metropolis m

Cinema Olanda, Nederlands Paviljoen Venetië

De Nederlandse inzending voor de 57ste Biënnale van Venetië, een project van curator Lucy Cotter en kunstenaar Wendelien van Oldenborgh, strekt zich met ingang van morgen uit naar Nederland, waar onder andere in Witte de With en het Stedelijk Museum een serie bijeenkomsten en debatten wordt gewijd aan onderwerpen die zijn te relateren aan de grote kwesties die het project in Venetië opwerpt. Door een Open Brief aan Witte de With is de eerste fase van de Nederlandse pendant van Cinema Olanda direct al onder druk gezet. Voor onze Biënnale van Venetië-gids (nu op diverse locaties in het land te vinden) spraken we met Wendelien van Oldenborgh en Lucy Cotter over hun ambities.

Ilse van Rijn: Met welke vraag zijn jullie Cinema Olanda gestart?

Lucy Cotter: ‘De vraag komt deels voort uit mijn promotieonderzoek naar curating, in het bijzonder van nationale tentoonstellingen en het nationaal beeld dat daarin wordt gepresenteerd. De Biënnale van Venetië biedt in dit licht een specifieke en unieke context. Als curator vat ik het paviljoen van Rietveld op als een beeld van Nederland, een architecturale projectie van een progressief en transparant land. Tot dat beeld wilde ik me verhouden, niet alleen in esthetische, maar ook in ideologische zin. Wendeliens werk is interessant vanwege de verwevenheid van architectuur, kunst en film, en de bredere sociale vragen die erin worden gesteld. Ik heb haar uitgenodigd om met een nieuw werk het zelfbeeld van Nederland uit de jaren vijftig ten opzichte van het heden te onderzoeken.’

Het Nederlandse koloniale verleden was eerder onderwerp van je werk, Wendelien, zoals in Maurits Script (2006), Instruction (2009) en La Javanaise (2012). Op welke manier voedt het Cinema Olanda?

Wendelien van Oldenborgh: ‘In al mijn werk houd ik me met deze vraag bezig. Ik neem de geschiedenis niet zozeer als uitgangspunt, maar meer als referentie voor kwesties die vandaag de dag spelen. In Cinema Olanda kijk ik naar de jaren vijftig. Er was toen sprake van een pre-postkoloniale situatie door de aanwezigheid van migranten uit de Caraïbische koloniën. Zij waren verbonden met bredere anti-imperialistische, antiracistische bewegingen uit de twintigste eeuw. Daarnaast had de enorme immigratie vanuit Indonesië veel impact. Het integratieproces wordt altijd omschreven als smooth, maar het verliep alles behalve van een leien dakje. De wederopbouwperiode is interessant omdat het voorafging aan alle veranderingen. De hoofdfilm Cinema Olanda werkt met een veelvoud aan stemmen. Er bestaat een soort weggeschreven geschiedenis. Een van de hoofdrolspelers in de film is bijvoorbeeld Lotte Stam-Beese die als stedenbouwkundige en latere hoofdarchitect van Rotterdam de wijk Pendrecht heeft ontworpen. Samen met andere avant-gardearchitecten en -ontwerpers uit Nederland, waaronder Mart Stam en Gerrit Rietveld, sloot zij zich aan bij het communisme, wat vooruitstrevend was in die tijd. Later werd het socialisme afgeschreven vanwege de dictatoriale ontwikkelingen. Maar ik vind dat we daar niet op moeten focussen.’

In Maurits Script, het laatste deel van het langlopende project A Certain Brazilianness (2004 – 2008), reflecteerde je op de deconstructie van een star begrip van identiteit. Bestaat er ook zoiets als ‘a certain Dutchness’?

WvO: ‘Ik denk inderdaad dat je het zo kunt zeggen, maar dan moet je heel duidelijk “a certain” zeggen. Ook in A Certain Brazilianness had ik het niet over een nationaal beeld van Brazilië. Het beeld komt juist voort uit de veelheid aan aspecten die een groep mensen met zich meebrengt. In Nederland wordt het nationale beeld vaak naar eenheid en homogeniteit getrokken. Dus ik dacht: we moeten leren hoe we die veelheid juist kunnen gebruiken en aanvaarden als “onsheid”.’

Ondertussen wordt Cinema Olanda wel ondergebracht in een nationaal paviljoen. Hoe ga je daarmee om?

WvO: ‘Juist die spanning vind ik interessant, die frictie interesseert ons. Je moet constant in beweging blijven. Ik vermijd altijd het woord identiteit, want dat suggereert een settledness. Een gebied, wat een natie vormt, verandert juist steeds.’

LC: ‘Dat is eveneens belangrijk in het werk van postkoloniale denkers als Gayatri Chakravorty Spivak: hoe kun je nieuwe benaderingen van representatie geven, ondanks de onmogelijkheid van representatie op zich? Juist omdat nationale representatie problematisch is, kun je er niet aan voorbij gaan. Je moet eraan blijven werken.’

WvO: ‘Mijn werk is polyfoon, het is een vorm van meerstemmigheid. Tegenstrijdigheden en conflict kunnen productief zijn. Met die veelheid moet je werken.’

Je adresseert de vraag van identiteit in relatie tot het Nederlandse koloniale verleden expliciet met cinematografische middelen. Hoe cruciaal is film voor je werk?

WvO: ‘Film hangt samen met de projectie van een beeld. Maar sinds 2004 zie ik het ook als een productiemethode. Film komt uit samenwerking voort en het werkt affectief, daar ben ik dol op, dat wil ik leren.’

In je werk zoek je vaak naar actieve relaties met het publiek. Hoe wil je die hier bewerkstelligen?
 

WvO: ‘Al in de cinema uit de jaren zestig en zeventig, zoals het werk van Jean-Luc Godard, werd de activiteit van de kijker meegenomen, vanuit een Brechtiaanse traditie. Recenter is door Jacques Rancière beschreven dat een toeschouwer actief mee kan doen, ook als hij of zij stil in zijn stoel zit. Mijn uitgangspunt is inderdaad niet zozeer de film als industrie, maar als actieve ruimte, die door geluid, beeld en herkenning opgebouwd kan worden. Het lichaam wordt geactiveerd door de manier waarop we inrichten.’
 

En dan heb je te maken met dat glazen paviljoen. Hoe ga je daar als filmmaker mee om?

WvO: ‘Ik vind het tof, een leuke uitdaging. Ik maak sowieso nooit een black box. Ik vind het belangrijk dat je in de tentoonstellingsruimte kunt blijven kijken.’

LC: ‘En aangezien het Rietveldpaviljoen als uitgangspunt dient, is het hier ook bijzonder belangrijk de kwaliteiten van de architectuur zichtbaar te houden.’

Hoe verhoudt je werk zich tot de huidige politieke en sociale situatie?
 

WvO: ‘Mijn werk gaat altijd over hedendaagse dilemma’s en paradoxen waar men niet mee om kan gaan. Ik werk met mensen die ik uitnodig om wat ze doen. Zo speelt in Cinema Olanda Mitchell Esajas mee, een van de oprichters van het Rotterdamse New Urban Collective (N.U.C.), dat jongeren van diverse achtergronden stimuleert zich te ontwikkelen. Esajas refereert in de film aan Otto en Hermine Huiswoud, die als koppel een revolutionaire strijd voor klasse- en rassengelijkheid hebben gevoerd. Hun persoonlijke bibliotheek is opgenomen in de Black Archives, een van de initiatieven van N.U.C. Mensen brengen hun referenties met zich mee.’

LC: ‘Cinema Olanda kijkt ook naar de potentie van het huidige moment. De mogelijkheden voor transformatie, juist wanneer een samenleving onder druk staat door bijvoorbeeld populistische geluiden. We leven in een moment van agency, geen hopeloze situatie. Wendeliens werk laat zien dat het zaadje van hedendaagse sentimenten al langer geleden is geplant.’

WvO: ‘Ik wil de energie van het huidige moment een podium geven. Ik werk met verschillende generaties: de strijd van vandaag was er al. Denk aan de enorm gewelddadige immigratiegolven van de jaren vijftig waarover we eerder spraken. Zij waren verbonden met internationale bewegingen. Nederlandse activistische groepen van vandaag kijken naar Black Lives Matters.’

In het kader van jullie bijdrage hebben jullie ook een multidisciplinair symposium opgezet. Kunnen jullie daar iets meer over vertellen?

LC: ‘Behalve een live-event in Venetië komt er een uitgebreid programma in Nederland. Naast evenementen in het Stedelijk Museum en EYE filmmuseum in Amsterdam zal er een grote presentatie plaats vinden bij Witte de With, die de hele zomer loopt. Binnen de setting van bestaande werken van Wendelien staat een liveprogramma gepland met mensen die bij de nieuwe film betrokken zijn, waaronder Esajas. Het wordt een multidisciplinair event, geen politieke discussie met een academisch aanpak. Het laat zien hoe kunst, film, architectuur en muziek zich laten lenen voor een andere manier van kijken. Kunst heeft haar eigen benadering van kennis. Ze stelt open vragen en is niet op een antwoord gericht. Onze tijd praat vaak in slogans en functioneert doelgericht. Kunst schetst daarentegen een gelaagd beeld, waardoor je weer kunt ademen.’

WvO: ‘Het gaat erom dat je net zo goed esthetische voorstellen kunt maken als politieke voorstellen. We werken niet in de politiek. Affectiviteit is heel belangrijk. Door kunst kun je op subtiele manier veranderingen teweeg brengen in het perceptieapparaat, mensen meenemen in gedachten waar ze zich nog nooit thuis in hebben gevoeld.’

LC: ‘Ik vind het bovendien belangrijk om vorm serieus te nemen. Wendelien werkt vanuit een formele aanpak. Veel van haar vragen gaan over zichtbaarheid en representatie in relatie tot sociaal-culturele en politieke kwesties en vloeien over in formele en conceptuele vragen over film als medium. Via vorm worden thema’s aangesneden: hoe maak je een beeld, hoe ervaar je het? Hoe kun je de meervoudigheid overbrengen?.’
 

Hebben jullie een ander publiek op het oog met Cinema Olanda?

WvO: ‘In Venetië niet, maar in Nederland wel. We willen in dialoog gaan. We willen mensen aanspreken met de vragen die wij stellen en hoe die ook voor hun leven iets kunnen betekenen.’

LC: ‘Het gaat niet over het kunstmatig creëren van nieuwe typen publiek, maar over de positionering van kunst. De drempel van kunst is vaak te hoog. Maar kunst is verweven met andere discoursen, dat moet zichtbaar zijn in de presentatie als je mensen wilt bereiken.’
 
WvO: ‘Veel activisme vindt plaats in culturele handelingen: in esthetische gestes die niet zijn gearticuleerd of in een eis zijn omgezet. Maar ze zijn er wel.’

DE VENICE BIENNALE GUIDE 2017 IS MOMENTEEL OP DIVERSE TENTOONSTELLINGSPLEKKEN GRATIS BESCHIKBAAR. STEUN METROPOLIS M. NEEM EEN ABONNEMENT. ALS U NU EEN JAARABONNEMENT AFSLUIT STUREN WIJ U HET LAATSTE NUMMER (METROPOLIS M Nr 3-2017 HOMELAND) GRATIS OP. MAIL UW NAAM EN ADRES NAAR: [email protected] (ovv actie nr 3) 

Ilse van Rijn is kunstcriticus

HIER meer informatie over het uitgebreide programma in Witte de With

 

 

Ilse van Rijn

is kunsthistoricus

Recente artikelen