metropolis m

Viktor & Rolf, ‘Final preparation’-pop (detail) 2008. Uit de Russian Doll collection herfst/winter 1999-2000
Viktor & Rolf, Tenue de ville uit de l'Hiver de l'Amour collection, 1994

Ze haden vijf jaar geleden al een overzichtstentoonstelling in Parijs, en nu eindelijk in Nederland: Viktor & Rolf. Het Centraal Museum in Utrecht toont een vijftien jaar overspannende terugblik met ruim vijftig creaties, video’s, en installaties aangevuld met één omvangrijke nieuwe installatie.

Viktor Horsting en Rolf Snoeren (beiden 1969) draaien niet alleen mee in de top van de haute couture, maar zijn ook meesterlijke regisseurs van hun catwalkshows, museuminstallaties, media-uitingen en – niet te vergeten – van hun eigen imago. Dat valt onmiddellijk op in dit retrospectief, net als hun perfectionisme – zo zien ze bijvoorbeeld hun oorspronkelijke, hooggewaardeerde shows liever niet terug – en de helderheid van hun concepten.

De tentoonstelling is min of meer chronologisch opgebouwd. Na hun afstuderen in 1992 aan de Arnhemse kunstacademie trokken ze naar Parijs. Die beginperiode laat al in de volle breedte hun werkwijze zien: de weerslag van persoonlijke sentimenten in de kleding, hun kritische houding ten aanzien van de modewereld waar ze maar al te graag deel aan wilden nemen, het gestage productie van ideeën en concepten. Met het ultieme doel – een eigen modehuis – strak in het vizier toonden ze hun collecties in het beeldende kunstcircuit, altijd gekoppeld aan de coutureseizoenen. Van hun wensdromen – een catwalkshow, hun ideale ontwerpstudio – maakten ze miniatuurversies (Launch 1996).

Viktor & Rolf, Overzicht van de tentoonstelling

Miniaturen komen in de tentoonstelling ook terug in een reusachtig poppenhuis met Victoriaanse poppetjes. In de installatie dragen de met babyface getooide figuurtjes elk een van de tentoongestelde creaties, die daarvoor speciaal werden nagemaakt. De wens van Viktor & Rolf was om voor dit retrospectief af te wijken van het geijkte mode-tentoonstellingsconcept en een nieuw (artistiek) element toe te voegen. Dat niets in vitrines staat is een verademing, maar de betekenis van het nieuwe element – het poppenhuis – blijft onduidelijk. Hoewel het fenomeen van miniatuur modepoppen bekend is (verkoopcatalogus avant la lettre), blijft het geheel cryptisch.

Viktor & Rolf, 'Avondjurk'-pop 2008 Uit de Hyères collection 1993
Viktor & Rolf, Tenue de ville uit de l'Hiver de l'Amour collection, 1994
Viktor & Rolf, 'Final preparation'-pop (detail) 2008. Uit de Russian Doll collection herfst/winter 1999-2000

Een voorbeeld van hun conceptuele benadering van mode is de Atomic Bomb collectie (herfst/winter 1998-1999). Op de drempel naar het nieuwe millennium vroegen zij zich af wat 1999 voor een jaar zou worden. Zouden de voorspellingen van Nostradamus uit komen of zou het één groot feest worden? In een beeldtaal die appelleert aan de commedia dell’arte zijn de kledingstukken voorzien van hoge, bolle kragen, als verwijzing naar een atoomwolk. De voor het duo zo kenmerkende tegenstelling binnen een thema zien we hier in de feestartikelen die de kragen vullen en de gebruikte luxe stoffen.

Viktor & Rolf, overzicht van de tentoonstelling (Atomic Bomb collection)

Curves, ruches, volumes, strikken, kragen van mannenhemden, uitvergroot of in één kledingstuk talloze malen herhaald. Via vorm en materiaal citeren Viktor & Rolf veelvuldig de geschiedenis van de Parijse haute couture, waarmee zij zichzelf tevens in die geschiedenis plaatsen. Maar ook Hollywood, showbizz en de beeldende kunst komen voorbij. Veel is van een oogstrelende schoonheid en technische perfectie. Het kijkgenot is hoog.

De afstand die Viktor & Rolf nemen tot het modesysteem, waar volgens de ontwerpers met vier nieuwe collecties per jaar de commercie het wint van de kwaliteit, is soms ambivalent. Nog voor hun eerste coutureshow protesteerden ze hiertegen met een pamfletactie, en recent met de collectie NO (herfst/winter 2008-2009). Toch deden ze dit in NO via een nieuwe collectie. Knap is het uitbuiten en omvormen van het vastgeroeste format van de catwalkshow ten gunste van concepten en performativiteit (onder andere The Fashion Show en Russian Doll).

Het in hun voorkomen gepolijste modeduo, dat als één geest in twee lichamen schijnt te functioneren (“1+1=3” naar eigen zeggen), is ook tweeslachtig in hun omgang met commercie en media. De zogenoemde eenmalige flirt met H&M druist in tegen hun principes van mode als een escape voor de werkelijkheid, die daarom exclusief en elitair zou moeten zijn. De eerder genoemde pamfletactie was tegelijkertijd schaamteloze zelfpromotie: een reactie op het gebrek aan media-aandacht voor hun eerste show.

The House of Viktor & Rolf werd geïnitieerd en gemaakt door de Londense Barbican Art Gallery, maar is terecht overgenomen door het Centraal Museum. Neerlands trots op modegebied, is hier totaal op zijn plek. Het Centraal Museum kocht al in 1993, een jaar na hun afstuderen, een stuk uit hun eerste collectie, en is het duo ook daarna nauwgezet blijven volgen.

In ruimtelijk opzicht is er echter een manco ontstaan bij het overnemen van de tentoonstelling, met inhoudelijke gevolgen. In Londen was de hele tentoonstelling opgehangen aan de nieuwe installatie: het poppenhuis kreeg je als eerste te zien, waarna je in half afgesloten ruimten de ‘echte’ stukken kon bekijken. Die opzet suggereerde dat je zelf door het poppenhuis doolde, nadat je er eerst met afstand naar had gekeken. In Utrecht is de ruimtelijke indeling zo anders dat dit idee als een plumpudding in elkaar stort. De fysieke ervaring mis je volledig. Dat maakt de prestigieuze installatie naast de onduidelijke betekenis ervan nog eens extra overbodig.

Véronique Hoedemakers

Recente artikelen