metropolis m

Nick van Woert, Julius Cesar (2009)

Voortbordurend op de tentoonstelling Stubborn Materials (Peter Blum Gallery, 2007) van Simone Subal organiseert kunstenaar Matthew Day Jackson bij Grimm Fine Art een groepstentoonstelling met kunstenaars bij wie het (her)gebruik van materiaal een belangrijke component van het werk is. Day Jackson kiest daarbinnen voor een specifieke invalshoek: In Hi, Low and In Between staat niet de betekenis van werk en materiaal centraal, maar het object an sich; de werkwijze en materiaalkeuze. Daarmee nodigt de tentoonstelling uit tot een formalistische kijkwijze, waarin niet direct wordt gezocht naar verwijzingen en interpretaties buiten het kunstwerk zelf. Maar is dat genoeg om de werken in deze tentoonstelling te kunnen duiden?

Michael Krumenacker, The Story of a Shipwrecked Sailor (2009)

Uit de selectie kunstenaars spreekt curator Matthew Day Jackson’s voorkeur voor collage en sculptuur, ook kenmerken van zijn eigen werk. Michael KrumenackersThe Story of a Shipwrecked Sailor (2009) houdt het midden tussen een herdenkingsmonument en een maquette van een strandlandschap. Met zijn achtergrond in de bouw, speelt materiaalkeuze een belangrijke rol in zijn werk. Op een houten constructie zijn, tegen een achtergrond van foto’s van windmolens, begraafplaatsen en weilanden, verschillende objecten uitgestald op een veelkleurige plastic ondergrond. De architectonische constructies, gemaakt van goedkoop bouwmateriaal en gevonden voorwerpen, sluiten aan bij de gefotografeerde landschappen op de achtergrond en vormen daardoor een geheel. Krumenacker componeert de verzameling curiosa tot een nieuw tafereel: een imaginaire miniatuurlocatie waarin de personages lijken te ontbreken.

Christina Mackie, Green Figure (2006)

Christina Mackie gebruikt onder meer klei, touw, glazen kralen en aanstekers om een figuur uit te beelden in Green Figure (2006). Het geabstraheerde lichaam ligt op een glinsterende draagbaar bed en door het goedkope materiaal doet de sculptuur denken een Indonesische Wajang pop.

De werken van deze geselecteerde kunstenaars doen daarom sterk denken aan de assemblage kunst uit de jaren ’60 toen de Nouveau Realistes het objet trouvée en machinaal geproduceerde voorwerpen gebruikten om het dagelijkse realisme direct in hun werk op te nemen, in plaats van te representeren. Day Jackson vraagt zich in Hi, Low and In Between af het mogelijk is het materiaal te bevrijden uit zijn oorspronkelijke context. Relevanter is echter de vraag: in hoeverre wil de kunstenaar het materiaal loskoppelen van de alledaagse context?

Kunstenaars Krumenacker en Mackie, spelen namelijk bewust met de context van het materiaal. Zij gebruiken herkenbare materialen om een extra gelaagdheid in hun werk aan te brengen, een glimp van realisme binnen de nieuwe illusie. Het zogenaamd ‘bevrijden’ van het materiaal is hier geheel niet aan de orde. Net als de Nouveau Realistes spelen zij met de alledaagsheid van het materiaal.

Nick van Woert, Julius Cesar (2009)

Enkel Nick van Woert weet in zijn sculptuur Julius Cesar (2009) de kijker mee te voeren in een formalistische kijkervaring. Een bestaande buste van gips bewerkte hij met polyurethaan, dat normaliter gebruikt wordt als isolatiemateriaal. De gele vloeibare massa is over de witte buste gegoten waardoor de details van het gezicht van de buste niet langer zichtbaar zijn, maar waarin toch een menselijk figuur herkenbaar blijft. Van Woert is met zijn werk de enige geselecteerde kunstenaar in Hi Low and In Between die er in slaagt de aandacht van de bezoeker ook daadwerkelijk bij het object zelf te houden, zonder hem of haar af te laten dwalen naar contextuele zaken.

Tessa Verheul

Recente artikelen