metropolis m

Ryan Gander, Come up on different streets, they both were streets, 2009. Foto Peter H Toxopeus

De serie buitenplaatsen komt na bezoeken aan Tilburg, Diepenheim, Wijlre, Vijfhuizen, Wassenaar, Eelde en Kleef tot besluit in Bergen, het kunstenaarsdorp tussen bos en strand. Bij culturele buitenplaats Kranenburgh staat deze zomer het zalig nietsdoen centraal in een tentoonstelling waar oud en nieuw werk elkaar ontmoeten.  

Op een zomerse zondagmorgen neem ik samen met een vriendin vanuit Amsterdam de trein naar Alkmaar. Vanaf het station gaan we per ov-fiets verder naar het kunstenaarsdorp Bergen, thuis van culturele buitenplaats Kranenburgh. In Bergen is het vroeg in de ochtend al druk; dagjesmensen, Duitse gezinnen en ouderen op sportieve fietsen zijn vroeg uit de veren voor een boekenmarkt. Bij het museum is het nog rustig, al verandert dit snel. De zomertentoonstelling Het Zalig Nietsdoen trekt veel publiek, ook tijdens ons bezoek.

Museum Kranenburgh is gelegen aan de rand van Bergen, vlakbij bos, duinen en strand. Een idyllische omgeving die al meer dan honderd jaar kunstenaars, schrijvers en musici aantrekt. De geschiedenis van Bergen is nauw vervlochten met het museum Kranenburgh. De historische villa waar het museum is gevestigd, werd in de negentiende eeuw gebouwd in opdracht van de gegoede familie van Reenen, grondleggers van het huidige Bergen. Verschillende kunstenaars, zoals Charley Toorop en Lucebert, hebben de villa korte of langere tijd bewoond. De collectie bevat veel werk van kunstenaars van de Bergense School, die ook in de zomertentoonstelling aan bod komen, zoals het werk van Kasper Niehaus (1889-1974). In 2013 werd het museum uitgebreid met een nieuwbouwvleugel ontworpen door architect Dirk Jan Postel. Glaspartijen en doorkijkjes zorgen ervoor dat het licht in deze zalen prettig naar binnen valt. Door de vele glaspartijen blijf je ook in contact met de prachtige groene omgeving en de beeldentuin rond het museum.

De tentoonstelling kreeg veel aandacht in de dagbladen. De Volkskrant, Trouw en het Noord-Hollands Dagblad schreven lovende recensies over de tentoonstelling die zich keert tegen onze huidige 24/7 maatschappij waarin we voortdurend aan het werk zijn en zelfs het ontspannen een agendapunt is. In deze tijd van continue prikkels, burn-outs, depressies en werk en vrije tijd die steeds meer in elkaar overlopen, lijken we het simpele nietsdoen te zijn verleerd. We zijn constant druk.

Met de tentoonstelling Het Zalig Nietsdoen wil museum Kranenburgh zijn bezoekers deze zomer een ‘heerlijke oefening bieden in echte vrije tijd’. Gastcurator Eelco van der Lingen selecteerde binnen dit thema werk van vijfentwintig kunstenaars.

Dat gebeurt deels in – het klinkt paradoxaal – in participatieve oftewel het publiek activerende werken. Bored at the Museum is een doorlopend project van Navid Nuur, waarin op video foto’s voorbijkomen van mensen die in momenten van verveling of vanuit plezier diverse sculpturen en voorstellingen op schilderijen nadoen, een activiteit die eenieder die regelmatig een museum bezoekt niet vreemd is.  Ernaast staat Flora (1995 in brons gegoten), een sculptuur van Pauline Eecen, dat voor de gelegenheid uit de beeldentuin is gehaald. Als bezoeker van museum Kranenburgh word je aangemoedigd om dezelfde pose aan te nemen als de sculptuur, een verzoek waar menig bezoeker gehoor aan geeft, gezien de sociale mediakanalen van het museum.

Repost door museum kranenburgh op social media, 9 augustus 2017 

Het thema van verveling en vertier in het museum wordt even verderop charmant voortgezet door Ryan Gander, die de iconische ballerina van Edgar Degas in een serie werken bevrijd uit haar pose en laat ontspannen in de tentoonstellingszaal. Recalcitrant staat ze tegen de muur te hangen, kijkend naar haar sokkel een stukje verderop, alsof ze er niets meer mee te maken wil hebben (A Picture is worth ten words, max (2013)). Een tweede danseresje tuurt nieuwsgierig (of misschien verlangend) naar buiten, de tuin in. Een derde is erbij gaan zitten en focust haar aandacht op een schilderij van Kasper Niehaus.

In een volgende zaal roepen twee sculpturen de bezoeker uit tot kopiërend gedrag, de ene wellicht onbedoeld, de andere met opzet. Erwin Wurms One Minute Sculptures, die op de Biënnale van Venetië van dit jaar een groot succes zijn, weten ook in Kranenburgh het publiek te prikkelen. De kunstenaar toont een vrij grote, rechthoekige sokkel met erop een instructie voor de bezoeker: neem plaats, relax, stop een vinger in je neus, en denk na over Derrida. De werken van Wurm doorbreken door hun instructies de loomheid die er bij een museumbezoek in kan sluipen. Ze activeren, en zorgen zo voor grappige situaties en plezier. Maar terwijl je de instructies uitvoert, denk je ook, wat doe ik eigenlijk, en raakt het werk aan het existentiële.

Bezoeker activeert Erwin Wurm's, Think About Derrida, 2005 

De rest van de tentoonstelling weet minder te verrassen. Er zijn zonnige foto’s van voorbijgevlogen tijden van Ed van der Elksen en Rineke Dijkstra, schilderijen van strandscenes en lome zonaanbidders (Kasper Niehaus, Harrie Kuyten, Diederik Gerlach), veel liggende figuren of installaties waar de bezoeker zelf kan gaan liggen (Tom Friedman, Henry Moore, Bruce Nauman, David Rickard, Alain Séchas) en er zijn die tijdverdrijven waar je je als kind urenlang mee zoet kon houden, zoals het maken van een handstand of het hooghouden van een bal (Marijke van Warmerdam, Natalia Toret en Heinrich Zille). Met het lome zomergevoel zit het wel goed, maar het geheel is qua selectie wel wat voorspelbaar. 

Tanja Ritterbex, Nail Studio, 2015. Foto Peter H. Toxopeus

Interessanter wordt het als de tentoonstelling begint te schuren. Zoals de fantastische knalroze nagelsalon (Nail Studio, 2015) van Tanja Ritterbex, een glitterend eilandje van goedkope kitsch, plastic luxe en heel veel soorten nagellak. Op de achterwand staat geschreven: Love ’90 purism? Into the girly to the end? The great thing about art at the moment is that I can do it all I can be it all. Uitknipsels uit oude pornotijdschriftjes maken het geheel af, terwijl alle glitters en roze zorgen voor het goedkope glamour randje.

Het is een artificieel walhalla waar vrouwen (en enkele mannen) hun vrije tijd besteden, hun nagels laten lakken, en ontspannen en luieren door te consumeren. Ritterbex toont ons de oppervlakkigheid van het moderne verwennen en laat ons vooral zien hoeveel plastic en artificiële troep dit voortbrengt.

Inge Meijer, Beatiful Isle of Somewhere (2016), still. 

Het werk roept de vraag op hoe diep dit nietsdoen gaat, en of het niet wat belastend is voor de wereld? Ook Inge Meijer plaatst in haar videowerk Beatiful Isle of Somewhere (2016) vraagtekens bij de kunstmatigheid van onze hedendaagse ontspanning. In een loop van elf minuten zien we beelden van zogenaamde vakantieparadijzen langs komen, zoals een cruiseschip, een casino en diverse soorten vakantieparken. De leegte die eruit spreekt werkt afschrikkend. Het nietsdoen levert in de wereld van nu een nieuwe recreatieve tak op in de toeristenindustrie.

Ik had graag gezien dat die frictie tussen echt nietsdoen, in meer filosofische zin, en de exploitatie van de naar stille momenten hunkerende stadsmens wat scherper was uitgediept. Het hele vraagstuk van de onthaasting had wel wat dieper besproken kunnen worden. In de boekenwinkel van het museum kom ik bijvoorbeeld het boek De kunst van het uitstellen: Waarom doelgericht nietsdoen tot betere resultaten leidt van John Perry tegen. Dit zijn de vraagstukken van nu, die raken aan de thematiek van de tentoonstelling, maar helaas blijven liggen. De vraagtekens en problematiek van ons in die zin niet zo zalig maar vooral bitterhard nodige nietsdoen worden slechts aangestipt, de kritische potentie van de werken niet benut, en dat is zonde. De tentoonstelling blijft zo een prettig dagje uit, maar ook niet veel meer dan dat.

Kranenburgh, Het Zalig Nietsdoen, 18.06.2017 t/m 24.09.2017, Culturele Buitenplaats Bergen.

Deelnemende kunstenaars: David Rickard (NZ/UK, 1975) | Navid Nuur (IR/NL, 1976) | Tanja Ritterbex (NL, 1985) | Marijke van Warmerdam (NL, 1959) | Matthijs Munnik (NL, 1989) | Feiko Beckers (NL, 1983) | Tom Friedman (US, 1965) | Ryan Gander (UK, 1976) | Claire Harvey (UK, 1976) | Harrie Kuyten (NL, 1883-1952) | Inge Meijer (NL, 1986) | Henry Moore (UK, 1898 – 1986) | Bruce Nauman (US, 1941) | Kasper Niehaus (NL, 1889-1974) | Roman Signer (CH, 1938) | Erwin Wurm (AT, 1954) | Heinrich Zille (DE, 1858 – 1929) | Diederik Gerlach (NL, 1956) | Ed van der Elsken (NL, 1925 – 1990) | Rineke Dijkstra (NL, 1959) | Jeroen Eisinga (NL, 1966) | Jonas Lund (SE, 1984) | Alain Sechas (FR, 1955) | Natalia Toret (NL, 1976) | Pauline Eecen (NL, 1925)

Debbie Broekers

is kunstcriticus en kunsthistoricus

Recente artikelen