metropolis m

Voor Play brengen veertig kunstenaars uit achttien landen, zestig kunstwerken naar zestien binnen- en buitenlocaties in Kortrijk. Metropolis M sprak met Hilde Teerlinck, die het stadsparcours samen met Patrick Ronse cureerde.

Sofie Crabbé

Hoe positioneert Play zich ten opzichte van andere stadsfestivals in West-Vlaanderen, zoals Beaufort dat zich uitstrekt over de Vlaamse kust en de Triënnale in Brugge?

Hilde Teerlinck

Beaufort kent reeds een zekere traditie. Sinds 2003 vindt Beaufort driejaarlijks plaats. Deze kunstmanifestatie zit bovendien op de kustlijn die jaarlijks veel toeristen aantrekt. De Triënnale in Brugge heeft ook al wat ervaring. (Drie jaar geleden, in 2015, werd de triënnale voor het eerst in veertig jaar opnieuw in het leven geroepen, na de Triënnales in 1968, 1971 en 1974, red.) Brugge is bovendien een financieel sterke stad, zeker ook op het gebied van kunst, cultuur en erfgoed. De stad wordt ook ieder jaar, net als de Belgische kust, overspoeld door toeristen. Het zijn niet de inwoners van Brugge of de Belgische kust die het grootste deel van de bezoekers vormen. Kortrijk daarentegen kent niet die historie van buitenprojecten. Er zijn wel al enkele buitenprojecten gerealiseerd, maar nog niet op deze schaal. Net als andere kunstenfestivals in de publieke ruimte mikken we op een breed publiek, maar Kortrijk heeft niet die massale instroom van toeristen en onze budgetten zijn ook stukken kleiner dan die van Beaufort of de Triënnale in Brugge. Play is dus een ambitieus project voor Kortrijk. 

Sofie Crabbé

Hoe hebben jullie de architecturale context en omgeving van Kortrijk benut om kunstwerken tot hun recht te laten komen?

Hilde Teerlinck

We hebben voor binnen- als buitenlocaties gekozen. Als je iets realiseert in de publieke ruimte, moet je rekening houden dat jij de gast bent en niet de ontvanger. Een van de buitenlocaties is de Verlaagde Leieboorden op de Broelkaai en de Verzetskaai, die pas in maart gerealiseerd zijn. Deze prachtige locatie wilden we benutten en naar voren brengen. Jeppe Heins’ banken komen er echt tot hun recht, ze hebben er een functie. We krijgen honderden foto’s via Instagram van mensen die op de banken gaan zitten. Het werk stimuleert de dialoog tussen gebruikers en voorbijgangers. Net als de gevangenis ‘Prototype VIPAG (Voluntary Individual Public Automatic Prison)’ van Leo Copers. Bezoekers kunnen zich er vrijwillig gedurende vijf minuten en tegen betaling van één euro publiekelijk laten opsluiten in een metalen gevangeniscel. Dit werk wordt versterkt door zijn locatie naast de twee Broeltorens, de enige overblijfselen van de middeleeuwse stadsvesting. De oudste Broeltoren, de zuidelijke Speytorre, werd destijds samen met de Broelbrug gebouwd om het verkeer op de Leie te controleren. Door deze combinatie krijgt het werk een nieuwe lectuur.Er zijn daarnaast ook vele binnenlocaties. Sommige plekken zijn normaal publiek niet toegankelijk. Andere hebben we totaal getransformeerd. Wie bijvoorbeeld al eens een bezoek bracht aan de bovenverdieping van het museum ‘Kortrijk 1302’ in het Begijnhofpark, het voormalige dormatorium, zal die nu amper herkennen. Alle panelen zijn er weggehaald en alle kleine ramen zijn opnieuw zichtbaar. Kortom, de ruimte is terug één ruimte met een eigen identiteit en verhaal. Zo zijn we ook te werk gegaan in de Broeltoren Noord en de Budafabriek. Adaptaties zoals het gebruik van valse muren hebben we bewust achterwege gelaten, zodat werken met elkaar kunnen communiceren. Bij mijn vorige werk als directeur van de FRAC (Fonds Régional d’Art Contemporain) Nord-Pas de Calais heb ik samengewerkt met de architecten Lacaton & Vassal. Zij leerden mij te kijken naar de rijkdom die aanwezig is, voor je begint te verbouwen. Dit zie je dus in de Broeltoren Noord en de Budafabriek. We gaan er terug naar de originele staat van de ruimtes. De meeste kunstenaars hebben de ruimtes ook zelf gekozen.

Piero Golia

[figure playk2]

Sofié Crabbé

 De sculpturen worden een deel van het stedelijk weefsel. Gaan sommige permanent blijven?

Hilde Teerlinck

Een van de banken Jeppe Hein zal blijven. Net als het werk Sing Sing van Frederik Van Simaey. Sing Sing is een sculptuur in de vorm van een metalen hek. Wanneer je met een stok tegen de verschillende spijlen van het hek tikt, is de melodie “Altijd is Kortjakje ziek” te horen. Achter de installatie bevindt het Muziekcentrum Track zich. Frederik Van Simaey wou dit werk al langer maken, hij sprak met mensen van het Muziekcentrum en wilde dan ook dat zijn sculptuur daar een plaats kreeg.

Sofie Crabbé

 Het belang van het spel(en) vormt de basis van jullie parcours. Kan je het concept wat meer duiden?

Hilde Teerlinck

Bij een thema als Play is het belangrijk om mensen actief te laten deelnemen. Spelen is een geestelijke, maar ook een lichamelijke activiteit. Als je niet zorgt dat mensen kunnen springen, vallen, rennen of ergens opkruipen, dan heb je een deel gemist. Als ik ergens een oplossing voor moet vinden, ga ik altijd even een luchtje scheppen. Door te wandelen kom ik dan tot een idee. Ons lichaam en onze geest zijn enorm met elkaar verbonden. Maar Play hoeft niet alleen interactief te zijn. We willen ook nadenken over het spel. Er is uiteraard ook aandacht voor de visie van de kunstenaar op dit brede thema. Neem bijvoorbeeld de installatie van Piero Golia aan de Broeltoren Noord. Mensen kunnen er uit de toren springen om te belanden op een zacht schuimmatras. Kinderen springen vaker, terwijl volwassenen eerder de neiging hebben om twee keer na te denken. Sommige mensen hebben hoogtevrees. De sprong voelt als een risico. De ontlading na de sprong geeft een wow-gevoel. Het is een overwinning. Het is ongelooflijk hoe een fysieke actie een geestelijke reactie teweegbrengt. Er zijn mensen die onmiddellijk aan de Twin Towers denken. Maar Piero Golia refereert naar Leap into the Void van Yves Klein, een fotomontage waarbij een man van de tweede verdieping een sprong in het ijle waagt.

Paola Pivi

Sofie Crabbé

In de pers is erg de nadruk gelegd op het feit dat Play geschikt is voor kinderen. Wat is voor jou het belangrijkst.

Hilde Teerlinck

 Play is natuurlijk veel meer. We zitten vandaag zo in een geïntellectualiseerde kunstwereld waardoor we het belang van spelen als een belangrijk sociologisch en psychologisch aspect binnen de maatschappij vergeten. Met Play willen we nadenken over iets dat heel essentieel is. Kijk bijvoorbeeld naar het werk Adult Games van de Koerdisch-Turkse kunstenaar Erkan Özgen. Hij toont er hoe kinderen die opgroeien en spelen in een onderdrukkende dictatuur, potentieel  – door het zien van zoveel geweld – terrorist en guerrillero kunnen worden. De manier waarop ze zich gedragen en spelen toont namelijk hoe zij op conflict- en gevaarsituaties reageren.

Sofie Crabbé

 Het spel(en) is een heel ruim begrip. Hoe zou jij dat definiëren?

Hilde Teerlinck

Verschillende psychologen, sociologen en psychiaters hebben zich over dat thema gebogen. Spelen zou je kunnen omschrijven als iets dat je vrijwillig doet zonder dat je er een beloning voor krijgt. Je moet jezelf maar ’ns afvragen hoeveel keer per week je dat zelf doet. Vandaag hebben we voor alles een reden nodig, zelfs om naar de yoga te gaan, want we moeten ontstressen. Het spel is een voorwaarde voor de motorische en cognitieve ontwikkeling. Al spelende leren we. Als kinderen en volwassenen niet kunnen spelen, leidt dat tot een afwezigheid van creativiteit, asociaal gedrag en zelfs depressies. Een grote inspiratiebron voor mij was het boek Play: How it Shapes The Brain, Opens the Imagination, and Invigorates the Soul van psychiater Stuart Brown. Hij heeft veel onderzoek gedaan naar het sociaal gedrag van seriemoordenaars, en de afwezigheid van het spel in hun leven.

Heidi Voet

Polly Apfelbaum

Sofie Crabbé

Play bezoek je best niet alleen?

Hilde Teerlinck

Nee, je gaat er het best met vrienden of familie heen. Op de Grote Markt kunnen bezoekers bijvoorbeeld op een reusachtig bed, een soort airtrampoline, springen [Bed, Jennifer Rubell, red.], als je de tentoonstelling alleen bezoekt, ga je dit misschien niet doen. Het is een feit dat we meestal in groep spelen, denken we bijvoorbeeld aan het vertellen van een absurd verhaal onder vrienden. Hierop verder bouwend kunnen we ons dan ook de vraag stellen of gaming wel spelen is?

Sofie Crabbé

 Opmerkelijk is de aanwezigheid van Playgrounds in de tentoonstelling. Van het hindernissenparcours met afgedankte stenen die Tere Recarens vond in het depot van de stad Kortrijk, over een maquette van een speelplein ontwikkeld door Barbara Davi, de documentaire kortfilm ‘The Land’, een Welshe experimentele avonturenspeeltuin, tot de meer dan duizend documentaire foto’s die Peter Friedl maakte van publieke speelpleinen tussen 1995 en 2014.

Hilde Teerlinck

Speelpleinen ontstonden uit een behoefte naar veilig afgebakende speelplaatsen voor kinderen. In steden als New York en Amsterdam wilde men op die manier kinderen weghouden van het spelen op straat, aangezien dat gevaarlijk was. Deens landschapsarchitect Carl Theodor Sørensen merkte tijdens de Tweede Wereldoorlog op dat kinderen het maken van een eigen ruimte verkozen boven die ‘afgebakende kooien’ van speeltuinen. Hierdoor ontstonden overal ter wereld, van Japan tot Mexico, Adventure Playgrounds waar kinderen – weliswaar onder toezicht – in bomen mochten klimmen, vuur konden maken en met messen en bijlen konden spelen. Een belangrijk voorvechtster van die Adventure Playgrounds was de Engelse landschapsarchitecte Lady Allen. In de jaren zeventig en tachtig zijn die Adventure Playgrounds verdwenen. Het was het begin van gedesignde speelpleinen waarbij veiligheid en (over)controle centraal ging staan.Het speelplein dat Barbara Davi voor Play ontwikkelde, wilden we initieel ook buiten installeren, maar dit bleek praktisch onmogelijk. Verschillende commissies moeten de speeltuinen immers goedkeuren, op het vlak van materiaalkeuze, de hoogtes van speeltuigen, enzovoort. Heel dit proces neemt vier jaar tijd in beslag. Bij het bekijken van de foto’s van Peter Friedl valt dan weer op hoe weinig inventief we zijn in het ontwerpen van speelpleinen. Hij fotografeerde speeltuinen over heel de wereld, van Antwerpen tot Tokio. Het is frappant hoe alle speeltuinen op elkaar lijken. Hetzelfde geldt voor de hinkelspelen. Tere Recarens wilde hinkelbanen van over de hele wereld in Kortrijk samenbrengen, en ontdekte dat de structuur van de hinkelspelen universeel is. Naast het hindernissenparcours waar je over spreekt, maakte Recarens ook haar eigen hinkelbanen door in de stad op bestaande stenen kleuren aan te brengen. Dit werk is bijna onzichtbaar, maar het is er wel.

[figure playk7]

Tere Recarens

Sofie Crabbé

 Er is ook een ander werk dat in heel de stad terugkeert, namelijk de tapijten die als een soort signalisatie aan de ingang van alle binnenruimtes aangebracht zijn.

Hilde Teerlinck

Dit is een werk van Dane Mitchell, die in 2019 Nieuw-Zeeland zal vertegenwoordigen op de Biënnale van Venetië. Op elk tapijt staat de zin ‘beyond this point invisible forces are at play’. De bezoeker stapt over de mat, dus hij/zij is de ‘invisible force’ die het spel activeert.

Sofie Crabbé

 Een van de meest participatieve projecten van Play is het Brick Play-project van MAP13, een collectief van drie architecten die de samenwerking aanging met jongeren, studenten en inwoners van Kortrijk. Kan je dit werk wat meer contextualiseren?

Hilde Teerlinck

MAP13 gaat vaak samenwerkingen aan met de bevolking, zodat zij de functie en de vormgeving van de gebouwen mee kunnen bepalen. De collaboraties voor Play resulteerden in verschillende tekeningen en modellen van organische, Catalaanse gewelven die heel bijzonder zijn doordat ze rechtstaan zonder het gebruik van pilaren. Deze gewelven gaan we volgend jaar realiseren in het park van Kortrijk Weide. Er komt namelijk een hedendaags paviljoen waarin onder andere concerten zullen plaatsvinden.

Sofie Crabbé

 Wat is uw band met Kortrijk? U bent afkomstig van Brugge, maar woont en werkt al jaren in het buitenland. Sinds anderhalf jaar woont en werkt u in Barcelona als CEO – General Director voor de Han Nefkens Foundation, een platform dat videoproductie ondersteunt en waarvoor u de wereld rondreist.

Hilde Teerlinck

Ik ben geboren in Brugge en opgegroeid in Anzegem, waar mijn vader nog steeds woont. Daarna ben ik gaan studeren in Waregem. De grote, culturele stad voor ons was Kortrijk. Ik ging er naar de Limelight en het theater, en zag er voor het eerst producties van Needcompany en Anne Teresa De Keersmaeker. Patrick Ronse ken ik al langer. Zijn geesteskind Be-Part, waar hij curator is, verhuisde recent naar Kortrijk, waar het sinds oktober 2017 een tweede werkplaats geopend heeft, naast die in Waregem. We hadden reeds samengewerkt voor Beaufort en speelden met het idee om samen onze tanden in een groter project te zetten. Ik was reeds een tweetal jaar aan het concept van Play aan het werken. Toen kwam Patrick met het idee om dat project in Kortrijk te realiseren. Het begin van een mooie, tweede samenwerking was geboren.

LEES OOK METROPOLIS M NUMMER 4 EXCHANGE – EINDEXAMENS 2018 – FOTOGRAFIE (VERSCHIJNT BINNENKORT). ALS JE NU EEN JAARABONNEMENT AFSLUIT STUREN WE JE DIT NUMMER GRATIS OP. MAIL JE NAAM EN ADRES NAAR [email protected] (ovv actie nr 4)

Play t/m 10.10.2018, op diverse binnen- en buitenlocaties in Kortrijk. Meer info playkortrijk.be; eind augustus verschijnt de bijhorende catalogus

Sofie Crabbé

is kunst- en fotocriticus en curator. Ze werkt daarnaast als artist liaison voor Deweer Gallery.

Recente artikelen