metropolis m

Detail ‘ECHO – fotografie en installaties van Vytautas Kumža’ bij CODA Museum Apeldoorn. Foto: Peter Tijhuis

Vytautas Kumža opereert op het snijvlak van fotografie en installatie, het alledaagse object en het beeld van dat object, achter glas, dat soms gebroken is, soms alleen het beeld geeft van een barst. Naar aanleiding van zijn solo bij CODA Museum in Apeldoorn, zocht Annabel Essink hem op in zijn atelier. ‘Ik wil graag verleiden, maar ook mijn afstand tot het publiek behouden.’

Op een vrijdagmorgen bezoek ik Vytautas Kumža in zijn atelier in Amsterdam Zuid en een twintigste-eeuwse schoolgebouw. Het is onduidelijk welke van de spullen op de linoleumvloer werkmaterieel zijn, en welke hem persoonlijk toebehoren. Kumža gebaart naar buiten. ‘Bijna dagelijks bezoek ik de tweedehandswinkel om de hoek. De eigenaar koopt regelmatig inboedels op van een appartementen nadat de bewoners zijn overleden, of de voorraad van permanent gesloten winkels. Ik verzamel de alledaagse voorwerpen die ons omringen.’

Kumža werkt op het snijvlak van fotografie en beeldende kunst. In zijn eigen woorden bouwt hij beelden op in plaats van dat hij ze vastlegt. Ik vraag hem in welke van de twee werelden hij meer thuis is, maar hij geeft geen eenduidig antwoord. In de wereld van de fotografie gelden soms beperkende regels, vindt hij. Het verhaal staat op de eerste plaats; de maker is in zekere zin ondergeschikt. Nog niet zo lang geleden hingen fotografen hun foto’s te drogen aan de waslijn in donkere kamers, onzeker wat erop zou verschijnen. Nu bestaan foto’s nauwelijks meer buiten het scherm waarop ze tot stand komen. De fotograaf is het rechtstreekse contact met het materiaal verloren. Kumža stelt zijn handen centraal in elk facet van het maakproces, zoals gebruikelijker is in de beeldende kunst, waar wel actief gezocht wordt naar de hand van de maker. Zijn werk is in dat opzicht een vereniging van beide werelden.

Vytautas Kumža, links: 'Dizziness' (2022), rechts: 'Hands up' (2022). Courtesy de kunstenaar

Kumža maakt vooral hedendaagse stillevens achter glas. In zijn studio worden we omringd door foto’s van een gekraakt slot, een opengereten citroen, een vol glas water

Zaaloverzicht 'ECHO - fotografie en installaties van Vytautas Kumža' bij CODA Museum Apeldoorn. Foto: Peter Tijhuis

Kumža’s indrukwekkende biografie − met inmiddels meer dan vijftig tentoonstellingen wereldwijd − bekeek ik al uitgebreid op zijn website, een online omgeving die een precieze vertaling is van zijn werk. Er zijn dode pixels die de tekst vervagen en transparante stickers die aan de pagina kleven tijdens het scrollen. Ik vertel hem dat ik me eraan ergerde; in zijn werk vind ik dezelfde keuzes sterk, maar techniek behoort te allen tijde te werken. Hij lacht hard. ‘Een goede vriend van me, Laslo Strong (van grafisch ontwerpbureau Our Polite Society), ontwierp de website. Hij is grafisch ontwerper en ook opgeleid aan de Rietveld Academie. Ik ben erg blij met wat hij maakte. De website breekt het digitale scherm zoals ik zelf ook het glazen scherm breek. Zelf zou ik geen digitale kunst willen maken, dat druist tegen de principes van mijn werk in. Net zoals dat ik geen tastbare kunst zou willen maken. In die gevallen zou mijn werk te veel tegen design aanleunen. Ik wil graag verleiden, maar ook mijn afstand tot het publiek behouden.’

Gestorven objecten

Kumža raakte geïnteresseerd in fotografie toen hij vijftien jaar oud was. ‘Tegen de tijd dat ik mocht studeren verhuisde ik naar Vilnius, de hoofdstad van mijn geboorteland Litouwen, waar ik een opleiding in toegepaste fotografie begon. De lessen waren technisch, gericht op studiowerk en portretfotografie. Ik was er niet helemaal op mijn plek. In de loop van mijn studie kreeg ik de kans om stage te lopen bij Blommers/Schumm, een fotografenduo uit Amsterdam. Hun werk is technisch sterk en daarnaast heel conceptueel. Het heeft me zoveel geleerd om de hele dag omringd te worden door beelden. Ik heb ze leren lezen als een taal. Blommers en Schumm adviseerden me om me aan te melden voor de Gerrit Rietveld Academie, waar zij ook naar school gingen. Zo geschiedde. Ik ben blij dat ik een solide technische basis ontwikkelde voordat ik de conceptfase indook.’

Kumža raakte in de ban van ‘gestorven objecten’: gebruiksvoorwerpen die hun oorspronkelijke functie verloren hebben. Hij streeft ernaar om deze verloren objecten te bevrijden door ze te breken of op te bouwen met andere materialen zodat ze een nieuwe betekenis krijgen. ‘Vaak zijn we zo gericht op de traditionele functie van een voorwerp, dat we vergeten dat ze vervaardigd zijn uit materialen die doorboord kunnen worden, geslagen of gehecht.’ Terwijl hij Nespressokoffie zet, vervolgt hij: ‘Het intrigeert me hoe diep mensen verbonden raken met de gebruiksvoorwerpen die hen omringen. Aan de andere kant worden die objecten op slag vergeten zodra ze niet meer van nut zijn. Maar het menselijk gebruik blijft als een litteken op het voorwerp afgedrukt staan, als krassen op het bushokje. Ik “empathiseer” met die objecten. Misschien maakt dat mijn werk politiek, maar dan op een heel banale manier.’

Kumža maakt vooral hedendaagse stillevens achter glas. In zijn studio worden we omringd door foto’s van een gekraakt slot, een opengereten citroen, een vol glas water. Pas in tweede instantie valt op dat er iets niet klopt. Het glas waarachter de foto’s zich bevinden is op sommige plekken nauwkeurig doorboord. Aan veel van de werken voegde Kumža subtiele driedimensionale componenten toe. Zo kleeft er een waterglas als een zuignap aan de foto van de citroen. ‘Mijn foto’s vertonen visuele overeenkomsten met afbeeldingen op sociale media. Ik maak weloverwogen composities en gebruik een bepaalde verlichting. Maar geen van mijn beelden zijn digitaal geconstrueerd. Ik hoop dat kijkers zich vertrouwd voelen bij het zien van mijn foto’s, dichterbij durven komen en dan ontdekken dat er water uit de citroen spuit in het waterglas! Misschien probeer ik ze te foppen. Ik hoop in elk geval dat ons systeem van kijken overhoop gehaald wordt, dat kijkers zich realiseren dat niet alles gemaakt wordt met Photoshop of een greenscreen. Handarbeid bestaat nog steeds.’

We bekijken een van zijn werken uit de serie Lazy Hammers (2022). Op een witte ondergrond rusten een aantal omgebogen, gebronzeerde hamers. In de linkerhoek ligt een krans van diepgroene bladeren. Ik vertel Kumža dat het werk me rustig maakt, omdat ik hamers zie als gewelddadige voorwerpen die nu onbruikbaar zijn gemaakt. Tegelijkertijd word ik ongemakkelijk van hun onnatuurlijk gevouwen houdingen en hun glanzend bruine oppervlak. Ik merk op dat ze me doen denken aan doodgereden dieren langs de snelweg. Kumža is zichtbaar opgetogen: ‘Rust én ongemak: dan is het geslaagd!’

Vytautas Kumža, 'Lazy hammers' (2022), brons, verschillende afmetingen. Courtesy de kunstenaar

‘Ik hoop dat mijn werk ons systeem van kijken overhoop haalt, dat kijkers zich realiseren dat niet alles gemaakt wordt met Photoshop of een greenscreen. Handarbeid bestaat nog steeds’

Het is niet altijd vanzelfsprekend dat de intentie van de kunstenaar en de opvatting van het publiek overeenkomen. ‘Kijkers reageren heel verschillend op mijn werk, al is dit natuurlijk ook afhankelijk van de context waarin het gepresenteerd wordt. Afgelopen voorjaar wijdde Art Dubai een solopaviljoen aan mijn werk. De mensen reageerden geschokt, omdat ze canuit hun islamtisische achtergrond vooral bekend zijn met non-figuratieve kunst. Ze vonden het duister en catastrofaal. Een andere herinnering: tijdens mijn afstuderen kocht een vrouw een klein werk van me, een sculptuur van half opgebrande lucifers. Ze moest ervan huilen omdat het haar herinnerde aan het overlijden van haar echtgenoot drie maanden daarvoor. Ik was diepgeraakt door de plotse realisatie dat mijn werk dichter bij andere mensen kan staan dan bij mijzelf.’ Kumža vervolgt: ‘Ik zou graag meer sculpturen en installaties maken. Ik geloof dat fotografische inzichten op een krachtige manier vertaald kunnen worden naar de fysieke ruimte. Die ontdekking heb ik gedaan toen ik Lazy Hammers maakte. De compositie die ik in mijn hoofd had kwam niet tevoorschijn als eendimensionaal beeld. Ik liet de verbogen hamers in brons gieten, plaatste ze op een ondergrond, en ontdekte toen dat hetzelfde gedachteproces me ook naar een sculptuur kon leiden.’

Terugkerende personages

Ik merk op dat zijn praktijk extern gedreven is, en geen uitdrukking lijkt te geven aan zijn innerlijke wereld. Kumža antwoordt: ‘Misschien wel, maar ik ben de generator. Ik filter de indrukken die van buiten komen. Ze worden door mij gepersonaliseerd, ik voeg er affectie aan toe. Mijn specifieke belevingswereld zal misschien niet worden opgepikt door de kijker, zoals bij sommige kunst expliciet het geval is, maar wel de bezieling van de objecten. Ik hoop dat ik zo ruimte biedt voor het thuisbrengen van andere belevingswerelden.’

Kumža vertelt dat hij voorwerpen niet bewaart als een kunstwerk eenmaal af is. Maar ze leven wel degelijk voort in zijn werk als terugkerende personages: de gloeilamp, het water, een hand. Kumža is op zoek naar een menselijk soort tegenstrijdigheid, materialen die zowel fragiel als solide zijn. Er moet een balans ontstaan tussen bepaalde vormen en type oppervlakken. Het is haast een moleculaire formule − in die zin ziet Kumža zijn werken niet als series maar als cycli.

Detail 'ECHO - fotografie en installaties van Vytautas Kumža' bij CODA Museum Apeldoorn. Foto: Peter Tijhuis

‘Ik mag de collectie historische objecten gebruiken om nieuw werk te maken. CODA heeft de meest uiteenlopende voorwerpen in de collectie, van hamers en vorken tot brieven die mensen elkaar schreven’

Veel museumpresentaties vindt Kumža maar conservatief: de werken staan er tezeer op zichzelf, gevangen in hun eigen universum met een houten omlijsting en ontspiegeld glas. Toen CODA Kumža uitnodigde voor een solotentoonstelling, besloot hij het anders aan te pakken. ‘Ik mag de collectie historische objecten gebruiken om nieuw werk te maken. CODA heeft de meest uiteenlopende voorwerpen in de collectie, van hamers en vorken tot brieven die mensen elkaar schreven. Voor deze tentoonstelling werk ik met herinnering. Fotografie is tenslotte een manier om de tijd te vangen. Ook het glazen oppervlak wil ik graag verder onderzoeken, omdat het materiaal net als een herinnering fragiel is. Glas beschermt een kunstwerk, maar tegelijkertijd is het breekbaar. De aanwezigheid van glas herinnert ons eraan dat we naar een afbeelding kijken in plaats van naar een voorwerp. Het overkoepelende thema van de tentoonstelling is verbergen en onthullen. Er zijn veel ruimtelijke interventies, in het plafond bijvoorbeeld. Sommige objecten graveer ik in de werkplaats van het museum, de CODA Experience Lab.’

Vytautas Kumža’s tentoonstelling ECHO is nog tot en met aankomende zondag 10 december te zien bij CODA Museum Apeldoorn

Annabel Essink

studeerde kunstgeschiedenis, werkt aan haar eerste roman

Recente artikelen