metropolis m

Ron Amir, ‘Untitled’, (2009)

[h1]Ron Amir

Ron Amir, 'Untitled', (2009)

In de eindexamencatalogus van het Frank Mohr Instituut staat een indrukkende houtskooltekening van de Israëlische kunstenaar Ron Amir. Tientallen mensen krioelen door elkaar, autowrakken, leeuwen, vissen en bloedende lichaamsdelen vormen onder het toeziend oog van een beveiligingscamera een dystopische scène van een uitzonderlijk groot formaat (twee bij drie meter). Een aantal jaar eerder vervaardigde Amir een vergelijkbare tekening onder de naam ‘Horror Vacui’. Deze term, ‘angst voor de leegte’, is een passende omschrijving voor Amirs stijl. De tekeningen en schilderijen zijn van onder tot boven gevuld en doen ook qua stijl denken aan het werk van Jeroen Bosch. Met de onheilspellende sfeer die wordt opgeroepen reflecteert Amir op de kwaliteit van het menselijk bestaan en in het bijzonder op de onvermijdelijke machtsverschillen die daarin een rol spelen. ‘Mijn hoofdthema is macht, in al zijn verschillende vormen. Dit is sterk verbonden met mijn visie op de plicht van de kunstenaar.’

Naast deze grote monumentale formaten werkt Amir op kleinere panelen, waarop hij in een lossere stijl schildert. Net als in de tekeningen zijn dieren veelvuldig het thema in de vanitas-achtige taferelen. ‘Dieren spelen vaak de hoofdrol, maar niet in de zin van een gezellig huisdier. Een hond staat op twee benen als een wolf naar de afwezige maan te huilen in een met bloed besmeerd interieur; het roept een duistere sfeer op, zoals in de hondengevechten uit de Mexicaanse film Amores Perros. Ik geef werelden weer waar je in kunt, ieder met een eigen sfeer.’

Ron Amir, 'Untitled', (2009)

Het grote schilderij, Untitled, dat tijdens de expositie te zien is, lijkt op het eerste ogenblik niets met de eerder verbeelde dystopische werelden te maken te hebben. Het doek is gevuld met rijk gekleurde bloemen, planten en dieren in een architectonische setting, en is zo gedetailleerd dat je als toeschouwer steeds nieuwe elementen ontdekt. Maar ook dit werk roept door het kunstmatige karakter een verontrustend gevoel op. Amir onderscheidt deze frictie tussen natuurlijk en artificieel als een tweede thema in zijn oeuvre. ‘Ik reageer op hoe de mensheid met zijn acties de wereld vormt naar zijn wil.’ Met zijn schilderijen wil hij de vervagende grens benadrukken en tegelijkertijd een nieuwe virtuele ruimte creëren.

Julie van der Scheer

Julie van der Scheer, 'Muur als Vel Papier 2', (2009)

Op een witte muur heeft Julie van der Scheer een schaduwpartij geprojecteerd waardoor de vlakke textuur van de muur in een gekreukeld vel papier lijkt te veranderen. Waar dit werk de toeschouwer in een illusie meevoert, creëren haar bewerkte foto’s van stadgezichten juist een reflectie op dit idee van fotografische illusie. Zicht op Ypenburg en Onderweg naar Schiermonnikoog zijn vergezichten waar door middel van analoge bewerkingen een extra laag is aangebracht. De foto’s klappen uit hun kader of worden onderbroken door een nieuwe stofuitdrukking.

Tessa Verheul

Kun je uitleggen hoe je de serie foto’s technisch tot stand zijn gekomen?

Julie van der Scheer

Ik gebruik de fotografie om de werkelijkheid vast te leggen. Maar of what you see wel echt wat you get is, bevraag ik steeds. Over de foto’s schilder ik schaduwen, en elementen, zoals een glazen wand, of een gordijn. Dit kan gezien worden als een soort analoge beeldmanipulatie. De prints die ik gebruik om te beschilderen zijn laserprints. Ik kies voor dit soort afdrukken omdat ze iets schilderachtigs hebben waardoor de aangebrachte verf minder zichtbaar een ingreep is. Het gaat mij om het moment waar je niet kunt zien waar de verfstreek begint en ophoudt. In mijn gevouwen foto’s, de tweede manier van bewerken, zijn de schaduwen belangrijk. Ik zie dit als een soort verf; ephemeral paint.

Tessa Verheul

Je foto’s en projecties doen mij denken aan het tromp l’oeil-effect van zeventiende eeuwse schilderijen. Hoe zie jij deze vergelijking?

Julie van der Scheer, 'Zicht op Ypenburg', (2008)
Julie van der Scheer

De trompe l’oeil zet ik in om mijn werkelijkheidsconcept te verbeelden: wat je ziet zou een illusie kunnen zijn. Schaduw en licht zijn de karakteristieken die objecten driedimensionaal maken, door hen kunnen we onze omgeving definiëren. Dat het mogelijk is deze karakteristieken na te bootsen door verf, projectie en andere technieken, blijft mij boeien. Voor mij misleidt de trompe l’oeil niet alleen het oog, maar ook de geest. Dat komt denk ik omdat het oog en de hersenen zo nauw samenwerken. Zelf kijk ik naar de wereld als naar een trompe l’oeil schilderij. Ik kan naar de lucht kijken, of naar een lege muur en stel me voor dat wat ik zie misschien geschilderd is. En ook: misschien is wat ik zie wel heel anders zodra ik een stap dichterbij kan doen.

Tessa Verheul

In de catalogus refereer je aan Immanuel Kant en zijn idee van de werkelijkheid. Kun je dit citaat als inspiratiebron verder toelichten?

Julie van der Scheer

Kant vergelijkt de zintuigen met een roze bril waardoor wij de werkelijkheid steeds gekleurd zien. Wat achter deze werkelijkheid zit, hoe de dingen, onafhankelijk van onze waarneming zijn, blijft voor de mens een niet op te lossen vraag. Dus de realiteit lijkt opgesloten te liggen in onze zintuigen. Maar toch zien we deze realiteit als de wereld om ons heen. Dit besef opent nieuwe interpretaties, er is geen objectieve realiteit en de voor het oog waarneembare wereld zou een van vele waarheden kunnen zijn. Maar ik geniet van wat ik zie, een decor wat niet voor ons maar door ons wordt gemaakt. Deze bewustwording en de schoonheid ervan probeer ik beide in mijn werk te verbeelden.

Tessa Verheul

Recente artikelen