metropolis m

Khadija El Abyad, إله ) ة )    

Dat Marrakech, ook wel ‘de dochter van de woestijn’ genoemd, een bedrijvige stad is waar van alles gebeurt is geen geheim. Maar dat er ook een levendige lokale kunstscene is, is minder bekend. Phillip Van den Bossche, die woont en werkt tussen Oostende en Marrakech, leidt ons langs een aantal kunstlocaties en stelt ons voor aan de mensen die erachter zitten.

Waar en wanneer is het ooit begonnen? Misschien toen ik vijf of zes was en door de straten van Tanger liep, maar die kans zou ik als klein bestempelen: er bestaan geen foto’s van en vooral geen herinneringen. Was het in 2004, tijdens een studiereis naar Caïro, Amman en Beirut? Halverwege misschien, in Amman, waar Kamilya Jubrans luit onze gevoelens beroerde? Ze speelde in de openlucht, vlakbij de resten van een Romeinse tempel waarop Arabische Christenen in de zesde eeuw een Byzantijnse kerk hadden gebouwd. Ik verwoordde het toen als een fascinatie voor de Arabische wereld, een kennismaking met de poorten van de Levant. De literatuur en vooral de muziek werden vanaf toen mijn gids.

QANAT, werksessie 2018, courtesy QANAT en Francesca Masoero (zie qanat.org)

Marrakech kwam pas in 2016 in beeld. Sinds 2019 woon en werk ik er een aantal maanden per jaar. Wat ik daar doe en waarom? Het wordt steeds moeilijker om er een verklaring voor te geven, en iets ‘afleren’ is een te makkelijk modewoord geworden. Tussen moslimwereld en pre-Arabische culturen liggen alledaagse, meervoudige verbanden, andere geschiedenissen en perspectieven, maar telkens weer nestelt de moderniteit zich als een stoorzender in mijn denkpatronen – want alleen al door haar te vermelden trekt ze de aandacht naar zich toe en tegelijkertijd lijkt diezelfde moderniteit altijd een voorbode van crisis te zijn geweest. Ook de ‘kunstwereld’ lijkt zich niet van een eenzijdig opgelegde ‘wereld’ als toevoeging te kunnen loskoppelen.

Er heerst een aanstekelijke dynamiek die steeds vaker wordt opgepikt, geluiden die uitnodigen om de stad te komen bezoeken

Is het eenvoudiger te verwoorden? Misschien wel, hieronder vertel ik over een aantal vrienden in Marrakech. Elke nieuwe paragraaf begint met hun naam. Vaak praten en eten we samen, maken we plannen voor een nieuwe tentoonstellingsruimte, of reizen we naar het zuiden zonder al te veel (of al te lang) een plan, gedachte of iets anders vast te pinnen. Sommige onderwerpen keren daarentegen telkens weer terug.

Laila

Laila Hida schreef enkele maanden terug met een knipoog op haar Instagrampagina dat ABOUT US haar langst lopende tentoonstelling ooit zou worden. ABOUT US maakte deel uit van een driedelig project, Archaeology of intimacy. Memory and imaginary of the photographic album. Hida bracht voor de tentoonstelling een verzameling familiefoto’s van Marokkaanse gezinnen uit de afgelopen vijftig jaar samen en deelde ze chronologisch in. ABOUT US ging op 21 februari 2020      van start in Dar Bellarj, in het hart van de medina van Marrakech, en bleef de gehele coronaperiode (meer achter gesloten dan met open deuren) opgesteld. Pas eind november 2022 kwam er een eind aan het project.

Om de tentoonstelling te contextualiseren maakte Hida samen met Noureddine Ezarref, Salah Bouade en Sofia Fahli een krant waarin ze haar twijfels en ideeën over het verzamelen en tonen van familiefoto’s bespreekt. De tijd van de tentoonstelling en de tijd die in de verzamelde foto’s is vastgelegd, vallen opnieuw samen als ik haar woorden in de krant herlees: ‘Mettertijd werden de technische gesprekken een ruimte voor een openhartige uitwisseling die ons door de decennia heen terugbracht naar een zorgeloze jeugd, naar de wonden van de tijd, naar de ongelukken van het leven en de banaliteit van een leven dat in zijn details de bestanddelen van een sociale organisatie bevat via de rol van de vrouw, haar status en haar toestand.’ De albums met familiefoto’s hebben onverwachte deuren geopend, vertelt Laila op de laatste pagina: ‘het tentoonstellen ervan haalde vooroordelen onderuit en veranderde mijn eigen perspectief op wat wel of niet aangeraakt mag worden.’ Ze eindigt met de woorden: ‘Ik begrijp iets beter hoe Maha met haar twintig jaar lange inzet voor deze plek vanuit solidariteit en belangstelling voor hun levens een gemeenschap van mensen heeft gecreëerd. Ikzelf moest leren omgaan met twijfels en onzekerheid voordat ik een taal vond om de relatieve afstand tussen ons en degene van waar we spreken uit te drukken.’

Maha

Maha Elmadi is de directrice van de stichting Dar Bellarj, een op moeders gerichte ontmoetingsplek en een tentoonstellingsruimte gehuisvest in een oude riad vlakbij de Medersa Ben Youssef. ‘Bellarj’ betekent ooievaar, maar over de exacte geschiedenis van de plek bestaan nog veel vragen. Naast tentoonstellingen worden in de riad cursussen, lezingen, ateliers, concerten en tal van andere activiteiten voor de moeders uit de buurt georganiseerd. Ze gebruikt bewust het woord ‘moeders’ in plaats van ‘vrouwen’ wanneer ze het heeft over Dar Bellarj. Op dinsdag 4 oktober 2022 vertelt ze Samya, Eric en mij hoe ze initieel kritiek kreeg op deze woordkeuze, maar deze blijft verdedigen: ‘We zijn namelijk allemaal moeders, als dochter, zoon en zelfs als vader. Telkens als de moeder er even niet is en we zorg dragen voor onze broers en zusjes, voor onze eigen kinderen of die van de buren, dan zijn we even moeder.’

Khadija El Abyad, إله ) ة )    

Amine

Amine Lahrach neemt me mee naar LE18 in Derb el Ferrane, dat in 2013 als een multidisciplinair cultureel centrum door Hida is opgericht. Het bevindt zich nog net in de medina, niet ver van het plein Riad Laarouss. Iedereen is na een als zwaar ervaren jaar uitgezwermd. Het programma ligt dit najaar zo goed als stil, maar kleinschalige activiteiten, lezingen en projectieavonden blijven doorgaan. Ze worden vaak maar enkele dagen van tevoren via sociale media aangekondigd. LE18 heeft met een publiek programma (en niet met een tentoonstelling of kunstwerk) deelgenomen aan documenta fifteen in Kassel. Het was geen onverdeeld succes, ondanks de vele nieuwe ontmoetingen voor diegenen die een visum hadden kunnen verkrijgen en naar Duitsland waren afgereisd. Verwachtingspatronen en hoe die te beantwoorden hebben hun parcours getekend, een productionele houding vanuit de documenta gGmbH die als stroef werd ervaren, vooroordelen en racisme vielen hen te beurt. Het staat in schril contrast met de lumbung-gemeenschap waar ze deel van blijven uitmaken en vooral de op de lokale gemeenschap gerichte aanpak van LE18 als plek.

Amine is naast een goede kok ook kunstenaar en initiatiefnemer van het project SAFINA, een project over geheugen en verlangen. ‘Safina’ betekent ‘boot’ in het klassiek Arabisch, maar verwijst vooral ook naar de kaart die ze van de kuststad Safi maakten. ‘Safi-Na’ betekent ‘Onze Safi’. Woorden en talen, andere vragen, kaarten en benaderingen; het is misschien een andere manier om het hier te verwoorden, hoe vanuit Marrakech andere transnationale patronen te weven en debatten tussen verspreide plaatsen in de wereld te voeden. Er heerst een aanstekelijke dynamiek die steeds vaker wordt opgepikt, geluiden die uitnodigen om de stad te komen bezoeken (zoals onlangs nog kunstenaar Mounira Al Solh vanuit Nederland, en een groep kunststudenten uit Berlijn), maar het is tegelijkertijd slechts één kant van de medaille.

Francesca

Francesca Masoero heeft Jeanne van Heeswijk voor een aantal workshops in LE18 uitgenodigd. Zaterdagavond 17 september 2022 is er een publiek moment en Jeanne formuleert hardop de vraag of er een grens is aan het collectieve en waar die zich dan zou kunnen bevinden. Gaat het hierbij over aantallen en/of werkwijze? De avond past binnen het onderzoek van het collectief platform QANAT, in 2017 door Francesca binnen de structuur en de werking van LE18 opgericht. Op hun website staat te lezen dat QANAT ‘de politiek en de poëzie van het water verkent in Marokko en daarbuiten, om na te denken over en te handelen naar de verschillende contextuele opvattingen en vormen van (re)productie van het gemeengoed’.

Qanat’ (‘khettara’ in het zuidoosten van Marokko) is de naam die wordt gegeven aan een irrigatiesysteem bestaande uit een reeks waterputten die vanaf de waterbron tot aan de landbouwvelden door een ondergrondse tunnel met elkaar zijn verbonden. Het collectief platform wordt in hun eigen woorden ‘gedreven door de urgentie om de vele materiële, symbolische en op kennis gebaseerde breuken aan te pakken die de moderniteit heeft veroorzaakt, te beginnen bij onze meer nabije omgeving en meanderend naar andere geografische gebieden.’ QANAT stelt voor om ‘de mogelijkheden te testen voor het creëren van ruimtes waarin stemmen uit de stad Marrakech kunnen speculeren over nieuwe collectieve voorstellingen.’ Over de jaren heen heb ik meerdere QANAT-projecten kunnen volgen en ook in de praktijk wordt de grens tussen onderzoek, sociaal werk, kunst en activisme open gehouden. De stemmen van residenten en inwoners vallen er samen. QANAT is zowat de hartslag van LE18 geworden.

Marrakech trekt al jaren jonge kunstenaars aan (vaak net afgestudeerd van de enige nationale kunstacademie die het land heeft, het Institut National des Beaux-Arts in Tétouan) en de uitstraling van de langetermijnprojecten opgezet door LE18 spelen daar een cruciale rol in. Collectief creëren staat centraal. Sommige thema’s vormen een rode draad binnen en buiten de muren van de riad van LE18: orale kunsten, culturen en praktijken, participatieve manieren van archiveren, onafhankelijke publicaties (waaronder hun seizoensgebonden tijdschrift Chergui, letterlijk ‘warme wind uit de Sahara’), voedselsoevereiniteit en gemeenschappelijk tuinieren.

Nabil

Nabil Himich heeft nog enkele weken een atelierruimte in Sidi Moussa, een ‘douar’ of dorpsgemeenschap op tien kilometer van het centrum van Marrakech. Binnenkort vertrekt hij voor een project met kinderen naar Tanger en daarna is alles wederom economisch onzeker. Afgelopen jaren waren we buren, hij deelde een huis met zijn oud-studiegenoten Loutfi Souidi en Mouhcine Rahaoui. We ontbijten samen en bespreken de tekst die onlangs bij een foto van een van zijn schilderijen is gepubliceerd. Later heeft hij het volledig wit overschilderd en tentoongesteld. Deze handeling hangt samen met zijn tekst en vooral met de volgende paragraaf: ‘Op de universiteiten werd ons geleerd dat kunst en filosofie in het Westen zijn ontstaan. De school reproduceert gedeeltelijk de onderdrukking van een historisch geheugen door het opleggen van een vreemde geschiedenis, in reactie waarop de scheppingsdaad, zelfs in zijn meest a-historische tendensen, zich slechts oneindig kan terugtrekken.’ Ik zou daaraan willen toevoegen dat het voor iemand uit het Westen makkelijker is om kunstenaar te zijn dan voor iemand uit het Zuiden. Deze wordt gedwongen de grond waarop hij loopt aan te raken, omdat deze grond is vervangen door een kaart, de kaart heeft zich ontbonden op de grond, en nu zijn de grond en de kaart één. Het is uiterst irritant wanneer men alleen maar kunstenaar kan zijn in een gebied waar je de taal niet spreekt, dat een andere geschiedenis heeft en een andere psychogeografische constitutie.

2022, henna, klei, 250 x 300 cm

Samen weten, samen doen

Want ook dat is Marrakech en in het verlengde Marokko. Enerzijds is er een netwerk van tentoonstellingsplekken, een verbondenheid tussen culturele makers in Tanger, Casablanca, Rabat, Marrakech en in het verlengde Brussel, Maastricht, Ramallah en recentelijk nog Cardiff (de tentoonstelling Call The Waves, een initiatief van QANAT). Anderzijds is er een precaire situatie, een onzekerheid die als een constante het leven en de activiteiten bepaalt. Ook ‘the question of funding’ waaide deze zomer vanuit Kassel over. Vanuit Marrakech betekent het ook: wie bepaalt onder welke voorwaarden en vanuit welk perspectief wie, wat en hoe een financiële bijdrage wordt toegeschoven? Welke kaart, welke plattegrond dient men te volgen en te bewandelen om zichtbaar te mogen zijn? En hoe kunnen uitgetekende alternatieven ‘een deur naar de hemel openen’ (naar de gelijknamige film van Farida Benlyazid uit 1988)? Nabil deelt niet meer dan zijn persoonlijke ervaring (in plaats en tijd gebonden) die uiteraard niet te veralgemenen valt, Maar de breuklijn van de moderniteit laat zich in Marrakech, bij de deur naar het zuiden, misschien nog net iets sterker voelen.

Desondanks heeft Marrakech een bijzondere aantrekkingskracht op kunstenaars. Khadija El Abyad is de afgelopen maanden in residentie bij Fenduq in Sidi Moussa geweest. Ze is gefascineerd in de soevereiniteit van de handen en van het lichaam als landschap. Zoals vele andere kunstenaars reist ze onder meer naar Marrakech om met ambachtslui samen te kunnen werken. Ook Jumana Manna laat haar keramische sculpturen, die momenteel te zien zijn in MoMA PS1, in een oven van een werkplaats in de ‘Rode Stad’ maken.

Er is veel meer onder de oppervlakte dan wat in de souks aan de toerist wordt aangeboden. En er schuilt ook een harde sociaaleconomische realiteit onder het aardewerk, het borduurwerk en de met de hand geweven tapijten uit de nabijgelegen bergen

Vanuit een door cultuurtoerisme beslagen bril bekeken, valt meestal vooral de handelsactiviteit op. Marrakech heeft dan ook een breed aanbod aan galeries waaronder Galerie 127 en Comptoir des Mines, YSL’s Jardin Majorelle, de jaarlijkse kunstbeurs 1-54, ontelbare erfgoedsites en zelfs een privémuseum op een golfterrein (MACAAL, Musée d’Art Contemporain Africain Al Maaden). Toch dankt het zijn bekendheid vooral aan de onvolprezen brede waaier aan ambachten. Steeds meer kunstenaars worden aangetrokken door de relatie met materialen, het gebruik en de betekenis van gereedschap en de soms eeuwenoude werktechnieken. Het is tot op heden een grotendeels mondeling overgedragen kennis, geworteld in een praktijk van ‘samen weten en samen doen’. Er is veel meer onder de oppervlakte dan wat in de souks aan de toerist wordt aangeboden. En er schuilt ook een harde sociaaleconomische realiteit onder het aardewerk, het borduurwerk en de met de hand geweven tapijten uit de nabijgelegen bergen.

In de ambachtelijke traditie bevindt zich ook een meervoud aan verschillende talen. Of noem het een getatoeëerd geheugen, de wonde van de eigennaam, om naar het beeldend werk van Khadija te verwijzen. Het is nog een andere wind. Ergens weerklinkt een kreet en een oproep, ‘Aïta!’. De Chikhates beginnen te zingen, hun boodschap is vaak politiek geladen. Binnen de muren van Dar Bellarj maken een groep gesluierde vrouwen zich op voor een voorstelling, sommigen dragen nepbaarden in combinatie met hun kleurrijke gewaden.

Voor Bert Flint (1931-2022) – ‘We moeten misschien erkennen dat de zogenaamde mediterrane beschaving het essentiële, namelijk haar humanisme, aan Afrika te danken heeft.’

Meer informatie over de genoemde instellingen en organisaties op hun websites: Dar BellarjLE18QANAT, Fenduq, Galerie 127, Comptoir des Mines, Kunstbeurs 1-54 en MACAAL

DEZE TEKST IS EERDER GEPUBLICEERD IN METROPOLIS M NUMMER 6 – 2022-2023 DEC-JAN ZIGZAG

Recente artikelen