metropolis m

Christiaan Zwanikken, Kinetic Garden en Nose Patrol in Rijksmuseum Twenthe. Foto: Cheryl Schurgers.

De afname van biodiversiteit heeft ook negatieve gevolgen voor de zintuiglijke relatie tussen de mens met zijn omgeving. Voor Christiaan Zwanikken (1967) staat die ervaring juist centraal. Maarten Buser volgde zijn neus naar Rijksmuseum Twenthe en sprak met Zwanikken over de intelligentie van planten, hun groeiprocessen bij hyperzwaartekracht en hun voorkeur voor jazz.

De kinetische sculpturen en installaties van Christiaan Zwanikken bewegen en maken gebruik van licht en geluid; je hoort ze vaak van een afstand al. In de tentoonstelling Sheer Seeds and Monochrome Instability in Rijksmuseum Twenthe is dat net even anders: die expositie ruik je al een museumzaal verderop. Van alle zintuigen wordt de neus dit keer het eerst geprikkeld, al zijn de audiovisuele aspecten ook nog steeds belangrijk. De compacte solotentoonstelling is Zwanikkens eerste presentatie met alleen kunst die geënt is op planten, met name rode basilicum en een zeldzame lavendelsoort uit Portugal, waar Zwanikken een groot deel van het jaar woont en werkt. Deze kunstwerken laten een geheel andere kant zien van de kunstenaar die vooral bekend staat om zijn cyborg-achtige fusies van mechanische en dierlijke elementen.

Portret Christiaan Zwanikken. Foto: Cheryl Schurgers.

Maarten Buser

Het oudste werk uit deze expositie stamt uit 2014, een jaar na uw overzichtstentoonstelling Nature Rewired in Museum Het Valkhof, waar nog geen planten te zien waren. Waar waren de planten al die tijd?

Christiaan Zwanikken

Die zijn er altijd al geweest, van kinds af aan: ik kom uit een familie met veel tuinders. Als kind was ik gefascineerd door technologie, maar ook door planten en dieren. Mijn opa leerde me stekken en ik heb daar als jongetje veel mee geëxperimenteerd: van alles op elkaar te laten groeien. Mijn ouders en ik verhuisden naar Portugal toen ik nog jong was. De natuur was daar nog heel ongerept. Daardoor had ik al vroeg aandacht voor de afnemende biodiversiteit. Vooral de mechanische wereld in planten vond ik fascinerend. Denk aan de esdoorn waarvan de zaden op propellers lijken. Ik heb wel kunst over planten gemaakt en geëxposeerd, maar dat sprak het publiek toen gewoon niet aan.

Maarten Buser

De tijd lijkt nu wel rijp te zijn voor deze kant van uw oeuvre, gezien de toegenomen aandacht voor ecologisch bewustzijn, ook in de kunsten.

Christiaan Zwanikken

 Het heeft me persoonlijk erg aangegrepen dat de biodiversiteit steeds kariger werd. Het wordt heel moeilijk om je als maker daaraan te onttrekken, hoewel ik nooit een ecologische kunstenaar heb willen zijn. Het gaat mij vooral om de zintuiglijke ervaring van de natuur; of dat nu met een plant is of een insect. Die ervaring wordt ook minder naarmate de biodiversiteit afneemt. Door technologie blijft er weinig ruimte over voor een zintuiglijke relatie met je omgeving. Ik vind het pretentieus om te denken dat je als kunstenaar die situatie kunt veranderen, want het is nuttiger om daar praktische initiatieven voor op te zetten, maar ik geloof dat kunst wel kan helpen om die ervaring tot stand te brengen. Hopelijk kunnen makers een nieuw soort sciencefiction bedenken, die niet óf dor-dystopisch is, óf juist groen-utopisch.

Christiaan Zwanikken, Nose Patrol, 2014. Foto: Cheryl Schurgers.

Christiaan Zwanikken, Nose Patrol, 2014. Foto: Cheryl Schurgers.

Maarten Buser

 Nose Patrol, uit 2014, was uw eerste ‘volwassen’ werk waar planten de voornaamste inspiratiebron voor waren. Het kunstwerk doet denken aan uw dierlijke en mechanische hybrides, het lijkt een soort beestje dat plantengeuren door de ruimte verspreidt door ze uit te blazen. Hoe kwam het tot stand?

Christiaan Zwanikken

Dat werk is echt gericht op de zintuiglijke ervaring van geur. Daar werkte ik al een beetje mee, maar ik wilde dat nu veel prominenter maken. Dat idee kreeg ik ook met name omdat ik veel had gelezen over de geuren die je nu ruikt, grotendeels synthetisch zijn en eigenlijk ook toxisch. Die hebben een schadelijke effect op de hormonen en het limbisch systeem. Er zijn veel mensen, vooral in stedelijke omgevingen, die echt allergisch zijn voor dingen als aftershave en daardoor ook niet meer de bus in kunnen. Ik dacht: hoe kan ik mensen juist bombarderen met gezonde geuren? Dan kom je natuurlijk bij plantenstoffen die al sinds mensenheugenis daarvoor gebruikt worden. Ik wil zo’n geur niet kopen, maar ook echt zelf maken. Daarom ben ik in de leer gegaan bij een expert aan geurextractie, want dat is een kunst en een wetenschap op zich. Je kunt er je hele leven mee bezig blijven, zo groot is die rijkdom. Dat hield veel experimenteren in, veel tuin- en kweekwerk, en zo ontdekte ik planten als de rode basilicum en de lavendel die ik voor de tentoonstelling gebruik. Hierdoor leerde ik gaandeweg ook hoever je een plant kunt laten wennen aan bijvoorbeeld zwak licht. Dat zijn enorm lange fases; ik heb veel ontdekt waar ik eigenlijk nu pas mee kan werken.

In totaal zijn er zo’n twintig à dertig zintuigen bij planten ontdekt, zoals gehoor, zwaartekracht en fotosynthese. Ik probeer die af te gaan om te ontdekken hoe die zintuigen op de intelligentie van de planten wijzen.

Christiaan Zwanikken, Kinetic Garden, 2021. Foto: Cheryl Schurgers.

Christiaan Zwanikken, Kinetic Garden, 2021. Foto: Cheryl Schurgers.

Maarten Buser

 Hoe pakt u uw onderzoek aan?

Christiaan Zwanikken

 Er is niet zoiets als ‘de plant’, want de onderlinge verschillen zijn heel groot, zeker wat betreft de zintuiglijke capaciteiten. Sommige soorten zijn enorm gevoelig. In totaal zijn er zo’n twintig à dertig zintuigen bij planten ontdekt, zoals gehoor, zwaartekracht en fotosynthese. Ik probeer die af te gaan om te ontdekken hoe die zintuigen op de intelligentie van de planten wijzen, vooral door aandachtig en lang te observeren. Je hoeft ze echt niet direct aan allerlei apparaten te pluggen. Al doende ontdekte ik interessante fenomenen. Zo ben ik al een jaar of vijf bezig met telegraafplanten. Dat is een van de snelst bewegende planten; op de hoogste snelheid vergelijkbaar met een vlinder in ruststand. Ze reageren niet op aanraking, maar op geluid. Er is weinig studie naar gedaan omdat het heel lastig is om de plant te kweken; bij mij leidde dat ook tot jarenlange mislukkingen. Nu heb ik ze eindelijk en kan ik ze inzetten voor een sensorische ervaring.

Ik heb voor V2_ een performance gedaan met telegraafplanten en jazzmuzikant Zane Wayne Massey, omdat bleek dat ze heel heftig reageerden op Kind of Blue van Miles Davis – en dan specifiek wanneer John Coltrane zijn partijen speelde. Massey is als muzikant natuurlijk heel gevoelig voor samenwerking en op een gegeven moment kon hij zo met die planten communiceren dat hij ze echt aan het dansen kreeg. Maar de telegraafplant is echt een project voor de komende vijf jaar.

Maarten Buser

Er is de afgelopen jaren veel te doen over de vraag wat intelligentie genoemd kan worden en op basis van welke eigenschappen dat kan. Wat is volgens u de intelligentie van planten?

Christiaan Zwanikken

 Dat planten zich bewust zijn van hun omgeving en daaraan gerichte aanpassingen doen, zou je een vorm van intelligentie kunnen noemen. Planten zijn zelforganiserende organismen die reageren op waarnemingen; er is informatieoverdracht tussen de verschillende delen, terwijl er geen centraal zenuwstelsel is. Dat is een intelligentie die voor mensen bijna buitenaards is; die waarschijnlijk nooit door de mensen doorgrond kan worden. Maar de pogingen daartoe zijn natuurlijk al heel opwindend. Hoewel dat onderwerp nu steeds hipper wordt, wordt er al decennia onderzoek naar gedaan, ook door vooraanstaande instituten.

Planten zijn zelforganiserende organismen die reageren op waarnemingen; er is informatieoverdracht tussen de verschillende delen, terwijl er geen centraal zenuwstelsel is. Dat is een intelligentie die voor mensen bijna buitenaards is.

Christiaan Zwanikken, Hypergravity Bio Portal, 2021. Foto: Cheryl Schurgers.

Christiaan Zwanikken, Hypergravity Bio Portal, 2021. Foto: Cheryl Schurgers.

Maarten Buser

 In het Rijksmuseum Twenthe toont u ook een nieuw werk, Hypergravity Bio Portal uit 2021. Hoe is dat tot stand gekomen?

Christiaan Zwanikken

 Ik wilde de invloed van hyperzwaartekracht op de groei van planten observeren door ze enorm snel te laten ronddraaien. De NASA heeft hier onderzoek naar gedaan, met heel kleine plantjes, bijna in het donker omdat het licht geen invloed mocht hebben. Het onderzoek duurde maar twee weken, omdat ze het niet zo lang overleefden zonder licht. De plantjes bleken direct op die verhoogde zwaartekracht te reageren en hun structuur veranderde daardoor. Maar zodra het experiment erop zat, herstelde ze ook direct weer.

Ik wilde kijken wat er gebeurt wanneer ze juist hun hele levenscyclus van ongeveer een jaar aan hyperzwaartekracht onderhevig zouden zijn. Dat ging gewoon hartstikke goed: het duurde wat langer voordat ze uit de grond kwamen, maar het werden heel mooie, gezonde planten. Ze bleken gewoon een wat langere aanloop nodig om hun wortels te ontwikkelen en bovengronds te gaan, door de ongebruikelijke situatie. Ik heb maandenlang experimenten gedaan en nieuwe draaischijven gebouwd om het project te laten slagen, want bijvoorbeeld water wordt heel snel uit zo’n schijf gecentrifugeerd. Ik heb ook een verticale versie gemaakt, waardoor de tuin eigenlijk voor je gezicht lijkt te draaien. Er komen daar enorme krachten bij vrij, waardoor ik die versie nog niet aan publiek heb kunnen laten zien; dat is nog te gevaarlijk. Hypergravity Bio Portal is dus ook een experiment dat zich nog door zal ontwikkelen na de tentoonstelling.

Maarten Buser

 Dat u de installatie een experiment noemt vind ik interessant, want ter voorbereiding op het interview las ik onder meer de recensie van Lucette ter Borg over Nature Rewired, waarin ze de volgende kritiek uitte: ‘Werktekeningen ontbreken. Experimenten lijken uit den boze.’ Was de Hypergravity Bio Portal de eerste keer dat u een werk in de experimentele fase toont?

Christiaan Zwanikken

 Eigenlijk wel, maar dat kon ook alleen omdat het experiment zo succesvol bleek. De vorm is eigenlijk een soort draaimolen en dat vind ik zelf niet het spannendst, maar wat het werk het werk maakt is dat de planten zo glorieus reageerden op de nieuwe situatie, als een soort combinatie van plant en machine. Dat vind ik de schoonheid van het experiment, of hoe je het ook noemen wil.

on Maarten Buser

[question Maarten Buser] Dat de planten zich zo goed aan de hyperzwaartekracht aanpassen, is dat een uiting van hun intelligentie?

Christiaan Zwanikken

 Exact!

De tentoonstelling Sheer Seeds and Monochrome Instability is nog t/m 12 september te zien in Rijksmuseum Twenthe.

Maarten Buser

is dichter en kunstcriticus

Recente artikelen