metropolis m

Charlotte Lagro, ‘Fête de la Gestapo’

Hoeveel historisch gewicht kan een foto torsen? In hoeverre kan de mens onderverdeeld worden in goed en fout? Is de waarheid niet altijd genuanceerder? Een bijzondere tentoonstelling bij Odapark verweeft de lokale oorlogsgeschiedenis met artistieke reflecties op oorlog, agressie en strijd in landen als Syrië, Oekraïne, Tsjetsjenië, de VS en Duitsland.

De recente verschuivingen in het landelijke politieke landschap zijn deels te danken aan het feit dat het platteland zich al jaren niet gehoord voelt. De regio’s buiten de (Rand)stad voelen zich achtergesteld, terwijl ze te kampen hebben met reële problemen als het verdwijnen van voorzieningen en een sociaaleconomische achterstand. Een van de oorzaken van de onvrede lijkt een ongelijke verdeling van de financiële middelen vanuit het Rijk, ook op het vlak van cultuur. De afgelopen jaren heeft de overheid deze ‘kloof’ al proberen te dichten: zo is regionale spreiding momenteel een van de aandachtspunten in het beleid van het Mondriaanfonds. Met behulp van regionale adviseurs, commissieleden en zogenaamde regiomakelaars houdt het fonds een vinger aan de pols in de provincies. De landelijke gebieden buiten de (Rand)stad ontvangen inmiddels meer ondersteuning: zo staat het Odapark in het Noord-Limburgse Venray sinds 2021 op de kaart van het Mondriaanfonds.

Tekeningen aan de muur van Deniz Aktaş, schilderij van Charlotte Lagro en sculpturen van Laura Jatkowski. Foto: Louisa Vergozisi

Het (beelden)park is door de zusters die het ooit beheerden vernoemd naar Sint Oda en huisvest sinds het begin van de jaren negentig openlucht tentoonstellingen. In het voormalige theehuis worden ook al ruim 25 jaar exposities georganiseerd, maar dankzij een nieuwe artistieke leiding en de steun van het Mondriaanfonds waait er een frisse wind. De kracht van de huidige lijn van het Odapark schuilt in de binding met de lokale omgeving. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in de inhoudelijke thema’s van de tentoonstellingen en de samenwerking met lokale partners. Zo is de huidige tentoonstelling In De Schaduw Van De Tijd verspreid over drie locaties en is tot stand gekomen in samenwerking met de nabijgelegen Duitse Militaire Begraafplaats te Ysselsteyn en het Venrays Museum.

In De Schaduw Van De Tijd is verspreid over drie locaties: het Odapark paviljoen, de nabijgelegen Duitse Militaire Begraafplaats te Ysselsteyn en het Venrays Museum

Eeltje de Vries, Venrays museum. Foto: Louisa Vergozisi

Het archief van de lokale kunstenaar Eeltje de Vries (1906-1985) vormt de directe aanleiding voor de huidige expositie. Met flarden biografische informatie wordt in het kleine Venrays Museum zijn levensverhaal gereconstrueerd. Daaruit doemt een beeld op van een zoekend kunstenaar die eind jaren dertig om onduidelijke redenen naar Duitsland vertrok, aan het Oostfront in Minsk belandde, in 1945 in de DDR verbleef en uiteindelijk gebroken door de oorlog naar Venray kwam en daar tot zijn dood woonde en werkte. Zijn drijfveren en sympathieën zijn uit het archief niet te achterhalen.

Deze historische troebelheid is het startpunt voor een driedelige expositie die bevraagt in hoeverre de mens onderverdeeld kan worden in goed en fout: is de waarheid niet altijd genuanceerder?
Het verstrijken van de tijd schijnt alle wonden te helen en biedt ruimte voor vergeten, verwerken en loslaten, maar dezelfde afstand maakt ook onthouden, herinneren en herdenken steeds uitdagender. Zeker als het aankomt op morele vraagstukken wordt het steeds complexer om het verleden recht te doen naarmate het verder van ons verwijdert raakt. In de tentoonstelling wordt ook de wijze waarop we het (oorlogs)verleden kunnen herdenken aan een onderzoek onderworpen.

In het paviljoen van het Odapark treffen we het werk Fête de la Gestapo van Charlotte Lagro. Zij vroeg een aantal meisjes tussen 8 en 14 jaar om met kleurrijke krijtjes te tekenen op een oude zwart-witfoto van een negental mannen in een ongedefinieerde ruimte. De meisjes tekenen regenbogen, eenhoorns en geven de mannen kleurrijke rode lippen, een lange bruine puntbaard en een jas vol gele zonnetjes. Voor de meisjes is de foto een nietszeggende kleurplaat. Maar de gefotografeerde mannen zijn Gestapo agenten die na de bevrijding van 1944 opgesloten werden in de Citadel van Luik, waar zij voorheen zelf verzetsmensen ondervraagd en gemarteld hebben. Het contrast tussen de schuld van deze volwassenen en de onschuld van de kinderen kan niet zwaarder aangezet worden: hier lijkt weinig ruimte voor nuance. Het werk bevraagt de complexe rol van beeld in een proces van herdenken: hoeveel historisch gewicht kan een dergelijke foto torsen? Hoe moet een nieuwe generatie omgaan met de morele plicht om het verleden niet te vergeten?

Anna Zvyagintseva, 'Sustainable Costume for an Invader', bij oorlogsbegraafplaats Ysselsteyn. Foto: Louisa Vergozisi

Een van de meest tot de verbeelding sprekende werken is Commemor van Robert Filliou. Het werk wordt gepresenteerd in de ontvangstruimte van de militaire begraafplaats te Ysselsteyn: het is de grootste Duitse begraafplaats van Nederland. Velden vol witte kruizen strekken zich uit. Hier liggen verspreid over 28 hectare 31.714 graven van Duitse soldaten en collaborateurs. Het werk van Filliou is op deze plek, waar de scheidslijn tussen dader en slachtoffer evident lijkt, een ijzersterk commentaar op wrok en vergeving. De Franse kunstenaar deed in 1970 een prikkelend voorstel aan de landen die betrokken waren bij de Tweede Wereldoorlog. Wat als zij hun oorlogsmonumenten zouden uitruilen? ‘Ieder zwelgt in zijn eigen verdriet, herinnert zijn eigen helden en koestert heimelijk wraakgevoelens. De oorlog zal pas afgelopen zijn als wij besluiten om gezamenlijk het verleden te herdenken, in plaats van ieder voor zich.’ Het is een groots gebaar dat helaas nooit is uitgevoerd in het Europa dat we tot voor kort nog naoorlogs konden noemen.

Het afbreekbare pak, gevuld met zaden, is geïnspireerd op een opname van een Oekraïense vrouw die tegen de bezetter schreeuwt: ‘Stop op zijn minst zaadjes in je zakken, zodat er zonnebloemen groeien als je op ons land sterft’

Robert Filliou, Duitse oorlogsbegraafplaats Ysselsteyn. Foto: Louisa Vergozisi

Sinds de Russische aanval op Oekraïne is er opnieuw oorlog in Europa. In de ogen van het Westen gebeurt er iets onvoorstelbaars en onaanvaardbaars: volgens de Russische propaganda is er sprake van bevrijding en een heldendaad. De Oekraïense Anna Zvyagintseva maakte een Sustainable Costume for an Invader dat ook bij de begraafplaats getoond wordt. Het is een afbreekbaar pak gevuld met zaden, waarin de achtergelaten Russische doden niets meer zijn dan voedstof voor de natuur. Het is geïnspireerd op een opname van een Oekraïense vrouw die tegen de bezetter schreeuwt: ‘Stop op zijn minst zaadjes in je zakken, zodat er zonnebloemen groeien als je op ons land sterft’. Het lijkt wederom een harde lijn tussen ‘jullie’ en ‘wij’, terwijl het juist vaak Oekraïners blijken die de gesneuvelde indringers met respect begraven.  

Het Odapark verweeft met In De Schaduw Van De Tijd de lokale oorlogsgeschiedenis met artistieke reflecties op oorlog, agressie en strijd in landen als Syrië, Oekraïne, Tsjetsjenië, de VS en Duitsland. Het geheel trekt de harde scheiding tussen schuld en onschuld voorzichtig in twijfel, maar is vooral een sterke reflectie op het (on)vermogen van middelen als foto’s, monumenten, archieven en re-enactments om de complexiteit van het verleden recht te doen.   

In de schaduw van de tijd is nog t/m 22 oktober te zien bij Odapark in Venray

Manus Groenen

is freelance criticus, coördinator en docent kunsttheorie aan Fontys Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg

Recente artikelen