metropolis m

Het Plantiarchaat, installatie Marres, foto Gert Jan van Rooij

Planten worden door mensen niet hoog aangeslagen. Ze gaan door voor ondergeschikt, passief, dienend en dom. Ze hebben bovendien veel verzorging nodig om te overleven. Bernice Nauta en G.C. Heemskerk zijn het met die negatieve kijk op planten niet eens. Deze zomer is in Marres de tentoonstelling Het Plantiarchaat van het collectief Sunflower Soup te zien, waar Nauta en Heemskerk met de film The Plantiarchy aan bijdragen. In de film (en de tentoonstelling) zijn de rollen omgekeerd en heeft niet de mens maar de plant het voor het zeggen. 

Op 2 juli 2023 opende in Marres de tentoonstelling Het Plantiarchaat van collectief Sunflower Soup waar Bernice Nauta en G.C. Heemskerk deel van uitmaken. Twee verdiepingen van het grote huis in Maastricht waar Marres gevestigd is, zijn overwoekerd door een bos dat ondersteboven hangt. Er worden fragmenten van een film vertoond: The Plantiarchy, waarin een klein zaadje dat uitgroeit tot een ‘invasieve’ soort. Door de plant te volgen in een tijdschaal die het mensenleven ontstijgt, laten de kunstenaars een andere wereld zien waarin de planten het voor het zeggen hebben en de mens een toontje lager zingt.

Het Plantiarchaat is het eerste project van collectief Sunflower Soup, bestaande uit Derk Thijs, Freija van Dijk, Simon Kentgens en Wouter Venema. Sommige leden zijn actief bij Extinction Rebellion en een lid zet zich in als dierenrechtenactivist. De naam van het collectief is geïnspireerd op de klimaatactivisten van Just Stop Oil, die vorig jaar in Londen tomatensoep over een van de vijf versies van Vincent van Goghs Zonnebloemen gooiden. Het collectief wil de relatie tussen kunst en activisme onderzoeken en keert zich tegen het idee dat mensen en cultuur losstaan van de natuur.  

Plantiarchy, filmstill, foto’s: Sasha Kulak. Tot stand gekomen met ondersteuning van Hotel Maria Kapel, courtesy de kunstenaars en Marres

Filmset Hotel Mariakapel

Plantiarchy, filmstill, foto’s: Sasha Kulak. Tot stand gekomen met ondersteuning van Hotel Maria Kapel, courtesy de kunstenaars en Marres

Symbool voor leven    

De film The Plantiarchy bestaat uit drie hoofdstukken met een fictieve plantensoort in de hoofdrol. In het eerste hoofdstuk wordt een deel van de Nederlandse geschiedenis herschreven als een zeventiende-eeuwse botanist in de tropen in de ban van een plantensoort raakt. Het tweede deel laat de huidige klimaatcrisis vanuit het perspectief van de plant zien, en binnen het magische wereldbeeld van het laatste hoofdstuk in het jaar 2316, komt er een nieuwe rolverdeling tussen planten en mensen. Nauta en Heemskerk noemen de film een (pseudo)wetenschappelijk kostuumdrama. Met de invasieve plantensoort als protagonist spelen ze visueel met het horrorgenre, dat ze in een volgend deel weer kantelen. Ze zeggen dat de film zowel humoristisch als oprecht is.

Het eerste hoofdstuk met de titel ‘De servant en het zaad’ werd onlangs gefilmd, tijdens een residentie bij Hotel Maria Kapel in Hoorn. In de buik van de kapel toonden ze de trailer van de film. Ze filmden in de tropische kassen van de Hortus Botanicus in Leiden en in de kapel zelf die ze van een decor voorzagen. Een levensgroot handgeschilderd orgel brengt de tegenwoordig volledig witte ruimte terug naar zijn oorspronkelijke functie. 

Plantiarchy, filmstill, foto’s: Sasha Kulak. Tot stand gekomen met ondersteuning van Hotel Maria Kapel, courtesy de kunstenaars en Marres

Plantiarchy, filmstill, foto’s: Sasha Kulak. Tot stand gekomen met ondersteuning van Hotel Maria Kapel, courtesy de kunstenaars en Marres

De film begint met intieme shots van verschillende tropische planten en een groot oog op de vleugel van een Caligo vlinder. Dan zien we het gretige oog van een zeventiende-eeuwse botanicus die zijn Servant beveelt om waardevolle plantensoorten in het bos te ontginnen. De blik van de Servant, gespeeld door Lotte Driessen, valt echter op een andere soort. Hij wordt op slag verliefd op de plant die in bloei staat. In de kajuit van het schip op weg naar Nederland masturbeert hij er zelfs bij. Later slikt hij het zaadje van de bloem door en wordt misselijk. Hij vereenzelvigt met de plant, en Driessen belichaamt in de rest van de film de plant-protagonist in een kostuum van wildgroeiend groen, ontworpen door Anouk van Klaveren. 

De tweede scène vindt plaats tijdens een kerkdienst in Nederland. Bij de ramen van de kapel liggen opengeslagen Bijbels, overwoekerd door planten. De kunstenaars vertellen dat de vrouw die de dominee speelt als theoloog werkt en getrouwd is met een dominee. ‘De Bijbel van de dominee is van mijn tante’, vertelt Heemskerk. ‘Mijn oom vroeg bezorgd of ik nu als godslasteraar zou worden gezien.’ Het tegenovergestelde gebeurde. ‘Een bezoeker van Hotel Maria Kapel zag in de overwoekerde psalmen juist het symbool voor leven dat uit de kerk ontspringt.’ Nauta stemt in met die benadering. ‘Bovendien’, zegt ze, ‘kun je als kunstenaar niet bepalen hoe toeschouwers een werk interpreteren.’

De fictieve scènes zijn versneden met interviews met wetenschappers die het decor van de acteurs betreden. De kunstenaars praten onder meer met de marine-bioloog Geert Potters over de vraag wat de term ‘invasieve soort’ inhoudt en sinds wanneer deze gebruikt wordt. De verhalenverteller Julian Wijstein vertelt over het koloniale verleden van Hoorn, waar de huizen nog steeds de vergaarde welvaart uit de zeventiende eeuw ademen.

Plantiarchy, filmstill, foto’s: Sasha Kulak. Tot stand gekomen met ondersteuning van Hotel Maria Kapel, courtesy de kunstenaars en Marres

Classificatiesystemen 

‘Wanneer je de herkomst van de planten in de Hortus en in Nederland gaat onderzoeken, kom je vanzelf uit bij het Nederlands kolonialisme. Daarom vonden we het belangrijk om hier aandacht aan te besteden in de film’, zeggen Nauta en Heemskerk. Ze geven als voorbeeld de etymologie van het woord ‘drug’, dat stamt uit de zeventiende eeuw toen planten, als ze eenmaal aan wal waren, voor gebruik op de kade in de zon te drogen werden gelegd. De Kolonist leest in de film als voice-over een lijst van Latijnse namen op die aan de planten werden toegewezen door zeventiende-eeuwse onderzoekers. ‘Ook biologieboeken en encyclopedieën zijn politiek, of worden dat door de geschiedenis heen’, vertelt het duo. ‘Degene die het schrijft bepaalt wat erin komt, en wat niet. We vonden het belangrijk om deze classificatiesystemen uit te lichten.’ 

De kunstenaars benadrukken dat er tijdens het maakproces geen planten zijn geschaad. Het bos dat in Marres komt te hangen is gemaakt van gerecycled papier en papier-maché. Voor deze installatie breidden de kunstenaars hun samenwerking uit en gaven ze workshops aan schoolklassen en buurthuizen om samen aan de installatie te werken. Ze verwijzen naar de richtlijnen voor samenwerking tussen mensen en niet-menselijke dieren van kunsthistoricus en professor Jessica Ullrich, die ze zoveel mogelijk implementeren in hun eigen maakproces. In de richtlijnen staat hoe je als kunstenaar of curator op een ethische manier met niet-menselijke dieren om kunt gaan, door ze bijvoorbeeld niet te gebruiken als materiaal of ze belachelijk te maken. ‘Voor planten zijn zulke richtlijnen er nog niet’, zegt Nauta. ‘Planten worden nog steeds veelal als materiaal gezien.’ 

Sporen en zaden

Hoofdstuk 2 heet ‘Het allerhoogste nut’ en vindt plaats in een lab. De scène begint met documentaire beelden van echte invasieve plantensoorten die worden verdelgd door mensen volgens een nieuwe techniek: elektrocutie. Hoewel de beelden echt zijn lijken ze onderdeel van een absurde sciencefictionfilm. In een verlaten kas zijn de planten bezig met een erotische dans. De invasieve soort heeft de planeet zo goed als onleefbaar gemaakt.

‘We hebben groenten en fruit homogeen gekweekt’, zegt Heemskerk. ‘Alle soorten bananen zijn genetisch identiek; klonen van elkaar. En de bittere smaak van witlof wordt er bijvoorbeeld uitgekweekt omdat mensen dat niet lekker vinden, maar daardoor is er wel verlies aan biodiversiteit.’ 

‘Ik leerde tijdens dit project veel over planten’, zegt Nauta. ‘Bomen maken bijvoorbeeld geluiden en communiceren met elkaar. Ze maken tegen elk soort insect dat ze aanvalt een ander stofje aan en zenden dat uit. Vervolgens laten ze dit weten aan de bomen om zich heen, zodat die zich ook kunnen beschermen.’ Ook vertelt Heemskerk over de plantaardige tijdschaal, die de menselijke tijdsbeleving in een ander perspectief zet. ‘Het interessante hieraan is dat de plantaardige tijdschaal zichtbaar maakt dat planten, in tegenstelling tot de mens, genetisch niet ouder worden. Zo is er bijvoorbeeld een nog altijd levende grasplant op de bodem van de oceaan, een Posidania, die al 200.000 jaar oud is.’

Ondanks het onderliggende drama dat verband houdt met de klimaatcrisis, zijn de kunstenaars niet cynisch. Ze geven het einde van de film een troostrijke draai. Heemskerk zegt: ‘Je hoeft niet het hele klimaatprobleem op te lossen, maar elk gered wezen is er één.’ Het duo vertelt dat de wetenschap ook bezig is met een artificiële evolutie om sommige plantensoorten weer te laten groeien. ‘Daarvoor kan een organisatie als de 

Hortus, waar  de sporen en zaden van veel planten worden geconserveerd, weer heel nuttig zijn.’ 

Het Plantiarchaat, installatie Marres, foto Gert Jan van Rooij

Het Plantiarchaat, installatie Marres, foto Gert Jan van Rooij

Een gelijkwaardig samenleven

Het derde hoofdstuk, Schaakmat, filmen ze in de duinen van Scheveningen. De protagonist streelt de planten, eet aarde en kijkt vol blijdschap naar de zon. De film eindigt met advies van de magiër, gespeeld door Gerda Havertong. De actrice en presentatrice is onder andere bekend van Sesamstraat. Al in een uitzending uit 1987 brak ze door de vierde wand door zich tot de kijkers thuis te richten. Havertong keek recht de camera in toen Pino vroeg of hij zijn schoen bij haar thuis mocht zetten, omdat ‘Sinterklaas zijn eigen Zwarte Pieten zeker niet zou overslaan.’ ‘Kijk eens naar me, lijk ik op Zwarte Piet?’, vroeg ze de kijkers. ‘Ik ben helemaal geen Zwarte Piet, ik lijk er niet eens op en ik ben het zat om voor Pieterbaas uitgescholden te worden.’ 

Er zijn veel overeenkomsten aan te wijzen tussen hoe mensen elkaar uitbuiten en hoe ze met de natuur omgaan. In de film richt Havertong als magiër ook op het publiek en spreekt hypnotiserende woorden. Ze pleit voor een gelijkwaardig samenleven tussen alle soorten, menselijk of plantaardig. Ze draagt ons op om ‘nee’ te zeggen tegen ons egocentrische mensenleven en ‘ja’ te zeggen tegen de natuur. ‘Nee tegen de fokker en “ja” tegen de uit vrije wil gekozen liefde tussen autonome konijnen en iedereen die het verdient. (…) U zegt ja tegen de wolken en de regendruppels, laat U eens natregenen, laat U eens vrijwillig natregenen tot aan uw onderbroek. Zeg ja tegen de lucht en de horizon, de lammeren en de biggen, (…) de wortels van de bomen, de schimmeldraden, hun bladeren, het door hen oh zo zorgvuldig gefabriceerde zuurstof.’ 

DIT ARTIKEL IS GEPUBLICEERD IN METROPOLIS M NUMMER 3 TEGEN LEEFTIJD. STEUN METROPOLIS M, NEEM EEN ABONNEMENT.ALS JE NU EEN JAARABONNEMENT AFSLUIT STUREN WE JE HET NIEUWSTE NUMMER GRATIS OP. MAIL JE NAAM EN ADRES NAAR [email protected]

Het Plantiarchaat van Bernice Nauta en G.C. Heemskerk maakt deel uit van Plantriarchy, Marres, Maastricht,4.7 t/m 3.9.2023. 

Emma Wiersma

is schrijver en kunstenaar

Recente artikelen