metropolis m

zaaloverzicht met Rodney Graham, Paddler, Mouth of the Seymour (2012-2013), courtesy de kunstenaar en Hauser & Wirth, en Dinner Break (Salisbury Steak) (2017), courtesy de kunstenaar en Lisson Gallery

Na het bezoek aan buitenplaatsen in Tilburg, Diepenheim, Wijlre en Vijfhuizen vandaag een bezoek aan Voorlinden in Wassenaar, waar zich dankzij de tentoonstelling van Rodney Graham de vraag aandient: wat blijft er over van je ongedwongen liefde voor de kunst als je verzameling is opgegaan in een groot zelfgebouwd museum?

Voorlinden Museum & Tuinen heet het officieel. Het museum dat trots is op zijn eigen buitenzijn. Op de website lees ik dat het genoemd is naar de buitenplaats die er al in de zeventiende eeuw te vinden was. In de loop der eeuwen is het landgoed van eigenaar naar eigenaar overgegaan, die er soms huizen lieten neerzetten en soms weer lieten afbreken. Het huidige park is ingericht in landschapsstijl, naar een ontwerp van J.D. Zocher sr (1791-1870) en zijn zoon J.D. Zocher jr (1820-1915). In de vroege twintigste eeuw heeft jonkheer Ir. Hugo Loudon (1860-1941) de opdracht gegeven tot het bouwen van het huidige landhuis, waar – leuk om te weten – in de jaren vijftig ook de PTT een tijdje kantoor hield (uit de tijd dat de staat in Nederland nog graag iets te betekenen had en niet liever alles overliet aan het privaatinitiatief).

Alle opeenvolgende eigenaren (behalve de PTT) hebben wel iets gedaan met het landgoed. Zo ook de huidige, Joop van Caldenborgh, die er een opvallend fors museum bouwde ten behoeve van zijn eigen collectie. Het park is aangevuld met een tuin van Piet Oudolf, als een tuin in de tuin. Een jaar geleden verrichtte de koning de opening en Joop zag dat het goed was.

Ik ben in Voorlinden vanwege de tentoonstelling met Rodney Graham, na Ellsworth Kelly en Martin Creed de derde grote solo in het museum. Graham is een Canadees conceptueel kunstenaar wiens werk wordt gerekend tot de Vancouver School (waartoe ook Jeff Wall en Stan Douglas behoren). Het is fotografie op groot formaat, geënsceneerd en sterk narratief van karakter. 

Voor wie zijn werk niet kent: Graham portretteert zichzelf, verkleed als personage in allerlei situaties. Hij is een type Cindy Sherman, maar dan minder bizar. Ik heb altijd gedacht dat Graham locaties zocht voor zijn scènes, maar, zo bleek tijdens een rondleiding die ik samen met andere journalisten van hem kreeg, is vrijwel alles speciaal voor de gelegenheid in elkaar gezet. Er zijn wel locatieshots, maar het meeste is met oneindige precisie in een studio opgebouwd naar een ontwerp van de kunstenaar.

Rodney Graham, Antiquarian Sleeping in his Shop (2017), privécollectie, courtesy Hauser & Wirth

Rodney Graham, Betula Pendula Fastigiata (Sous-Chef on Smoke Break) (2011),courtesy de kunstenaar en Hauser & Wirth

Graham is een man zonder eigenschappen; hij gedraagt zich als een kameleon in kunst die die veranderlijkheid typisch genoeg niet als thema heeft. Het is geen identiteit-kritische kunst, zoals bij Sherman, bij wie het portret (en via het portret de ik) altijd centraal staat. Bij Graham gaat het om iets anders dat mede vorm krijgt door de situatie, de enscenering. Er wordt steeds een zekere herkenning geboden in de clichématige settings, die soms grappig bedoeld zijn gezien het cartooneske karakter ervan. Een spion zit met een krant voor zijn hoofd in het parkje, met twee enorme gaten op de plekken van zijn ogen; een jazz-drummer serveert zijn maaltijd op de snaardrum. Tijdens de rondleiding voor de pers die ik er kreeg ontstond al snel een jolige sfeer.

Grahams eigen rol is die van acteur, een rol waarin hij zichzelf overigens, zoals hij tijdens de rondleiding vertelt, niet heel hoog aanslaat. En terecht. In zijn foto’s staat en zit hij er nogal houterig bij met een dramatisch gebrek aan expressie in het gezicht. Het lijkt wel alsof Graham maar één gezichtsuitdrukking heeft, de Buster Keaton-look. Steeds zie je hem ietwat mistroostig voor zich uitstaren.

Het kan niet anders of Graham houdt van slecht acteerwerk en een gebrek aan expressie

Het kan niet anders of Graham houdt van slecht acteerwerk en een gebrek aan expressie, want anders zou hij wel een wat betere acteur vragen figuur te staan, zoals collega Jeff Wall regelmatig doet. Je zou kunnen zeggen dat hij zijn eigen klungelige acteerwerk in zijn werk, zoals gepresenteerd in deze tentoonstelling, tot thema verheft.

De figuur mag de protagonist zijn, maar dat is evengoed de enscenering, die hyperprofessioneel, zelfs gelikt oogt. In vergelijking met het beroerde acteerwerk zit daar het raffinement, de aanwijzingen, de referenties die het geheel zijn betekenis geeft. Zo passeren de klungelige types in perfect afgewerkte settings als de prototypische antiekhandelaar, de klassiek fluitist, de amateurkunstenaar en huisschilder, allen gespeeld door Graham zelf met de vaste mijmerblik, als hij niet ligt te dutten. 

Rodney Graham, The Gifted Amateur, Nov. 10th, 1962 (2007), private collection, courtesy Hauser & Wirth

Rodney Graham, Rotating Stand (Red, Blue, Yellow, Green, Orange) (2015), courtesy the artist and Hauser & Wirth, A Partial Overview of My Brief Modernist Career (2006-2009),Rennie Collection, Vancouver, Inverted Drip Painting #60 (2015), beeld Antoine van Kaam

In Voorlinden mondt de tocht langs (opzichtig nagespeelde) beroepen uit in een grote zaal met het centrale drieluik The Gifted Amateur, waarin Graham zich neerzet in een Amerikaans sixties-interieur, in pyjama, terwijl hij wat verf giet op een scheef gezet doek. De kunstenaar – in een verwijzing naar de Colorfield – als hyperamateur, die maar wat aanrommelt, sigaret in de mond. Nog voor het ontbijt is een nieuw kunstwerk al gemaakt.

Het doek zinspeelt op de praktijken van Morris Louis, de schilder uit de Colorfield begin jaren zestig, die beroemd werd met dergelijke ‘druip’-schilderijen waarin de kleurenverf zichzelf bleef, stromend over het doek. Maar Graham is geen Louis. Uit details valt af te leiden dat het werk gemaakt is op de laatste dag van Louis eerste tentoonstelling na diens dood. Graham speelt dus een man die Louis imiteert, wil zijn als hij. Het is kunst gemaakt uit liefhebberij, maar drijft er ook wel de spot mee. 

Ik denk dat Van Caldenborgh bij het kijken naar Rodney Graham regelmatig aan zichzelf denkt, en beseft dat met de professionalisering van zijn collectie misschien veel is gewonnen maar ongetwijfeld ook iets verloren is gegaan

Graham houdt van details, waar hij tijdens de rondleiding honderduit over vertelt. Maar over de grote lijn blijft hij opmerkelijk vaag. Pas aan het einde laat hij iets doorschemeren over zijn drijfveren. Dan vertelt hij dat hij eigenlijk liever muzikant had willen worden. Hij speelt ook nog steeds in een band en componeert ook muziek (die in de tentoonstelling te horen is), maar dat, zoals hij zegt, alleen op amateurbasis. Hij verkoos destijds het kunstenaarschap omdat de muziekwereld hem te agressief en competitief is en hij zijn liefde voor muziek daar van wilde vrijwaren.

Het geeft een bijzondere lading aan de tentoonstelling, die zo nadrukkelijk gewijd is aan de amateur. Ik begin een man te zien die in zijn werk iets probeert vast te houden dat hij beroepshalve al lang verloren heeft: het maken van kunst uit pure liefde voor de kunst, zonder belangen van de markt, de carrière en wat er verder nog aan verbonden is. Wie de ware Graham wil leren kennen luistert beter naar zijn muziek. 

Ik moet onwillekeurig ook denken aan Van Caldenborgh zelf. De liefhebber die zijn hobby uit de hand heeft laten lopen en er een professioneel museum omheen heeft gebouwd. De grilligheid van zijn kunstaankopen. puur uit persoonlijk plezier, worden nu langs een andere meetlat gelegd, die van het openbare museum.

Ik denk dat Van Caldenborgh bij het kijken naar Rodney Graham regelmatig aan zichzelf denkt, en beseft dat met de professionalisering van zijn collectie misschien veel is gewonnen maar ongetwijfeld ook iets verloren is gegaan. Hoe zullen we het noemen: onbevangenheid? Alles moet ineens van alles betekenen en doet dat ook. Zomaar om niet iets leuk of goed vinden is er niet meer bij.

Rodney Graham, The Avid Reader, 1949 (2011), courtesy de kunstenaar en Lisson Gallery

detail

De tentoonstelling Rodney Graham, It’s not me is nog geopend t/m 17.9.2017

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen