metropolis m

Marleen Sleeuwits, Not the Actual Site, 2017

LhGWR gaat na tien jaar ont-huizen. Zonder vaste ruimte wil de instelling het experiment en het nauwe contact met de kunstenaar weer omarmen. Wij spreken Geertje Muffels en Robert Jan Verhagen over de toekomstplannen.

Onlangs besloot LhGWR een nieuwe stap te zetten. Uit nieuwsgierigheid naar de mogelijkheden van nieuwe presentatievormen schudden zij de ballast van het hebben van een vaste tentoonstellingsruimte van zich af en gaan door met wat ze als de essentie van LhGWR beschouwen: de nauwe en persoonlijke samenwerkingsverbanden met ‘hun’ kunstenaars. ‘We hebben met een aantal kunstenaars de afgelopen jaren een hele nauwe band opgebouwd’, vertelt Geertje Muffels. ‘Niet zozeer een zakelijke band, maar een die in het teken staat van de ontwikkeling van hun kunstenaarspraktijk’, voegt Robert Jan Verhagen toe. We zitten in de voormalige bibliotheek/winkel/videoruimte van LhGWR dat nu dienst doet als kantoor. Er is hier nogal eens geschoven de afgelopen tien jaar. Nu echter is de noodzaak van het hebben van een vaste locatie er niet meer. ‘We hebben alles uit de ruimte gehaald wat erin zat’, zegt Muffels. Verhagen: ‘Er zijn geen geheimen meer voor ons te ontdekken hier.’

Volgens oorspronkelijk plan, tien jaar geleden, kwam er evenredig aan de tentoonstellingsruimte een winkel in het pand van LhGWR, dat op een steenworp afstand ligt van het Haagse station Holland Spoor. In de winkel lagen onder meer kunstenaarspublicaties en uiteenlopende producten van ontwerpers die Verhagen en Muffels hadden gescout op academies. De winkel had evengoed een patatzaak kunnen zijn’, stelt Verhagen waarmee ze hint op de filosofie achter het toevoegen van een onderneming aan de tentoonstellingsruimte. ‘We wilden in de praktijk testen of het cultureel ondernemerschap kunst en maatschappij dichter bij elkaar kon brengen, want we zijn meer van de daden dan van de woorden.’ Na bijna twee jaar voorbereiding, kwam die onderneming er in de vorm van een winkel. Ook beeldende kunst presentaties van LhGWR vinden plaats op alternatieve plekken en niet in de geijkte white cube, zoals in een pop-up concept store voor de Mercedes-Benz Fashion Awards. Muffels: ‘Op deze insteek kregen we tien jaar geleden sceptische reacties, en nu krijgen we dat eigenlijk weer op ons toekomstplan.’

De winkel bleek op de lange termijn niet te kunnen zorgen voor het gewenste resultaat: een substantiële financiële bijdrage aan de begroting van de activiteiten in de tentoonstellingsruimte, en hij verdween weer, ondanks het feit dat de winkel ondertussen wel op een ander vlak succes had. Hij fungeerde als drempelverlagend onderdeel van het concept en was uitgegroeid tot een platform voor jonge ontwerpers waarbij het LhGWR label als een soort keurmerk voor kwaliteit gold.  Echter, om de winkel op die manier draaiende te houden, vroeg om een uitbreiding van het team die ze eigenlijk niet wilden. De focus ligt dan ook niet bij de winkel, maar bij de reden waarom de winkel er was. Muffels: ‘Je hoort het overal om je heen van andere kunstinstellingen: hoogstens een paar bezoekers per dag, daar doe je het niet voor.’ Verhagen: ‘Tegelijkertijd vraag je je af waar dat de kunst neerzet. Als we over 100 jaar terug kijken, is de kunst, zoals die zich nu afspeelt, misschien wel helemaal verdwenen.’ Hij filosofeert verder over de toekomst waarin er enkel beurzen bestaan waar wel bezoekers op af komen. ‘Per jaar ontvangen wij op deze locatie zo’n 5.000 bezoekers. Op een beurs lopen er in drie dagen tijd 25.000 mensen langs het tentoongestelde werk. Dat is nogal een verschil.’

[blockquote]Robert Jan Verhagen: ‘Sommige kunstenaars die wij al jaren vertegenwoordigen, zijn ook met elkaar bevriend geraakt, komen bij elkaar over de vloer en bellen met vragen over bepaalde technieken.’

Sjoerd Knibbeler, Forming Synchrony, 2017

De clou van het verhaal: hoe sterk je ook gelooft in de huidige omgang met kunst, je moet mee kunnen bewegen met de samenleving. Die insteek gaf de doorslag om afscheid te nemen van de tentoonstellingsruimte. Het programmeren van museale tentoonstellingen maakt nu ruimte voor een nieuw onderzoek naar wederom alternatieve vormen van de presentatie van kunst. Muffels: ‘Bovendien vonden we dat we alweer lang genoeg in de pas hebben gelopen.’ Om mogelijkheden voor jezelf te creëren kun je natuurlijk maar tot op zekere hoogte kritiek hebben op het systeem waarvan je wilt profiteren. Met het vertrek uit de Haagse binnenstad pakt LhGWR haar eigen route weer op.

De eerste reacties die ze op die beslissing ontvangen, gaan ook over die Haagse binnenstad. ‘Wat zonde voor de wijk, voor de stad.’ Een compliment, maar een dat hen er tegelijkertijd van overtuigt dat de toekomst van LhGWR elders ligt. In dit toekomstbeeld ligt de focus op het uitbreiden en verdiepen van de ondersteuning en begeleiding van kunstenaars. Verhagen: ‘Hoe dat er precies uitziet, is maatwerk. Iedere praktijk, iedere kunstenaar, vraagt in principe om een andere aanpak.’ ‘We hebben om verschillende redenen kunstenaars ook moeten loslaten’, vertelt Muffels verder. ‘Soms omdat er geen ontwikkeling van de grond kwam en soms omdat de ontwikkeling te snel ging!’ Wat de selectie kunstenaars bindt is de term ‘lens-based’. Daarnaast lijken de kunstenaars door de jaren onderling ook meer naar elkaar toe te trekken. Verhagen: ‘Sommige kunstenaars die wij al jaren vertegenwoordigen, zijn ook met elkaar bevriend geraakt, komen bij elkaar over de vloer en bellen met vragen over bepaalde technieken.’

Dat de ont-huizing in ieder geval niet het einde is van LhGWR, is duidelijk. Geertje Muffels: ‘We krijgen weer veel meer vrijheid in het programmeren.’

De precieze plannen voor de toekomst laten ze graag nog even open. Niet om geheimzinnig te doen, maar om ruimte te creëren om te filosoferen, te experimenteren en op afstand een beter overzicht te krijgen. Ook uit gesprekken met de kunstenaars moet blijken welke betekenis LhGWR heeft gehad in de individuele praktijken en waar er in de toekomst behoefte aan is. Dat de ont-huizing in ieder geval niet het einde is van LhGWR, is duidelijk. Muffels: ‘We krijgen weer veel meer vrijheid in het programmeren.’ Een opmerking die je misschien eerder zou verwachten uit de mond van iemand die net een eigen ruimte intrekt, maar de vrijheid zit hem voor Muffels en Verhagen vooral in het feit dat er zich nieuwe mogelijkheden voor gaan doen. Het omarmen van die vrijheid spreekt voor het enthousiasme waarmee LhGWR poogt mee te bewegen in de altijd veranderende kunstwereld.

Thomas Kuijpers, Paradigma II, 2016

Taisuke Koyama en Takashi Kawashima, Post Body Nature, 2017

Kijk hier voor een overzicht van de tentoonstellingen die de afgelopen tien jaar bij LhGWR te zien waren: https://www.lhgwr.com

Marilou Klapwijk

is kunstenaar en kunstdocent

Recente artikelen