metropolis m

Sands Murray-Wassink, Socio-Economic Sands (Love Company) , tentoonstellingsoverzicht, fotograaf: Pierre Antoine

Zwierig en schijnbaar ongecompliceerd vallen de glanzende, beschilderde stoffen van Sands Murray-Wassink over elkaar heen. Een constellatie van paardentekeningen golft door de ruimte. De schilder, lichaamskunstenaar, schrijver en parfumverzamelaar laat in het Franse Le Confort Moderne in Poitiers meer dan twintig jaar aan werk zien. Radna Rumping ging naar de opening en spreekt Sands over dit feestelijke en ook wel historische moment: ‘Ik voel me vredig, er is een gevoel van “eindelijk”.’

‘It’s me’, zegt een paarse verftekening van Sands Murray-Wassink. Het is een van de meer dan duizend tekeningen waarin hij een vlug geschilderd paard combineert met een pakkende tekst. Ik ben het. Om dat ‘ik’, en alles waar deze kunstenaar voor staat en mee in relatie is, nu zo groots te kunnen zien in Le Confort Moderne, brengt energie en ontroering teweeg. Het is een verademing.

De honderden tekeningen, schilderijen en andere werken die Sands sinds eind jaren 90 heeft gemaakt worden nu voor het eerst samen gepresenteerd. In een gesprek met Amal Alhaag dat is gedrukt in een kleurrijk zine als onderdeel van de tentoonstelling legt Sands uit ‘midlife’ een passendere aanduiding van deze presentatie te vinden dan ‘mid-career’: ‘It is a midlife retrospective because I haven’t really had a career in public’. Het werk van Sands is in de afgelopen decennia niet ongezien gebleven, maar het bleef voornamelijk bij kleine presentaties voor een intiem publiek. Gestaag vormde zich een schare betrokkenen; mensen die kennismaakten met Sands via zijn performances of ander werk dat hij in groepstentoonstellingen liet zien, of via het lezen van Profeminist WHITE FLOWERS; de publicatie die werd uitgegeven ter gelegenheid van zijn enige andere solotentoonstelling van vergelijkbaar formaat in 2007 in München[ 1].

Sands Murray-Wassink, Socio-Economic Sands (Love Company) , tentoonstellingsoverzicht, fotograaf: Pierre Antoine

Zelf ontmoette ik Sands in 2015. Door mijn betrokkenheid bij Gift Science Archive [2], een experimenteel archief van zijn studiopraktijk geïnitieerd door If I Can’t Dance, heb ik zowel Sands als zijn oeuvre de afgelopen jaren van dichtbij leren kennen. Net zoals Sands geen onderscheid wil maken tussen leven en kunst, wil ik in onze relatie geen onderscheid maken tussen samenwerking en vriendschap.

Het werk van Sands is in de afgelopen decennia niet ongezien gebleven, maar het bleef voornamelijk bij kleine presentaties voor een intiem publiek

Schilder, body artist, schrijver en parfumverzamelaar Sands Murray-Wassink (b. 1974) groeide op in Topeka, Kansas en verhuisde in 1994 naar Nederland voor een uitwisselingsprogramma aan de Gerrit Rietveld Academie. Eerder studeerde hij aan Pratt Institute in New York, waar Carolee Schneemann zijn docent was; een kunstenaar met wie hij tot het einde van haar leven in contact zou blijven. Na een residentie aan De Ateliers bleef hij in Amsterdam wonen, samen met zijn partner Robin Wassink-Murray en hun katten Betsie (toen) en Duman (nu). Sands werkt vanuit een kleine studio aan huis, waar zich in de loop der jaren een uitbundig en overvloedig oeuvre heeft ontwikkeld die vele materialen, objecten en informatie omvat: een parfumverzameling genaamd Monument to Depression, correspondentie met andere kunstenaars en geestverwanten, beschilderd textiel, gefotografeerde zelfportretten, overblijfselen van performances, losse notities, lastig te categoriseren parafernalia en heel veel tekeningen en schilderijen, opgestapeld, opgerold of verzameld in plastic tassen. Veel van dit werk, ook van jaren geleden, heeft pas recent voor het eerst de studio verlaten. 

Sands werkt vanuit een kleine studio aan huis, waar zich in de loop der jaren een uitbundig en overvloedig oeuvre heeft ontwikkeld

Sands houdt zijn huiselijke studio bij voorkeur rommelig en werkt het liefst op de vloer. Er zijn geen grote witte wanden om iets op te hangen en er is geen ruimte om een stap terug te doen. Hij heeft zijn werk zelden van een afstand kunnen bekijken en anderen ook niet. Toen we in 2021 de tentoonstelling In Good Company (Horsepower)[3] samenstelden in de bescheiden ruimte van mistral in Amsterdam, kozen we bewust voor een presentatie die als een archief te benaderen was. We hingen weinig van zijn schilderkunst aan de muren, omdat ik wist: die schilderijen verdienen een grootschalige tentoonstelling. In het Stedelijk Museum Amsterdam, of in ieder geval in een museale ruimte die de omvang van dit werk volledig zou kunnen dragen.

Die ruimte bleek er in Poitiers te zijn. Aan de rand van de provinciestad bevindt zich Le Confort Moderne; een industrieel gebouw dat niet alleen een grote tentoonstellingsruimte, maar ook een concertzaal, residency, platenwinkel en ‘fanzinoteque’ herbergt. Directeur-curator Yann Chevallier had slechts één bezoek aan de studio van Sands nodig om zeker te weten dat hij met hem een grote tentoonstelling wilde organiseren. ‘We sturen een busje vanuit Frankrijk. Geef zoveel mogelijk werk mee en dan nemen we hier de tijd om het samen rustig uit te zoeken en te installeren’, had hij gezegd.

Op de opening is voornamelijk een jong lokaal publiek aanwezig, maar er zijn ook allerlei vrienden van Sands naar Poitiers afgereisd om dit toch wel historische en feestelijke moment mee te maken. Kunstenaar Maria Pask, met wie hij samen aan De Ateliers studeerde, kijkt verrukt rond, maar laat ook weten nog iets van woede te voelen, richting mensen uit het verleden die Sands niet als een schilder wilden erkennen.

Sands Murray-Wassink, “Depression Paintings”, acrylverf op papier, 2009-2016, fotograaf: Pierre Antoine

Sands Murray-Wassink voor zijn “Depression Paintings”, acrylverf op papier, 2009-2016, fotograaf: Pierre Antoine

De wand met 66 Depression Paintings laat zien hoe krachtig en monumentaal het werk van Sands kan zijn. Hij maakte de schilderijen vooral in 2009 en 2010, een periode waarin hij zwaar getroffen was door manische depressie: ‘Ik was desperaat en gepassioneerd. Iedere slechte gedachte schilderde ik; het moest naar buiten. Robin zegt dat deze schilderijen me in leven hebben gehouden.’ Sands’ heldere kleurgebruik en vrijmoedige handschrift doen de serie nu overkomen als een triomf, maar uit de met urgentie aangebrachte teksten spreekt pijn, wanhoop en frustratie. ‘I can’t take care of myself’ staat in karmijnrood tegen een felroze achtergrond geschreven; ‘I am constantly needy and frustrated’ verschijnt in een blauw kleurvlak omlijst met een zalmroze kader. Toch richtte Sands ook in die periodes van depressie zijn blik op een andere mogelijke toekomst: ‘you’ll love this later’. De schilderijen zijn herkenbaar in formaat en techniek. Het papier waar de directe teksten op geschilderd zijn lijkt in allerijl van een rol afgescheurd. De hoogte is steeds hetzelfde, maar de zijkanten zijn grillig. De kleur van de tekst is meestal gelijk aan de kleur van de rand die het schilderij omkadert. Er zijn ook varianten waarvan de hoeken zijn afgescheurd, of waarvan de teksten over en door elkaar heen lopen. Zo is een serie ontstaan die afwijkingen toelaat. Sands is consistent, maar nooit rigide.

Hij noemt al zijn werk Survival Acceptance Art en houdt zich al jaren bezig met het lichaam, het (dis)functioneren van de kunstwereld, feminisme en geestelijke gezondheid. Daarbij geeft hij niet alleen zichzelf bloot (‘it’s me’), maar erkent hij ook de mensen met wie hij in relatie is. Vrouwelijke kunstenaars als Adrian Piper, Carolee Schneemann en Hannah Wilke beschouwt hij als zijn spirituele gidsen. Hoewel die thematische lijn in zijn oeuvre zeer consequent te noemen is, houdt hij tegelijkertijd ruimte open voor twijfel en veranderende inzichten. Hij deinst er ook niet voor terug die met het publiek te delen. Zo zegt een op een A4tje getypte tekst: ‘Just looked up Walt Whitman because I wanted to write ‘Walt Whitman smile’ but Wikipedia says he was racist which I did not know…’. Mijn blik valt er toevallig op, de pagina is aan de muur getapet temidden van ruim zeshonderd kriskras door elkaar opgehangen tekeningen die samen de Horse Wave-installatie vormen.

Sands noemt al zijn werk Survival Acceptance Art en houdt zich al jaren bezig met het lichaam, het (dis)functioneren van de kunstwereld, feminisme en geestelijke gezondheid

Terugkerende tekeningen zijn de Horse Drawings die Sands sinds 2014 losjes en intuïtief schildert terwijl hij naar muziek luistert. Paarden beschouwt hij als symbolen van wildness en vrijheid. Als kind werd hem verteld dat paarden voor meisjes waren en niet pasten bij een jongen zoals hij, maar de paarden arriveerden uiteindelijk toch. In allerlei gedaantes: vastberaden galopperend met hun manen wapperend in de wind ‘running up that hill’; rustend op de grond ‘cultivating vulnerability’;  in duo’s ‘we too are one’; kijkend naar de horizon ‘do it yourself’; in flamboyante kleuren ‘missoni horse’ en zelfs met een onderkin ‘never seen a horse with a double chin?’. De paarden, die tevens in groot formaat terugkeren op textielwerken verspreid door de ruimte, brengen humor, woede en troost. Soms zijn ze sierlijk of frivool en dan weer onbeholpen. De ongepolijste Horse Wave-constellatie maakt duidelijk dat Sands geen hiërarchie in zijn werk aanbrengt en zichzelf niet redigeert. Paardentekeningen zonder paard, krantenknipsels, doorgekraste schetsen; ze mogen er allemaal zijn, ze krijgen allemaal een plek.

Die veelheid kan op het eerste gezicht desoriënterend of overweldigend overkomen, maar is een grote gift. De kunstenaar toont zichzelf zó onverbloemd en onmiddellijk in zijn werk, dat je het als toeschouwer ook enkel met open houding en open hart kunt benaderen. Pas dan ontstaat er een levendige mentale ruimte die verder reikt dan alleen visuele esthetiek. Een ruimte die zo complex is als het leven zelf en waarin de gedachtes, gevoelens en gedragingen waar Sands’ werk uit bestaat zich openbaren.

Ook in Horse Wave is te zien hoe Sands zichzelf de toekomst in schilderde:

Sands Murray-Wassink, “Horse Wave” (details van gezamenlijke installatie), gemengde technieken, 2014-2023, fotograaf: Pierre Antoine

Her name is endless’

‘Give yourself time’

‘I know exactly what I’m doing’

‘There is a time and place for everything’

‘I’m after history’

 

Sands Murray-Wassink, “Horse Wave” (gezamenlijke installatie), gemengde technieken, 2014-2023, fotograaf: Pierre Antoine

Naast de vele fysieke werken is in een aparte ruimte een selectie aan video performances te zien, voornamelijk uit de jaren 90 en begin 0. Het intieme en gruizig gefilmde Warm Up, Cool Down toont het spiegelbeeld van Sands die 88 minuten lang ontspannen in zijn kamer danst op een mixtape. Hij ziet zichzelf, en wij zien hoe hij zichzelf ziet. Andere video’s zijn documentatie van publieke performances, waarin Sands vaak naakt is, of, als hem in 2005  in München wordt gezegd dat naakt een probleem is, zich dan maar in een goedkoop wit Zara jurkje heeft gehuld. Onder begeleiding van een nummer van The The en omringd door een roezemoezend publiek, ontdoet hij zich langzaam van sluiers van textiel, sprayt zichzelf van top tot teen onder met parfum en draagt een tekst voor: ‘Shifting esthetic judgements and predictions will be made in spite of us, and simplicity, simple joys and small steps will always be undervalued somehow. We don’t even have to ask why, forward thinking is the key’[4]

Voor kunstenaar Paul Laufer roepen de video’s in deze ruimte herinneringen op aan hun gezamenlijke studietijd aan de Rietveld: ‘Sands was wat jonger dan de meeste andere studenten. Dit is wat hij toen ook deed, in 1994. Hij gaf zoveel van zichzelf. Wij waren totaal gefascineerd; het was alsof we erop gewacht hadden, het was volledig nieuw en anders.’ 

De performance op de opening in Le Confort Moderne heeft een meer sereen karakter dan de vroegere video’s. Sands draagt vanavond een lange jurk van Diane von Furstenberg met een print van turquoise rozen (het zesde exemplaar van zijn recent opbloeiende collectie) en een pruik van donker haar met een blauwe glans. Bij aanvang speelt elegante muziek van Phoebe Snow en zijn op een groot scherm felgekleurde en zacht bewegende vlinders te zien. Terwijl Sands spreekt staat aan de andere zijde van het scherm Robin, die een serie slides afspeelt en digitale werken toont die nog ergens online op oude websites circuleren, waaronder een foto van een jonge Sands in een leren jasje gecombineerd met de ska hit ‘Lollipop’ van Millie uit 1964. De performance gaat subtiel tegen de conventies van een ‘pakkende’ presentatie in. De slides lijken oneindig door te gaan en bevatten regelmatig dubbele beelden. De popnummers van de digitale werken worden volledig afgespeeld. Sands neemt de tijd, en behoudt samen met Robin een eigen ruimte. Dit is niet alleen een moment voor het publiek, maar net zo goed een moment voor elkaar, van fijngevoelige en liefdevolle communicatie.

Opening performance, ‘crime scene or how it feels to have a penis or finding darkness in the light’, Sands Murray-Wassink en Robin Wassink-Murray, 2023, fotograaf: Radna Rumping

Na afloop stapt een jonge bezoeker op Sands af en ze blijven bijna een uur in gesprek. Sands gelooft in het nemen van de tijd voor één op één relaties, in welke vorm dan ook. Hij ziet ze als ‘basic building blocks’. Terwijl Le Confort Moderne zich opmaakt voor een lange clubnacht, praten we tot laat in de avond na met een klein groepje in de backstage. Vertaler Louisa Degommier vertelt Sands hoe ze heeft gepuzzeld met de tentoonstellingsteksten omdat de Franse binaire geslachtsbepalingen niet bij zijn werk leken te passen. Sands: ‘Ik voel me verwant met vrouwen, ik heb altijd de positie gehad van een gay man die zich engageert met het feminisme en zich geestelijk aangetrokken voelt tot vrouwen. Die positie kwam ik zelden tegen, ik had geen voorbeelden die op mij leken en vond de gay scene vaak te separatistisch. Nu is dat anders, er is een meer vloeiend besef van queer identiteiten. Toch duid ik mezelf nog steeds aan met “hij”, al is het maar om het patriarchaat kwaad te maken.’

Kunstenaar Delaine Le Bas is uit de Engelse kustplaats Worthing overgekomen, in haar satijnen jurk met groene bloemen is ze in verschillende opzichten een wederhelft van Sands. ‘Er is nu een ander bewustzijn, een ander vocabulaire,’ voegt ze toe, ‘maar het is ook een vreemde gewaarwording om pas erkenning te krijgen als je rond de 50 bent. Mensen kunnen zich nu haast niet meer voorstellen hoe ánders dingen waren toen wij 16, 20 of zelfs 30 jaar oud waren… Daarom zeg ik tegen jonge kunstenaars: houd je niet bezig met wat in de mode is, want die is zo weer voorbij, focus je alleen op het werk.’

Sands Murray-Wassink, links: “Anal Collage” (Pride & Joy), c-print foto’s op canvas met gedrapeerde stof gebruikt door de kunstenaar tijdens een performance, 2020, rechts: “I Miss Carolee”, acrylverf op canvas, ingelijst, 2019. fotograaf: Pierre Antoine

De sfeer die overheerst op zowel de opening als in de tentoonstelling zelf is die van voldoening en plezier. Het is een genot om het werk eindelijk te zien ademen in een grote lichte ruimte. Het heeft iets zwierigs en ongecompliceerds, hoe soepel de schilderwerken op glanzende stoffen over elkaar heen vallen langs een ranke metalen wand en hoe het enige kleine schilderijtje dat wél ingelijst is, I miss Carolee, op een eigen muur kan stralen.

‘Ik ben blij dat ik lang genoeg geleefd heb om zo’n statementtentoonstelling van mezelf te kunnen zien. Het is een teken van aandacht en zorg’

Het meer recente werk in de ruimte laat zien dat Sands ook in deze fase van zijn leven de confrontatie blijft opzoeken en risico neemt. Anal Collage (Pride & Joy) uit 2020 bestaat uit close-up foto’s van zijn anus in een grid, waarlangs een doorschijnende stof met zilveren sterren gedrapeerd is. Door de oogharen en op afstand bekeken is het een haast decoratief patroon, maar van dichtbij zijn de foto’s in al hun vlezigheid en onbeschroomdheid bijzonder gedurfd, mijn blik kan er niet helemaal op blijven rusten. Wederom gaat Sands voor een radicale openheid die een beroep doet op de open instelling van de toeschouwer. Here comes the sun is onverholen op een andere wijze: de muurschildering die Sands samen met Robin maakte strekt zich in paarse krullende lijnen uit over een hoek in het gebouw. Het is geen snelle tekening, gemaakt met een trefzekere hand, maar eerder een kwetsbare schildering, waar de verf vanaf druipt en waarin scheef opgehangen paardentekeningen ruwe maar toch broze accenten vormen.

Twee weken na de opening bellen we, aan het begin van de middag, Sands loopt thuis wat rond in zijn ochtendjas en verwacht een pakketje met Elizabeth Arden miracle oil. Ik vraag hoe hij zich voelt en hoe hij terugkijkt op het openen van de tentoonstelling. ‘Ik voel me vredig, er is een gevoel van “eindelijk”. Ik heb reacties gekregen van allerlei jonge queer mensen, en dat is heel bijzonder. Iemand vertelde me dat de show hem aan het huilen maakte, die ga ik nu een ansichtkaart sturen. Die persoon heeft zelf een kleine kunstruimte en zei dat hij graag met mij zou werken, maar dat ik daar nu vast te groot voor zou zijn. Daar moet ik wel om lachen, ik ben bijna vijftig en mijn hele leven is underground. Ik denk dat ik legendary ben, maar een grote kunstenaar, nee, dat is niet hoe ik mezelf zou omschrijven. Ik ben vooral blij dat ik lang genoeg geleefd heb om zo’n statementtentoonstelling van mezelf te kunnen zien. Het is een teken van aandacht en zorg. Dat had ik ook wel nodig. Nu wil ik genieten, een beetje zweven, en kijken wat er zich gaat ontvouwen. Als volgende stap zou ik mijn ervaring nog meer willen delen met een jongere generatie.’

Socio-Economic Sands (Love Company) van Sands Murray-Wassink is nog t/m 14 mei 2023 te zien in Le Confort Moderne, Poitiers, Frankrijk

[1] Above Average Looking / Accessible Lives (SOMATOPOWER), Lothringer 13 Halle, München
[2] Gift Science Archive is een experimenteel archief van het werk van Sands Murray-Wassink ontwikkelt in 2019-21 in opdracht van performance kunst organisatie If I Can’t Dance, I Don’t Want To Be Part Of Your Revolution. Het archief is samengesteld in samenwerking met Amalia Calderón, Megan Hoetger en Radna Rumping en leeft voort als de database giftsciencearchive.net – dat niet alleen ruim 2400 ‘studio objecten’ van Murray-Wassink in kaart brengt, maar ook de gelijknamige bijna drie jaar durende performance van het archiveren van een kunst/levenspraktijk documenteert. Zie voor meer achtergrond informatie het essay ‘Honouring Sands’ Horsepower’ door curator Megan Hoetger
[3] De tentoonstelling ‘In Good Company (Horsepower): Materials from the Gift Science Archive, 1993–present’ vond in 2021 plaats bij mistral in samenwerking met If I Can’t Dance en werd gecureerd door Megan Hoetger, Radna Rumping en Huib Haye van der Werf
[4] Deze performance draagt de titel ‘Sands Salomé Censorship Slut / Meditation For Munich / Minor Artists’ en vond plaats in 2005, bij Luitpold Lounge in München

Radna Rumping

is curator, schrijver en radiomaker

Recente artikelen