metropolis m

Een jaar geleden kende bijna niemand in Nederland zijn naam, en nog steeds zal hij geen grote bekende zijn. Toch is zijn werk in Kassel de afgelopen zomer door vele honderdduizenden Nederlanders gezien. Hiwa K, vluchteling uit Irak, performer, poëet, verzoener. Tony Blair, u weet wel die van de Tweede Golfoorlog, krijgt – geloof het of niet – gitaarles van een vriend van hem, zo vertelt Hiwa K in dit interview. Hij probeert al jaren een keer een gemeenschappelijke les met Blair te organiseren bij zijn vriend, tevergeefs. Een gesprek met de man die zich helemaal niet als kunstenaar ziet, en toch een prijs kreeg van de documenta.

De Iraakse-Koerdische kunstenaar Hiwa K emigreerde twintig jaar geleden naar Duitsland nadat hij om politieke redenen gedwongen werd zijn land te verlaten. Zijn recente tentoonstelling Don’t Shrink Me to the Size of a Bullet in KW institute toont werken uit de afgelopen tien jaar. Video’s, sculptuur en installaties kwamen daarin samen. De tentoonstelling bevatte werken als My Father’s Colour Period (2014), een serie zwart-witte televisies met gekleurde cellofaanvormen op de schermen geplakt, een wijdverbreide praktijk in de late jaren zeventig in de Koerdische gebieden, en The Bell (2015-17), een werk dat te zien was tijdens de 56e Biënnale van Venetië; een klok gemaakt van metaalafval uit de oorlog in Irak, waaronder mijnen, bommen, kogels, delen van militaire vliegtuigen en tanks. In 2016 won hij de Arnold Bode Prijs van documenta in Kassel.

Louisa Elderton: Toen we door de tentoonstelling in Berlijn liepen, hadden we het over het individualisme in een vrije markteconomie, waarover sommige van je werken gaan, en over de huidige politieke situatie in het Westen.

Hiwa K: ‘Een vrije markteconomie zegt dat je vrij bent om zonder enige verantwoordelijkheid te consumeren. Dat hebben we de afgelopen veertig jaar zonder enige verantwoordelijkheid gedaan. Het heeft de hele planeet vervuild. We wisten dat het individualisme een vals idee was, dat een neoliberale economie een vals soort individualisme was, een zonder verantwoordelijkheid. En het toppunt hiervan is Donald Trump, de Brexit. Tot tien jaar geleden kon je in de Verenigde Staten niet over het communisme of socialisme spreken, omdat het communisme geassocieerd werd met terrorisme. Maar je mag er na de verkiezing van Trump weer over praten, dat is een belangrijke ontwikkeling. Trump mag dan wel de verkiezingen hebben gewonnen, maar de mensen zijn zich bewuster geworden van het socialisme en de andere manier van het verdelen van de middelen, het gratis onderwijs en gezondheidszorg.’

Installation view: Hiwa K, Don't Shrink Me to the Size of a Bullet, KW Institute for Contemporary Art, Berlin (2 June–13 August 2017). Courtesy KW Institute for Contemporary Art. Photo: Frank Sperling.

Installation view: Hiwa K, Don't Shrink Me to the Size of a Bullet, KW Institute for Contemporary Art, Berlin (2 June–13 August 2017). Courtesy KW Institute for Contemporary Art. Photo: Frank Sperling.

LE: Denk je dat het de weg vrijmaakt voor die ideeën en ideologieën, dat ze nu meer serieus genomen zullen worden in de Verenigde Staten?

HK: ‘Ik ben geen politicoloog, dus daar kan ik niet veel over zeggen. Als kunstenaar zie ik de situatie op een heel nihilistische manier: Trump of mensen zoals Trump zullen uiteindelijk winnen. Zij hebben de macht, zij kunnen verkiezingen manipuleren. Daarbij zijn we ook nog eens in gevaar: we kennen de ecologische rampspoed die ons te wachten staat. Wat we zien van de vluchtelingencrisis, is pas het begin. In Europa zijn nu ongeveer vijf miljoen vluchtelingen. Stel je eens voor dat in de komende zeventig jaar niemand meer kan wonen in Italië, Griekenland en zelfs het zuiden van Frankrijk, omdat het er te warm geworden is. Dat is al bijna realiteit in veel Afrikaanse landen en het Midden-Oosten. Het zal er binnenkort extreem heet en droog zijn. Mensen worden zich daar langzaamaan bewust van. De vraag is of het niet al te laat is om actie te ondernemen. En vluchtelingen zijn maar een deel van het probleem. In Duitsland en veel andere landen worden bijvoorbeeld veel wapens geproduceerd. Nazhad, de man die The Bell maakte, weet precies waar al die wapens vandaan komen en hoeveel landen er betrokken zijn bij de verkoop van wapens aan Irak of Iran, of aan beide landen tegelijkertijd. Ik ben zeer geïnteresseerd in de horizontaliteit en verticaliteit van dit soort zaken. Neem bijvoorbeeld  het knikkerspel For a Few Socks of Marbles uit 2012, een serie okerkleurige tapijtwerken die op techniek gebaseerde diagrammen tonen die illustreren hoe te knikkeren. Nadat een stel Koerdische jongens me uitlachten omdat ik geen wijde Koerdische broek droeg, realiseerde ik me dat ze dit spel heel horizontaal aan het spelen waren met hun hand vlak op de vloer. Arabieren spelen dit spel juist vanuit een hoger perspectief. Ik maak werken met dit soort microdetails die mensen uit het Westen niet zien. Ik heb de Koerdische jongens een andere manier van spelen voorgesteld, niet zoals zij het deden, met veel regels, als in een keynesiaanse economie, maar meer op neoliberale wijze, zonder bemoeienis van bovenaf. Ik ging de straat op en zei tegen ze: “Ik kan jullie een spel laten zien waarbij je vijf knikkers verliest als je verliest, maar je met één poging 35 knikkers kunt winnen.” Het was als de introductie van een neoliberale economie in een land: uiteindelijk verliezen zij alles en neem jij alles voor jouzelf en laat je hun betalen voor jouw trucjes. Ik speelde met hen en binnen een uur had ik al hun knikkers.’

installatie Hiwa K, Berlijn, 2017

Installation view: Hiwa K, Don't Shrink Me to the Size of a Bullet, KW Institute for Contemporary Art, Berlin (2 June–13 August 2017). Courtesy KW Institute for Contemporary Art. Photo: Frank Sperling.

LE: Hebben kunstenaars de verantwoordelijkheid om ingebedde trauma’s of politieke ongelijkheid naar kunstwerken te vertalen die een breed publiek kunnen aanspreken? Zie je jezelf als iemand die deze verantwoordelijkheid draagt?

HK: ‘Vandaag de dag zie ik veel verfijnde taal in de kunst en wanneer je een tekst leest kunnen alleen mensen uit de kunstwereld hem begrijpen. Er zit een grote afstand tussen de ‘gewone’ wereld en de kunst, en dat is waardoor Trump wint, omdat hij die mensen aanspreekt die door niemand anders worden aangesproken. Ik vind dat kunstenaars een taal moeten gebruiken die begrepen kan worden door een breed publiek, want als we dat niet doen, dan zijn we een gemakkelijk doelwit voor populisten. Ik begon als kunstenaar met abstracte werken en wanneer mensen zeiden dat ze het niet begrepen, dacht ik: “Dat is jouw probleem, je moet jezelf informeren.” Maar dat is veel te neerbuigend. Na veertien jaar abstract werk dacht ik: “Wacht, dit werkt niet.” Als mensen het niet begrijpen, dan is dat niet hun maar mijn probleem. Tegenwoordig ben ik erg blij wanneer ik thuiskom, mijn werk presenteer en mijn familie het begrijpt. Dat is een goed teken.’

Poëzie is als een kortstondige, geheime liefdesrelatie. Als je een affaire hebt, moet je door de achtertuin, de achterdeur. Je moet je lichaam aanpassen aan de smalle ramen en erdoorheen klimmen. De inventiviteit van zo’n tocht tekent hoe je als kunstenaar steeds weer nieuwe vormen moet creëren

LE: Wat betekent poëzie voor jouw kunstpraktijk?

HK: ‘Poëzie is als een kortstondige, geheime liefdesrelatie. Als je een affaire hebt, moet je door de achtertuin, de achterdeur. Je moet je lichaam aanpassen aan de smalle ramen en erdoorheen klimmen. De inventiviteit van zo’n tocht tekent hoe je als kunstenaar steeds weer nieuwe vormen moet creëren. Het is belangrijk voor mij om niet te veel politiek in mijn werk te stoppen. Dat is wat ik poëzie noem. Een affaire is een romance die niet is geïnstitutionaliseerd. In die zin denk ik dat poëzie de kunst is om iets aan te wijzen met je pink in plaats van met je wijsvinger. Wanneer je een probleem ziet, moet je je pink gebruiken. Dat kun je terugzien in mijn spiegelwerken. Ik zou naar mijn omgeving kunnen kijken met het blote oog, maar ik balanceer een spiegel op mijn neus en zie liever de weerspiegeling.’

Hiwa K, Pre-Image (Blind as the Mother Tongue) (2017). Digital video. Installation view: documenta 14, Athens Conservatoire (Odeion), Athens (8 April–16 July 2017). Courtesy documenta 14. Photo: Mathias Völzke.

Hiwa K, Pre-Image (Blind as the Mother Tongue) (2017). Digital video. Installation view: documenta 14, Athens Conservatoire (Odeion), Athens (8 April–16 July 2017). Courtesy documenta 14. Photo: Mathias Völzke.

LE: Hoe zit dat met het geluid in je werk?

HK: ‘Als kind was ik meer geobsedeerd door muziek dan door kunst. Ik zal die keer nooit vergeten dat ik mezelf in een lastige situatie had gebracht, toen ik ongeveer zeven jaar oud was. Ik had de kleine kiosk van mijn moeder overgenomen en moest werken. Ik had daar een keyboard en plaatste stiekem een cassettespeler erachter. Ik deed alsof ik een liedje speelde, maar dat was maar alsof. De jongens werden gek. Ik houd van die eerste tien seconden van een leugen, alsof ik de virtuoze muzikant was. Maar toen begon de zanger van het liedje ineens te zingen.’

LE: De illusie duurde dus maar tien seconden?

HK: ‘Het kende twee aspecten: eerste de muziek en toen de leugen. Ik vind het leuk om net te doen alsof. Ik zie mezelf bijvoorbeeld helemaal niet als kunstenaar, maar ik heb wel een solotentoonstelling bij het KW. Ik heb een prijs van de documenta gekregen en ik was zeer verrast. Ik ken geen kunstenaars van naam, behalve een paar die ik persoonlijk ken. Ik ben niet op de hoogte van de westerse kunstgeschiedenis. Vaak wanneer mensen het met me hebben over een kunstenaar of galerie doe ik alsof ik ze ken. Geluid is een taal die anders werkt dan die van de beeldende kunst. Het is een taal die je lichamelijk bekruipt, die werkt op het gevoel. Het kan ook op een slechte manier gebruikt worden trouwens.’

LE: Het kan een vorm van marteling zijn soms.

HK: ‘Precies, of het kan een soort patriottisme tevoorschijn halen, waar je de rillingen van krijgt. Ik heb een idee voor een project met Tony Blair. Hij is een goede vriend van mijn gitaardocent Paco Peña. Al twintig jaar lang leert hij Blair countrygitaarspelen. Niemand weet dat. Ik vroeg Paco Peña of hij ons samen een les kon geven van driekwartier. We proberen Blair nog te overtuigen, hij zegt steeds dat hij geen tijd heeft. We hebben het opnieuw geprobeerd met Jeremy Deller en de voormalige minister van Cultuur van het Verenigd Koninkrijk. We proberen het al zeven jaar lang.’

LE: Denk je dat hij er ooit mee zal instemmen?

HK: ‘Ik hoop het.’

LE: Het is zeer beladen wat betreft de politieke ondertonen en connotaties.

HK: ‘Ja, maar het is niet ironisch bedoeld. Ik zal niet praten over politieke kwesties. Het is al politiek. Daar gaat het over wanneer ik de analogie van de affaire gebruik. We zouden het kunnen hebben over de manier waarop hij zijn nagels vijlt. Ik zou hem kunnen vragen welke soort hout hij fijn vindt, of welke soort geluiden. Dan is er toch sprake van veel dingen, ook al worden ze niet benoemd.’

LE: Natuurlijk, maar het is zo politiek vanwege jouw achtergrond en zijn beleid wat betreft de buitenlandse politiek. De oorlog in Irak duurde acht jaar en heeft een voortdurende instabiliteit veroorzaakt in de regio, die heeft bijgedragen aan de opkomst van extremistische groeperingen zoals IS. Wanneer ik je idee hoor, vind ik het heel spannend, maar de krachten die je samenbrengt en de ondertonen van dat moment zouden zo sterk zijn dat ik me niet kan voorstellen dat hij ermee akkoord gaat.

HK: ‘Maar tegelijkertijd, we komen enkel samen voor een gitaarles van driekwartier.’

LE: Maar het is natuurlijk meer dan dat. Op een bepaald niveau zouden we het kunnen zien als een uitwisseling tussen twee mensen.

HK: ‘De rest zou ik aan de toeschouwer overlaten. Ik wil graag met hem zitten. Ik wil graag met welke gitarist dan ook zitten. Wanneer er muziek is, heb je een soort van geheugenverlies nodig om het te laten stromen, om het te laten komen.’

Voorbij de ideeën van goed en kwaad ligt een veld. Ik zal je daar ontmoeten

LE: Denk je dat het voor jou mogelijk is om dat geheugenverlies te hebben in deze situatie?

HK: ‘Het is een erg spirituele handeling. De Perzische dichter Rumi zei: “Voorbij de ideeën van goed en kwaad ligt een veld. Ik zal je daar ontmoeten.” Dat is prachtig. Ik houd hier ontzettend van. Ik probeer niet de vinger op de zere plek te leggen, zoals veel postkoloniale denkers en kunstenaars dat doen. Ik probeer me te richten op andere dingen, omdat de persoon die iets heeft gedaan, de zogenaamde witte man, wat hij de rest van de wereld heeft aangedaan, daar zijn we ons allemaal bewust van. Maar de blanke man zit zelf in een groot conflict. Wanneer iemand de agressor is, moet je op een zeer pedagogische manier met die persoon omgaan, omdat jij degene bent die het meest beschadigd zal raken. Daarom ben ik niet zo geïnteresseerd in het bekritiseren van het Westen in de zin van: “Jullie hebben ons dit aangedaan.” Het gaat over de ruimte ertussen. We hebben een probleem, we moeten allemaal het kapitalisme het hoofd bieden. Voorheen was het de slavernij, nu is het het kapitalisme dat iedereen tot slaaf maakt ten gunste van een kleine groep mensen. Westerse mensen worden net zo goed tot slaaf gemaakt door het kapitalisme.’

Hiwa K and Bakir Ali, Pin-Down (2017). Photo by Daniel van Hauten and Veronika Schoberer, courtesy De Appel, Amsterdam

LE: Dus het gaat meer over het samenbrengen van mensen en wat uit die dialoog en uitwisseling kan ontstaan?

HK: ‘Precies. Ik vind alleen het idee leuk. Er komt geen overvloed aan theorie bij. Ik wil ruimte laten om nieuwe lezingen en nieuwe interpretaties te laten ontstaan bij mensen. Het hoort niet bij de rol van de kunstenaar om een directe boodschap te geven. Het is enkel een gereedschap.’

DIT INTERVIEW IS GEPUBLICEERD IN METROPOLIS M Nr 4-2017 DEGROWTH. MEER BELANGRIJKE GEZICHTEN UIT 2017 WORDEN GEPORTRETTEERD IN METROPOLIS M NR 6-2017 DOORBRAAK.

METROPOLIS M KRIJGT GEEN SUBSIDIE. STEUN ONS EN NEEM EEN ABONNEMENT. ALS JE NU EEN JAARABONNEMENT AFSLUIT STUREN WE JE HET LAATSTE NUMMER ( Nr 6 DOORBRAAK + NIEUWE COLLECTIE) GRATIS OP. MAIL JE NAAM EN ADRES NAAR [email protected] (ovv actie nr 6)

Uit het Engels vertaald door Loes van Beuningen

Louisa Elderton

is schrijver en curator

Recente artikelen