metropolis m

Europees parlement tijdens stemming

Wie pleit er voor de kunst in Brussel? Wij spitten de partijprogramma’s door en zetten de spaarzame voorstellen voor de kunstsector uiteen.

Het is op Europees niveau niet anders dan in Nederland bij de landelijke politiek: kunst is geen paragraaf van belang in de partijprogramma’s. Er wordt nauwelijks over kunst gesproken. De groeiende roep om het belang, het behoud, en de bescherming van cultuur en identiteit van de Europeaan of de Nederlander (verschilt per partij), lijkt nauwelijks samen te gaan met het stimuleren, beschermen en koesteren van het culturele veld.

De mantra die in de magere cultuurparagrafen het meest opklinkt is die van het toegankelijk maken van cultuur. D66 oppert het idee voor een Europese museumkaart die geldig is bij de grotere musea. D66: ‘Europa kan in de wereld onze kunst en cultuur delen met culturele missies, het digitaliseren van kunst, literatuur en onderzoek en het organiseren van gezamenlijke tentoonstellingen. Maar ook binnen Europa kunnen we cultuur meer op de kaart zetten, bijvoorbeeld met een Europese museumkaart die toegang geeft tot de meeste grote musea in de EU. Met een Europese museumkaart stimuleren we culturele uitwisseling en ontsluiten we de culturele diversiteit van Europa voor nieuw publiek.’ De PvdA noemt het een Europese cultuurcheque die met name gericht is op jongeren: ‘Cultuur is ontzettend belangrijk voor de opvoeding van jongeren. Cultuur leert hen om kritisch te denken, eigen ideeën te ontwikkelen, onafhankelijk en creatief te zijn en om de complexiteit van de wereld te begrijpen. Met een Europese cultuurcheque krijgen zij gratis toegang tot culturele instellingen en evenementen.’ 50PLUS komt met het idee voor een Europese ouderenpas en een Europese jongerenpas, passen die recht geven ‘op de in het desbetreffende land geldende korting op de toegang tot culturele en belangrijke maatschappelijke instellingen.’ Ook de SP sluit aan, al gaat het haar vooral om de toegang tot Nederlandse instellingen.

Auteursrecht is een populairder onderwerp. Zowel D66 als GroenLinks pleiten voor een inperking van de looptijd van het auteursrecht. De huidige zeventig jaar moet worden gekort. Dit vooral met het oog op het meegaan met de digitale samenleving – een ontwikkeling die in de besproken partijprogramma’s veelvuldig met het kunstbeleid in verband wordt gebracht (denk aan de digitalisering van museumcollecties en archieven). Digitalisering lijkt het Europese toverwoord voor de cultuursector. Hoelang het auteursrecht dan zou moeten gaan gelden, wordt niet gespecificeerd. GroenLinks schrijft: ‘De EU verkort de termijnen voor het auteursrecht (dat nu doorloopt tot zeventig jaar na de dood van de maker) binnen de grenzen van internationale verdragen. In internationaal verband zet de EU zich in voor het recht om informatie te delen voor niet-commerciële doelen, en zwengelt zij een discussie aan over een verdere verkorting van exploitatierechten.’ D66 formuleert het als volgt: ‘Het huidige auteursrecht is niet ingericht op de digitale samenleving. We willen dit in Europa harmoniseren en vooral moderniseren, zodat de gebruiker centraal staat. Onderwijzers, scholen, bibliotheken, remixers en kunstenaars moeten makkelijker aan de slag kunnen met beschermd materiaal. Wij zijn voorstander van actieve, kosteloze digitale registratie van het auteursrecht in een centraal register. De huidige termijn van auteursrecht ligt op zeventig jaar na het overlijden van de maker. Wij willen dat deze termijn fors verlaagd wordt.’ Ook de Partij voor de Dieren ‘wil aanpassing van het auteursrecht en het auteurscontractenrecht om de positie van de makers te versterken en de informatievrijheid te vergroten. Dit mag niet ten koste gaan van een vrij internet. De Partij voor de Dieren wil geen “link tax” en is tegen het instellen van een verplicht uploadfilter.’ Of die verkorting van het auteursrecht vooral een voordeel of een nadeel voor kunstenaars zal zijn, is afhankelijk van de uiteindelijke duur van het auteursrecht. Het is er natuurlijk primair om de artistieke rechten van de kunstenaar ook financieel te waarborgen, en om zo brood op de plank te krijgen. Een al te drastische inkorting veroorzaakt juist negatieve effecten en speelt vooral bedrijven en culture instituten die tegen lagere kosten gebruik willen maken van beeld- en tekstmateriaal in de hand.

In de kleine lettertjes van de programma’s vallen nog enkele punten te verzamelen die de kunst aangaan, of beter de kunstenaar. GroenLinks wil de Europese btw-regels drastisch herzien, zodat lidstaten de vrijheid krijgen om niet de aankoop van goederen en diensten te belasten maar hun effect op het milieu en het gebruik van grondstoffen (onttrokken waarde). Verder stelt de partij dat de btw verlaagd moet kunnen worden voor: ‘A arbeidsintensieve diensten, zoals kappers, kunstenaars en fietsenmakers; B reparaties en hergebruikte goederen en materialen; C groente en fruit.’

Ook stelt GroenLinks dat: ‘de EU bevordert Europese film-, tv- en theaterproducties, literaire vertalingen en de digitalisering van musea en archieven.’ Tot de grote verworvenheden van Europa behoort het Erasmusuitwisselingsprogramma (een Nederlandse uitvinding). GroenLinks zegt ook na de Brexit de (culturele) uitwisseling tussen het Verenigd Koninkrijk en de rest van Europa te willen stimuleren. ‘Jonge Britten moeten na het uittreden van het Verenigd Koninkrijk uit de EU de kans houden om deel te nemen aan Europese cultuur-, opleidings- en onderzoeksprogramma’s, zoals Erasmus, zolang het Verenigd Koninkrijk eerlijk bijdraagt aan de kosten hiervan’, vindt GroenLinks.

De SP spreekt zich uit tegen de bezuinigingen in de kunst. ‘We stoppen met bezuinigen op cultuur. Marktwerking en sponsoring zijn nooit een waarborg voor een kwalitatief en afwisselend aanbod aan cultuuruitingen. Om vermarkting en verschraling tegen te gaan moet de overheid toezien op een breed aanbod.’[1]

Volgens PvdD zijn vrije pers, kunsten en onafhankelijke wetenschap ‘essentieel voor een democratische samenleving. De Partij voor de Dieren wil dat de EU vrije beoefening ervan niet in de weg zit, maar juist bevordert vanuit de platformfunctie die zij vervult.’ Onder die bevordering valt dan onder andere de bescherming die de EU haar lidstaten biedt bij het beschermen van hun cultureel erfgoed.

En tussen neus en lippen door benoemt D66 in een paragraaf over handel in Europa de kwestie rond gestolen culturele objecten. Zou het hier gaan om de teruggaaf van roofkunst verworven door kolonisering en nazisme? ‘De Europese markt is een markt waar, tegen een eerlijke prijs, duurzaam en op humane wijze geproduceerde producten worden afgezet die voldoen aan de Europese kwaliteitsnormen. Dat betekent ook dat Europa zijn markt inzet om de handel in martelwerktuigen, conflictmineralen en gestolen culturele goederen te remmen.’

[blockquote]De voorgestelde maatregelen lijken met name gericht op het aantrekkelijker maken van kunst en cultuur voor een breed publiek in plaats van het creëren van een gezonde Europese cultuursector

Iconische Europese kunst per land

Al met al lijken de maatregelen die de besproken partijen voorstellen met name gericht op het aantrekkelijker maken van kunst en cultuur voor een breed publiek in plaats van het creëren van een gezonde Europese cultuursector. Daarnaast zijn concrete voorstellen nauwelijks te ontwaren. Het is allemaal wat braaf en wat summier. Het gaat meer om de bijzaken dan om de hoofdzaak: een structuur bevorderen waarin de cultuursector niet meer een van de meest precaire sectoren van de samenleving is. Trouw berichtte onlangs in een stuk met de kop ‘Het uurtarief van zzp’ers in de kunst ligt op een uitzonderlijk laag niveau’ dat er, in de woorden van onderzoeker Dimitri Lahaut, een nieuwe categorie ‘werkende armen’ dreigt te ontstaan, mede doordat kunstenaars (en alle culturele werkers zou ik willen toevoegen), zo schrijft Sandra Kooke, ‘weinig kans hebben hun positie te verbeteren of een vaste baan te krijgen, omdat culturele instellingen krap zitten en liever met zzp’ers werken dan mensen in dienst nemen.’[2] Juist om dit soort situaties te verhelpen is het van groot belang dat de Europese politiek investeert in de sector zodat er meer ruimte is om mensen in dienst te nemen en instellingen fte’s niet meer middels tijdrovende (en steeds lagere) subsidies bij elkaar hoeven te sprokkelen. En dit is uiteraard niet de enige uitdaging waar de culturele sector momenteel voor staat.

Op 13 mei j.l. stuurt Europaplatform (‘een permanent platform’, opgericht door European Cultural Foundation, Culture Action Europe en Kunsten ’92, om op structureel niveau gesprekken te voeren ‘voor een sterkere rol van de Nederlandse cultuursector met betrekking tot het Europees beleid’) een brief aan minister van Engelshoven.[3] Hierin wordt een versterking tussen het Europese beleid en de Nederlandse kunstsector bepleit. In de brief wordt om steun van de minister, en van de minister van financiën Hoekstra, gevraagd voor de voorgestelde verhoging van € 1,85 miljard voor het Creative Europe-programma. Ook vragen ze in de brief aandacht voor de volgende zaken:

1. Betere facilitering en minder belemmeringen om beter gebruik te kunnen maken van EU- middelen

2. Aansluiting tussen regionaal, nationaal en Europees beleid

3. Flexibelere invulling en aansluiting van programma’s en meer plek voor innovatie

Financiële ruimte is er dus misschien wel degelijk. DutchCulture publiceerde gisteren een persbericht[4] met daarin het voorstel van de Europese Commissie om het budget van Creative Europe van 1,46 miljard naar 1,85 miljard euro te verhogen voor de langetermijnsbegroting van 2021-2027.[5] Ook vroeg het persbericht aandacht voor het voorstel voor een ‘speciaal Schengenvisum voor kunstenaars afkomstig van buiten de Unie’.[6] Voor het slagen van dit soort voorstellen, zo benadrukt DutchCulture, is wel draagvlak nodig binnen het Europees Parlement. Elke stem telt, zoals het cliché luidt.

De partijprogramma’s waarin kunst en cultuur niet naar voren komen zijn buiten beschouwing gelaten.

[1] Overigens een gerecycled statement zie: http://www.metropolism.com/nl/news/22998_metropolis_m_stemwijzer_2012

[2] Sandra Kooke, ‘Het uurtarief van zzp’ers in de kunst ligt op een uitzonderlijk laag niveau.’ Trouw, 13 mei 2019.

[3] Lees hier de volledige brief.

[4] http://www.metropolism.com/nl/news/38292_eu_is_goed_voor_kunstenaars_zegt_dutch_culture

[5] Zie dit bericht van 4 juni 2018 waarin ook duidelijk wordt gemaakt dat van die 1,85 miljard er 1,01 naar media zou gaan, 609 miljoen naar ‘culturele en creatieve sectoren in Europa’ en de rest voor cross-overs tussen media en cultuur zou worden benut. 

[6] http://www.metropolism.com/nl/news/38292_eu_is_goed_voor_kunstenaars_zegt_dutch_culture

Zoë Dankert

schrijft

Recente artikelen