metropolis m

Joke Robaard en Camiel van Winkel werken sinds twee jaar samen aan de ontsluiting en representatie van het omvangrijke beeldarchief van Robaard. Afgelopen jaren heeft Robaard al delen van het archief uitgetest in verschillende onderzoeks- en kunstprojecten. Het gezamenlijke project, de video-installatie Assemblage, is momenteel te zien op twee beeldschermen in de studiezaal van Het Nieuwe Instituut in Rotterdam.

De video toont een aaneenschakeling van prachtig fotografisch materiaal uit tijdschriften, kranten en boeken over de periode 1977 tot en met 2007. De omvang en rijkheid van het archief is fascinerend. Ondersteund door een voice-over, wordt in de vorm van een op zichzelf staande reeks termen een koppeling gelegd naar sociale, filosofische en economische ontwikkelingen. Op deze wijze trachten Robaard en Van Winkel het archief te voorzien van nieuwe narratieven.

Noortje van Eekelen

Kunnen jullie iets vertellen over de beweegredenen achter het project? Is er een bepaald statement dat jullie proberen te maken met het project?

Joke Robaard en Camiel van Winkel

Het archief levert het materiaal voor een onderzoek naar de representatie van het geklede lichaam in de gedrukte media vanaf de jaren zeventig. De beelden uit het archief worden voortdurend herschikt en van nieuwe betekenissen voorzien. Hoewel het zwaartepunt ligt bij foto’s uit modetijdschriften en kranten, richt het onderzoek zich niet op mode of modefotografie als zodanig, maar op principes van montage, assemblage en appropriatie zoals die in de moderne cultuur werkzaam zijn.

Het spel van sampling en ontlening wordt in de modebladen in volle openheid gespeeld. Dit maakt de modefotografie tot een geschikt model van culturele appropriatie in het algemeen, een model dat ook voor het denken over hedendaagse beeldende kunst relevant is. De kunst wentelt zich in de mythe van het ‘nu’ – het idee dat het kunstenaarschap altijd iets van dit moment is. Hetzelfde geldt in zekere zin voor de mode. Maar terwijl de kunst zichzelf graag ziet als een lineaire progressie door de tijd, celebreert de mode een cyclische structuur waarin niets echt nieuw is en alles vroeg of laat terugkeert. We kijken naar visuele strategieën van representatie op het punt waar deze lineaire en cyclische structuren elkaar kruisen.

Het aangeklede lichaam in de modefotografie is een montage van kledingstukken, ledematen en attributen. Ook de modefoto zélf kan geanalyseerd worden als een montage van tekens of betekenaars. Gedacht vanuit deze wisselwerking tussen vestimentaire en fotografische montage assembleren we beelden in reeksen, om ze open te breken en een nieuwe betekenis te geven. We selecteren en ordenen de beelden volgens diverse categorieën en rubrieken om zodoende het archief in verschillende richtingen te doorsnijden en open te leggen voor interpretatie. In het verlengde daarvan schrijven we overkoepelende teksten over het geklede lichaam, de geassembleerde mens en de sociale, filosofische en economische betekenissen van stoffen.

Noortje van Eekelen

Hoe is jullie samenwerking tot stand gekomen? Hoe zouden jullie jullie interactie beschrijven?

Joke Robaard en Camiel van Winkel

We hebben voor het eerst samengewerkt bij het Lectoraat Beeldende Kunst van AKV/St Joost, toen Camiel daar lector was. In 2014 hebben we besloten om de draad weer op te nemen. Met hulp van een assistent is het hele archief doorgewerkt en geannoteerd. Er is een selectie van relevante en bruikbare beelden gemaakt die in reeksen zijn geordend, met het oog op de toekomstige boekpublicatie. Aanvankelijk ontstonden er series op basis van bepaalde thematische categorieën, zoals ‘het model en de ander’. Later verschoof het accent naar meer complexe, filmische reeksen, waarbij het beeldkarakter geleidelijk verandert, evolueert en de beelden verschillende thematische of structurele zones doorkruisen. Hierdoor ontstonden er nieuwe genealogieën van kledingvormen.

In een gelijktijdige studie van teksten van onder meer Gaston Bachelard, Jean Baudrillard, Georges Bataille, Georg Simmel, Rem Koolhaas, Roland Barthes en Peter Sloterdijk zijn theoretische elementen bijeengebracht die de duiding van de modebeelden diepte en richting hebben gegeven, waardoor de cultuurkritische dimensie van het project verder is uitgebouwd. Hierbij zijn we over de geijkte rolverdeling tussen kunstenaar en theoreticus heengestapt.

Door het gezamenlijke herschikken van het archief, door de poging daar hedendaagse gedeelde begrippen aan te onttrekken, kunnen we tot nu toe onzichtbare eigenschappen van de geselecteerde beelden opnieuw benoemen en verbeelden. Zo formuleren we een nieuwe verhaallijn, dwars door de domeinen heen.

Het Nieuwe Instituut vroeg ons om een bijdrage te leveren aan het Tijdelijk Modemuseum. We hebben een deel van ons onderzoeksmateriaal daarvoor uitgewerkt tot een videoproductie. Sequenties van pagina’s uit modebladen zijn met een camera afgetast en zo tot een film gemaakt. Je kunt de films zien als een testen van het beeldmateriaal: wat kan een beschouwer echt zien, dwars door de retoriek van de tijdschriften heen.

Noortje van Eekelen

Doordat de beelden als een ketting achter elkaar geplaatst zijn komt het archief over als een vertelling over de laatste dertig jaar, waarvan in principe de chronologie ontbreekt. Was dat ook de intentie?

Joke Robaard en Camiel van Winkel

De video bestaat uit discontinue reeksen die in elkaar overlopen. Er is dus inderdaad geen sprake van een chronologie of een historische ordening. De beelden zijn weliswaar verzameld in een tijdsperiode van grofweg dertig jaar, maar voor de video hebben we ze opnieuw gedistribueerd.

Op het eerste scherm draagt het fotomodel archetypische kledingstukken die steeds opnieuw uit elkaar vallen en vervolgens tot nieuwe assemblages worden samengevoegd. Het is een proces van modulatie en transformatie, deconstructie en reconstructie, waarbij verschillende niveaus van representatie elkaar doordringen. Terwijl de beelden langzaam voorbij trekken, leest een voice-over een tekstcollage van fragmenten uit twee essays over de geassembleerde omgeving en de geassembleerde mens: Junkspace van Rem Koolhaas (2001) en Fetishism and Ideology van Jean Baudrillard (1970). De stem declameert niet, maar leest voor zichzelf, traag en aarzelend, als het ware zoekend naar duiding.

Op het tweede videoscherm komt de leesactiviteit zelf in beeld. Hier zien we hoe het fotomodel theorie vormt: hij of zij leest boeken, tijdschriften en kranten, of poseert zittend of staand voor een boekenkast. De voice-over leest nu de namen van rubrieken uit de catalogus van de fototentoonstelling The Camera as Witness (1967). De mentale leesactiviteit van de beschouwers die voor het beeldscherm staan en trachten te benoemen wat ze zien, wordt zo verbonden met een historisch corpus van algemene ideeën en classificaties.

Noortje van Eekelen

Ik begreep dat jullie momenteel gezamenlijk aan de ontwikkeling van een boekpublicatie in het verlengde van dit project werken. Kunnen jullie daar nog iets meer over vertellen? Gaan we meer zien van het archief?

Joke Robaard en Camiel van Winkel

We zijn bezig een genereus boek te ontwikkelen, dat het hele beeldarchief opnieuw in beweging zet. Ons doel is om modefoto’s als re-enactments van het dagelijks leven in te zetten in filmische reeksen. Daarmee wensen we de beelden te ontdoen van een homogeniserende modische taal; veeleer tonen ze een ecologie van gedrag, constructie en politiek.

De videoinstallatie Assemblage is tot en met 6 mei op werkdagen te zien in de studiezaal van Het Nieuwe Instituut. Verder spreken Robaard en Van Winkel op het symposium Fashion and Philosophy, georganiseerd door Jacques Serrano en Marie-Aude Baronian, dat op 22 en 23 april plaatsvindt in Hotel Droog en aan de UvA. Joke Robaard werkt daarnaast aan een opdracht voor If I Can’t Dance, Amsterdam, in het kader van Editie VI, Event and Duration (2015-2016)

Noortje van Eekelen

is onderzoeker en ontwerper

Recente artikelen