metropolis m

Deze week overleed ze in haar woonplaats Portland: Ursula K. Le Guin beweegt zich in haar werk tussen toekomst en verleden, sciencefiction en antropologische fantasy. Haar politiek beladen, feministisch gekleurde boeken geven de lezer zicht op een werkelijkheid waarin machtstructuren zoals we die vandaag de dag kennen worden geëxtrapoleerd en verplaatst naar nieuwe situaties. Dat levert een radicaliteit op die soms afschrikt, maar biedt ook zicht op een wereld waarin meer mogelijk is dan we nu vaak denken.

Tijdens de toespraak van Ursula K. Le Guin op de National Book Awards in 2014 sprak ze over de noodzaak voor schrijvers om hoop te geven en alternatieve realiteiten voor te stellen voor de wereld waarin we leven, ‘writers who remember freedom’. Haar toespraak was een kritiek op de uitgeverswereld en een oproep aan een jongere generatie schrijvers die is opgegroeid in een tijdperk dat gekenmerkt wordt door inkomensongelijkheid, verslaving aan technologie en politieke instabiliteit. De schrijver gaf hoop door te zeggen: ‘We live in capitalism. Its power seems inescapable. So did the divine right of kings.’

De aanval van Le Guin op het kapitalisme raakte een gevoelige snaar en haar toespraak ging viral op het internet. Maanden later publiceerde Vice een populair stuk uit haar voorwoord bij een verzameling essays van de anarchistische theoreticus Murray Bookchin. Het voorwoord prijst het verzet van Bookchin tegen het grow-or-die-kapitalisme en zijn hoop op de confrontatie met klimaatverandering als een manier om de hiërarchieën van gender, ras en klasse en de overheid te herstructureren. Als pionier op het gebied van de speculatieve fictie, dat gezien wordt als een genre dat de grenzen tussen de sciencefiction en fantasy vervaagt, is Le Guin een uitgesproken activist die zich inzet voor sociale verandering.

Le Guin is geboren en opgegroeid in Berkeley, Californië als dochter van de antropologen Alfred en Theodora Kroeber, de bekend zijn geworden door hun werk met Ishi, het laatst overgebleven lid van de Yahi-stam. Le Guin studeerde Franse en Italiaanse literatuur aan de universiteiten van Radcliffe en Columbia en verhuisde later naar Parijs met een Fulbrightbeurs. Ze ontmoette daar haar man, de historicus Charles Le Guin. Ze vestigden zich in Portland, Oregon en kregen drie kinderen.

Le Guin is een stille activist. Ze maakt nieuwe werelden zoals zij ze wil hebben. In de jaren zestig waren sciencefiction en fantasy voornamelijk het domein van heteroseksuele, blanke mannen die leefden in een eurocentrische wereld met vaststaande ideeën over goed en kwaad. Haar succesvolle fantasyserie voor jongeren Earthsea, vertaald als Aardzee in het Nederlands, is geschreven vanuit een vrij traditionele fantasy invalshoek. Het volgt een jonge, ongetrainde tovenaar van zijn kindertijd in een klein middeleeuws vissersdorpje tot zijn opleiding aan een grote toverschool en tijdens zijn zoektochten om zijn kracht te begrijpen en goed te doen in de wereld. Le Guin beschrijft het plot, waarin ze de lezer eerst genoeg tijd geeft om zichzelf met de jonge tovenaar Ged te identificeren voordat ze terloops zijn rood-bruine huidskleur noemt, als ‘evil activist’.1

De eerste roman uit die serie, A Wizard of Earthsea, werd gepubliceerd in 1968 en richtte zich op het blanke Amerikaanse en Europese publiek, aangezien de fantasy- en sciencefictionlezers toentertijd voornamelijk blank waren. De protagonisten waren over het algemeen blanke mannen die volgens christelijke, kolonialistische logica handelden, de slechteriken waren bijna allemaal gekleurde mensen, monsters of aliens. Earthsea draaide dit script om zonder er nadruk op te leggen en probeerde de vooroordelen te ondermijnen en fantasy toegankelijk te maken voor het jonge, gekleurde publiek dat nog nooit een plek voor zichzelf in die wereld had gevonden.

Le Guin schiep nieuwe culturen en werelden uit het niets, om te voorkomen dat men het vermoeden kreeg dat ze voor een gemarginaliseerde cultuur sprak, terwijl ze tegelijkertijd een plek creëerde voor gekleurde mensen. Maar haar subtiliteit maakt niet dat haar acties onopgemerkt zijn gebleven. Zo werd Earthsea bewerkt voor televisie in de Verenigde Staten en werd er een animefilm gemaakt door de beroemde Japanse Studio Ghibli. In beide gevallen liet Le Guin haar frustratie duidelijk horen over het feit dat haar protagonisten werden ‘witgewassen’. Zo werd in de miniserie van Syfy Ged gespeeld door een jongen met blond haar en blauwe ogen, en bestond een meerderheid van de cast uit blanken die een voornamelijk​​ niet-blanke beschaving moesten uitbeelden. Le Guin schreef in Slate kort na de eerste uitzending: ‘I didn’t see why everybody in science fiction had to be a honky named Bob or Joe or Bill… Whites are a minority on Earth now—why wouldn’t they still be either a minority, or just swallowed up in the larger colored gene pool, in the future?’2

[blockquote]’To me, fantasy isn’t wishful thinking, but a way of reflecting, and reflecting on reality’

In de tweede roman uit de serie, The Tombs of Atuan, heeft een vrouw de hoofdrol. Een opzettelijke keuze van Le Guin om de lacune op dat gebied binnen de fantasy uit die periode op te vullen. Tenar is het jongste kind uit een boerenfamilie, opgevoed door een sekte als een gereïncarneerde godin met een ultieme macht over haar onderdanen, maar die nog volkomen gevangen zit in een archaïsche tempelhiërarchie. In het nawoord van de herdruk van de roman uit 2012 reflecteert Le Guin op de twee machtstypen: de macht over en de macht om te doen en te scheppen. Ze erkent dat het Tenar, althans in haar rol als godheid, volledig ontbreekt aan macht om te scheppen. Ze gebruikt dit om te reflecteren op de beperkingen van fantasy als genre: ‘In such a world, I could put a girl at the heart of my story, but I couldn’t give her a man’s freedom, or chances equal to a man’s chances. She couldn’t be a hero in the hero-tale sense. Not even in a fantasy? No. Because to me, fantasy isn’t wishful thinking, but a way of reflecting, and reflecting on reality.’

De wereld van Earthsea omvat in totaal zes romans en een aantal korte verhalen – met inbegrip van een nieuw verhaal uit een compilatie dat voor de vijftigste verjaardag zal worden gepubliceerd. Haar realistische fictie speelt zich grotendeels af in het fictieve land Orsinia, ergens in Centraal-Europa. Ondanks het feit dat het steviger geworteld is in de historische werkelijkheid, deelt het de speculatieve kwaliteit die als rode draad door het werk van Le Guin loopt. En ten slotte is er de sciencefictioncyclus over Hainish, die strikt genomen geen literair saga is zoals Earthsea waarin plotten en personages terugkomen, maar eerder een universum waarin romans en verhalen een gedeelde geschiedenis en logica hebben.

De Hainish-cyclus bestaat uit korte verhalen en romans geschreven in de loop van vier decennia. Het omvat menselijke beschavingen verspreid over tientallen planeten, waaronder de aarde, die zijn gekoloniseerd door de Hain, mensen wier samenleving lang geleden is ingestort. Afstand, tijd, de evolutie en de mogelijke genetische manipulatie hebben geleid tot wilde, diverse samenlevingen en biologieën, en in veel van de Hainish-verhalen is het nastreven van het herstel van een verbinding en een verbond met de verschillende planeten onderwerp.

De Hainish-verhalen behoren ogenschijnlijk tot de sciencefiction, want er is sprake van aliens en interstellaire ruimtevaart, maar ze lezen eerder als antropologische studies of politieke allegorieën. En omdat veel van de verloren werelden de thuisbasis zijn van primitievere samenlevingen met een rudimentaire technologie (en soms magie) voelt het universum aan als fantasy. Sciencefictionpuristen zijn het niet eens met de indeling van Le Guin binnen de sciencefiction, want ze heeft weinig belangstelling voor de wetenschap. Maar desondanks onderscheidt Le Guin hightech van het alledaagse, de technologie die zo alledaags is geworden dat we het niet meer zien en die vorm geeft aan onze maatschappijen. Naar aanleiding van een aanval door een scifipurist op haar gebrek aan interesse in de wetenschap – die, het is onnodig om te zeggen, overkomt als een op gender gebaseerd aanval– schreef ze: ‘Its technology is how a society copes with physical reality: how people get and keep and cook food, how they clothe themselves, what their power sources are (animal? human? water? wind? electricity? other?) what they build with and what they build, their medicine–and so on and on. Perhaps very ethereal people aren’t interested in these mundane, bodily matters, but I’m fascinated by them, and I think most of my readers are too. Technology is the active human interface with the material world.’3

[blockquote]’Technology is the active human interface with the material world’

The Left Hand of Darkness, die de prestigieuze sciencefiction Hugo en Nebula Award in 1970 won, is Le Guin meest gevierde roman, alom geprezen om zijn fantasierijke, complexe en emotionele herbeschouwing van gender en seksualiteit. De roman, die op een ijzige planeet genaamd Gethen plaatsvindt, volgt een Hainish-vertegenwoordiger van de aarde, een zwarte man genaamd Genly Ai, die gedurende enige tijd op de planeet woont in een poging de Gethenians te overtuigen om mee te doen aan de Hainish-confederatie Ekumen. Van de Gethenians wordt gedacht dat ze het resultaat zijn van oude genetische experimenten door de Hainish. Ze zijn biologisch en seksueel androgyn. Sekseverschillen ontwikkelen zich enkel tijdens een maandelijkse ‘kemmerperiode’. Tijdens de kemmer zonderen mensen zich af in kemmerhuizen. Gethenians kunnen zich manifesteren als mannelijk of vrouwelijk tijdens de kemmer en voelen zich aangetrokken tot en slapen met beide geslachten, en zijn zelden voorbestemd voor één geslacht.

Genly brengt tachtig dagen samen door tijdens de oversteek van onvruchtbaar ijs met de enige Gethenian die hij zo ver heeft gekregen om een ​​relatie met hem aan te gaan, een diplomaat genaamd Estraven. Genly geeft alle Gethenians die niet in hun kemmer zijn het mannelijk geslacht door het gebruik van mannelijke voornaamwoorden. Tijdens hun reis ziet Genly de eerste kemmerperiode van Estraven en merkt op: ‘En ik zag toen opnieuw, en voor altijd, dat waar ik altijd bang voor was geweest om te zien, en deed alsof ik het niet aan hem zeg: dat hij een vrouw en een man was. Elke noodzaak om de oorzaken van die angst te verklaren verdween met de angst; waarmee ik achterbleef was, uiteindelijk, de aanvaarding van hem zoals hij was. Tot dan toe had ik hem afgewezen, ik weigerde hem zijn eigen werkelijkheid… Ik wilde hem mijn vertrouwen niet geven, mijn vriendschap met een man die een vrouw was, een vrouw die een man was.’

Le Guin heeft vele malen commentaar gegeven op de keuze om het mannelijke voornaamwoord als het standaard voornaamwoord voor de aseksuele Gethenians te gebruiken. Ze betreurt haar beslissing voor het mannelijke voornaamwoord, dat ze vroeger als genderneutraal zag. In het nawoord uit 1994 van de roman neemt ze deel aan een doordachte discussie over genderbepaalde voornaamwoorden en de situatie waarin ze geplaatst werd door het gebruik van de Engelse taal bij het schrijven van het boek. Ze verwierp verzonnen voornaamwoorden omdat ze te afleidend zijn, en ziet ‘zij’ als te meervoudig (een standpunt dat ze niet langer verdedigt, ze heeft zich uitgesproken over de stijfheid van grammatici), maar uiteindelijk eindigt ze met: ‘The book stands. I stand with it, and with its many, many readers, who have not allowed the obstinacy of pronouns to keep them from a vision of genderless justice or the dream of two as one,… life and death, lying together like lovers in kemmer, like hands joined together, like the end and the way.’

Maar de leidraad in het werk van Le Guin, die ten grondslag ligt aan haar strijd voor raciale en gendergelijkheid, is haar geloof in anarchisme als het mechanisme van een rechtvaardige en gelijke samenleving. Anarchisme wordt het duidelijkst behandeld als onderwerp in The Dispossessed, een verhaal dat plaatsvindt in een systeem met twee bewoonde planeten waarvan er één wordt bestuurd met een vorm van kapitalisme zoals de Amerikaanse lezers het kennen, doordrongen van overdaad en ongelijkheid, en de andere planeet de thuisbasis is van een jonge rebellerende anarchistische maatschappij die gezien kan worden als een combinatie van de Sovjet-Unie en de Israëlische kibboetsen.

Het bestuursorgaan van de Hainish, het Ekumen, is een losse confederatie van samenlevingen die hun verschillen vieren terwijl ze de gelijkheid bewaken. Enigszins vergelijkbaar met de Prime Directive van Star Trek – waarbij het de gezagvoerders van een sterrenschip en hun bemanning verboden wordt om buitenaardse beschavingen hun eigen waarden op te leggen -, is de Ekumen nauw verbonden met de politieke filosofieën van de fundamentele anarchist Peter Kropotkin, evenals de ideeën van Bookchin over democratisch confederalisme.

Le Guin werkt in verschillende genres en media; haar oeuvre omvat romans, korte verhalen, poëzie, een vertaling van taoïstische werk, kinderboeken en muziek. Ze schept nevelachtige werelden in tijd en ruimte. Earthsea is de meest coherente van die werelden, met plattegronden en verhaallijnen, terwijl het Hainish-universum zich doelbewust richt op de postkoloniale planeten van het versplinterde Hainish-imperium, met verhalen verspreid over de Melkweg en door de tijd heen. Le Guin heeft nooit een ontstaansverhaal of genealogie geschreven voor het Hainish-universum, waardoor er oneindig meer werelden mogelijk zijn.

Nog veelzeggender is het feit dat Le Guin nooit iemand is geweest die zich heeft geconcentreerd op de ontwikkeling van een plot. Ironisch genoeg is het anarchistische The Dispossessed haar meest overtuigende boek met het strakste plot. Het grootste deel van haar korte verhalen zijn echter meer vignetten die een indruk geven van het leven van mogelijke mensen die mogelijke werelden bewonen. Door zich te richten op het leven van haar personages en hun strijd om de structuur van de beschavingen die zij bewonen te begrijpen, geeft Le Guin ruimte aan eenieder om zijn eigen weg te vinden in de wereld waarin hij of zij leeft.

DEZE TEKST IS GEPUBLICEERD IN METROPOLIS M Nr 6 2016-17 TIMELESS. STEUN METROPOLIS M, NEEM EEN ABONNEMENT. ALS JE NU EEN JAARABONNEMENT AFSLUIT  STUREN WE JE HET LAATSTE NUMMER GRATIS OP. MAIL JE NAAM & ADRES NAAR: [email protected] (ovv actie boekenweek)

B. Taylor is schrijver en muzikant, New York – deze tekst is tot stand gekomen in samenwerking met Karen Archey – uit het Engels vertaald door Loes van Beuningen

 

1. http://www.newyorker.com/books/book-club/first-contact-a-talk-with-ursula-k-le-guin

2. http://www.slate.com/articles/arts/culturebox/2004/12/a_whitewashed_earthsea.html

3. http://www.ursulakleguin.com/Note-Technology.html

4. http://www.wired.com/2012/07/geeks-guide-ursula-k-le-guin/

B. Taylor

is kunstenaar, producer, schrijver en spreker

Recente artikelen