metropolis m

Barbara Polderman, Uil op nest, 2005, collectie Musuem het Valkhof

Met enige bravoure liet Robbert Roos in alle media weten van KAdE (Kunst aan de Eems) een Pietje Bel-achtige kunsthal te willen maken. Vlak voor de opening van zijn tweede tentoonstelling vanlieshout, vanlieshout vraagt METROPOLIS M hem hoe hij dat gaat doen?

Laurie Cluitmans

Je was ruim acht jaar hoofdredacteur van Kunstbeeld en daarvoor al geruime tijd kunstcriticus. Hoe ervaar je de overstap van criticus naar curator?

Robbert Roos

Het is natuurlijk vreemd om nu opeens aan de andere kant van de lijn te staan, na jaren aan de kant van de kunstkritiek te hebben gestaan. Maar ik kan blijven putten uit mijn (internationale) kijkervaring van twintig jaar, zowel om zaken in het buitenland te signaleren, maar ook om te zien wat ik toe kan voegen aan wat al in Nederland wordt getoond. Er zijn veel parallellen tussen het werk van criticus en dat van curator. Beiden signaleren, selecteren, poneren een these (in een verhaal of tentoonstelling) of lichten één kunstenaar diepgravend uit. Alleen in de uitwerking zitten grote verschillen, met eigen wetten, bezwaren en vaardigheden.

Laurie Cluitmans

Hoe zou je de positie van KAdE in het Nederlandse landschap van kunstinstellingen willen omschrijven?

Robbert Roos

Ik wil proberen een ‘vrije vogel’ te zijn, zonder dogma’s. Doordat er geen collectie is, is er ook geen ‘lijn’ waaraan ik mij moet conformeren. Ik hoop daardoor beweeglijker te kunnen zijn. Ik probeer ook op zoek te gaan naar jonge opkomende kunstenaars in het buitenland, die ik scout op bijvoorbeeld internationale beurzen. Zo komt Henry Coombes in september, een jonge Schotse kunstenaar die exposeert bij Sorcha Dallas. Ik wil mij echter niet beperken tot hedendaagse kunst alleen. Ook design, architectuur (dat deels al in het programma ingebakken zit vanwege het architectuurcentrum dat onderdeel uitmaakt van KAdE), oudere kunst, toegepaste kunst, antropologische artefacten met een hoge esthetische kwaliteit, Kunstkammer-objecten of Biedermeier-beeldjes kunnen onderdeel zijn van het programma. In principe kan alles. Binnen al die sectoren heb je ‘A’- en ‘B’-materiaal. Ik probeer dan steeds voor de ‘A’-kwaliteit te gaan. Daarbij is mijn vertrekpunt: een nationaal instituut met een internationale dimensie.

Laurie Cluitmans

Er zijn in Nederland een flink aantal kunstinstellingen en tentoonstellingsruimtes. De verschillen hiertussen lijken echter wat academisch te worden, slechts herkenbaar voor de ingewijde. De Hallen, Het Domein, Schunck en De Vleeshal hanteren bijvoorbeeld een vergelijkbaar uitgangspunt waarbij de nationale dimensie met een internationaal profiel wordt gecombineerd. Wat maakt KAdE anders? En, hoe past Wonderland in dit concept?

Robbert Roos

Ja, het klopt dat die ruimtes ook veel doen en dat zeg ik er steeds wel bij. Toch merk ik dat nogal wat van de kunstenaars in de huidige tentoonstelling Wonderland in Nederland nog niet substantieel te zien zijn geweest, terwijl ze wel bij grote internationale galerieën zitten. Sterker nog, bij collega’s waren diverse namen volstrekt onbekend, terwijl ze in Londen en New York bij wijze van spreken ‘household names’ zijn. Ik vraag me dan af hoe dat komt. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat sommigen ze simpelweg niet goed genoeg vinden.

Ik mis in Nederland soms de ambitie om grote internationale thematentoonstellingen met behulp van flinke bruiklenen te maken. Het laatste echt grote project op dit terrein was volgens mij Wild Walls in het Stedelijk in 1995. In de Vonderwerg in Eindhoven – waar het Van Abbe tijdelijk zat – gebeurde het nog wel en Bonnefanten heeft nu Exile on Main Street, maar tóch heb ik het gevoel dat echte ’temperatuurtentoonstellingen’ over actuele kunst te veel ontbreken in ons land. KAdE is te klein om dat groots aan te pakken, maar op bescheiden schaal probeer ik het wel zo maximaal mogelijk.

Maar ik zeg niet dat ik alleen maar ‘andere’ dingen zal doen dan de rest van de musea of expositieruimtes in Nederland (dat is onmogelijk waar te maken), maar ik probeer wel op zoek te gaan naar presentaties waarvan ik het idee heb dat die elders nog niet zijn geweest. Dat geldt met name voor de grote tentoonstellingen, waarvan ik er zo’n drie per jaar wil maken.

De ruimtes die je noemt zijn overigens ook precies onze peers. Je zou het Museum voor Moderne Kunst in Arnhem en Stedelijk Museum Schiedam er ook nog bij kunnen noemen. Wat ik verder ‘anders’ zal doen dan die ruimtes, is dat ik een bredere scope zal hebben dan alleen de actuele kunst, alleen duurt het even voordat dat goed zichtbaar wordt. Een kunsthal als KAdE staat niet in één jaar. Daar heb je denk ik drie jaar voor nodig, voordat het profiel echt zichtbaar wordt. En in de tussentijd hoop ik natuurlijk dat iedereen dat proces zo goed mogelijk volgt door naar de tentoonstellingen te komen.

Laurie Cluitmans

Je geeft aan dat Kade niet alleen beeldende kunst wil tonen, maar ook architectuur, design, hedendaagse beeldcultuur. Hoe moet ik me dat voorstellen?

Robbert Roos

We zijn voor de komende winter bezig met een design-expositie. We krijgen in het voorjaar een architectuur-tentoonstelling en voor zomer 2010 werken we aan een multimediaal project met een internationaal collectief. Maar ook hier geldt: geef ons een paar jaar de tijd om de bandbreedte te laten zien. In ieder geval willen we de verhoudingen tussen de disciplines niet vastleggen in percentages. Juist flexibiliteit is belangrijk. En het gevoel dat heel veel mogelijk is.

Laurie Cluitmans

Tot slot, wat zijn je intenties voor de toekomst en de komende tentoonstellingen?

Robbert Roos

De volgende grote expositie is vanlieshoutvanlieshout, waarin ik het werk van vijf van lieshouten samenbreng. Ik zie een synergie tussen dat werk, vanwege overlappende posities/thema’s/fascinaties, zonder dat ik een ‘vanlieshout’-school wil suggereren. Het idee lijkt flauw, maar is bij nadere beschouwing veel gelaagder dan gedacht.


Wonderland -Through the Looking Glass
2 – 5 -2009 t/m 31-08-2009

vanliehoutvanlieshout
Henri Coombes
Frank Halmans
12-09-2009 t/m 11-11-2009

Laurie Cluitmans

is kunstcriticus en conservator hedendaagse kunst bij het Centraal Museum

Recente artikelen