metropolis m

Interwoven Histories 2021, samengesteld door Christel Vesters, foto Floris Leeuwenberg 

De groepstentoonstelling Interwoven Histories toont werk van negen kunstenaars en kunstenaarscollectieven, die in hun praktijk textiel gebruiken als artistiek medium én als intermediair om het complexe weefsel van sociale, economische en koloniale geschiedenissen te onderzoeken. Liza Prins sprak met curator Christel Vesters over de taal van textiel, historische verhaallijnen en de resonanties maar ook de fricties tussen tradities en methoden.

Voordat we de tentoonstellingszaal inlopen staan we stil bij een vitrine waarin historische stukjes handgewoven en -geborduurde stof van over de hele wereld naast verschillende boeken uit de CSROT (Center for Social Research on Old Textiles)  collectie van Seth Siegelaub liggen. De regels tekst op papier lijken bijna over te gaan in de regels motieven in de stof.

[answer Christel Vesters] ‘Dit is waar mijn onderzoek begon; bij mijn eerste kennismaking met de rijke collectie van boeken en oud textiel die Seth Siegelaub in de loop van zijn leven verzamelde en onderbracht in zijn Center for the Studies and Research of Old Textiles. Siegelaub plaatste textiel in het midden van ‘de geschiedenis’; beschouwde het als onderdeel en soms het onderwerp van grote economische, technologische en culturele ontwikkelingen. Ik raakte gefascineerd door het vermogen van textiel om verhalen van ver weg en lang geleden weer tastbaar te maken, dichterbij te brengen. We hebben allemaal een intieme relatie met textiel, dragen het op onze huid. Nu zijn dat vaak fast-fashion items, maar de meeste stoffen vertellen een verhaal als we er genoeg aandacht aan willen geven en daarin zijn tekst en textiel aan elkaar verwant. Daarbij, textiel en textiele technieken zoals weven, bieden een schat aan metaforen om over geschiedenis als meerlagig, dubbelzijdig of gerafeld weefsel na te denken. Tegelijkertijd zag ik hoe meer en meer hedendaagse kunstenaars voor textiel kozen om vaak gemarginaliseerde of vergeten verhalen onder de aandacht te brengen. Je kan deze stukjes gewoven stof bijna lezen als een tekst…’

[blockquote]’Textiel en textiele technieken zoals weven, bieden een schat aan metaforen om over geschiedenis als meerlagig, dubbelzijdig of gerafeld weefsel na te denken’

Interwoven Histories 2021, samengesteld door Christel Vesters, foto Floris Leeuwenberg 

Voor Antonio José Guzman & Iva Jankovic, achter Fatima Barznge, Interwoven Histories 2021, samengesteld door Christel Vesters, foto Floris Leeuwenberg 

Liza Prins

 Ik resoneer heel erg met deze intieme relatie tot kleding en ik denk inderdaad dat veel mensen niet dagelijks stilstaan bij de complexe gelaagdheid van een stof, zowel in termen van de ingewikkelde technische lagen die gebreide of geweven stoffen in zich dragen als de hiermee relaterende (maak)historie(s) die ze benadrukken. Denk je dat bezoekers die complexiteit kunnen lezen?  Of help je ze daarbij?

Christel Vesters

 ‘Dit was inderdaad een belangrijke vraag die ik mezelf stelde in het cureren van de tentoonstelling. Vanaf het begin wist ik dat ik in de tentoonstelling dezelfde gelaagdheid en verwevenheid wilde oproepen als ik had ervaren bij mijn eerste kennismaking met de onderzoekcollecties van Siegelaub, en tegelijkertijd moest er genoeg ruimte blijven voor bezoekers om zelf verbanden te leggen of de diepte in te gaan. Initieel gebruikte ik het idee van het patchwork als model. In een patchwork worden verschillende stukken stof aan elkaar verbonden en in de stiknaden gebeurt van alles. in de naden. De werken in deze tentoonstelling en hun historische verhalen zijn op een vergelijkbare manier met elkaar verbonden.

Om een open weefsel te creëren was het een belangrijke keuze om geen informatie in de tentoonstelling te plaatsen, maar om tekst en context op fysieke afstand van de werken te hangen. De zogenaamde informatie stroken hangen nu bij binnenkomst en het staat mensen vrij om zelf te bepalen of en wanneer ze deze informatie ‘ophalen’. Ook in de catalogus komt de idee van textiel-als-denkmodel op verschillende manieren tot uitdrukking. Bijvoorbeeld door op de voorkant van de stroken informatie over het kunstwerk en de kunstenaar te plaatsen, en op de achterkant een kleine verzameling van historische en actuele referenties die in het werk verweven zijn. Dit format is samen met vormgeefster Esther de Vries ontwikkeld die op haar beurt weer een onmisbare laag aan de tentoonstelling heeft toegevoegd.

Bezoekers blijven gemiddeld een uur in de tentoonstelling en de meesten willen meer weten over de diepere lagen in het werk. Ik ben daarnaast ook vaak zelf aanwezig om mensen meer informatie te geven, en vind dat belangrijk, maar ik denk ook dat de meeste werken de uitnodiging tot verdieping zelf geven. Als we naar het werk van Jennifer Tee kijken bijvoorbeeld, lijkt dat misschien van alle werken het meest op een afbeelding in stof, eendimensionaal. Maar wanneer we dichterbij komen zie je hoe een kleur, geel bijvoorbeeld, in werkelijkheid ontstaat door samenkomst van draden in verschillende tinten en ook hoe het oppervlak niet vlak is, maar dikker of dunner afhankelijk van de hoeveelheid draden die het weefpatroon dicteert. En als we naar de achterkant kijken (voorzichtig wordt een hoek van het tapijt opgelicht) zie je hoe betekenisvol de achterkant van dit ‘beeld’ is: Hier zie je de aanhechtingspunten, een enkele loszittende of zwevende draad, maar je ziet dan ook dat bijvoorbeeld deze goudkleurige inslagdraad over de hele lengte van het weefsel meeloopt maar slechts op enkele plekken aan de voorzijde zichtbaar is. Sowieso, leer je meer over techniek en materiaal van een stof door naar de achterkant te kijken, heb ik geleerd, maar het werk belichaamt voor mij ook het gegeven dat geschiedenissen, net als textiel, vaak een minder mooie achterkant hebben die we liever uit het zicht houden. Daarnaast verwijzen de patronen in Tee’s werk, die gebaseerd zijn op ceremoniële Indonesische ‘tampan’ en ‘palepai’ textiel-werken, ook op een complexe laag van gedeelde tradities en geschiedenissen door migratie en koloniale relaties.’

'Geschiedenissen, net als textiel, hebben vaak een minder mooie achterkant die we liever uit het zicht houden'

Feministische Handwerk Partij, Interwoven Histories 2021, samengesteld door Christel Vesters, foto Floris Leeuwenberg 

Liza Prins

  Ik vind het mooi dat jouw benadering de soms dichotomische relatie tussen een textielwerk als gepresenteerd ‘eindproduct’ en textiel-praktijken als sociale praxis of collectieve actie lijkt te doorbreken. Zowel de praktijk als het werk geven handvatten om te leren over de (ontstaans)geschiedenis die verweven zijn met een werk. Toch ben ik ook benieuwd naar de relationele, sociale dimensie van textiel en hoe je die naar voren ziet komen in de werken hier.

Christel Vesters

 De relationele en sociale dimensie van textiel speelt zeker een rol in de tentoonstelling, maar het is meer een onderdeel dan een doel op zich. Ik heb er persoonlijk moeite mee als ‘samen handwerken’ tot interactieve, performance kunst wordt verheven. Voor mij wringt dat, omdat het altijd een barrière opwerpt tussen publiek en de handwerkende groep. Dit is ook de reden waarom de ‘gatherings’ van de Feministische Handwerk Partij niet overdag, maar ’s avonds plaatsvinden, wanneer er geen publiek meer is. Interwoven Histories gaat meer over de overdrachtelijke kwaliteit van textiel, over haar materialiteit en tactiliteit, en wat textiel vermag als reservoir aan herinneringen, verhalen en vergeten geschiedenissen.  Soms gaan die verhalen over de relaties tussen mensen, het sociale weefsel zeg maar, zoals in het werk van Sheila Hicks. De selectie bolletjes, Trésors genaamd, geven in stof en draad uitdrukking aan de onzichtbare connecties tussen de kunstenares en de mensen in haar leven. Elk pakketje bevat een gekoesterd kledingstuk dat door een vriend of vriendin aan Hicks is geschonken, en die ze vervolgens omwikkelde met verschillende soorten garen, met aandacht, liefde en toewijding. Hicks is natuurlijk bekend als de grand dame van de Fiber Art beweging, en haar monumentale, sculpturale installaties zijn in musea wereldwijd getoond. In de jaren ’70 kozen vrouwelijke (en mannelijke) kunstenaars voor textiel als materiaal als contrast met de vaak robuuste, masculine en kille vormentaal van de Minimal Art. Hicks en andere vertegenwoordigers van de Fiber Art beweging wilden de zachte, tactiele kwaliteiten van textiel introduceren binnen de kunstcanon. Voor mij spreken deze kleine werkjes over de zorg en aandacht die onze sociale relaties verdienen.

Liza Prins

In de publicatie leg je heel mooi uit hoe textiel verweven is met geschiedenissen van oppressie, maar ook hoe het in verschillende geschiedkundige verhaallijnen verschillende functies heeft gehad. Textiel arbeid kan zowel onderdrukkend als bevrijdend werken. Hoe ga je om met deze complexiteit en welke technieken gebruik je om die verschillende kanten te belichten in de tentoonstelling?

Christel Vesters

 ‘Textiel – en de productie van textiel – is op verschillende manieren betrokken bij geschiedenissen van oppressie en verzet. Heel letterlijk als ondergrond en support voor de banieren waarop mensen hun ongenoegen uitten of hun eisen kenbaar maken terwijl ze de straat opgaan. Het textiele werk van Patricia Kaersenhout in de vorm van een vaandel is een duidelijk voorbeeld van het gebruik van textiel als politiek expressie middel. In Laickadaisical Sunset to Sunset, de handgenaaide en handgeborduurde ‘tent’ van Mounira Al Solh worden naald en draad ook ingezet om een stem te geven aan hen wiens verhalen meestal in de rafelranden van de geschiedenis terecht komen; vrouwen die oppressieve regimes ontvluchtten en met een enorme veerkracht een nieuw bestaan voor zichzelf opbouwen. In Mounira’s tent vinden deze verhalen een veilig onderkomen. Maar haar werk gaat over zoveel dingen meer… Ik denk dat deze complexiteit, de gelaagdheid en soms de tegenstrijdigheid van posities en verhalen de rode draad in de tentoonstelling is. Complexiteit en gelaagdheid is iets waarmee we in onze huidige maatschappij maar moeilijk lijken om te kunnen gaan; one-liners zijn makkelijker. In Interwoven Histories kun je ieder werk als een 2-dimensionaal beeld lezen, of je kunt je openstellen voor de verschillende geschiedenissen en realiteiten die erin worden aangeraakt.

De speciaal voor deze tentoonstelling gemaakte installatie van Antonio José Guzman en Iva Jankovic belichaamt deze positie perfect: hun ruimtelijke weefsel van meer dan 200 meter aan stroken katoen bedrukt met een Indiase Ajrakh blokprint techniek, versperren gedeeltelijk, maar niet helemaal, het zich op de andere werken. Je moet letterlijk door de eerste laag heen kijken om een beter beeld te krijgen. De installatie zet de bezoeker – en daarmee de tentoonstelling – letterlijk in beweging.’

Mouniar Al Solh in Interwoven Histories 2021, samengesteld door Christel Vesters, foto Floris Leeuwenberg 

Interwoven Histories 2021, samengesteld door Christel Vesters, foto Floris Leeuwenberg 

Interwoven Histories 2021, samengesteld door Christel Vesters, foto Floris Leeuwenberg 

Liza Prins

Ik wil even terugkomen op de banier als textielwerk en de manier waarop tekst en stof hier samen een verhaal vertellen. Ik denk hier een mooie weerklank te zien in de vitrine met boeken van Seth Siegelaub en de textielfragmenten. Misschien is er inderdaad geen dichotomie tussen tekst en textiel en kunnen ze elkaar heel mooi aanvullen als twee vormen van werk die op verschillende manieren vragen om gelezen te worden. Zoals je zegt: textielwerken hebben verweven geschiedenissen, maar deze geschiedenissen leveren ook wel eens frictie op. Zijn er nog momenten geweest tijdens het maken van deze tentoonstelling waarop je bepaalde fricties moeilijk samen kon brengen?

Christel Vesters

 ‘Ik streef er niet naar om de fricties of tegenstellingen op te lossen; liever laat ik ze naast elkaar bestaan. Net als in het weven hebben tegengestelde draden elkaar nodig om een nieuw weefsel en een nieuwe samenhang te vormen. Ik denk dat dat de kracht van kunst is, dat we door subtiele en minder subtiele juxtaposities ruimtes creëren voor dialoog voor nieuwe inzichten, maar ook voor afwijkende standpunten. Maar om terug te komen op je vraag: In dit deel van de tentoonstelling zien we twee werken die allebei gebruikmaken van borduurtechniek. Enerzijds het project Wild-haired Foremothers van de Feministische Handwerk Partij waarin activistische borduur- en reparatie sessie in het nu een relatie aangaan met de handwerkactiviteiten van de eerste generatie feministen honderd jaar geleden. De FHP gaat veel meer over het zichtbaar maken van (historische) reproductieve arbeid van vrouwen, het integreren van hun namen en de verbintenis met elkaar en eerdere generaties feministen. De tent van Al Sohl is geborduurd met de hulp van professionele borduursters in Lebanon die vaardigheden en tradities vaak generaties van moeder op dochter hebben doorgekregen, en voor wie borduurwerk een belangrijke bron van inkomsten is. Sommigen van hen leven in situaties die wij met een westerse blik als onderdrukking zouden bestempelen.

Ik vind het belangrijk dat gemarginaliseerde verhalen verteld worden, en textiel biedt een laagdrempelige ingang. Tegelijkertijd zijn textiel en textiele ambachten zelf ook een gemarginaliseerde entiteit, zeker binnen het modernistische kunstdiscourse. Maar ook als typisch vrouwenwerk en reproductieve arbeid heeft textiel tot op de dag van vandaag een ondergewaardeerde positie. Maar ik denk dat we hier niet de fout moeten maken om met hetzelfde (westers feministische) perspectief naar dit werk en het project van de FHP kunnen kijken. De borduursels verschillen van elkaar maar hebben denk ik ook genoeg overeenkomsten om ze naast elkaar te plaatsen.’

Liza Prins

En zo lijken veel werken in Interwoven Histories aan elkaar te relateren: nooit volledig in overeenkomst maar altijd met punten van gelijkenis, inderdaad, als de naden in een patchwork.

Ik streef er niet naar om de fricties of tegenstellingen op te lossen; liever laat ik ze naast elkaar bestaan. Net als in het weven hebben tegengestelde draden elkaar nodig om een nieuw weefsel en een nieuwe samenhang te vormen

Jennifer Tee in Interwoven Histories 2021, samengesteld door Christel Vesters, foto Floris Leeuwenberg 

Patricia Kaersenhout in Interwoven Histories 2021, samengesteld door Christel Vesters, foto Floris Leeuwenberg 

Na ons gesprek woon ik nog een bijeenkomst van de Feministische Handwerkpartij bij, onder de titel Wild-haired Foremothers. We repareren kleding, samen, en borduren collectief een groene fluwelen banier. Tijdens deze arbeid bespreken we het hoofdstuk ‘Cailleachan, Dísir, and Hags’ uit Witches and Pagans van Max Dashu, hoe het afgelopen weekend op misselijkmakende manier duidelijk maakte dat er toch echt nog steeds mensen in de kunstwereld verkrachters verheerlijken, hoe een generatie-overschrijdende solidariteit ons kan wapenen tegen de structurele gewelddadigheid die vrouwen tot object of heks dopen, en hoe we rekenschap af kunnen leggen over de verschillen tussen vrouwen –‘we’ zijn nooit een monoliet geweest-. Tot slot vragen we ons af of we als feministen en textiel-connaisseurs wel moeten willen dat ons werk gecanoniseerd wordt, moeten we willen dan ons werk -zo beïnvloed door de niet altijd vrijwillige arbeid van generaties voor ons en diegenen die ver van ons bed (veel) van onze kleding in elkaar zetten- “ons” werk wordt genoemd in een discours dat weinig infrastructuur heeft om deze vorm van verweven- en afhankelijkheid uit te drukken. Misschien heeft “ons” werk meer kracht wanneer we daarbuiten blijven, aangezien – en in de woorden van Audre Lorde- het gereedschap van de meester nooit het huis van de meester doeltreffend zal ontmantelen.

Eén ding is zeker, en dat laat Interwoven Histories zien: textiel spreekt in een tactiele, zorgzame, subtiele taal, die we moeten leren spreken om de verwevenheid maar ook de verschillen tussen (textiel)tradities en hun plek in culturele praktijken en geschiedenissen te leren begrijpen. Een rijke diversiteit aan verhalen en historie ontvouwt zich uit de werken binnen de tentoonstelling, en kan zich keer op keer ontvouwen vanuit textiel-werken, maar daarmee is het werk nog niet gedaan. Net als een sok die elke keer weer gemend moet worden, zo moeten deze met textiel verweven verhalen met dezelfde zorgzaamheid keer op keer verteld worden, de trauma’s van kolonialisme gerepareerd worden en de specificiteit van historische narratieven benadrukt blijven. Ja, textiel-geschiedenissen vormen een ingewikkelde verstrengeling, zoals een geweven stof, maar elke losse draad -elke schering, elke inslag- vereist de juiste aandacht als we willen weten waar de samenkomsten van verschillende histories een effect hebben en hoe.

Interwoven Histories is nog t/m 30 oktober te bezoeken 

Met werken van: Mounira Al Solh, Fatima Barznge, Feministische Handwerk Partij, Antonio José Guzman & Iva Jankovic, Patricia Kaersenhout, Mila Lanfermeijer, Jennifer Tee, Vincent Vulsma en Sheila Hicks.

Liza Prins

is kunstenaar

Recente artikelen