metropolis m

Hij is een van de talenten op de billboardparade van Unseen (fotografiebeurs te Amsterdam – zie hier, en hier en hier – vandaag laatste dag). Metropolis M publiceerde vorig jaar deze brief aan Jonathas de Andrade.

Beste Jonathas,

Ik ben net weer thuis na een paar dagen afwezigheid. Met de regionale hapjes die ik heb meegebracht uit het noordoosten probeer ik de reis nog een paar dagen te rekken. Ik heb een tijd doorgebracht op een plek waarmee ik vergroeid ben. Blijkbaar heb ik vele jaren ver van het noordoosten moeten wonen om toe te kunnen geven dat ik in wezen een onverbeterlijke noordoosterling ben. Uitgerekend ik. Uitgerekend wij – allemaal ongebonden en leergierige individuen die altijd overal thuis zijn. De wereld lijkt voor ons vanzelfsprekend en staat open voor onze wensen. Wij kunnen overal een huisje inrichten, onze eigen context creëren, onze eigen contacten vormen en onze eigen vriendschappen sluiten, alsof we nomaden zijn, of alsof we altijd op de plek hebben gewoond waar we toevallig zijn.

Terwijl ik de hele wereld doorkruiste, kwam ik in het voorbijgaan in onze geboortestreek terecht en ik raakte ontroerd. Het landschap waaruit we voortkomen heeft de Atlantische Oceaan in het oosten, hier een warme zee met een rijkdom aan vis. De bries doet de zeilen bollen voor de zeevissers, terwijl de zon het hele jaar door genadeloos brandt. Wit zand onder je voeten. Halfnaakte, ruwe vissers aan het werk. In het westen dezelfde blakerende zon, maar geen bries of zilt nat. Regen is hier bijna goddelijk, zo weinig druppels vallen er en zo gretig worden ze voorspeld. De paardenman in het achterland hult zijn hart in een leren pantser om zichzelf te beschermen tegen de doornen van het dorre struikgewas, op zoek naar stukjes land om te ontginnen. Land van rode aarde. Een gepantserde, ruwe, zwoegende achterlander. Beiden zijn een en dezelfde persoon. Niet aan de kust of in het achterland, maar in de stad. Beiden zijn jou, de noordoosterling.

Archetypen zijn niet erg vastomlijnd, weten we. Ze vallen niet samen met ons leven en onze eigenheid. Tegelijkertijd vinden we toch een zekere troost in het benoemen en herkennen van onszelf. Een noordoosterling zijn op het vasteland van Brazilië was een soort lotsbestemming, een etiket, maar voor ons werd het een vertrekpunt – of misschien eerder een aankomstpunt. Zo’n beetje als een latino zijn binnen het Amerikaanse continent. Tot de derde wereld behoren, zelfs nu er geen eerste wereld meer is. Onderontwikkeld zijn, maar toch wantrouwig staan tegenover ontwikkelingsmodellen. Het is bijna om te huilen dat ik me nu beroep op een regionale identiteit, of die nu noordoostelijk, Braziliaans, Zuid-Amerikaans, latino of wat dan ook is. Maar ja, dat is toch de volgorde.

Ik zeg dat zonder bang te zijn om tot stereotypes te vervallen, vooral omdat ik op dit moment aan jouw kunstwerken denk. Niemand zal in jouw werk enig exotisme kunnen ontwaren of een verhaal dat geen verband houdt met de context van het werk. Wat jij naar voren brengt, op zeer specifieke wijze, is relevant voor talloze individuele mensen. Daarmee doel ik op het feit dat jij de economische en sociale beperkingen doorbreekt waaronder deze regio van oudsher lijdt, of dat nu door een trage groei komt of door de moeite die de streek heeft om zich te bevrijden van het stigma van achterlijkheid. Ik zie hoe jij conservatieve waarden afwijst, waarin traditie en achterhaaldheid samenkomen en die de tijd van het geheugen beschouwen als iets wat tot het verleden behoort. Ik zie hoe respectvol jij de vele stadia in de ontwikkeling van het noordoosten behandelt. Maar vooral denk ik aan je scherpe kijk op de mensen in je geboortestreek, die in hun eigen tijd leven, zich bewust zijn van hun verleden, maar ook verscheurd worden door de ophef rond toekomstige mogelijkheden en door het verval van Recife, hun historische stad.

Wie is eigenlijk het onderwerp van Ressaca Tropical [Tropische kater]?1 Een gewone man die zijn brood verdient als ambtenaar of los-vast werk heeft. Die grillige relaties onderhoudt met de talloze vrouwen op wie hij verliefd wordt. Die meer verliefdheden heeft dan relaties. Die kunstig sporen van zijn romantische bezetenheid loslaat op de pagina’s van een dagboek dat hij prijsgeeft aan het publiek, maar niet in chronologische volgorde. Die de stad kent in al haar breuklijnen, die genot en pijn ervaart. Die een uitlaatklep simuleert voor zijn nogal ongeregeld leven, alsof hij even snel een strook asfalt aanlegt waar het verkeer overheen kan. Beelden worden geassocieerd met de verslagen van ervaringen, maar ze verjagen ook elke snelle interpretatie. De grillige geest van de man legt het precaire bestaan van Recife bloot. Hoe meerduidig zijn speeltjes ook zijn, de man komt sterk en intens over.

Terwijl Ressaca Tropical wellicht kan worden beschouwd als een krankzinnige klaagzang voor deze man, zitten er andere punten in je werk waar ik op een regelrechte ironie en goed verwoorde kritiek stuit. In Amor e Felicidade no Casamento [Liefde en geluk in het huwelijk] lijkt de emancipatoire kracht van de intieme taferelen die hier opnieuw worden bekeken of verbeeld in foto’s uit privéarchieven te worden verstikt door fragmenten uit een zelfhulpboek uit de jaren zestig.2 In Recenseamento Moral da Cidade do Recife [Morele volkstelling van Recife] wordt het deterministische discours van deze burgerlijke moraal niet verbonden aan persoonlijke foto’s en verslagen.3 Hier staan huizen, gevels en architectuur centraal in de beelden. Er is nog wel een stad die overleeft in de ruïnes van het modernistische project, dat weliswaar elementen van vooruitgang had, maar ook de burgerlijke katholieke moraal huisvestte die het idee van beschaving verbindt met de castratie van de begeerte.

Aan de andere kant blijft de relatie tussen intieme gestoordheid en de stad onuitgesproken. Het beeld wordt niet verklaard door de geschreven inhoud. Tussen de persoonlijke verhalen met hun morele oordeel, tussen de ruïnes van de modernistische architectuur en zelfs tussen de taferelen van een verlaten club aan het strand die vergezeld gaan van ontwijkende teksten, spelen zich allerlei verhalen over dit noordoosten af, sommige compleet ondoorgrondelijk voor jou en mij, om nog maar te zwijgen van andere ‘noordoostens’ elders die wij niet kunnen zien. De ruimte tussen beeld en tekst in deze werken is als het ware ruimte die tussen mij, de beschouwer en het werk wordt geplaatst. Ik bekijk de platen over volwassenenonderwijs stuk voor stuk en ik geloof wel en niet elk woord dat er staat.4

In dit spannende spel tussen beelden en betekenissen zijn de reacties gemengd. Volwassenenonderwijs is anticonceptualisme. Dit is geen pijp, de stoel is ook geen stoel, niet als teken en ook niet als betekenaar. Toen je platen verschenen – krachtig en geheimzinnig – richtte je je op de praktijk en experimenteerde je met de methode, testte je de aanpak om te zien of die actueel en sterk was of achterhaald. Met ongeletterde, arme vrouwen als doelgroep kon een confrontatie niet uitblijven. Het beeld op de plaat: vier zwarte mannen, zonder hemd, met strooien hoedjes, die met een baal zeulen. Dat kon ‘eenheid’ betekenen, zoals gesuggereerd door het woord onder het beeld. Maar het betekende ‘plundering’. Die mannen waren iets aan het stelen, zei de dame die al tientallen jaren wasvrouw is, die voor dag en dauw opstaat, pas weer thuiskomt als het al donker is, die voor ze naar haar werk gaat het eten klaarmaakt voor haar man en kinderen, hun kleren wast, het povere huis schoonmaakt en dan pas klaar is om aan haar dagtaak te beginnen. Voor haar is eenheid een abstracte, vergezochte zaak. Het beeld betekent plundering. Het beeld betekent eenheid.

Woorden zullen altijd verschillen, zelfs als we dezelfde feiten willen navertellen. Zo zien we dat de geschiedenis zich op vele manieren aan ons voordoet. Als gevangenen van het heden betaamt het ons om nieuwe woorden te vinden, om gebeurtenissen te herschrijven. HoyAyer [GisterenVandaag] gebruikt fragmenten uit een fout Chileens geschiedenisboek waarin de militaire coup van 1973 wordt omschreven als een positieve ontwikkeling in de geschiedenis van het land, terwijl het natuurlijk je reinste propaganda is van het bewind van Pinochet.5 Een serie foto’s daarbij toont geen verontschuldigende beelden, maar een zon die nooit ondergaat.6 De zon als geschiedenis en woorden, tja, die zijn er om eindeloos opnieuw te worden gerangschikt in een nieuwe context, in andere geschiedenissen, nooit iets uitleggend, altijd openstaand voor de Ander.

Net als deze brief aan jou, mijn vriend, die de pretentie heeft om ook andere lezers te bereiken. Omdat schrijven altijd doortrokken is van een of ander mysterie, kon ik niet anders dan jou deze brief schrijven. Die is bedoeld om tegen jou te praten, over mij te praten, in dit noordoosten dat geen kompas- of windrichting is. Ben ik de man van het noordoosten? Ik kijk naar de bevroren gezichten van 4.000 disparos [4000 opnamen] en hoop dat ze niet verdwijnen, dat de geschiedenis ze niet uitwist.7 Dat herinneringen niet bezwijken onder het verstrijken van de tijd en dat ze even goed porteños uit Buenos Aires als noordoosterlingen uit Recife kunnen zijn. Ik hoop voor ze dat mijn blik ze opneemt en dat dat leidt tot klaarheid op het gezicht van dit onderwerp, dat ik zoek in jou.

Liefs,

Júlia

Júlia Rebouças is curator en kunstcriticus te Belo Horizonte, Brazilië. Ze werkt als curator in Inhotim en is co-curator van de 9e Biennale van Mercosul in Porto Alegre.


DIT ARTIKEL IS GEPUBLICEERD IN METROPOLIS M NR 5-2012

  1. Ressaca Tropical [Tropische kater], 2009
    Installatie met foto’s en met pagina’s uit een romantisch dagboek dat in een vuilnisbak in Recife lag. De beelden zijn gemaakt door De Andrade of afkomstig uit de archieven van instellingen of personen.

  2. Amor e Felicidade no Casamento [Liefde en geluk in het huwelijk], 2008
    Installatie waarin De Andrade eigen beelden combineert met pagina’s uit een zelfhulpboek uit 1960 van Fritz Kahn over liefde en geluk in het huwelijk. De foto’s suggereren een voorbij tijdperk, opzettelijk ouder gemaakt door de foto’s te laten beschimmelen.

  3. Recenseamento Moral da Cidade do Recife [Morele volkstelling van Recife], 2008
    Inwoners van Recife vulden een vragenformulier over goede manieren in. De Andrade maakte foto’s van hun huis en hing die op naast hun antwoorden op de nepvolkstelling.

  4. Educação para Adultos [Onderwijs voor volwassenen], 2010
    De Andrade greep terug op schoolplaten uit de jaren zeventig uit een methode om volwassenen te leren lezen en schrijven, ontwikkeld door de onderwijskundige Paulo Freire. De kunstenaar gebruikte deze methode met een groep analfabete volwassenen. Na die confrontatie werden nieuwe betekenissen aan de beelden toegekend.

  5. HoyAyer [GisterenVandaag), 2011
    Afbeeldingen uit Chile Ayer Hoy, een propaganda-uitgave van het bewind van Pinochet, zijn vervangen door 24 foto’s uit een reeks van Emil Schulthess waarin de zon nooit ondergaat.

  6. O Clube [De club], 2010
    Vier beelden van een club aan het strand van Maceió, opgericht in 1964 en in 1990 weer gesloten. Fragmenten uit de autobiografie van de Cubaan Reinaldo Arenas werden door De Andrade aangepast en als bijschrift gebruikt.

  7. 4.000 disparos [4000 opnamen], 2010
    Anonieme gezichten, gefotografeerd in de straten van Buenos Aires worden één voor één getoond. Dit werk is gemaakt in het kader van het project Documento Latinamerica – Condução à Deriva [Latijnsamerikaans document – Al rondrijdend].

Júlia Reboucas

Recente artikelen