metropolis m

detail van de gestolen Schoonhoven uit de NRC
detail van de gestolen Schoonhoven uit de NRC

Verzekerde waarde. Ik heb nooit zo op die woorden gelet, maar afgelopen dagen hebben ze een wat vreemde bijklank gekregen in de zaak van de gestolen werken van Jan Schoonhoven.

Ik las de woorden ‘verzekerde waarde’ in een stuk in de NRC (dd 20 augustus) over de vondst van de gestolen Schoonhovens uit Museum Van Bommel Van Dam, die weer terecht zijn na wat omzwervingen. Erg zeker blijken die Schoonhovens niet van hun waarde. Hoewel er een mooi getal aan gehangen was door alle betrokkenen: 1.1 miljoen euro.

Het verhaal begint bij de dieven die de Schoonhovens in maart stalen uit het Venlose museum. In de krant wordt uitgebreid verteld dat ze bijna een uur bezig waren om het museum in te komen. Eenmaal binnen waren ze heel erg zeker van wat waarde had: de Schoonhovens, die doelgericht van de muur werden gerukt en meegenomen.

Het gaat om dieven met kennis van zaken, denk je dan, zoals ook gezegd in de commentaren op de roof in de media. Maar, lees ik in de NRC, ze hebben de werken al snel doorverkocht aan een heler voor 100 euro.

Wie is hier nu gek? Je steelt een paar schilderijen in een museum, bent er een uur mee bezig om binnen te komen, kiest bewust een stel Schoonhovens uit omdat hun waarde gegarandeerd is en verkoopt die vervolgens voor een lullige 100 euro door aan een heler? De dieven hebben de heler er nota bene ook nog een kwitantie voor gegeven! Als bezegeling van de transactie.

De heler, volgens de krant een vuurgevaarlijke kunstliefhebber die naar eigen zeggen te goeder trouw heeft gehandeld, heeft de grootste van de drie Schoonhovens (met aangepaste titel: R69-32 is veranderd in R69-39) vervolgens ter veiling aangeboden bij Sotheby’s, waar het werk is verkocht voor €213.928 aan een stel handelaars uit Londen (The Mayor Gallery) en Amsterdam (Borzo). Er was geen andere bieder, het werd verkocht voor de minimale waarde die Sotheby’s er aan gegeven had.

Paul van Rosmalen van galerie Borzo beweert er pas op 2 juli achter te zijn gekomen dat er een luchtje zat aan de Schoonhoven met de titel R69-39, die hij samen met de Londense galerie heeft gekocht. Op die dag zag hij voor het eerst de titel van het werk dat hij op 27 juni verwierf (kennelijk heeft hij in de The New York Times van 11 juni dit stukje over Borzo niet goed gelezen, waarin het werk met titel en al genoemd wordt). De titel R69-39 wekte direct argwaan, vertelt hij aan de NRC, omdat hij jaren een R69-39 in bezit heeft gehad en verkocht aan een grote Nederlandse verzamelaar. Waarop hij is gaan kijken naar het plaatje in de veilingcatalogus en de gelijkenis met de gestolen Schoonhoven ontdekt. Hij meldt zijn twijfel over het werk bij Sotheby’s, die de politie inschakelt.

Dus, als ik het goed begrijp, is er een Amsterdamse Schoonhoven-specialist die op een veiling blind meebiedt op een werk van Schoonhoven, er in ieder geval niet veel onderzoek naar heeft gedaan of goed naar heeft gekeken. Mogelijk omdat hij op z’n Londense partner vertrouwt, of omdat het feit dat Sotheby’s het werk aanbiedt al voldoende garantie biedt voor de waarde van de Schoonhoven. Of, wat ook zomaar zou kunnen, omdat alle Schoonhovens van dat formaat uit 1969 voor die prijs verhandeld worden. Om het even hoe ze eruit zien.

Dat is nog eens wat je noemt verzekerde waarde.

De heler die denkt 100 euro te hebben veranderd in 150.000 pond, meldt zich intussen op 1 augustus bij Sotheby’s om zijn geld op te halen, maar hij krijgt het niet mee. Waarna hij tot het inzicht komt dat het zogenaamd eerlijke handeltje waar hij zich mee had ingelaten, toch niet zo eerlijk was. Op advies van een tussenpersoon meldt hij zich met de twee overige Schoonhovens bij de politie. Hij is aangehouden.

Dan denk je, eind goed al goed: museum blij, verzamelaar blij, de kunst is terecht!

Maar nee. Door de omweg via het veilinghuis is duidelijk geworden dat de drie gestolen Schoonhovens minder dan vier ton waard zijn, althans volgens de reguliere waardebepaling bij veilinghuis en kunsthandel als er geen andere bieders zijn. Terwijl de Schoonhovens zijn verzekerd voor een veelvoud: 1.1 miljoen.

Niemand in de wereld heeft zoveel geld over voor die Schoonhovens. Behalve de verzekeraar die die waarde heeft gegarandeerd tegenover de verzekerde. Ik weet niet wat daar precies verzekerd is, maar toch niet de echte waarde van de drie schilderijen.

Dat vindt de bestolen verzamelaar achteraf ook. Hij heeft dat 1.1 miljoen al in juli uitbetaald gekregen van de verzekeraar, net voordat Borzo zich bij Sotheby’s meldde met zijn ontdekking (pech voor de verzekeraar), en kiest ervoor het geld te houden in plaats van het in te ruilen voor de gestolen goederen. In de krant laat hij optekenen ‘de confrontatie met de gestolen kunstwerken niet aan te kunnen’.

Zou ik ook zeggen, als ik hem was. Te zijner tijd, als de emotie wat gezakt is, kun je voor dat geld vijf grote Schoonhovens kopen bij een Londens veilinghuis (of Amsterdamse galerie), gezien of ongezien, die zelfs wanneer wél gezien door deskundigen niet uit elkaar te houden zijn.

Enig mogelijk probleem bij aankoop: Sotheby’s kan de waarde van die Schoonhovens niet garanderen. Het veilinghuis weet niet eens of ze gestolen zijn of niet.


bron: Pieter van Os en Arjen Ribbens, ‘Het verhaal van R69-32: in maart gestolen, in juni geveild’, NRC 20 augustus 2013

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen