metropolis m

Er is veel goed werk, vindt Ton Kruse die voor ons Art Rotterdam bezocht. Zijn verslag.

Directeur Fons Hof gaf het startschot voor de beurs, met de uitreiking van de NN Group (voorheen Nationale Nederlanden) Award. Uit de goede selectie van genomineerde  kunstenaars, die allemaal in Nederland hebben gestudeerd, werden terecht Florian en Michael Quistrebert gekozen voor de prijs van tienduizend euro. De Quistreberts werden bekend met boeiend werk vanuit patronen. De laatste tijd werken ze aan objectachtige schilderijen waarin lichtpunten zijn aangebracht.

Op de sectie ‘Intersections’ toonde P/////AKT Amsterdam nieuw werk van Johann Arens. De kantoor-installatie is speciaal gemaakt voor deze locatie. De verbleekte vloerbedekking tegels van de locatie en de gebruikte, versleten Herman Miller kantoormeubelelementen sluiten naadloos op elkaar aan. Arens gebruikte verder staanders voor microfoons of speakers en isolatiemateriaal voor buizen. Het ontbreken van personeel geeft het werk een status van verlatenheid of onaf-heid. Er mist iets. De autonomie van dit kunstwerk stelt zichzelf ter discussie en heeft de performatieve actie nodig van kantoorpersoneel om tot leven te komen. Als beschouwer denk je deze erbij, verlang je ernaar het werk ‘in gebruik’ te zien en ervaren.

Buiten word ik getroffen door een ontroerend werk van Susan Philipsz. Door de oude luidsprekers waarmee personeel van de fabriek vroeger werd toegesproken, horen we zo nu en dan een vrouwenstem, zacht, enkele popsongs zingen. Wat jammer is het nu dat de omgeving verder ook is ingevuld met kunstwerken, die eigenlijk allemaal nogal ‘in your face’ zijn: protserig. Het ontroerende van het werk  van Philipsz zit ‘m erin dat de teksten van deze popsongs door de persoonlijke stem, in al zijn onprofessionaliteit en onvastheid, opeens weer ‘gefigureerd’ worden. Tegelijk blijft de stem natuurlijk slechts stem, en zien we Philipsz niet in persoon. De aan formules en ontwerpstrategieën gebonden popmuziek, en de aan kitsch onderworpen weltschmerz van de teksten, worden opeens betekenisvol in het hier en nu. Er ligt een melancholie in verscholen, in het voorbij gaan en vervliegen van de woorden en wijsjes van alweer voorbije tijden, op dit museaal geconserveerde fabrieksterrein. Het is de slaafse en verdovende ‘cultuur’ van fabrieksarbeiders, deze liedjes, arbeidsvitaminen, die niettemin in hen leefde.

Johann Arens

De beursvloer is druk bezet door een groot aantal galeries. Ook op deze preview wordt er al druk gehandeld. Doordat er veel galeries uit andere Europese landen op deze beurs staan ontstaat een iets breder beeld van de hedendaagse kunst. Hoewel de nadruk, meer dan sterk, ligt op de commerciële kunstmarkt. Het werk dat wordt aangeboden heeft dát gemeen, dat de toegelaten galeriehouders verwachten er goede deals mee te kunnen maken. Hierom is het traditionele tweedimensionale werk voor aan de muur, liefst niet te groot want daardoor wordt een werk duur in aanschaf, en in mindere mate het traditionele driedriedimensionale werk (niet alleen voor aan de muur, maar wel het liefst van bescheiden formaat voor de vensterbank, tafel of plank) oververtegenwoordigd.

Ik sprak kunstenaar Frido Evers, op de beurs vertegenwoordigd bij Cinnnamon (new art), en we waren het erover eens dat de kwaliteit van het werk op de beurs hoog is, alsmede dat van de galeries. Het commerciële doel van een beurs beperkt de kwaliteit tegelijk wel degelijk, zoals onlangs ook Martin van Vreden (van tegenboschvanvreden) zei in de NRC: ‘Inhoudelijk spannende presentaties zitten er (…) nauwelijks in. Beurzen worstelen (…) met performances, video en installaties.’ Maar ook hier, bij de sectie ‘projections’ (alle secties op de beurs kregen een dergelijke snappy, Engelse titel – dat is ook marketing) is dit effect merkbaar. Werk met ‘n ‘mooie’ esthetiek is oververtegenwoordigd, terwijl de ‘mooiheid’ (uitgebalanceerd, uitgewerkt, tonaal prettig en toegankelijk qua structuur) eigenlijk altijd platgetreden paden volgt, en daardoor inhoudelijk én esthetisch (want die twee zijn één in de beeldende kunst) minder boeiend is.

Bosse & Baum (Londen) toont echter bij ‘projections’ drie sterke werken van Molly Palmer. Palmer’s werk is ‘geestig’ in de dubbele betekenis van zowel geestrijk als grappig. Het interessante ervan is o.a. dat onder meer Palmers werk gebruik maakt van zowel een lineair verloop (een narratie) als van beeld dat in één keer spreekt. Het werk heeft door het gebruik van gesproken teksten ook een  dimensie die aan de esthetiek ontstijgt.

PSM uit Berlijn toont een installatie van Catharine Biocca. Een steen en een vliegend tapijt voeren een conversatie die de steen niet onberoerd laat. Biocca maakt gebruik van een cartooneske esthetiek, en de situatie die ze bewerkt draait om communicatie en wederkerigheid.  

Molly Palmer Bosse & Baum London

Op ‘new art’ werk van Rachel Lowe bij Narrative Projects uit Londen. Lowe zet de beschouwer op een zoektocht naar de relatie tussen beeld en geluid, en tussen beeld en toegevoegd beeld. Zo is er een video waarbij in een snel ritme foto’s van handen getoond worden. Een klik-geluid is toegevoegd. Als beschouwer probeer je de relatie tussen de twee grootheden te vinden, maar zo gauw je die denkt te vinden, verglijdt deze alweer. Een andere video toont het landschap door het raam van een trein. Op het glas wordt getekend. Ook daar zoek je als beschouwer naar de relatie tussen deze twee zaken.

Rachel Lowe bij Narrative Projects London

Rachel Lowe bij Narrative Projects London

Bij ‘Prospects en Concepts’, waar het Mondriaan Fonds een selectie toont van kunstenaars die ze heeft ondersteund is Bert Scholten aanwezig om zijn werk uit te voeren. Scholten baseert zich op de minstreel: door elektronische muziek ondersteund vertelt en zingt hij z’n verhaal. Het abstracte taalconcept vormt een beeld in de verbeelding van de beschouwer. Scholten is volstrekt pretentieloos zonder dat dit af doet aan zijn werk. Hier is hij vooral performatief bezig, maar ook zijn grafische werk, en zijn tekenen en schilderen heeft hetzelfde ‘geestige’ niveau.

De lichtbakken van Otto Kaan over het tentoonstellen van kunstwerken en onze perceptie daarvan.

Otto Kaan

De foto-grafiek van Lucian Wester gaat een boeiende dialoog aan met de loods waar het getoond wordt. Wester brengt het ‘werkachtige’ terug in de fotografie, door het werk in verschillende procedés te hernemen. Bijzonder is dat het werk op gewoon papier is gedrukt en Wester geen zogenaamde c-prints maakt.

Een andere kunstenaar die vooral werkt met fotografische media is Katja Mater. Ze toont enkele boeiende werken bij Martin van Zomeren (main section).

Lucian Wester

Katja Mater bij Martin van Zomeren

Het schilderwerk van Laurens Stok op ‘prospects’ valt op door zijn traditionaliteit, of – zo u wil – conventionaliteit. Ik bedoel daarmee: het is ‘gewoon’ geschilderd op doek, met ‘gewone’ olieverf. Toch is het uniek en bijzonder werk, dat opvalt door het directe gebaar. Het gaat bij Stok om het gebeuren van het schilderen, het autonome werk en om de relatie ervan tot de aanleiding: dat wat hij ‘zag’.

Bij Onrust (main section) toont Robert Zandvliet enkele redelijk recente werken. Zijn schilderen heeft een soortgelijke grond als Stok. Anders dan Stok heeft Zandvliet zichzelf beperkt tot de directheid en de transparantie van het onmiddellijke schildergebeuren. Bij hem ‘moet’ het werk er per se in één keer zijn, waar Stok zichzelf ook ongehoorzaam toont aan zijn uitgangspunten. 

Ander schilderwerk op de beurs komt van Gé Karel van der Sterren. Van der Sterren is zijn schilderkunstige uitgangspunten sinds zijn afstuderen aan de Aki (de destijds geziene academie van Enschede) trouw gebleven. Het spel van het schilderachtige handschrift brengt hij in contrast met het onpersoonlijke. In het begin deed hij dat door heel strakke en gladde oppervlakten aan te brengen naast zeer pasteuze, maar in later werk vooral door verf in min of meer toevallige processen te laten wolken en vlekken naast figuratieve onderdelen. Zijn werk heeft altijd een maatschappijkritische toon gehad, die soms wat te expliciet wordt, maar die in werk zoals hieronder subtiel werkzaam is.

Laurens Stok

G.K. van der Sterren

Martijn Schuppers toont bij Roger Katwijk zijn typerende schilderwerk dat gekenmerkt wordt door onpersoonlijke en toevallige processen. Schuppers’ werk  is typerend voor het werk dat ‘het goed doet’ op een beurs. In Schuppers’ werk draait het om effecten die de materialen die hij gebruikt veroorzaken in wat wel genoemd wordt: de perceptie. Hij laat verfachtige materialen en pigmenten door procedés illusies oproepen van dieptewerking. Een opstelling van hem hier maakt gebruik van black light, waardoor opnieuw een effect zichtbaar wordt in door hem gebruikt materiaal. Juist dergelijk werk maakt dat sommigen momenteel wel spreken over de alchemie van de kunstenaar.

Martijn Schuppers bij Katwijk

In het verlengde van het werk van Schuppers ligt schilderachtig werk dat eveneens draait om effecten van wijzen van gebruik van materialen.. Van den Berghe uit Goes had een bijzonder sterke presentatie van werk van P.B Van Rossem, Regine Schuman en Wolfgang Ellenrieder. Werk dat zonder meer gaat om ‘mooi’: bijzonder en gevoelig materiaalgebruik en een Zero-achtige esthetiek.

PB van Rossem

Bij Slewe dit van Joris Geurts:

Bij Lullin + Ferrari dit van Pieter Vermeersch:

Harm van den Dorpel is goed vertegenwoordigd op de beurs bij Upstream Amsterdam, die alleen maar videowerk toont,  en bij Neumaster Bar-Am uit Berlijn. Hij onderzoekt in zijn recente werk het abstracte beeld als zijnde kleur, vorm, lijn en stip, en maakt daarbij gebruik van computerprogramma’s die zijn input random inzet in verschillende constellaties. Van den Dorpel selecteert uit het ontstane bestand van mogelijkheden werken die hij fysiek ‘maakt’. Deels ook met gebruik van printers en dergelijke computergestuurde procedés. De werken laten zich door de spiegelende oppervlakten moeilijk fotograferen.

Harm van den Dorpel

Tenslotte noem ik nog een sterk werk van Gabriel Lester bij Fons Welters, dat gebaseerd is op een passage uit een brief van Vincent van Gogh: ‘ik wil iets van verre, als een vage herinnering die door de tijd zwakker is geworden’. Een lichtbak met een videoprojectie.

Fons Welters

Gabriel Lester bij Fons Welters

Art Rotterdam is nog tot en met zondag 12 februari te bezoeken

Ton Kruse

is beeldend kunstenaar

Recente artikelen