metropolis m

Richard Kofi, ‘Banner Spirits’

Richard Kofi is de nieuwe, net benoemde, Stadstekenaar van Amsterdam. Een radicale herwaardering voor wat zich niet in het centrum afspeelt, dat staat hem voor ogen. De komende maanden bezoekt hij gemeenschappen in Noord, Zuidoost en Nieuw-West voor een nieuwe reeks tekeningen die als posters in de openbare ruimte verspreid zullen worden.

Wie de naam “Richard Kofi” googlet zal zich afvragen hoeveel personen deze naam dragen. Een krantenbericht uit 2008 heeft het over een 20-jarig basketbaltalent dat graag in Amerika zijn sport zou beoefenen. Elf jaar later duikt de naam weer op als finalist voor de Museumtalent van het jaar 2019, in de hoedanigheid van tentoonstellingsmaker bij het Nationaal Museum van Wereldculturen. Er verschijnt een goed beluisterde podcast in de zoekresultaten. En als meest recente nieuwsfeit is daar de benoeming tot Stadstekenaar van Amsterdam. Jawel, al deze gegevens horen bij dezelfde persoon. 

Jorne Vriens

 Hoe word je stadstekenaar?

Richard Kofi

‘Dat gebeurde eigenlijk heel onverwacht. Iemand heeft me voorgedragen bij de Commissie voor de Tekeningen. Tijdens een gesprek met die commissie vertelde ik welke opdracht ik mezelf wilde geven als stadstekenaar, de volgende dag werd ik gebeld dat ik het was geworden. Dat is een hele eer. Ik mag gebruik maken van de faciliteiten van het Stadsarchief en mijn werk wordt gedurende dit jaar in Het Parool afgedrukt.’ 

Jorne Vriens

Welke opdracht heb je jezelf gegeven?

Richard Kofi

‘Vormen van samenzijn en intimiteit in beeld brengen in de stad. Binnen die missie wil ik me vooral richten op plekken buiten het centrum van Amsterdam. Die gebieden zijn betrekkelijk onzichtbaar, maar volgens is het juist daar interessant.’ 

Jorne Vriens

Waarom kies je ervoor om het leven aan de randen van de stad vast te leggen?

Richard Kofi

‘Ik heb me daarbij laten inspireren door Mark Ponte, die in het Stadsarchief onderzoek doet naar de aanwezigheid van zwarte mensen in de stad tijdens de zestiende- en zeventiende-eeuw. In het archief hebben de sporen van hun aanwezigheid vaak de vorm van een gerechtelijke uitspraak. Hun bestaan is vrij zakelijk geregistreerd, waardoor het moeilijk is een idee te krijgen van hoe hun levens eruitzagen. Vierhonderd jaar later bestaat hetzelfde probleem nog steeds. De mensen die in Noord, Zuidoost of Nieuw-West wonen zijn veel minder zichtbaar dan de levens die zich binnen de Ringweg A10 afspelen. Met mijn tekeningen wil ik hun verhalen vastleggen, dat past volgens mij bij het engagement van het Stadsarchief om het leven in de hele stad te documenteren.’ 

'Ik hoop dat mijn werk aanzet tot radicale verbeelding, waardoor we ons niet meer laten begrenzen door de realiteit'

Richard Kofi, 'Her name is Nkosi', 2020

Richard Kofi, 'I see the Moon', 2020

Jorne Vriens

Hoe ben je als tekenaar begonnen?

Richard Kofi

‘Ik ben autodidact. Beeldende kunst had altijd al mijn interesse, maar zelf ben ik als student pas aan de slag gegaan toen ik moest wachten op het cijfer van mijn scriptie. Met niets omhanden ben ik gaan tekenen en begon ik die tekeningen te delen. Daarna huurde ik een atelier, waar ik voornamelijk schilderde. Op een dag sprak ik af met een theatermaker om tekeningen te maken bij de monoloog die zij bedacht. Toen moest ik wel tekenen, en snel ook. Zonder die samenwerking was ik misschien vooral blijven schilderen. 

Kofi (1988) is momenteel programmeur bij het Bijlmer Parktheater. Daarnaast maakt hij met Simone Zeefuik de podcast Project Wiaspora over de representatie van de Afro-Nederlandse gemeenschap in kunst, erfgoed en activisme, waaraan het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie recent een grote subsidie heeft toegekend. Kofi wuift dit succes zelf weg door te zeggen dat hij ‘gewoon doet wat hij leuk vindt’. Eerder was hij tentoonstellingsmaker en ja, basketballer.

Jorne Vriens

Is er een gemeenschappelijke deler in alles wat je doet?

Richard Kofi

‘Met wat ik doe wil ik een ander perspectief bieden, met name op de zwarte gemeenschap. Er zijn veel verhalen die niet worden opgemerkt maar die wel aandacht verdienen. Als programmeur bij het Bijlmer Parktheater heb ik de mogelijkheid anderen een podium te bieden, daarom probeer ik daar zo te programmeren dat geëngageerde jonge makers er een thuis vinden. Ook met de podcast proberen we makers aan het woord te laten die zich buiten de mainstream van de cultuursector bevinden en misschien alleen daar, in de marge, kunnen bestaan. Dat is mijn activistische blik, waarmee ik signaleer wat er veranderen moet. Maar een radicaal activist ben ik niet. Een standbeeld van J.P. Coen zou ik bijvoorbeeld niet omver durven te trekken. De aanwezigheid van die figuur in de publieke ruimte durf ik wel te bevragen, waarbij ik het vooral als mijn taak zie om te speculeren over er wat er moet gebeuren nadat zulke monumenten voor kolonialen zijn verwijderd. Dat is het scheppende gedeelte van mijn werk. Ik hoop dat mijn werk aanzet tot radicale verbeelding, waardoor we ons niet meer laten begrenzen door de realiteit. Mijn houding is geïnspireerd door de Afro-futuristen.’

'Uiteindelijk gaat het over de vraag wie de toekomst van de stad mag vormgeven'

Richard Kofi, foto: Gracielle Williams

Jorne Vriens

Hoe zouden diversiteit en inclusie in de cultuursector volgens jou kunnen worden vergroot?

Richard Kofi

‘De gevestigde orde moet zonder meer diverser worden, daarmee doel ik op de instellingen waar we meteen aan denken als we het over cultuur hebben. De grote musea en podia die in het centrum van de aandacht zitten, en vaak ook gevestigd zijn in stadscentra. Daar wordt nu een begin mee gemaakt, maar kijk uit, want er wordt nog te veel gedaan alsof het liefdadigheidswerk is: de gevestigde orde zou anderen, in haar goedheid. ook een kans gunnen. Mijn idee is dat er juist een herwaardering moet komen voor wat zich niet in het centrum afspeelt.’  

Jorne Vriens

Hoe moeten ontwikkelingen buiten de centra gestimuleerd worden?

Richard Kofi

‘Dat begint met het verleggen van onze blik in de cultuursector. We moeten kijken naar wat er in de marge al gaande is en ontwikkelingen daar faciliteren. Uiteindelijk gaat ook dit over de vraag wie de toekomst van de stad mag vormgeven. Daarom moet een nieuw platform misschien in Zuidoost komen te staan, niet in het centrum van Amsterdam. Om talent te spotten moeten we groter durven te denken en vooral ook verder durven te kijken. We zijn soms zo bezig met wat hier gebeurt, dat we vergeten dat mensen elders oplossingen hebben voor problemen waar wij ook mee kampen.’ 

Jorne Vriens

Waarvan zouden we dan kunnen leren?

Richard Kofi

‘Rotterdam, Brussel of Parijs zijn wat dynamiek betreft niet heel veel anders dan de Nederlandse steden, toch vindt er weinig uitwisseling plaats. Er zouden meer allianties moeten komen. Simone Zeefuik organiseert bijvoorbeeld debatavonden in het Bijlmer Parktheater met Brits-Nigeriaanse schrijvers, omdat ze weet dat we veel van hen kunnen leren, ook waar het de specifieke omstandigheden in Zuidoost betreft.’ 

Richard Kofi, 'Dear Daughter', 2018

Richard Kofi, geen titel, 2020

Jorne Vriens

Jij gaat vooral het leven buiten de Amsterdamse Ring vastleggen. Hoe ga je de komende maanden te werk?

Richard Kofi

‘Vanuit mijn residency bij Thami Mnyele in Oud-West ga ik gemeenschappen in deze stadsdelen bezoeken. Ik wil naar plekken gaan waar mensen samenkomen, zoals barbershops waar geknipt en gepraat wordt. En ik wil met mensen die de omgeving kennen in gesprek. Met Massih Hutak wil ik bijvoorbeeld praten over wat hij ziet gebeuren in Noord. Ik ga bij Prospect 11 en Lola Bae in Zuidoost langs om te kijken hoe sommige gemeenschappen al formeel zijn georganiseerd en een thuis hebben gevonden. Maar ik wil ook bij de groenteboer langs, om te zien hoe het personeel in staat is om een hele buurt te bedienen.’

Jorne Vriens

Hoe gaan de mensen uit de stadsdelen die je noemt jouw tekeningen zien?

Richard Kofi

‘Ze komen als alles volgens plan gaat daar ook te hangen als posters in de openbare ruimte. Ik teken dus niet alleen om het Stadsarchief te voorzien van documentatie, maar ook voor de gemeenschappen die de inspiratie vormen voor mijn tekeningen.’

Jorne Vriens

is kunsthistoricus

Recente artikelen