ tapijten wordt Parasitoid cell of desirable future van Neda Saeedi tentoongesteld: een langetermijnproject waar Saeedi in 2019 aan begon en dat gericht is op vegetatie, tuinieren en de invloed van kolonialisme op het ontstaan van monocultuur in de botanie. Het werk bestaat uit een installatie van glazen bollen op glazen tafels, waarbij elke bol gevuld is met een groen miniatuurwezen dat gebaseerd is op figuren uit computerspellen gericht op tuinieren, zoals Minecraft, Starcraft en Fallout.

ΨZone (Cocoon) van Tuomas A. Laitinen bij STILTE VOOR DE STORM in RADIUS. Foto door Gunnar Meier

Tijdens het wandelen door de tentoonstelling denk ik aan wat literair theoretica en filmmaker Trịnh Thị Minh Hà zegt, namelijk dat we de wereld inwardly moeten kennen om de band tussen mens en natuur te herstellen. In andere woorden: we moeten stoppen niet-menselijke wezens te benaderen alsof ze enkel buiten onszelf bestaan. We zouden niet naar een wezen moeten wijzen, zoals alle moderne wetenschappen doen en vooralsnog hebben gedaan, maar we moeten ons erin onderdompelen. We zullen de grenzen tussen het zelf en de ander, tussen natuur en cultuur, tussen menselijk en niet-menselijk, moeten opheffen. Maar wat is een manier om die grens te bewandelen zonder het wezen juist weer zijn eigen wezenlijkheid te ontnemen? En hoe kunnen we de stem van een wezen dat we niet kunnen verstaan versterken, zonder deze te overstemmen? Deze tentoonstelling probeert dit pad te bewandelen, of in ieder geval, dat is hoe ik haar opzet interpreteer. In de meeste werken is de kunstenaar zelf vrijwel helemaal afwezig en wordt het podium vrijgelaten voor niet-menselijke wezens en de verbeelding van een niet-menselijke toekomst van de aarde.

In de meeste werken is de kunstenaar zelf vrijwel helemaal afwezig en wordt het podium vrijgelaten voor niet-menselijke wezens en de verbeelding van een niet-menselijke toekomst van de aarde

Wild Relatives van Jumana Manna bij STILTE VOOR DE STORM in RADIUS. Foto door Gunnar Meier

De twee meest intrigerende werken zijn van Tuomas A. Laitinen en van Jumana Manna. Laitinens ΨZone (Cocoon) vult een hele ruimte in de vorm van een halve cirkel. Er staan verschillende speakers waar glazen wormachtige elementen aan zijn bevestigd die geluiden van microbiële processen afspelen. Geluiden van kokende vloeistoffen, smeltende vaste eenheden en werkende lichaamsfuncties: ze spelen allemaal door een andere speaker, en soms ineens door dezelfde. De speakers staan zo gericht en verdeeld dat je op elke plek in de ruimte iets anders hoort, en het geluid vanuit de muren op je af lijkt te komen. Op een verticaal geïnstalleerd doek wordt een film geprojecteerd waarin de glazen wormachtige figuren terug lijken te komen als levende wezens, in een soort alternatief ecosysteem waarin metamorfose centraal staat. Het kunstwerk lijkt constant te spelen met dat verlangen naar het kennen van die innerlijkheid van de wereld, van de wezens buiten onszelf, waardoor je je als bezoeker ook onderdeel van het werk waant, en even vergeet dat er nog een wereld buiten die halve cirkel bestaat.

Het kunstwerk lijkt constant te spelen met dat verlangen naar het kennen van die innerlijkheid van de wereld, van de wezens buiten onszelf, waardoor je je als bezoeker ook onderdeel van het werk waant, en even vergeet dat er nog een wereld buiten die halve cirkel bestaat

Ook het 64 minuten durende documentaire videowerk van Jumana Manna, genaamd Wild Relatives, benadrukt de banden tussen menselijk en niet-menselijk leven. In verschillende fragmenten die zich afspelen op het Libanese platteland, toont de film tal van ontmoetingen; zowel tussen menselijke en niet-menselijke wezens als tussen mensen (de arbeidsmigranten in Libanon) onderling. De beelden volgen elkaar vrij traag op, waardoor de film bijna als speelfilm bekeken kan worden. Dit maakt het eigenlijk jammer dat hij alleen in de expositie te zien is; in een bioscoopzaal zou een videowerk met dit karakter en deze lengte beter tot zijn recht komen.

Het werk focust op de wereldwijde zadenlandbouw en in het bijzonder op de rol van het ICARDA (International Center for Agricultural Research in Dry Areas) daarbinnen. Beginpunt van de film vormt ICARDA’s verhuizing van Aleppo naar Libanon in 2012, ten gevolge van de geëscaleerde Syrische burgeroorlog. In Noorwegen, in de SGSV (Svalbard Global Seed Vault), werden rond die tijd zaden opgeslagen voor het geval er ergens een crisis uit zou breken, zoals deze oorlog in Syrië. Wild Relatives volgt de reis die deze zaden vanaf Scandinavië afleggen naar het gebied in Libanon waar ze uiteindelijk geplant worden, en  volgt de mensen die de zaden planten. Door deze persoonlijke benadering van die wereldwijde handelsovereenkomst maakt de film invoelbaar hoe groot de impact van een mondiaal besluit op lokaal niveau kan zijn.

Alle kunstwerken zijn van 2019 of later, waardoor ze treffend kunnen inspelen op de angst voor de verschillende crises van de afgelopen jaren. Edward Clydesdale Thomsons Landfall bestaat uit twee componenten. Ten eerste staat er midden in het gangpad een boot bestaande uit een waterton, een windsurfmast, een zeil gemaakt van Thomsons favoriete T-shirt en een rieten kribbe. Het blijkt een drijvende wieg, die (hoogstwaarschijnlijk onsuccesvol) te gebruiken is wanneer Nederland komt te overstromen. Het tweede component bestaat uit een animatiefilm getiteld Flood to drought, waarin de wieg als boot in gebruik is genomen. De schaduw van Greta Thunbergs gezicht, dat aan Thomsons sculptuur bevestigd is, valt op de vloer.

De overige drie kunstenaars hebben een heel andere invulling van het onderwerp. Jun Zhangs installatie is een speculatieve voorstelling van een nieuw, post-Antropocentrische species wiens leven afhangt van menselijke adem. Emilija Škarnulytės’ t1/2 is een videowerk bestaande uit beeldmateriaal van onder andere een Litouwse kerncentrale, gebaseerd op de uit de nucleaire fysica afkomstige term deep time: de tijd die een substantie nodig heeft om tot half haar oorspronkelijke waarde te verkleinen. Elisa Strinna maakte een video van 24 minuten die zich afspeelt in een kas op Antarctica. De protagonist van The Antarctic Gardener is een androgyn wezen dat we volgen terwijl hen hun reguliere dag beleeft, tussen de planten die in de kas worden verbouwd en onderzocht.

Het feit dat de ruimte zo imposant is, staat de uiting van de kunstwerken niet in de weg. Verre van; elk van de kunstenaars gebruikt de ruimte op een geheel eigen manier

t1/2 van Emilija Škarnulytė, bij STILTE VOOR DE STORM in RADIUS. Foto door Gunnar Meier

Respiration van Jun Zhang bij STILTE VOOR DE STORM in RADIUS. Foto door Gunnar Meier

Elk van de deelnemende kunstenaars heeft een heel eigen benadering van het onderwerp, waarmee bij ieder werk duidelijk de achtergrond van de kunstenaar te zien is. Ze vinden hun inspiratiebron in (bio)chemische processen, de kracht van planten, het bouwen van overlevingsmiddelen, de wetten van de natuurkunde en de landbouw. Het feit dat de ruimte zo imposant is, staat de uiting van de kunstwerken niet in de weg. Verre van; elk van de kunstenaars gebruikt de ruimte op een geheel eigen manier.  

Wanneer ik alles gezien, gevoeld en gehoord heb, klim ik langzaamaan het waterbassin uit, om me weer in de kou van de januaridag onder te dompelen. Tot mijn schrik voel ik dat ik mijn lentejas niet eens dicht hoef te doen; het heeft in geen tijden meer gevroren, en ook thuis heb ik al weken de verwarming niet meer aan hoeven zetten. Ik kijk naar de grasvelden om me heen, die doorweekt zijn van de regenbuien en in de bomen zie ik vogels takken verzamelen voor hun nesten. Zij zijn niet de enige die zich voor proberen te bereiden op een toekomst waarvan ze niet kunnen weten of die komen gaat.

Eli Witteman

is schrijver

Recente artikelen