metropolis m

Jaya Pelupessy, Set-Put-Run. Fw:Books 2016, 128 pagina’s, 978-94-90119-43-0 

Set-Put-Run is een speels onderzoek naar de herkomst van het fotografische beeld. Met behulp van onder meer een zelfgebouwde camera onderzoekt Jaya Pelupessy (1989) de processen die leiden tot autonome beelden. De foto is in zijn werk geen reproduceerbaar bestand maar een zelfstandig object dat soms nauwkeurig uitgekiend en soms onverwachts boven komt drijven.

Set-Put-Run maakt geen hiërarchisch onderscheid tussen het uiteindelijke resultaat en het werk in de studio, beiden zijn even belangrijk. Het boek onderzoekt hun onderlinge relatie en of de zichtbaarheid van het proces bijdraagt aan de creatie van een autonoom beeld of het juist ontkracht. In een losse, non-lineaire vertelling verhalen de beelden van experiment, mislukking en resultaat. In een eindeloze cirkelbeweging worden proces en resultaat aan elkaar verbonden. Het esthetische resultaat bevat de onthutsende realisatie dat er wellicht geen begin- en eindpunt bestaan.

Xiao Xiao Xu, Aeronautics in the Backyard. The Eriskay Connection 2016, 160 pagina’s, 978-94-92051-19-6

In Aeronautics in the Backyard portretteert Xiao Xiao Xu (1984) teder Chinese boeren die zonder educatie en financiële middelen dagelijks werken aan de vervulling van hun droom om te vliegen. In hun achtertuin op het Chinese platteland bouwen zij aan vliegtuigjes waarin ze voor langere of kortere tijd kunnen opstijgen en wegvliegen. Dat dat niet altijd goed uitpakt, wordt geïllustreerd door de man die met een dwarslaesie in bed ligt. Bouwtekeningen en interviews flankeren de poëtische beelden. Het fotoboek balanceert tussen documentaire fotografie en autonoom werk. Xu bezocht tijdens een maandenlange reis acht verschillende dorpen. De acht geportretteerde boeren zijn niet de enigen in China die zelfstandig vliegtuigen bouwen. Het schijnt in het hele land te gebeuren. Sommigen bouwen levensgevaarlijke vliegtuigen, anderen ontwerpen zulke inventieve machines dat ze door de markt worden opgenomen, weer anderen komen zelfs na tientallen jaren niet van de grond af. Aeronautics in the Backyard is een fijnzinnig eerbetoon aan de inventiviteit, het doorzettingsvermogen en de haast kinderlijke durf van de vliegtuigbouwers.

Martine Stig, Noir. Fw:Books 2016, 144 pagina’s, 978-94-90119-45-4

De grijszwarte beelden van Martine Stig (1972) worden in Noir geflankeerd door de heldere witte grids die als een storyboard de beelden over de pagina verdelen. Terugkerende foto’s werken als motieven binnen een verhaal die telkens verschillende elementen aan elkaar verbinden. Dat Stig ook veel met video werkt is duidelijk te zien in de filmische beelden die ze maakt.

De stad is het toneel van Noir. Op haar stoepranden wachten mensen, honden dartelen over de straatstenen, trappen draaien om hun eigen as. De vormentaal van de moderne stad; zuilen zonder versiering en strak uitgelijnde flatgebouwen zijn misschien wel meer de hoofdpersoon van dit filmische fotoboek dan de menselijke personages die erin ronddwalen. Na Cauchy Horizons, een fotoboek dat de beeldtaal van sciencefiction films onder de loep nam, zou je ook Noir als futuristisch kunnen beschouwen. Toch draagt Noir eerder een zekere melancholie in zich mee dat beklemt en intrigeert.

Doina Kraal, Touche-à-tout. Onomatopee 2017, 208 pagina’s, 978-94-91677-64-9

Doina Kraal (1980) wil verwondering bij het kijken naar de wereld teweegbrengen. Volgens haar zijn we ons vermogen daartoe kwijtgeraakt. Met de draagbare kijkdoos Touche-à-tout die aan de publicatie voorafging, reisde Doina Kraal de wereld over. Het is een wonderkamer of rariteitenkabinet. Vanaf de zestiende eeuw was het onder vorsten en andere adellijken een rage om een rariteitenkabinet aan te leggen. Hierin verzamelden ze koraal, opgezette exotische dieren en kunstvoorwerpen om zo uit te dragen dat zij niet alleen kennis over hun eigen koninkrijk bezaten, maar over de hele wereld. Doina Kraal zegt haar inspiratie vooral te halen uit de figuur van de rarekiek; een koopman met een kijkdoos op zijn rug, waarin tegen betaling wonderlijke dingen te zien waren. Om de verwondering tastbaar te maken, kun je het fotoboek niet alleen lezen, maar ook aanraken, er objecten uithalen, ruiken en zelfs luisteren. In Touche-à-tout deelt Kraal talloze voorwerpen en gedachtegangen die haar fascineren. Hoewel de uitwerking hier en daar nuance en reflectie mist, is het een sympathiek idee gegoten in een vrolijk stemmend boek.

Anouk Kruithof, Automagic. Editorial RM, stresspress.biz, 2016, 768 pagina’s, 9788426282524

In het boekobject Automagic verwerkt Anouk Kruithof (1981) beelden uit haar twaalfjarige automagic archief; een omvangrijke verzameling foto’s gemaakt met iPhone of kleine digitale camera’s. In tegenstelling tot eerder werk waarin ze andermans foto’s hergebruikt, is het nu haar eigen werk dat ze herschikt, decontextualiseert en opnieuw vorm geeft. Haar herkenbare handtekening; een schijnbaar documentaire stijl met (vrolijk) absurde elementen geven het geheel een surrealistisch tintje. In een van de vele foto’s hangt voor een raam een slinger met de tekst “Happy Burnout”, een droogkomische verwijzing naar de hedendaagse welvaartsziekte en wellicht naar haar veelgeprezen fotoboek Happy Birthday to You. In een doorzichtig harde case zitten tien losse boeken. Elk boek lijkt een ander thema centraal te stellen. Zo draait het eerste deel om water en de wereld onder het oppervlak. In andere delen is het textuur of vormentaal dat de geselecteerde beelden verbindt. Met Automagic toont Kruithof wederom haar inventiviteit.

Bob Siers, XXX Photographs from 2006 2016. eigen beheer 2016, 160 pagina’s, 978 90 825820 0 0    

De onderwerpen die Bob Siers (1990) portretteert in XXX zijn typische, clichématige beelden van de Wallen van Amsterdam. Op zijn zestiende pakt hij met een stel vrienden de trein om zich even helemaal onder te dompelen in die vreemde wereld. Hij pakt het grondig aan; eet bitterballen en lauwe friet, koopt verschillende soorten wiet en eindigt met de banaan waarmee de vrouw uit een seksclub haar show uitoefende. De gigantische dildo’s en blikken van de vrouwen blijven in zijn hoofd spoken. Na zelf in Amsterdam te zijn gaan wonen, vervloog het heroïsche spannende beeld van zijn puberbezoek. Tien jaar later reconstrueert hij die avond, veelal in de studio. Het boek onderzoekt fotografie als middel om te herinneren. Het is een esthetische publicatie vol grafische beelden van expliciete seksuele handelingen en uitdagende vrouwenlichamen. XXX lijkt niet zozeer een hommage aan de Wallen maar veeleer een monument van de puberteit en haar ongebreidelde fantasie.

Zoë Dankert

schrijft

Recente artikelen