metropolis m

Scène uit Milo Rau, The New Gospel, 2020, foto Armin Smailovic

The New Gospel van Milo Rau vertelt het passieverhaal in een geactualiseerde versie, gesitueerd in Matera (I), waar een zwarte Jezus een groep uitgebuite zwarte seizoenarbeiders, die leven onder erbarmelijke omstandigheden, voorgaat in hun roep om een rechtvaardige en gelijkwaardige behandeling: ze beginnen een ‘rivolta della dignità’. (DE FILM IS HIER DIGITAAL TE ZIEN)

Regisseur Milo Rau (1977) zit tegenover de bewoners van het pittoreske Italiaanse plaatsje Matera. Hier zal Rau het leven van Jezus verfilmen. Met The New Gospel (2020) treedt hij zo in de voetsporen van Pier Paolo Pasolini (Il vangelo secondo Matteo) en Mel Gibson (The Passion of the Christ). In de buurtbijeenkomst verklaart hij zijn intenties. Dat hij van mening is dat je geen film over Jezus kunt maken zonder oog te hebben voor de sociale misstanden in het heden. Dat hij wil teruggrijpen op, zoals hij het zegt, ‘de gospel en de sociale revolutie waar Jezus voor stond’. Yvan Sagnet, de Kameroense activist die de rol van Jezus zal spelen, vult aan: ‘Dit project is erop gericht de realiteit te veranderen.’

Het zijn grote woorden, maar wie bekend is met het werk van de Zwitserse film- en theatermaker zal er niet verrast door zijn. Rau is een geëngageerde maker, die in zijn werk ook reflecteert op zijn eigen rol en verantwoordelijkheid. Hij is daarin verwant aan iemand als Renzo Martens, maar er is ook een duidelijk verschil: waar Martens in zijn films kiest voor een documentaire aanpak, daar gebruikt Rau een combinatie van documentaire en fictie. Het met elkaar in contact brengen van fictie en realiteit en het onderzoeken van de dialectiek die daarbij ontstaat is essentieel in zijn werk. 

Rau wil geen verhalen vertellen die eindigen bij de deur van het theater. Hij trekt ze naar de wereld waarin we leven en andersom sleurt hij die wereld het theater in. In de voorstelling Lam Gods (2018), waarmee hij zijn artistiek directeurschap bij het Vlaamse toneelgezelschap NTGent begon, liet hij gewone Gentenaren – een Turkse schoonmaakster, de moeder van een Syriëganger – hun verhaal doen op het toneel en liet hen vervolgens figureren in een verbeelding van het beroemde veelluik De aanbidding van het Lam Gods (1432) van de gebroeders Van Eyck. Het eigen verhaal van deze Gentenaren werkt zo door in hun rol in het veelluik.

In The New Gospel is die wisselwerking nog complexer. De realiteit die Rau in Matera aantreft is die van illegale migranten. Bootvluchtelingen uit Afrika die leven onder slechte omstandigheden en de constante dreiging van uitzetting. Tegen lage lonen plukken ze de tomaten en sinaasappelen die gegeten worden door de mensen die hen geen sociaal vangnet of toekomstperspectief gunnen. De fictie die Rau daarmee in dialoog brengt is zijn verfilming van het Nieuwe Testament, waarmee zijn onderzoek ook licht werpt op de positie van het christendom in onze maatschappij. 

In het eerste deel van de film lijkt de scheiding helder. Fictieve scènes worden afgewisseld met documentaire: een ritje in de auto, een gesprek tussen Rau en Sagnet uitkijkend over Matera. De wisselwerking is geraffineerd. Constant laat Rau de realiteit rijmen met het Bijbelverhaal. Indringend is de opeenvolging van de scène waarin Jezus over water loopt en die waarin een man herinneringen ophaalt aan zijn oversteek als bootvluchteling. Hoe het wankele bootje omgeven werd door duisternis en water, geen spoor van land in zicht. Hoe ze toch de overkant bereikten die zovelen niet levend halen. ‘Ik kan het niet verklaren. Ik heb er geen woorden voor.’ 

Scène uit Milo Rau, The New Gospel, 2020, courtesy Fruitmarket

Scène uit Milo Rau, The New Gospel, 2020, courtsey Fruitmarket

Zo vervlecht Rau de realiteit die hij aantreft in Matera op ingenieuze wijze met gebeurtenissen uit het Nieuwe Testament. Sagnet repeteert een scène met sneakers en jeans onder zijn witte gewaad. Later stappen de Romeinse soldaten die Jezus zullen arresteren in kostuum uit een auto. Het heeft iets potsierlijks, maar er zit meer achter. Sterker nog, het is de kern van Rau’s visie. Voor hem is fictie geen veilige omgeving waarbinnen we leren omgaan met de realiteit, als in een kinderspel, zoals filmtheoreticus Joseph Anderson eens schreef. Voor Rau is fictie nooit een ontsnapping, maar een directe reactie op de realiteit. 

Voor Rau is fictie nooit een ontsnapping, maar een directe reactie op de realiteit

Scène uit Milo Rau, The New Gospel, 2020, foto Armin Smailovic

Terwijl Sagnet enerzijds groeit in zijn rol als Jezus, groeit hij tegelijk in zijn rol als activist. Gewapend met een microfoon spoort Sagnet de migranten aan om voor hun rechten op te komen. Onder de naam ‘La rivoltà della dignità’ (de opstand van de waardigheid) zwengelt hij met zijn ‘discipelen’ een beweging aan die op veel weerklank kan rekenen onder de naar perspectief snakkende vluchtelingen. 

Daarin laat Rau ook woede toe, een element van Jezus’ activisme dat nogal eens wordt weggestopt, maar er is, ook in de evangeliën, genoeg bewijs dat Jezus een felle kant had. Het bekendste voorbeeld is de zogenoemde tempelreiniging, waarbij Jezus geldwisselaars en handelaren uit een tempel in Jeruzalem verjaagde, foeterend en tafels omverwerpend. In The New Gospel plaatst Rau die scène in een supermarkt, waar Jezus en zijn discipelen kratten tomaten en blikken pastasaus stukgooien. Het is een van de meest treffende samentrekkingen van fictie en realiteit in de film. ‘Dit is geen abstracte woede’, oreert Sagnet op straat. ‘Elk van ons is de woestijn doorgetrokken. De zee overgestoken.’ 

Hoe meer die sociale strijd vorm krijgt, hoe meer de vraag zich opdringt hoe die zich verhoudt tot de film die Rau aan het maken is. Enerzijds vloeien de twee samen; in een scène spreekt Sagnet, gekleed in kostuum maar met een microfoon, een menigte van discipelen, buurtbewoners en toeristen toe. Maar er zijn ook momenten dat de twee schuren. Zoals in de scène waarin Rau, op het randje van ironie, naar de burgemeester stapt, zetelend in een ondoordringbaar gebouw van grijs beton. Maar in plaats van deze man te confronteren met de misstanden in zijn stad, vraagt Rau hem welke rol hij wil spelen in zijn film. Later verwijt een van de aanvoerders van het protest Rau ervan dat de belangen van zijn film de sociale revolutie in de weg zitten. ‘Ik ben geen film aan het maken’, bijt hij Rau toe. ‘Ik organiseer een sociale strijd.’

Geleidelijk verdrijft de fictie toch de realiteit uit het beeld. Dat lijkt op het eerste oog een capitulatie van Rau, en misschien ook een reactie op die verbolgen activist. Want Rau is nu eenmaal wel een film aan het maken. En uiteindelijk is dat het enige wat hij kan doen. Maar opnieuw speelt Rau een geraffineerd spel. Want de fictie die Rau in dat laatste deel toont, vanaf de publieke berechting tot en met de kruisiging, staat niet los van de realiteit die ermee uit het beeld wordt geduwd. Allesbehalve. Die realiteit werkt door in elk shot, in elk woord. Als we een oude man het kruis van de strompelende Jezus zien overnemen, herkennen we daarin een spil van een inhumaan migrantenbeleid, en wanneer de nachtelijke branding op het strand spoelt, spookt daarin het beeld van overvolle, gammele bootjes. 

Scène uit Milo Rau, The New Gospel, 2020, foto Armin Smailovic

Dit is geen fictie waar de kijker zich in verliest, maar fictie op scherp gezet door de realiteit. En die realiteit kleurt ook de blik op Jezus. Rau ontdoet hem grotendeels van zijn wonderen en mythologisering. Hij ‘ontheiligt’ hem als het ware zoals hij dat ook doet met de fictie. En het effect daarvan is dat hij de christelijke waardes die Jezus predikt midden in de realiteit zet. Rau eindigt zijn film voordat Jezus sterft en dus ook voor de wederopstanding. Daarmee verschuift hij het zwaartepunt van Jezus’ sterven voor onze zonden, naar waar hij als levende voor stond. Van het bovenmenselijke religieuze naar het humanistische activisme in de puurste zin van het woord: een aanzet tot actie. 

Tijdens de aftiteling zijn beelden te zien van Sagnet, een jaar na de opnames, in zijn gewone kloffie struinend door de straten van Matera. Mensen herkennen hem en willen met hem op de foto. ‘Daar is Jezus’, roepen ze verheugd. In een supermarkt houdt Sagnet triomfantelijk een eerlijk geproduceerde fles tomatensaus omhoog, een tastbare uitkomst van de nog altijd voortdurende rivoltà della dignità. Het is Milo Rau’s verbeelding van Jezus’ terugkeer op aarde. 

Milo Rau, The New Gospel, 2020, film, documentaire, Duitsland, Zwitserland, Italië, 107·min

Elise van Dam

is film- en theatercriticus

Recente artikelen