metropolis m

Met 163 kunstenaars op meer dan veertig locaties opende dit weekend in Athene het eerste deel van documenta 14 voor het grote publiek. Laura Herman bezocht de tentoonstelling en geeft haar eerste indrukken (in 45 foto’s). In het juni/julinummer van Metropolis M zal zij dieper op de tentoonstelling ingaan.

Dit weekend opende in Athene het eerste deel van de langverwachte documenta 14 voor het grote publiek. Om het tweede deel in Kassel te bezoeken is het nog even wachten tot 10 juni. Onder leiding van de Poolse artistiek directeur Adam Szymczyk en het zevenkoppige team van curatoren bracht Learning From Athens maar liefst 163 kunstenaars samen in meer dan veertig locaties in en rondom de Griekse hoofdstad. De politiek getinte keuze om de vijfjaarlijkse megatentoonstelling te laten plaatsvinden in Athene in tijden van economische crisis en de vluchtelingenproblematiek werd – vooral onder de Grieken – met scepsis ontvangen, maar ook met veel nieuwsgierigheid. Hoe ging dit Leren van Athene en het Globale Zuiden dan precies in zijn werk? Tot kort voor de opening hield Szymczyk de lippen stijf over de plannen en lijst van deelnemende kunstenaars. Dat zorgde voor een verrassingseffect, maar leidde ook tot veel vragen. Met weinig introductie en bemiddeling heerste er een collectief gevoel van desoriëntatie en gebrek aan houvast onder bezoekers. De locaties waren moeilijk te vinden, veel kunstenaars minder bekend. Allemaal bewuste keuzes, aldus het artistieke team.

Tijdens de persconferentie in de Megaron concertzaal, introduceerde Szymczyk het motto ‘learning to unlearn’ als één van zijn uitgangspunten voor deze documenta. Een gebrek aan voorkennis en structuur moet de bezoeker in staat stellen om onbevooroordeeld met een open vizier naar de wereld te kijken. Een veronderstelling die als elitair bestempeld zou kunnen worden, maar ook als bevrijdend principe. Als bezoeker maak je zelf de tentoonstelling. Je bent betrokken en geïmpliceerd. Niet het overzicht doet er toe, wel de multitude aan stemmen. Niet de integrale kennis, wel de polyfonie. In de Megaron lieten alle deelnemende kunstenaars zich collectief horen in een uitvoering van Epicycle (1968), een compositie van de Griekse componist Jani Christou. Een veelheid aan verschillende klanken vulde de ruimte. Die rijkdom aan internationale posities blijkt dan ook al snel de sterkte te zijn van documenta 14. In tegenstelling tot voorgaande edities wordt deze tentoonstelling niet overstemd door een uitgesproken tentoonstellingsstijl, format of aanpak. Integendeel: de transversale lezing van de complexiteit en gelaagdheid van verschillende realiteiten, zowel persoonlijk als politiek, vormt hier het belangrijkste uitgangspunt.

Een beknopt overzicht:

Er mag dan op het eerste gezicht weinig leidraad zijn, de curatoren namen overduidelijk de functie, architectuur en geschiedenis van de vier hoofdlocaties als hun thematische ankers. Het nationaal museum voor hedendaagse kunst (EMST) dat onlangs opnieuw opende in de voormalige Fix-brouwerij, vlakbij de Akropolis, bezit een indrukwekkende collectie Helleense en internationale hedendaagse kunst waarvan ruim tweehonderd werken binnenkort in het Fridericianum te zien zullen zijn. In het EMST maakten de curatoren in nauwe samenwerking met het museumteam een omvangrijke tentoonstelling over alternatieve productieprocessen en materialen geïnspireerd op de langwerpige, ononderbroken architectuur van het fabrieksgebouw. Inheemse maakprocessen zien we onder meer op de benedenverdieping in een uitgebreide collectie maskers van de onlangs overleden Beau Dick, een Canadese kunstenaar en activist van de kwakwaka’wakw stam in Noordwest-Canada. Tales of the Copper Cross Garden, Episode I, een film van de Congolese kunstenaar Sammy Baloji toont dan weer het productieproces van koperdraad, gealterneerd met teksten in drukletters die een commentaar leveren op de kolonisatie van Katanga. Op grote, witte balken presenteert Dale Harding, een inheemse kunstenaar uit Queensland, een inventaris van geproduceerde artefacten die betrekking hebben op zijn eigen familiegeschiedenis, maar die als fetisj-achtige objecten op sokkels ook op kritische wijze verwijzen naar de stereotypering en omkadering van inheemse historische voorwerpen. Zo lijkt het wel alsof in EMST er erg veel nadruk gelegd wordt op de verhalen van minderheden, onderdrukte bevolkingsgroepen en inheemse volkeren. Vreemd genoeg komt de economische situatie van Griekenland hier nauwelijks aan bod.

In het conservatorium van Athene (Odeion), gevestigd in een prachtige, horizontale open architectuur, speelt de muzikale score de hoofdrol, waarbij de curatoren het concept van het ‘continuüm’ van de Griekse modernistische componist Jani Christou als leidraad namen om tot een open, improvisatorische en gelaagde presentatie te komen. Met referenties aan de functie van het gebouw, maar ook aan de rol die muziek speelde doorheen de Griekse geschiedenis, komt dit onderdeel van documenta 14 over als het meest consistente. Ook het thema van muziek als universeel instrument voor verzet en onderdrukking blijkt een rode draad, zoals te zien in de installatie van de Turkse kunstenaar Nevin Aladağ, een muziekkamer waarin huiselijk objecten tot muziekinstrumenten omgevormd zijn: een stoel wordt een gitaar, een tafel wordt een drumstel. De huiskamer als score waarin het lichaam letterlijk geïnstrumentaliseerd wordt. Buiten weerklinken de geïmproviseerde live-gezangen uit een installatie van de Noorse kunstenaar Joar Nango, een mobiel podium vervaardigd aan de hand van materialen en technieken van inheemse volkeren uit de hele wereld. De nomadische, improvisatorische levensstijl wordt voorgesteld als een alternatieve utopie. Minder utopisch is dan weer het werk van de Nigeriaan Emeka Ogboh, een imposante installatie in een kaal, betonnen auditorium: een vertaling van de financiële crisissen van 1929 tot vandaag naar een muzikale score.

Het Benaki Museum dat in 1930 werd opgericht door Antonis Benakis staat bekend om haar enorme bibliotheek en collectie van liefst 500.000 objecten uit de antieke Oudheid en de Islamitische, Afrikaanse en Chinese kunst. In deze tentoonstelling ligt de focus op alternatieve benaderingen tot de museologie; dat zien we onder meer aan de experimentele manieren waarop de kunstenaars hun verhalen overbrengen. In deze locatie is de meest memorable bijdrage ongetwijfeld een installatie bestaande uit meer dan zestig kleine schilderijtjes van de Congolese schilder Tshibumba Kanda Matulu (1947–1981) – een beeldverslag van de traumatische koloniale en politieke geschiedenis van de provincie Katanga in de Democratische Republiek Congo, waarbij alledaagse taferelen worden afgewisseld met scenario’s van militair imperialisme en politieke corruptie. Op uitnodiging van curator Vivian Ziherl, ging Gordon Hookey, een kunstenaar van Aborigine afkomst, in dialoog met Tshibumba’s werk. Een verdere reflectie op de praktijk van de dekolonialisering van de schilderkunst, zo werd gezegd in een interessant en aangrijpend gesprek tussen de kunstenaar, Ziherl en Hendrik Folkerts als deel van het educatief programma van documenta 14. Die reflectie vertaalde zich naar een reeks monumentale muurschilderingen (MURRILAND!, 2016-), een mix van de inheemse orale vertelcultuur en het overheersende koloniale verhaal dat Queensland nog steeds domineert.

De focus op leerprocessen blijkt al uit de titel Learning from Athens, maar komt ook duidelijk terug als belangrijk speerpunt in de Atheense School voor Schone Kunsten (ASFA) waar kunstenaars experimenteren met alternatieve vormen van educatie, pedagogiek en onderwijs. Hoe kunnen we onszelf anders organiseren en welke andere, niet-westerse modellen bestaan er om te ontsnappen aan een dominante neoliberale logica? De meest in het oog springende installatie is Experimental Education Protocol, Delphi, een onderdeel van een alternatief onderwijsmodel ontwikkeld door de Griekse kunstenaar Angelo Plessas. Het model houdt in dat per educatieve sessie gefocust wordt op een specifieke case study met als onderwerp een interessante of ongewone situatie. Zo nam Plessas hier Maria Zamanou-Mickelson als zijn onderwerp, een vermeende spion die tijdens de tweede wereldoorlog – net zoals het Orakel van Delphi de bewegingen van vogels aflas om voorspellingen te maken – de bewegingen van Duitse vliegtuigen uit de lucht in kaart bracht.

Naast de vier hoofdlocaties zijn er uiteraard ook tal van kleinere satelliet locaties die je kan bezoeken, zoals onder meer de haven van Piraeus of een voormalige drukkerij waar Otobong Nkanga een zeepfabriekje startte – een kleinschalige productie van zeep gemaakt van oliën die verhalen uit verschillende streken in Afrika, het Midden-Oosten en Europa in zich dragen. Naast het educatief programma van lezingen en debatten onder leiding van Arnisa Zeqo, initieerde ook de Spaanse filosoof Paul B. Preciado ‘The Parliament of Bodies’, een performatief en kritisch publiek programma dat de rol van documenta als deel uitmakend van een neoliberale globale economie wil bevragen. Tijdens het openingsweekend kon je op een boot die langs de kust van Athene en de haven van Piraeus voer discussies volgen over de complexe politieke geschiedenis van het Mediterraans zeegebied en de paradoxen van een hedendaags mondiale kapitalisme. Zowel het educatief als theoretisch programma lopen nog door in Athene en verhuizen ook in juni naar Kassel.

Soap Factory Otobong Nkanga

Boot Parliament of Bodies

Performance Ross Birrell

MEER OVER DOCUMENTA 14 IN METROPOLIS M Nr 2-2017. EIND DEZE WEEK IN DE WINKEL. STEUN METROPOLIS M. ALS U NU EEN JAARABONNEMENT AFSLUIT STUREN WIJ U DIT NUMMER GRATIS OP. MAIL UW NAAM EN ADRES NAAR [email protected] (ovv actie nr 2)

documenta 14 Athens, 8.4 t/m 16.7.2017 – www.documenta14.de

Recente artikelen