Een museum vol tekeningen
Onder de titel De Line Up toont het Centraal Museum honderden tekeningen die het geschonken kreeg van de provincie, in combinatie met werk uit de eigen collectie en recent werk van enkele deelnemende kunstenaars.
In het Centraal Museum in Utrecht is nu de tentoonstelling De Line Up te zien gewijd aan zoals het wordt genoemd 'de kracht van tekenen'. Aanleiding is een schenking van ruim vierhonderd werken van de Provincie Utrecht die het museum in 2011 ontving in aanvulling op de eigen collectie. De tentoonstelling is een collectiepresentatie, gecombineerd met enkele recente werken van een aantal kunstenaars. Kunstenaars bij wie het tekenen een belangrijk rol speelt binnen hun kunstpraktijk. Het Centraal Museum was het eerste museum in Nederland dat de richtlijnen voor het kunstenaarshonorarium in 2017 ondertekende. Voor deze tentoonstelling kregen nu dertig kunstenaars betaald volgens deze richtlijn.
De Line Up begint met een letterlijke line-up van een indrukwekkende lijst namen van de honderd deelnemende kunstenaars, onder wie Ger van Elk, Armando, Mark Manders, René Daniëls en Rosemin Hendriks. Gastcurator Robbie Cornelissen koos in de eerste zaal voor een salonachtige opstelling en vulde de hoge wanden van plint tot plafond met kunstwerken van verschillend formaat en materiaal; een selectie van honderdvijftig werken uit de collectie. De omvang en verscheidenheid is overweldigend. Het tekenen verschijnt er als een sterk individuele praktijk, waarin de handeling van het maken en denken heel nauwgezet navolgbaar is.
Helaas is de salonachtige opstelling niet voor alle kunstwerken de meest geslaagde presentatievorm. De tekeningen die op ooghoogte of iets daar boven of onder hangen komen er nog wel goed vanaf. Maar voor alles dat daar boven hangt zit er niks anders op dan afstand te nemen, terwijl ook daar werk bij zat dat ik graag van dichterbij had gezien. Bijvoorbeeld een subtiele potloodtekening van Mark Manders Zonder titel (2007). In het tentoonstellingskrantje is een reproductie afgebeeld waarop het kunstwerk van dichtbij te bekijken is, maar daarvoor ga je niet naar het museum. Twee kunstwerken van Armando hangen wel op ooghoogte en daarboven ontdek ik nog een pareltje: een klein werk van Jeroen Henneman uit 1972. Helemaal bovenaan hangt prominent één van de bekende zelfportretten van Rosemin Hendriks uit 1994. Het lijkt alsof ze het poëtische werk van Henk Visch Zonder titel (1984) eronder aandachtig observeert.
© Centraal Museum, Utrecht / Ernst Moritz 2018
© Centraal Museum, Utrecht / Ernst Moritz 2018
In het midden van de ruimte staan een aantal vitrines waarin een reeks geniale tekeningen van Joost Swarte te zien is. De laatste heet: c - Schade veroorzaakt door onjuiste interpretatie der gegevens kan niet op de maker verhaald worden (1980). Swarte heeft in zijn typische tekenstijl een oogwaarschijnlijk normaal bureau getekend waarop herkenbare objecten als een telefoon, twee lege vellen papier en een cactus staan. Er hangt een getekend plattegrondje naast, zoals dat ook vaak gebeurt in een tentoonstellingskrantje, met de omtrek van werken en een nummer er in. In de tekst eronder geeft Swarte titels aan de objecten: de telefoon: ‘luchthaven’, de witte vellen: 'onbebouwd terrein' en de cactus: 'plantsoen'. De dingen zijn niet altijd wat ze lijken, lijkt Swarte ons op zijn humoristische wijze te willen zeggen. Waarmee hij ook tegelijkertijd het kunstobject en de tentoonstelling in haar geheel spiegelt en op de hak neemt.
Het tweede deel van de tentoonstelling is een labyrintachtige opstelling die Corenlissen samen met architect Joris van Buul heeft ontworpen. Het ontwerp is niet heel bijzonder en opvallend maar het werkt wel goed. Terwijl je door de expositie dwaalt, kun je verschillende routes nemen, met steeds verschillende combinaties van werken, afhankelijk waarop je een hoekje binnenloopt. Je komt steeds op punten uit die een andere cluster van kunstwerken toont. Mijn hoogtepunt is een kruispunt met werk van Marijn van Kreij, René Daniëls, Evelyn Taocheng Wang en Rinus Van de Velde. Alle vier tikken ze de lat hoog aan qua esthetiek en inhoudelijk verhaal. De recente tekening van Rinus van der Velde heeft een anekdote als titel: Every night when I made my entrance all dialogues stops and you could hear a pin drop. Everybody looked at me, more specifically at my lips. Hoping I would open my mouth and teach them something they did not know before. Most of the time I just nodded first, then spread my arm wide open and groaned very load. Afterwards I just ordered a drink and was silent for the rest of the evening. (2018) Deze tekst staat ook onderaan het kunstwerk geschreven en zou je kunnen lezen als een kritische reflectie op wat de positie van een kunstenaar zou moeten zijn en wat het in werkelijkheid is.
Van de Velde gebruikt alleen houtskool en dat lijkt onvoorstelbaar als je zijn werk van een afstand benaderd. Het heeft fotografische en schilderachtige kwaliteit en is fenomenaal getekend. Ook de tekeningen van Marijn van Kreij onder de titel Zonder titel (Picasso, Le Carnet de la Californie, 1955) (2018) is een prachtige reeks. Hij toont ons de kracht van de herhaling, waarbij iedere handgemaakte herhaling weer een originele weergave van een motief biedt, waarmee hij het idee van authenticiteit ter discussie stelt. De handeling van het tekenen, de kleine verschillen die in dit handmatige onvermijdelijk ontstaan, leggen de kracht van het medium bloot.
© Centraal Museum, Utrecht / Ernst Moritz 2018
© Centraal Museum, Utrecht / Ernst Moritz 2018
Het zijn maar twee voorbeelden uit een tentoonstelling met heel veel uiteenlopende tekeningen. Het thema tekenen leek mij op het eerste gezicht iets te breed en het was ook wel echt breed. Maar door enkele welgekozen combinatie van werken is het een expositie geworden waar ik geïnspireerd en verrijkt vandaan kwam.
© Centraal Museum, Utrecht / Ernst Moritz 2018
Mail naar:
karolien [at] metropolism.com
(€9,95 incl verzending)
Neem nu een abonnement op Metropolis M en bespaar 40%!