metropolis m

Ik stel me voor dat het zo gegaan is:
Wim Pijbes zit bij het reclamebureau van de ING aan tafel. Vraagt de creative director: ‘wat wil jij zeggen, Wim? Ik heb nog een paar mooie zinnen voor je in de aanbieding. Wat denk je van: oranje is op je bek gaan?’ Zegt Pijbes verontwaardigd: ‘Man, met een bouwput van tien jaar? Ik ben gekke Henkie niet.’ ‘Ok, doen we die niet. Wat zou je dan denken van: oranje is één voor allen en allen voor één?’ ‘Geef die maar aan Wesley’, zegt Wim, ‘hij is de betere teamspeler.’ Om direct daaraan toe te voegen: ‘ik heb zelf nog wel een goede: Oranje is willen.’ ‘Ja!’, roept de reclameman enthousiast, die doen we!’

‘Oranje is willen.’

Het is maar een reclamespotje van de ING, zelfs alweer uit de running geloof ik, maar bij de opening van het Rijksmuseum van vorige week kreeg het een nieuwe dimensie. Het museum verdween op zijn grootste dag sinds de oplevering ervan in de negentiende eeuw in dikke grote oranje ING-rookwolken. De koningin keek ernaar, met naast zich Wim Pijbes, die er verlegen van moest lachen.

Later die dag hoorde ik dat de oranje loper waar de koningin over naar binnen liep geen verwijzing was naar haar familienaam, zoals ik even dacht, of ons daaraan gekoppelde nationale gevoel, waar Pijbes in de media voortdurend aan heeft geappelleerd. Het oranje was een directe verwijzing naar de hoofdsponsor van het museum, de ING, die het tapijt liefst had voorzien van het eigen logo. Dat vond het museum toch net iets te ver gaan, en dus mocht de bank het hele museum oranje kleuren.

Het Rijksmuseum in 2013. Waar de VOC-mentaliteit een nieuwe dimensie krijgt. En de museummarketing ook.

Het moet toch vreemd zijn geweest voor de koningin om zich terug te zien in een grote reclamespot van een bank, terwijl ze dacht het belangrijkste museum van het land te openen.

‘Oranje is meer dan een kleur’, zegt Rutger Hauer in het spotje waarin ook Pijbes optreedt. Het heeft als slottekst: ‘Oranje is ING.’ Op de website van het museum lees ik: ‘De openstelling op 13 april wordt mede mogelijk gemaakt door ING.’ Het moet toch vreemd zijn geweest voor de koningin om zich terug te zien in een grote reclamespot van een bank, terwijl ze dacht het belangrijkste museum van het land te openen.

In een onontwarbare kluwen van publiek-private samenwerking, vaderlandsliefde en ordinair populisme, waar ING het patent op heeft, werden publieke en commerciële belangen op een grote hoop gegooid bij de opening van het Rijks. Zoals sport, commercie en vaderland bij het voetbal al jaren niet meer uit elkaar te houden zijn. Is dit de toekomst van ’s lands grootste en rijkste publieke museum nu het in toenemende mate van private gelden afhankelijk wordt?

375 miljoen heeft de staat betaald voor de verbouwing van het museum, maar zodra het publiek in zicht komt staan zoals gewoonlijk de hoofdsponsoren vooraan om ons te overtuigen van hun maatschappelijke betrokkenheid. Een betrokkenheid die verder in geheimen wordt gehuld. Via de op de website van het museum te raadplegen jaarrekeningen is alles van het Rijks transparant, tot en met het bedrag dat de drie directeuren krijgen uitbetaald (€589.000 in 2011), maar wat de sponsoren inleggen wordt alleen als totaal benoemd. Het is in 2011, als ik me niet vergis, ongeveer 2% van wat de staat via het ministerie inlegt.

Terwijl de sponsor zich op de opening groot mocht maken, werd de staat dat weekend publiekelijk gekleineerd. Op televisie liep tussen alle festiviteiten door de zeer onderhoudende documentaire over het Rijks van Oeke Hoogendijk, die vooral laat zien hoe hopeloos troebel de besluitvorming in de polder geworden is. Mandaat was jarenlang het toverwoord dat niemand in de bouwput leek te bezitten. De directeur niet, de architect niet, de (deel)gemeente niet, zelfs het ministerie en de Rijksgebouwendienst niet. Iedereen die dacht het mandaat te hebben werd vroeg of laat terug gefloten. Met gevolg trage besluitvorming en veel wederzijds onbegrip, met name bij de buitenlandse ontwerpers, die niet wisten wat ze meemaakten.

De verborgen boodschap van de documentaire was: kappen met die polder, kappen met de dolgedraaide democratie, Nederland is toe aan een meer autoritaire besluitvorming. Museumdirecteur Pijbes werd er in afgeschilderd als halve generaal die wel raad zou weten met de verbouwing, als hij maar het mandaat had gehad en niet slechts huurder van het gebouw was. Besluitvaardig klonk het steeds ‘ik beslis’ op de terreinen waar hij wél voor het zeggen had. Over de inrichting van het museum sprak hij als een militaire operatie.

‘Oranje is willen.’

Ik heb het museum nog niet bezocht. Het schijnt heel bijzonder te zijn, een groot succes. Het museum wil het verhaal vertellen van de vaderlandse geschiedenis aan de hand van de kunst door de eeuwen heen. Maar wat is nu eigenlijk het verhaal dat dit museum vertelt over het Nederland van vandaag en zijn huidige omgang met cultuur?


foto is afkomstig van historiek.net

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen