metropolis m

Tara-Eva Kuijpers Wentink, ‘Song of a Source’, afstudeerwerk Koninklijke Academie voor de Schone Kunsten Antwerpen 2022, foto: Senta de Vries

Kunstbeurs UNFAIR, dat haar tienjarig jubilieum viert, toont dit weekend werk van kunstenaars die zijn afgestudeerd in ‘challenging times’. Drie dagen lang worden de veerkracht en het doorzettingsvermogen van de deelnemers gevierd. Vivian Mac Gillavry sprak drie van hen over hun werkpraktijk en de moeilijke periodes waarin ze zijn afgestudeerd.

Hedy Tjin

[answer ] Tjin werkt als illustrator voor verschillende kranten en tijdschriften en maakt muurschilderingen, textielprints en geïllustreerde boeken. Tjin’s werk is veelal kleurrijk – ze gebruikt geen zwart en wit in haar illustraties – en heeft vaak een maatschappelijke onderlaag. Zo werkte ze mee aan verschillende projecten over het slavernijverleden. Voor UNFAIR wilde ze zich als tegenreactie juist op iets luchtigs focussen. Ze laat kleurrijke collages zien, gebaseerd op videoclips uit de jaren 90 en 0.

Tjin studeerde af aan de HKU in 2009, middenin de bankencrisis en nét voor de grote culturele bezuinigen van 2010. Het was haast onmogelijk ergens een stage te vinden. Wel kon ze nog net een paar jaar gebruik maken van de Wet Werk en Inkomen (WWIK). ‘Dat was aan de ene kant prettig’, zegt Tjin, ‘maar aan de andere kant ook veel werk; ik moest me steeds verantwoorden. Als ik te veel geld zou verdienen, zou ik er geen recht meer op hebben.’

De WWIK bood Tjin ademruimte, ze durfde te experimenteren omdat ze wist dat ze haar vaste lasten kon dekken. Nadat de wet was komen te vervallen, benauwde het haar van tijd tot tijd dat ze zo weinig financiële controle had. ‘Ik werkte als freelancer. In periodes dat ik even geen klussen had, bedacht ik vrij werk te maken om zo mijn portfolio uit te breiden en nieuwe klussen binnen te kunnen halen. Maar steeds als ik dat wilde doen, blokkeerde ik volledig. “Ik kan nu geen vrij werk gaan maken”, dacht ik dan: “Ik heb gewoon geld nodig”.’

Hedy Tjin, met rechts 'Colin', vrij werk van textiel (2020)

Toen die onzekerheid haar te veel werd, nam Tjin een bijbaan in de horeca. Al snel liep ze tegen problemen aan. ‘Voor een avonddienst kreeg ik omgerekend zo’n veertig euro. Soms werd ik nét voor mijn dienst gebeld door een krant met de vraag of ik voor tweehonderd euro een illustratie kon maken voor de krant van morgen. Die klus moest ik dan afwijzen omdat ik naar mijn slechter betaalde horecabaantje moest. Soms gebeurde het dan ook nog dat het rustig was in het café en ik na een paar uur al naar huis kon gaan. Tegen die tijd was de illustratieklus al vergeven.’

‘Het kunstenaarsbestaan is voor iedereen onzeker. Het is een kwestie van maar doorzetten en een lange adem hebben’

‘Door de crisis was ik blij met elke klus die ik kreeg, ook als die slecht of niet betaald was. Ik heb zo vaak te horen gekregen dat een opdrachtgever “nu nog geen geld had”, maar me binnenkort, als ze langer bezig zouden zijn, “nog eens zouden vragen voor een betaalde klus”. Dat moment kwam dan eigenlijk nooit. Toch nam ik zulke klussen vaak aan, om mijn porfolio uit te breiden.’

Via vrienden kreeg Tjin het aanbod ergens als officemanager te gaan werken, waardoor ze kon stoppen met haar baan in de horeca. Een aantal jaar werkte ze twee tot drie dagen per week op een kantoor. ‘Dat werkte goed, ik merkte op de overige dagen extra veel zin te hebben om dingen te maken. De bijbaan haalde bovendien de druk van de ketel; ik kon kritischer kiezen welke opdrachten ik aannam.’

Drie weken voordat corona uitbrak, zei Tjin haar baan in loondienst op. ‘Het ging zo goed met mijn opdrachten, dat het teveel werd om daarnaast ook nog drie dagen op kantoor te werken. Mijn functie had zich inmiddels uitgebreid naar grafisch ontwerper waardoor de verantwoordelijkheden en druk van de bijbaan steeds groter waren geworden. Maar door die ongelukkige timing bracht het opzeggen van mijn enige zekerheid een hoop spanning met zich mee. Gelukkig bleek ik al een goed netwerk opgebouwd te hebben, waardoor de klussen ook tijdens corona bleven komen.’

Sinds haar afstuderen heeft Tjin al verschillende crises meegemaakt. Ondanks de onzekerheden die daarbij komen kijken, denkt ze dat moeilijke tijden je ook juist creatief kunnen maken. ‘De coronaperiode was op een bepaalde manier inspirerend. Ik kon net als de rest van het land het huis niet uit, dus keek ik thuis nog eens goed om mij heen. Ik zag dat ik nog heel veel stoffen had liggen en ben met textiel gaan werken. Dat doe ik nog steeds. Daarnaast ben ik ook meer muurschilderingen gaan maken in deze periode; omdat mensen enkel nog buiten activiteiten konden doen werd ik daar steeds vaker voor gevraagd.’

Moeilijke tijden maken kunstenaars wellicht veerkrachtiger, toch ervaart Tjin het kunstenaarschap nog altijd als een over het algemeen onzeker bestaan. ‘Ik heb het daar vaak over met collega’s. Je bent gewend om vrijwel elke klus aan te nemen, uit angst dat het ineens kan stoppen. Daardoor ben je meestal té druk, en in periodes dat het wat rustiger is, denk je toch weer: “Shit, was dit het dan?” Die stress zal elke freelancer herkennen. Op vakantie gaan betekent geen geld verdienen en als je ziek bent krijg je niks. Het kunstenaarsbestaan is voor iedereen onzeker. Je kan een grote naam zijn in de kunstwereld, maar dat betekent niet dat je dan ook veel verkoopt. Het is dus een kwestie van maar doorzetten en een lange adem hebben.’

Dion Rosina

Dion Rosina studeerde in 2013 af als grafisch ontwerper en in 2021 rondde hij zijn bachelor Fine Art in Education af aan de Breitner Academie. Rosina maakt olieverfschilderijen op basis van beelden die hij verzamelt en digitaal bewerkt. Zijn werk is vaak gebaseerd op historisch beeldmateriaal, verhalen en mysteries. Bij UNFAIR laat hij kleine, intieme werken zien waarin hij nieuwe schildertechnieken heeft uitgeprobeerd.

Na het afronden van zijn studie Grafisch Vormgeven aan het Media College Amsterdam, ging Rosina direct aan de slag als grafisch ontwerper. Hij focuste zich op het maken van posters, flyers, logo’s en huisstijlen voor bedrijven. De eerste periode na zijn afstuderen verliep voorspoedig en Rosina haalde voldoende opdrachten binnen om te kunnen leven van het grafisch vormgeven.

Van de cultuurbezuinigingen ondervond Rosina geen directe gevolgen, maar na een aantal jaar merkt hij wel dat het steeds populairder werd voor mensen om zélf te gaan ontwerpen. Dankzij online templates en geautomatiseerde programma’s begonnen bedrijven zelf het werk te doen waar zij voorheen een grafisch ontwerper voor zouden vragen. Het bracht Rosina aan het twijfelen over zijn toekomst als grafisch ontwerper. ‘Ik was niet aangesloten bij een reclamebureau en vond het onzeker om als zelfstandige te werken in een wereld die zich zo snel ontwikkelde. Uiteindelijk besloot ik daarom te stoppen met het grafisch ontwerpen.’

Dion Rosina, met rechts 'The rat race' (2023). Portretfoto: Chris Haakman, foto schilderij: Jonathan de Waart

Rosina was inmiddels ook begonnen als kapper in een herensalon. ‘Ik vond dat een creatief, maar veel zekerder beroep. Mensen moeten altijd geknipt worden, óók ten tijde van crisis.’ Uiteindelijk richtte hij zich volledig op het vak. ‘Ik ben blij met de keuze die ik heb gemaakt. Als je kijkt naar de komst van AI en de hoeveelheid ontwerpers die er elk jaar afstuderen, lijkt het steeds ingewikkelder te worden om rond te komen van grafisch ontwerp.’

‘Ik denk dat er maar een handjevol kunstenaars kunnen leven van hun werk. Wie dat zijn hangt vaak ook af van de kansen die ze hebben gekregen’

Na een aantal jaar fulltime als kapper te hebben gewerkt, miste Rosina het maken. Hij wilde niet meer als grafisch ontwerper aan de slag en zijn vrouw adviseerde hem om zich te verdiepen in beeldende kunst. ‘Aanvankelijk voelde ik een afstand tot de kunstsector; ik dacht dat beeldende kunst mijn pet te boven zou gaan. Ik had zelfs nog nooit geschilderd voordat ik aan de opleiding begon.’ Maar inmiddels draait alles voor Rosina om schilderen; naast het maken van eigen werk, geeft hij ook schilderles.

Zijn afstuderen viel samen met corona, waardoor hij zijn schilderijen thuis moest maken. ‘Ik kreeg mijn grote doeken maar nét het huis in’, vertelt hij. ‘Ook de stage voor mijn opleiding docent beeldende kunst en vorming die ik op dat moment bij de HKU deed, verplaatste zich naar online. Maar wat ik vooral erg vond was het gebrek aan een fysieke afstudeerbeoordeling. Schilderijen wil je live kunnen zien, maar in plaats daarvan moest ik 3D mock-ups maken en mijn werk digitaal aan mijn vier docenten toelichten.’ Voor het gewone publiek was zijn afstudeerwerk niet te zien; een groot gemis, want zulke exposities zijn belangrijk voor beginnende kunstenaars. Gelukkig mocht Rosina tijdens zijn afstudeerjaar deelnemen aan de expositie HIER. Zwart in Rembrandts tijd had bij het Rembrandthuis.

Toch had corona effect op de start van zijn carrière. ‘In 2021 had ik nauwelijks shows. Er was heel weinig mogelijk en ook de verkoop stopte; potentiële kopers durfden minder uit te geven aan kunst. Inmiddels is dat gelukkig weer bijgetrokken. Kunstbeurzen als UNFAIR, waar je als kunstenaar contacten kunt leggen met verzamelaars, kunnen weer gewoon doorgaan, zonder restricties.’

Dat is belangrijk, want door het afschaffen regelingen als de WWIK is er geen vangnet voor kunstenaars die net zijn afgestudeerd, geeft Rosina aan. ‘Ik denk dat er maar een handjevol kunstenaars kunnen leven van hun werk. Wie dat zijn hangt vaak ook af van de kansen die ze hebben gekregen. Niet iedereen heeft bijvoorbeeld een financiële buffer of familie die je kan ondersteunen. Daardoor krijg je een scheefgroei binnen de groep afstuderende kunstenaars. Het kunstenaarschap is een bevoorrecht bestaan. Kunst en cultuur lijken maatschappelijk vooral gezien te worden als een kostenpost. Maar ik denk dat ze een belangrijke rol spelen in hoe we naar de wereld kijken. Het is van belang dat we erin blijven investeren.’

Tara-Eva Kuijpers Wentink

Tara-Eva Kuijpers Wentink studeerde in 2020 af aan de Gerrit Rietveld Academie en behaalde in 2022 haar Master Diploma in Sculptuur aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen. Met onder andere keramiek en textiel maakt ze installaties die doen denken aan geabstraheerde lichamen. Ze verwijzen naar het binnenste van het menselijk lichaam, organen en de groei van natuurlijke systemen zoals wortels of andere aspecten van de natuur. Tijdens UNFAIR laat ze een installatie zien, geïnspireerd op de rafflesia arnoldii, de grootste parasitaire bloem ter wereld.

‘Ik studeerde af tijdens het eerste coronajaar’, vertelt Kuijpers Wentink. ‘Ik weet nog goed dat ik thuis bezig was met de voorbereidingen voor een afstudeersculptuur en de persconferentie bekeek waarin bekend werd gemaakt dat iedereen binnen moest blijven. Mijn hele klas was in paniek; natuurlijk omdat we bang waren over waar het heen zou gaan met corona, maar ook vanwege ons afstuderen. Uiteindelijk mochten we pas tijdens de zomer het gebouw weer in en gebruik maken van de faciliteiten daar. Daardoor heb ik in een kortere periode dan gebruikelijk is mijn afstudeerwerk moeten afmaken, wat best spannend was. Maar het had niet alleen nadelen: het zorgde er ook voor dat ik intenser gefocust was op het werk zelf.’

‘Wij studeerden vertraagd af. We hebben gelukkig wel een fysieke show gehad maar ik merkte wel dat mensen bang waren, dus dat niet iedereen durfde te komen kijken. Het voelde als een gekke droom. Je hebt toch hoge verwachtingen van een eindexamenshow en je leeft ernaartoe.’ Ook haar diploma-uitreiking was niet wat ze ervan verwacht had. Met blauwe handschoenen aan en een mondkapje op werden de studenten een voor een het kamertje van het secretariaat in geroepen om hun diploma te ondertekenen. Gelukkig hadden de docenten van mijn afdeling een bijzonder gezamenlijk moment in de buitenlucht van het Amsterdamse Bos georganiseerd voor een informele uitreiking.

Na haar afstuderen waren expositieruimtes en residenties veelal gesloten. Ook had ze geen werkplek meer en bleek het vinden van een nieuwe studio tamelijk lastig. ‘Die periode na mijn afstuderen heb ik als zwaar ervaren. Het leek uitzichtloos. Daarom was voor veel kunstenaars – waaronder ikzelf – de tentoonstelling ALL IN in het HEM heel welkom. Hier werden Fine Arts studenten uit Nederland uitgenodigd om hun afstudeerwerk te exposeren. Ik was heel blij dat dit er was.’

Tara-Eva Kuijpers Wentink, met rechts:'Rebirth of the Corpse Flower', Marres Maastricht 2022. Beide foto's: Senta de Vries

De uitzichtloosheid van de coronacrisis zorgde ervoor dat Kuijpers Wentink het eerste jaar na haar afstuderen weinig nieuw werk meer maakte. Ze werkte in die periode in een kledingwinkel en als assistent in het atelier van keramiekkunstenaar Bastienne Kramer, om meer te leren over keramiek. Het jaar erop begon ze aan de master Sculptuur in Antwerpen, waar ze in 2022 afstudeerde.

‘In mijn eerste jaar werd gezegd dat er misschien drie mensen uit ons jaar het gaan redden als kunstenaar. Daarmee spoor je studenten niet aan elkaar te helpen. Dat is zonde, want niemand kan het alleen’

Daarna is het hard gegaan met haar carrière. ‘Ik heb exposities mogen doen in Antwerpen, een residentie bij Artwell in Amsterdam en deed mee aan de groepstentoonstelling Currents bij Marres, waarin recent afgestudeerde kunstenaars van academies in België, Duitsland en Zuid-Nederland een platform krijgen.’ Onlangs kreeg ze ook het Mondriaan Start Fonds toegekend.

De afgelopen jaren sprak de kunstenaar veel met collega’s over de waarde van kunst ten tijde van crises. Niet alleen met betrekking tot de coronaperiode maar ook in relatie tot andere crises die wereldwijd gaande zijn. ‘Ikzelf moet er niet aan denken in een wereld te leven waarin kunst niet zou bestaan’, vertelt Kuijpers Wentink. ‘Ik denk dat het schoonheid en troost biedt en belangrijk is voor de emotionele ontwikkeling van mensen.

Ik heb het gevoel dat mensen steeds verder van elkaar verwijderd raken en ook binnen de kunstwereld mis ik soms een gevoel van saamhorigheid. Als ik kijk naar jonge startende kunstenaars om me heen, dan zie ik dat er sprake is van veel competitiedrang. Maar ik zie ook lichtpuntjes. Platforms zoals UNFAIR zorgen er juist voor dat kunstenaars elkaar beter leren kennen en ik denk dat dat heel waardevol is.’

Elkaar een beetje helpen, dat zou goed zijn. Ik denk dat kunstenaars juist veel aan elkaar kunnen hebben. Ik weet niet in hoeverre instituten zoals kunstacademies daaraan kunnen bijdragen. In mijn eerste jaar werd er bijvoorbeeld tegen ons gezegd dat er misschien drie mensen uit ons jaar het gaan redden als kunstenaar. Daarmee spoor je studenten niet aan elkaar te helpen. Dat is zonde, want niemand kan het alleen.’

UNFAIR opent donderdagavond en is dan drie dagen, tot en met zondag, te zien de Gashouder, Amsterdam

Vivian Mac Gillavry

is beeldend kunstenaar

Recente artikelen