metropolis m

Marjanne en Christopher – foto Ruben Pater

De eerste keer dat ontwerper Marjanne van Helvert viel voor een Ding was ze twintig jaar. Die liefde maakte het voor haar mogelijk een heel andere relatie met de wereld te verbeelden. Want als we ergens van houden, willen we ervoor zorgen. Maar hoe zorg je voor een ding? En wat wil het Ding zelf eigenlijk?

Vorig jaar op schrikkeldag, vlak voor de eerste corona-lockdown in Nederland, las ik voor een publiek in Stroom in Den Haag een liefdesbrief aan Christopher voor. Het was spannend om zo in het openbaar mijn liefde te verklaren. Christopher zelf was er niet bij, en had geen idee van de gevoelens die ik die avond deelde met vreemden. Maar zijn oordeel vreesde ik niet. Ik was beducht voor de reactie van het publiek, want mijn liefde is ongewoon.

Christopher is een containerschip, waar ik twee maanden eerder een paar weken op was meegevaren. Hij is ruim 170 meter lang, knal-zeegroen, met rode reddingsboeien. Hij kan door zee-ijs rammen met 400 containers op zijn rug. Maar meestal vaart hij rustig rondjes op de Baltische zee, halfvol geladen, van Hamburg naar Riga, dan door naar St. Petersburg, naar Helsinki, Gdansk, en soms via Zweden weer terug. [1] Als een gigantische pakezel vervoert hij onze ladingen spullen heen en weer: van sneakers tot landmijnen, van instant noedelsoep tot bloempotten. Als een olifant in het circus doet hij trucjes voor de mensen aan het roer.

Ik was meteen verkocht. Ik had nog nooit eerder een containerschip van dichtbij gezien. En nu, onbeweeglijk op zee deindend, zonder land in zicht, stond ik op een eindeloos schip dat mij geduldig boven water hield. Ik mocht op hem lopen, in hem slapen, over de inhoud van zijn containers fantaseren, en naar zijn motor kijken. Hij had de golven onder controle, zodat er niets en niemand de zee in kukelde. Zijn onmenselijke schaal, door mensen gemaakt, in een universum van nog grotere schepen, havens vol automatische hijskranen en robotvrachtwagens, en hele berglandschappen van opgestapelde containers. Hij opende mijn ogen voor een andere wereld. Ik heb iets met grote, door mensen gemaakte dingen. En Christopher was groot. Er was geen ontkomen aan.

Marjanne en Christopher - foto Ruben Pater

Christopher op zee - foto Marjanne van Helvert

Christopher reddingboei - foto Marjanne van Helvert

De eerste keer dat ik viel voor een ding was in Wenen. Ik was begin twintig en met mijn klasgenoten van de Rietveld Academie op schoolreis naar de parel van centraal Europa. Tussen de neoklassieke en barokke paleizen vol geroofde kunst uit de koloniën en uit de huizen van vermoorde Joden, was daar het eerste Ding. Ik sloeg een hoek om en daar stond het. Een blok beton zo groot als het Belvedère. Maar dan mooier. Beter. Echter. Onontkoombaarder. Het was een Flakturm, een gevechtstoren uit de Tweede Wereldoorlog: een enorme, lompe kubus van beton en staal, met metersdikke muren, en bovenop plaats voor luchtafweergeschut. [2] Er staan er meerdere, leerde ik, ook in Berlijn en Hamburg torenen deze bunkers boven de huizen uit. En ze krijgen ze nooit meer weg, tenzij ze de hele buurt mee opblazen. Een blijvend litteken in de stad, zonder buitenkant, zonder versiersels, zonder andere functie dan dat waar het ooit voor uit de grond gestampt was. Het was het eerlijkste ding dat ik in Wenen had gevonden. Op Facebook schreef ik aan de wereld: “I went to Vienna and fell in love with a concrete cube.”

De romantische liefde van mensen voor dingen wordt objectofilie of objectum-seksualiteit genoemd. Het is een seksuele geaardheid, die zich uit door romantische en seksuele gevoelens voor levenloze objecten. In de vroege jaren van het internet vonden object-seksuelen elkaar voor het eerst online, zoals de Amerikaanse Erika Eiffel die trouwde met de Eiffeltoren, en de Zweedse Eija-Riitta Berliner-Mauer die de Berlijnse Muur aan haar achternaam toevoegde. Ze deelden hun gevoelens met elkaar en met de wereld en schreven over gerelateerde ideeën als animisme en de rechten van dingen. [3] Opvallend is dat objectum-seksualiteit vrijwel altijd gericht is op door mensen gemaakte dingen. Er zijn auto’s, geluidsapparatuur, machines, gebouwen,bruggen, en hekken te vinden in de harten van de objectum. [4] Niemand lijkt verliefd te worden op een rivier, een berg of een boom. Zou objectofilie uniek zijn aan het tijdperk van het antropoceen?

Ik weet niet of ik mezelf echt tot de object-seksuelen mag rekenen. Tot een langdurige relatie is het bij mij nooit gekomen. Maar toch voel ik verwantschap met de geliefden der dingen. Af en toe struikel ik over een plotselinge obsessie voor een Ding, waardoor ik de wereld ineens vanuit diens perspectief wil bekijken. Dan denk ik aan het lot van het eeuwige beton, onwillig opgesteld in een stad van suikertaarten. Of aan een boot die rondjes zwoegt om op tijd de badeendjes en de kogelvrije vesten te bezorgen. Ik verbeeld me opeens een heel andere relatie met de wereld om ons heen. Want als we ergens van houden, willen we ervoor zorgen. Maar hoe zorg je eigenlijk voor een ding? Was will das Ding?

Flakturm VIII G - Vienna - foto Marjanne van Helvert

Eija-Riita was diep geschokt toen de Berlijnse Muur viel. De sloop voelde als een gewelddadige aanval op haar geliefde. Misschien had het haar beter geleken als er na 1989 gezellige poortjes en ramen in de grensmuur waren gemaakt? Of zou ze hebben gewild dat haar Muur de functie behield waar hij voor was gemaakt? Ook ik vind het pijnlijk als geliefde objecten aftakelen of gesloopt worden, ook al is dat vaak onvermijdelijk. Het liefst zou ik ze opstellen in een museum. Een museum der dingen, een museum van het antropoceen. [5] Met alle informatie op een bordje ernaast: wanneer en waar het gemaakt was; door wie, waarvan, en hoe; wie het allemaal gebruikte, en hoe het kapot ging. En met een onuitgesproken uitnodiging om het te stelen en er opnieuw van te houden. 

 

[1] Hier kun je Christophers positie en bestemming live volgen: https://www.vesselfinder.com/vessels/CHRISTOPHER-IMO-9359260-MMSI-305468000

[2] Hier staat de flakturm: https://goo.gl/maps/v5ybF5hdfbfUVZZA9

[3] De (gearchiveerde) website van Eija-Riita Berliner-Mauer: https://web.archive.org/web/20080216040239/http://www.berlinermauer.se/ en die van Erika Eiffel: http://www.objectum-sexuality.org/

[4] Zie https://www.womansday.com/relationships/a1464/10-romances-between-people-andthings-105631/ en https://lgbta.wikia.org/wiki/Objectum

[5] Niet toevallig mijn favoriete museum: https://www.museumderdinge.org/

Marjanne van Helvert

is textielontwerper, onderzoeker en schrijver

Recente artikelen