metropolis m

Een portret van Silvia Martes, winnaar van de dit weekend uitgereikte Theodora Niemeijer Prijs 2021 (een prijs voor vrouwelijke kunstenaars). Jorik Galama sprak met haar in het kader van haar presentatie in het De Pont Museum, waar ze haar film The Revolutions That Did (Not) Happen vertoont.

Dit verhaal kan als volgt beginnen: een jonge vrouw begint aan een studie rechten, in een gebouw tegenover een kunstacademie. Tijdens de colleges insolventierecht dwalen haar gedachten af, ze kijkt door het raam. Aan de overkant van de straat scharrelen lichamen – witte lichamen – door studio’s met houten schotten. Ze mengen verf en staren peinzend naar opgespannen doeken. Het intrigeert haar. Enkele jaren later zit ze in een soortgelijke studio. Ze heeft het plan opgevat om een cameradolly op neer te laten rijden, waarbij steeds iets in het decor verandert. Het resultaat stelt haar teleur en ze besluit iets anders te doen, een poppenhuis te bouwen. Opgaand in de constructie ervan, vergeet ze min of meer wat er in het poppenhuis moet gebeuren. Zodra ze de actrices positioneert, twee aan tafel in de woonkamer, een derde onder een veel te laag plafond en een vierde in een slaapkamer met maanlicht, gebeurt er echter iets. De actrices lijken in een droomtoestand te verkeren. Totdat een onhoorbaar signaal ze wekt. 

De Pont

Ik nestel me op een bank in Silvia Martes’ (1985) studio in de Rijksakademie. In de hoek staat het model van een controleruimte met schermen, in het midden bevindt zich de zilverkleurige cabine van een ruimteschip met een paaldanspaal voor de film die ze voor projectruimte Wool van Museum De Pont maakt. Martes vertelt dat het bouwen van de decors haar door de lockdowns heen heeft getrokken. In tegenstelling tot veel andere filmmakers werkt ze niet met scripts, maar ontstaan scènes vanuit de decors die ze bouwt. 

In het eerste werk dat ik van Martes zag, de film She that comes from the green forest, on a Tuesday (2013) waarmee ze afstudeerde aan de Gerrit Rietveld Academie, is dit vertellen vanuit de ruimtes reeds te herkennen. De film opent met een tekst over oud een ritueel op Curaçao: na iemands dood wordt al het meubilair voor dertig dagen omgedraaid, om daarmee aan de geest van de overledene kenbaar te maken dat er geen plaats meer voor hem/haar op aarde is. Terwijl we een woningplattegrond zien geeft een verteller een nauwkeurige beschrijving: ‘Woonkamer: 37,74 vierkante meter’. Een vliegtuig voert ons over een blauwe oceaan naar een huis waarvan enkele ramen zijn gedicht met bakstenen, en waar anekdotes worden opgehaald over niet passende maskers van haar overleden vader en een buurman die een avocadoplant gaf na een ruzie. De kleurrijke gevels van Willemstad schieten voorbij, en gaan over in het beeld van een vrachtwagen met een aanhanger waarop een mintkleurige kamer door een grauw Nederlands landschap rijdt. In een kraakwitte studio draait Martes een voor een meubelstukken om. Terwijl de verteller aangeeft dat ‘ze’ niet in geesten gelooft, vliegt Martes met een koffer vol foto’s de studio uit. 

De verschillende aspecten van de diasporische ervaring die in dit werk zichtbaar wordt gearticuleerd, wordt in de films die volgen verder onderzocht. Martes brengt daarbij wereldgeschiedenis en persoonlijke geschiedenis op speelse wijze en op onverwachte plekken met elkaar in verband.

Silvia Martes, The Revolutions That Did (Not) Happen, 2021

Geestesverschijningen

In de film Where the pink roses bloom even in November (2017), vertelt een Japanse voice-over het verhaal van vier Nederlandse schepen Liefde, Hoop, Geloof en Blijde Boodschap, die op 27 juni 1598 naar Japan vertrokken. Door rampspoed kwam alleen Liefde aan. Beelden van een roos in een brandend veld, huizen waar het water naar binnen gutst, een vrouw die een muur met roze post-its bedekt en een danseres in een kimono die dans op het gospelnummer Go Down Moses, worden opgevolgd door een scène waarin twee Japanse vrouwen een kaart van Afrika bestuderen. Een van de twee volgt met haar vinger de contouren van het continent tot ze bij de kust van West-Afrika komt. Ze blijken zich voor te bereiden op een reis en stappen met een koffer in een auto. In het donker vindt een overdracht plaats: we zien de hand van Martes die dezelfde koffer draagt, naar een café waar ze plaatsneemt tegenover een Zwarte man. De voice-over concludeert: ‘Ik ben niet van deze wereld, ik ben gestuurd om op aarde te leven, maar nu is me gezegd dat ik naar huis moet, thuis is een plek waar liefde overleefde, waar de roze bloemen bloeien, zelfs in november.’ 

Wanneer ik Martes vraag wat ze met de overdracht van de koffer bedoelt – die ik aanvankelijk als een transformatie zie – zegt ze dat het als een toekomstvisioen gezien kan worden waarin herstelbetalingen aan de nakomelingen van tot slaafgemaakten plaatsvindt. Tegelijkertijd heeft het visioen een wrange ondertoon: de verloren gegane taal en cultuur kunnen niet, als een koffer in een depot met gevonden voorwerpen, eenvoudig teruggebracht worden. 

Wat opvalt is dat Martes’ decors, met het toenemen van de sciencefictionelementen, hun zoete kleuren beginnen te verliezen. De film Terra Incognita (2018) vangt aan in een gele ruimte, waarover de vertelster opmerkt dat Sophie Calle heeft gezegd dat geel ongeluk brengt, terwijl men het in Japan als een teken van moed ziet. Later merkt ze op dat trauma opgeslagen blijft in de omgeving en dat ze die frequentie kan horen, en geesten kan zien al sinds ze een kind is, bijvoorbeeld haar blinde grootvader die stil in de hoek zat en verdween zodra haar moeder binnenkwam. Middels een harde cut belanden we in een café waar de vertelster over een gestrande Italiaanse liefde vertelt. Een waterglas, koffiemok en soepkom veranderen in de aarde, de maan en de zon. Vanuit een beschrijving van de verschillende stadia van beschaving concludeert ze dat we, mits we elkaar niet opblazen, over honderd jaar van stadium nul naar een stadium één kunnen evolueren: een beschaving die meerdere planeten omspant en seculier, wetenschappelijk, multicultureel en vredelievend is. In de laatste scène zit Martes onherkenbaar met een spacetrooper-helm in een grijs decor dat wel iets weg heeft van een wachtkamer. Naast haar staat een televisie waarop een gezicht te zien is dat met het uitzoomen een man in een doodskist blijkt te zijn, die wordt gezegend door een Zwarte priester. 

Wat opvalt is dat Martes’ decors, met het toenemen van de sciencefictionelementen, hun zoete kleuren beginnen te verliezen

Silvia Martes, The Revolutions That Did (Not) Happen, 2021

Silvia Martes, The Revolutions That Did (Not) Happen, 2021

Allerlaatste kans

We keren terug naar de film waar Martes nu aan werkt. Tijdens het begin van haar residentie aan de Rijksakademie ontdekte ze voor de ingang een gedenksteen voor de neergeslagen revolte van communisten, revolutionair-socialisten en anarchisten in 1917. De gedenksteen heeft de titel: ‘De revolutie die niet doorging’, een titel die aansloot bij een gemoedstoestand van Martes. In The Revolutions That Did (Not) Happen (2021) heeft een ramp plaatsgevonden waardoor de maatschappij opnieuw opgebouwd moet worden. De film roept daarbij de vraag op of, wanneer we nog een kans zouden krijgen, we elkaar weer zouden onderdrukken, of dat er eindelijk échte gelijkwaardigheid zal komen. 

Martes’ positioneert het werk daarbij als afrofuturistisch. Het laat een wereld zien waarin Zwarte vrouwelijke karakters van alles kunnen zijn (prinses, schurk, verleidster, bewaker enzovoorts) en niet meer genoodzaakt zijn hun eigen identiteit van de daken te hoeven schreeuwen om zichtbaar te zijn voor de rest van de maatschappij. Terwijl ze zich ook herkent in de cynische grondtoon van het afropessimisme, dat (zeer kort gezegd) stelt dat Zwart lijden de fundering voor de moderniteit vormt en dat daarom slechts een totale destructie van het huidige wereldbestel een einde kan maken aan de structuren van onderdrukking, wil Martes in het heden mogelijkheden blijven scheppen zoals vorige generaties dat ook voor de huidige hebben gedaan.

Silvia Martes, The Revolutions That Did (Not) Happen, 2021

The Revolutions That Did (Not) Happen zet in aanvang de esthetische body-horror voort die zijn intrede deed in Martes film The restless dread of some(thing) evil (2019), waarin mensen lichaamsdelen verwijderen om energie te besparen en daardoor langer te leven. In het eerste hoofdstuk van The Revolutions That Did (Not) Happen zien we hoe lichaamsdelen van paspoppen aan haken hangen en van beige naar bruin worden gespoten. In een later hoofdstuk zien we mensen in een winkel waar deze paspoppen staan opgesteld kleding kopen en daarvoor betalen met uitgetrokken tanden. Martes vertelt dat ze hierop kwam nadat ze bij het opruimen een getrokken kies vond die ze in haar portemonnee stopte. Enkele dagen later gaf ze hem bijna aan de caissière van de Albert Heijn. In de film kan deze handeling op meerdere manieren gelezen worden, zoals een terugkeer naar een door de natuur gereguleerde valuta zoals de kaurischelpen, of een verbeelding van het menselijk leed dat achter ons geld verscholen gaat. 

Terwijl we enkele rondjes draaien om de paal in haar ruimteschip, benoemt Martes dat ze in de film zowel de camera bedient als paaldanst. In deze viering van haar eigen lichaam vestigt ze daarmee de aandacht op de ‘oppositional gaze’ zoals verwoord door de feministische schrijfster bell hooks: het zichtbaar maken van de eigen Zwarte vrouwelijke blik, die zich onttrekt aan de objectiverende fantasieën van de mannelijke en witte blik. Martes geeft hieraan een humoristische vertaling: vanaf de cocktailbar in dit ruimteschip zal een buitenaards wezen haar verleidingskunsten aanschouwen.

Martes merkt op dat ze eigenlijk pas nu op de Rijksakademie andere Zwarte kunstenaressen van haar eigen generatie treft. In de lessen die ze sinds vorig jaar geeft op de afdeling VAV – Moving Image van de Gerrit Rietveld Academie, probeert ze daarbij nadrukkelijk de veilige plek voor haar studenten te creëren die ze zelf soms moest missen. Ondertussen bouwt ze in haar studio aan het decor voor het volgende hoofdstuk van haar film dat zich afspeelt in het huis van een ober die een seriemoordenaar blijkt te zijn. Wat er precies gaat plaatsvinden? Pas zodra ze de acteurs en actrices hun plek in de ruimte hebben ingenomen durft Martes het met zekerheid te zeggen.

Silvia Martes, The Revolutions That Did (Not) Happen, De Pont Museum Tilburg, 18.9.2021 – 28.11.2021; Public Solitude is van 9 april tot en met 9 oktober 2022 te zien in Het Oog in het Van Abbemuseum.

Jorik Amit Galama

is filmmaker en schrijver

Recente artikelen