metropolis m

presentatie Johannes Büttner, De Ateliers, Open Studios, 2017

Dit jaar opent De Ateliers voor de twaalfde keer de deuren voor het grote publiek onder de naam Offspring. Curatoren Martijn Hendriks en Lara Almarcegui hebben deze editie de titel Deep State gegeven. De term valt regelmatig sinds het aantreden van Donald Trump als president van de Verenigde Staten. Het concept beschrijft het beangstigende idee dat niet gekozen politici, maar een mysterieuze groep mensen achter de schermen de politieke touwtjes in handen heeft. Politiek is in de tentoonstelling echter minder expliciet dan de titel doet vermoeden. Wat de curatoren vooral interesseert aan het fenomeen is de verhouding tussen zichtbaarheid en onzichtbaarheid: wat je ziet is vaak maar het topje van de ijsberg.

In de studio’s waar tot voor kort gewerkt werd, presenteren de tien resident kunstenaars tijdens Offspring hun voltooide werk. Het is het zichtbare eindresultaat van een tweejarige werkperiode die voor ons onzichtbaar is geweest. Hendriks en Almarcegui zijn bescheiden over hun rol als curatoren en hebben vooral als tutoren de afgelopen jaren veel betekent tijdens het artistieke proces. Wat opvalt in de presentaties is dat veel kunstenaars zich bezig hebben gehouden met andere dan wat je artistieke processen zou noemen.

Hier foto’s uit alle studio’s, op die van Mary Furniss na, die te donker was. En een korte bespreking van enkele van mijn favoriete kunstenaars.

In het werk van Kevin Gallagher is een interesse voor het proces van biologisch verval te zien. De eeuwigheidswaarde van kunst wringt met de vergankelijkheid van het organisch materiaal dat hij gebruikt. Een ventilator blaast op volle kracht tegen een kar met bloemen: het stuifmeel beland op een geprepareerd schildersdoek en vormt daar zachte kleurvlekken. Centraal in de ruimte staat een muur van transparante plastic dozen, waarin tevreden ogende wezentjes gesneden uit wortel drijven, die uiteindelijk zullen wegrotten. Een minimalistisch ogend object toont ons de bovenkant van blikken voedsel met daarop de houdbaarheidsdatum; we kunnen proberen dat wat vergaat te conserveren, maar niets is voor eeuwig. Gallaghers werk bevestigt op speelse wijze dat de white cube geen autonome tijdloze ruimte is, maar dat vele processen daar invloed op uitoefenen.

De stemmige studio van Johannes Büttner is gevuld met een grijs en vaalroze landschap van bergen zand en puin. Een aantal objecten contrasteert sterk met dit grauwe geheel; het zijn flitsende, kleurrijke taarten, in opdracht van Büttner gemaakt door patissiers uit Amsterdam. Deze ‘cake artists’ kregen carte blanche en mochten zelf bepalen wat ze wilden maken, maar wel met bepaalde spelregels: Büttner vertaalt het geleverde resultaat in een ‘light box’ met een foto van de taart. Zowel het formaat als de verkoopprijs van deze ‘light boxes’ worden bepaald door het formaat van de geleverde taarten. De opbrengst van de ‘light box’ wordt na verkoop tussen kunstenaar en bakker verdeeld na een onderhandeling waarin ieders bijdrage wordt afgewogen op basis van argumenten over de aard van de geleverde arbeid. Büttner stelt door deze samenwerking ideeën van ambacht, auteurschap, creatieve arbeid en waarde ter discussie. In zijn post-apocalyptische landschap verworden dergelijke economische processen tot een commentaar op onze neoliberale maatschappij.  

Thomas Hämén is geïnteresseerd in langdurige processen zoals die plaatsvinden in ecologie en evolutie. Hij onderzoekt hoe deze processen zich verhouden tot eigentijdse wetenschappelijke ontwikkelingen. Hij becommentarieert onder andere de toenemende maakbaarheid van het menselijk lichaam. Een opgespannen doek wordt een kwetsbare huid vol blauwe plekken met een massage apparaat en plastic hart als beangstigend mechanisch innerlijk. Op de wand er tegenover schilderde Hämén twee Duracell konijnen, de mascotte van een batterijenmerk dat de slogan ‘keeps going’ voert. Ze vertonen echter duidelijke tekenen van slijtage en Hämén lijkt zich af te vragen of voortdurende technologische vooruitgang wel mogelijk, al dan niet wenselijk is.

Het werk in deze Offspring is vanzelfsprekend gevarieerd, maar beeldend overtuigend en stipt actuele thema´s aan. Deep State is een mooi overzicht van wat er de afgelopen twee jaar achter gesloten deuren heeft plaatsgevonden en het hoogstaande resultaat bevestigt wederom de waarde van De Ateliers.

Offspring 2017 – Deep State, De Ateliers, Amsterdam, 17 mei t/m 28 mei

Manus Groenen

is freelance criticus, coördinator en docent kunsttheorie aan Fontys Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg

Recente artikelen