metropolis m

Democratische Zelf-Administratie Rojava en Studio Jonas Staal, New World Summit – Rojava, 2015-18, foto Ruben Hamelink

Een klimaattribunaal of een stateloos parlement: het zijn democratische organisaties die we nodig hebben maar die er nog niet zijn. In samenwerking met advocaten, onderzoekers en juristen maakt kunstenaar Jonas Staal de verbeelding én de realisering ervan mogelijk. Zondag schuift hij aan bij de bijeenkomst ‘Verkiezingen zijn niet genoeg! Kunstpraktijken als democratische vernieuwing’ in het Stedelijk Museum Amsterdam. Samensteller Joram Kraaijeveld ging alvast met hem in gesprek.

Joram Kraaijeveld

 Waar ben je mee bezig, of welke projecten ben je aan het ontwikkelen?

Jonas Staal

‘Met veel dingen tegelijkertijd. In deze periode van de pandemie is de Collectivize Facebook-rechtszaak die ik heb opgezet met mensenrechtenadvocaat Jan Fermon een belangrijk project. Het project stelt de vraag hoe collectief eigendom terug te eisen over zogenaamde trillion dollar companies. Facebook, Amazon, Apple en Monsanto zijn voorbeelden: die bedrijven hebben een krankzinnige impact op ons dagelijks bestaan en zijn vaak ook ontstaan met publiek onderzoek en financiering. Voor Facebook en Alphabet (moederbedrijf van o.a. Google) verrichten gebruikers nog altijd onbetaald werk, namelijk als data-arbeiders. Dat vormt een van de argumenten waarmee we juridisch willen onderschrijven dat bedrijven als Facebook erkend moeten worden als publiek eigendom. Daarnaast wijzen we ook op de disproportionele impact die Facebook heeft op onze privacy en democratische verkiezingen. Facebook adviseert rechtstreeks autoritaire regimes en ondermijnt zo op veel fronten het recht op zelfbeschikking zoals vastgelegd in het handvest van de Verenigde Naties. Wat we voorstellen is een omvorming van bedrijven op transnationaal niveau: voorbij de dichotomie van staat en corporaties. Facebook als transnationaal coöperatief onder eigendom en zelfbestuur van haar 2.3 miljard gebruikers. De pandemie maakte de afhankelijkheid van dergelijke bedrijven alleen maar groter – denk bijvoorbeeld aan het enorm toegenomen gebruik van Zoom en Amazon. De pandemie heeft aangetoond dat onze crisis – de crisis van ons als precaire datawerkers – het kapitaal vormt van bedrijven als Amazon en Facebook, die de beste kwartaalcijfers ooit presenteerden. Onze rechtszaak werd daarmee nog urgenter. We hebben zogenaamde ‘pre-trials’ opgezet: voorbereidende rechtszaken waarbij we additionele bewijslast vergaren en mensen proberen te overtuigen om onze rechtszaak te ondersteunen. Wanneer we naar de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties in Genève gaan om de zaak in te dienen, doen we dat namens honderden, duizenden zo niet tienduizenden mede-indieners.’

De pandemie heeft aangetoond dat onze crisis – de crisis van ons als precaire datawerkers – het kapitaal vormt van bedrijven als Amazon en Facebook, die de beste kwartaalcijfers ooit presenteerden

Jonas Staal en Jan Fermon, Collectivize Facebook, Video #2, Stil, 2020, beeld: Remco van Bladel en Jonas Staal 

Joram Kraaijeveld

 Zondag zien we elkaar in de context van de aankomende Nederlandse landelijke verkiezingen. In het verleden heb je met verschillende Kamerleden en politici artistieke projecten opgezet, maar sinds een jaar of tien lijkt de focus in jouw artistieke praktijk te zijn verlegd van Nederlandse naar internationale politieke structuren. Is daar een reden voor?

Jonas Staal

 ‘Toen ik met mijn artistieke werk begon was het voor mij heel belangrijk om een kunstenaar te zijn in Rotterdam die werk maakt over maatschappelijke discussies in het publieke domein van de stad, al dan niet Nederland. Het idee van een ‘globalistische kunst’ en het fetisjisme van de artist-in-residencies waren destijds heel erg dominant. Ik zag de noodzaak om een contrapunt te leveren. De opkomst van, en moord op, Fortuyn zorgden voor een fundamentele herstructurering van de samenleving, zowel op cultureel als op politiek vlak. Ik vond het bizar om die ontwikkelingen te negeren. Dat proces van politisering heeft me – inderdaad – tegelijkertijd ook bewust gemaakt van de noodzaak om bepaalde specifieke nationale fenomenen ook als mondiale politieke processen te gaan zien. De opkomst van autoritarisme in Nederland, met schakelingen van Janmaat naar Fortuyn naar Wilders naar Baudet, lijkt bijvoorbeeld op het eerste gezicht specifiek voor Nederland. Maar parallel hieraan ontvouwen zich elders in Europa en de wereld vergelijkbare processen. De aanslag op de Twin Towers is onlosmakelijk verbonden met de opkomst van iemand als Fortuyn. De nationale politieke dynamiek is niet los te koppelen van zulke mondiale ontwikkelingen. Het klopt dat ik in mijn werk tussen die twee polen van landelijke en mondiale politiek ben blijven bewegen. Maar ik ben naast samenwerking met internationale organisaties zoals DiEM25 en Progressive International ook nog altijd actief betrokken bij progressieve politieke partijen in Nederland.’

De geschiedenis van het recht is verbonden aan het kolonialisme om het leegroven van landen te legitimeren, en die erfenis werkt nog altijd door in het heden

Joram Kraaijeveld

  Later dit jaar organiseer jij met Radha D’Souza in het Amsterdamse Framer Framed en andere partijen een klimaattribunaal voor intergenerationele klimaatmisdaden. In 2016 heeft de kleine eilandstaat Vanatu opgeroepen tot een breder mandaat voor het Internationaal Strafhof (ICC) zodat het ook klimaatmisdaden kan gaan vervolgen. Hoe verhoudt jullie artistieke praktijk zich tot het Internationaal Strafhof?

Jonas Staal

 ‘Met Radha D’Souza, advocaat, schrijver en onderzoeker, ontwikkel ik de Court for Intergenerational Climate Crimes (CICC). Radha heeft een juridisch raamwerk voor intergenerationeel klimaatrecht opgezet en zal hoorzittingen leiden die in een door mij ontworpen tribunaal plaatsvinden.  Het huidige perspectief op recht dat zij uiteenzet in haar boek What’s Wrong With Rights? (2018), legt nadruk op het mensenrecht als geïndividualiseerd recht en ontkent zo de wederzijdse afhankelijkheid van mensen in bredere ecosystemen. Als de rechten van een rivier worden geschonden dan worden de rechten van alle mensen, dieren, planten die afhankelijk zijn van die rivier tegelijkertijd geschonden. Rechten kunnen niet gereduceerd worden tot privébezit, maar dat is wel gebeurd. CICC kan ten eerste gezien worden als een statement tegen die individualisering van het recht: het stelt een collectieve herverdeling van rechten voor. De geschiedenis van het recht is verbonden aan het kolonialisme om het leegroven van landen te legitimeren, en die erfenis werkt nog altijd door in het heden. Daarom is het werken aan intergenerationeel klimaatrecht voor ons belangrijk. We hebben een juridisch kader nodig waarin niet enkel klimaatcriminaliteit uit het heden en verleden kan worden vervolgd, maar waarin bovendien de impact van die criminaliteit op nog ongeboren mensen, dieren en planten in acht wordt genomen. Het bestaande rechtssysteem is eigenlijk alleen maar in staat om vanuit het verleden naar het heden te redeneren, maar niet om de toekomstige gevolgen van de grootschalige ecocide en genocide die op dit moment door fossiele corporaties worden gecreëerd te vervolgen. Middels Radha’s raamwerk voor intergenerationeel klimaatrecht willen wij een parallel trekken tussen voorouders en ‘naouders’. Het lineaire tijdsperspectief in het bestaande juridische raamwerk wordt daarmee ter discussie gesteld. Het Internationaal Strafhof is veel bekritiseerd  vanwege de veronderstelde ‘neutrale positie’ dat het in Den Haag inneemt. Want wie wordt daar vervolgd, en namens welke staten of organisaties vinden die vervolgingen plaats? Over het ICC wordt vaak gezegd dat het te gemakkelijk misbruikt kan worden om politieke tegenstanders uit andere landen en contexten te vervolgen of te criminaliseren. Wij richten onze pijlen met de hoorzittingen die we zullen gaan voeren daarom uitsluitend op vormen van klimaatcriminaliteit waar de Nederlandse staat en/of Nederlandse bedrijven rechtstreeks verantwoordelijk zijn. De aanklachten, reikend van ecocide in de Amazone tot de impact van oorlogsvoering op ecosystemen in Irak, zijn alle gericht aan individuen, bedrijven en organisaties die verbonden zijn aan de Nederlandse context. Wij vervolgen geen internationale actoren in Nederland, wij vervolgen Nederland voor haar rol in internationale klimaatcriminaliteit.’ 

'Ik probeer met mijn werk uit te vinden wat emancipatorische vormen van bestuur zouden kunnen of moeten zijn, voorbij de begrenzingen van corporate capitalism en de politiek van de natiestaat'

Democratische Zelf-Administratie Rojava en Studio Jonas Staal, New World Embassy: Rojava Jaar, 2016 foto Nieuwe Beelden Makers Geproduceerd door Oslo Architecture Triennale: After Belonging – URO/KORO, Norway

Studio Jonas Staal en DIEM25, New Unions: DiEM25, Athens Jaar, 2017, foto Jonas Staal, geproduceerd door BAK, basis voor actuele kunst, Utrecht

Joram Kraaijeveld

 Collectivize Facebook en CICC zijn beide projecten die gaan over rechten en rechtsspraak. Een tribunaal is als rechterlijke macht een andere poot binnen de trias politica. Het CICC heeft raakvlakken met de Klimaatzaak die Urgenda tegen de Nederlandse overheid aanspande en won. Wat zegt de noodzaak van zo’n ingreep over de Nederlandse parlementaire democratie? Denk je dat meer klimaatrechtvaardigheid onze democratie kan veranderen?

Jonas Staal

 ‘In mijn praktijk is het heel erg belangrijk geweest om de notie van democratie te diversifiëren. Om zichtbaar te maken dat kapitalistische democratie, socialistische democratie, stateloze democratie of communalistische democratie allemaal anders zijn. Zonder de precieze context en het constitutionele raamwerk waarin democratie opereert zegt het woord niet zo veel. De mogelijkheid vertegenwoordigers te kunnen kiezen zegt nog niets over bezitsrelaties, over wie toegang heeft tot welke middelen. In Rojava (West-Koerdistan, Noord-Syrië), waar ik veel werk, is een grondwet die de autonome regering het ‘sociaal contract’ noemt. Daarin zijn een aantal fundamentele pijlers vastgelegd. Communalistische economie wordt er bijvoorbeeld centraal gesteld en staat vast dat elke politieke organisatie zowel een man als een vrouw als voorzitter heeft en dat vrouwelijke voorzitters alleen kunnen worden gekozen door onafhankelijk georganiseerde vrouwelijke organisaties. Ook zijn politieke bijeenkomsten verplicht een vrouwenquotum van minimaal 40% te handhaven, en moeten bevolkingsgroepen in de regio evenredig vertegenwoordigd worden. En er zijn onafhankelijke, zelfgeorganiseerde beschermingseenheden die eigen commandanten kiezen, eveneens met een onafhankelijke vrouwelijke tak. Aan al deze fundamenten wordt niet getornd. Ze zijn er essentieel voor het proces van zelfbestuur, voor het participeren in een democratie die wordt gedreven door fundamentele principes in plaats van individuele machtsbelangen. Naast mijn poging bij te dragen aan het zichtbaar maken van verschillende, soms conflicterende, ideeën over democratie, bestaat mijn werk uit het ontwikkelen van prefiguratieve alternatieve organisatievormen. Een klimaattribunaal of een stateloos parlement bijvoorbeeld: organisaties die we misschien nodig hebben maar die er (nog) niet zijn. Door ze te realiseren, door ze ruimtelijk te maken, hoop ik dat het mogelijk wordt met één voet in de strijd van het heden en met één voet in de mogelijkheid van een toekomst te staan. Die prefiguratieve organisaties hebben geen enkele waarde als daar niet een politieke legitimiteit aan is gekoppeld. Een samenwerking met iemand als Rada D’Souza is daarom essentieel. Zij is een advocaat, heeft verschillende klimaat gerelateerde zaken geleid en is verbonden aan een enorm netwerk van activisten, onderzoekers en organisaties die zich al decennialang inzetten om klimaatcriminaliteit in kaart te brengen en te bestrijden. Mijn werk is enerzijds speculatief maar anderzijds ook altijd rechtstreeks verbonden met bestaande onderzoekers en politieke organisaties;  zo wordt aan het werk kracht en legitimiteit gegeven. Zonder zo’n link wordt verbeelding ook snel giftig. Als je de hele tijd de indruk wekt dat andere vormen van samenleven en democratie mogelijk zijn, maar er vervolgens niets gebeurt om die vormen te realiseren, breng je slechts een duistere politiek van teleurstelling en van toezeggingen aan de status quo teweeg.’

Radha D’Souza en Jonas Staal, Court for Intergenerational Climate Crimes, 2020-21 beeld Paul Kuipers, Radha D’Souza en Jonas Staal, geproduceerd door Framer Framed, Amsterdam 

Joram Kraaijeveld

 Misschien kunnen we dit op de Nederlandse context betrekken. En dan meer specifiek ook over het idee van klimaatrechtvaardigheid en hoe dat het mankement van de Nederlandse parlementaire, representatieve democratie blootlegt. Wat zijn hier de mogelijkheden van het klimaattribunaal als ‘‘prefiguratieve ruimte’’?

Jonas Staal

 ‘Wij willen dat de CICC de structurele medeplichtigheid van een aantal belangrijke Nederlandse bedrijven en publieke instellingen in klimaatcriminaliteit zichtbaar maakt, net als de kosten van die criminaliteit in heden, verleden en de toekomst. En wat het hopelijk stimuleert is een coöperatief perspectief op recht. Omdat het klimaattribunaal niet erkend is door bestaande instituten, zijn alle uitspraken die eruit voortkomen afhankelijk van de bereidheid van de mensen die daar bij elkaar komen om collectief een andere vorm van klimaatrechtvaardigheid in de praktijk te brengen. Vandaar dat ik het ook had over het belang niet alleen te getuigen over het verleden, maar ook over het getuigen van actiemogelijkheden die een andere toekomst mogelijk maken. In mijn werk voel ik me vaak geconfronteerd met het spanningsveld dat door die dubbele rol van getuigenis ontstaat. De visuele configuratie van alternatieve organisaties is niet het moeilijkste onderdeel. Moeilijker is het komen tot een vorm van actionability, het komen tot een punt waarbij je voorbij kritiek, reflectie en deconstructie treedt en er een soort affirmatieve mogelijkheid tot het creëren van een andere realiteit ontstaat. Je hebt altijd een vorm of verhaal nodig om een verbeeldingshorizon af te dwingen, maar die verbeelding is op zichzelf nog niet genoeg. Je opent een ruimte van mogelijkheden: hoe dichtbij een wezenlijke transformatie kom je daarmee?’

Joram Kraaijeveld

  Concreet en in de Nederlandse context zou dat kunnen betekenen dat er bij CICC mogelijkheden zichtbaar worden gemaakt die vervolgens ook écht mogelijk zijn. Juridische argumentatie die bij het CICC ontwikkeld wordt zou bijvoorbeeld door het ICC overgenomen kunnen worden.

Jonas Staal

‘Het is natuurlijk altijd goed als dat gebeurd en er serieuzere klimaatzaken bij het ICC zouden komen. Net zoals het goed zou zijn als er meer progressievere politieke partijen in het Nederlandse parlement zouden komen. Toch is dat niet mijn voornaamste doel en probeer ik met mijn werk een bescheiden bijdrage te leveren aan iets anders: namelijk aan het heruitvinden van wat emancipatorische vormen van bestuur zouden kunnen of moeten zijn, voorbij de begrenzingen van corporate capitalism en de politiek van de natiestaat. Ik denk dat kunst en politiek extreem verbonden zijn, ook al zijn ze verschillend in hun competenties. Binnen de bestaande politieke structuren zie ik zie mijn rol als kunstenaar dan ook als het proberen te pushen van de verbeeldingsmogelijkheid. Het realiseren van de utopische ruimte die één stap voor je ligt, om zo het heden te veranderen: daarin zie ik een belangrijke transformatieve provocatie van kunst.’

Jonas Staal neemt deel aan de bijeenkomst VERKIEZINGEN ZIJN NIET GENOEG! KUNSTPRAKTIJKEN ALS DEMOCRATISCHE VERNIEUWING georganiseerd door Metropolis M en het Stedelijk Museum Amsterdam en is (gratis) via livestream te volgen op 14 maart, vanaf 13.00 uur.

De tentoonstelling Court for Intergenerational Climate Crimes (CICC) opent op 24 september 2021 bij Framer Framed in Amsterdam.

Van 28 tot en met 31 oktober zullen in de CICC hoorzittingen plaatsvinden waar Unilever, ING, Airbus en de Nederlandse staat worden aangeklaagd voor Intergenerationele klimaatmisdaden.

Meer informatie is hier te vinden

Joram Kraaijeveld

is curator, docent en schrijver en zet zich als zodanig in voor de positie van de kunstenaar in en de waarde van de kunsten voor de samenleving. Hij werkt aan actieve vormen van solidariteit binnen en buiten de kunsten

Recente artikelen